üA. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD- HÓ Li, ANP SCHULD m BOETE jNo 165 Concentratie in de Roomsche Pers. FEUILLETON, BUITENLAND Zaterdag 17 Juli 1920 13e Jaargang JOU 1870. i „Wel te bevatten? Ik ben blij, héél Wat de Pers zegt De Conferentie te Spa. Abonnsmentsprl]»» Fei kwteai s 2-, frw» p«r poet f SjiOj Met tieillustreerd Zondagsblad 1 0.4B hooger. Advert® nil oprijs* Van 1-—6 regels f 1.25 j elfco regal weer 1 0.26 j Reclames per regel 1 0.75Rubriek „Vraag en a®&> bod" bjj vooruitbetaling per plaatsing f Ü.ft'l. Aart allo fbonr.e'o wordt cp csmvrtag gratis san polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongovailen tot een bedrag van 600,-, 1400,-, 1200,-, 1100,-, f60,—f3@,- MiS.- Er hebben de laaiste welken weer berichten in de pers gecirculeerd over een voorgeno men samensmelting van onze twee voornaam ste Katholieke dagbladen, de Maasbode en de Tijd. Het is niet voor de eerste maal, dat zulke geruchten de ronde doen. Het zou ook niet de eers.e maal zijn, dat ér foespiekingen plaats hadden, dat er een aciie gaande was om te bereiken, wat de Nederfandsche Ka tholieken sinas - de uitbreiding van „De Maasbode" met twee edities daags, als iets noodzakelijks en van zed spiekemds gevoe len, n.m. dat ook de hoofdstad haar Katho liek orgaan met een ochtendblad krijgt; hetwelk aan zou omstaan in nauwe samen werking oi in samensmelting van de beide. Amsteiciamsciie en Kotieraamsche bladen, omdat ons land voor twee zelfstandige groote bladen te klein is. Maar wat in theorie een uitgemaakte zaak schijnt, is practised vaak zeer moeilijk ie yervvezenfijken. En zoo bleef ook de natuur lijke oplossing in deze kwestie tot de vrome wenschen behoorèn. Bij het bespreken van bovenbedoelde plan nen oi het voeren van stihe actie daarvoor kwam gewoonlijk steeds die andere, ook zoo natuurlijke wensch naar voren, - dat in de hoofdstaf en heist ook in Rotierdam een volksblad met ochtend- en avonaeditie zou verschijnen, dat aan duizenden Katnolieken het lan is te excuse zou ontnemen om geabon neerd te zijn op het neutraal-anarchisii- 6Che dagblad „De'Courant''. Wie van dit alles ai sinds jaren op de hoogte is, las dezer üagen met belangstel ling, maar tevens met gerechtigde scepsis, voigend bericht in liet Dagbiad van Noord- Brabant in aansluiting aan vorige berich ten, waarin over een fusie van „Tijd" en „Maasbode" gewag was gemaakt: Het dagblad „De Maasbode", zal. wat Ie algeheele uitgave belreft op denzelf- «ien voet als tot nu toe worden uitgegeven „De Tjd" te Amsterdam zaï echter .women vervangen. Daarvoor in de plaais komt een ander gioot katholiek Dagolad met ochtend-' en avond-editie. levens zal te Amsterdam verschijnen een katnoliek VolJts Dagblad eveneens met ochtend- en avond-editie, zoodat ook „De Amsteiboüé' in den tegenwoordigen vorm verdwijnen zal. De administratie zal één worden, en de leiang zal uitgaan van Rotierdam. Met het bovenstaande mag wellicht in verband worden gebracht het feit, dat ,,De lijd" op 1 Ju.i j.l. zijn vijf en zeven tig jarig bestaan toeleefde, echter zonder eenige uiterlijke herdenking, ook kerke,ijk niet. Wij hebben reden aan te nemen, dat dit bericht in hoofdzaak uist is. Men ziet: .ai de oude wenschen komen daarin weer tegelijk naar boven. Maar zal men ditmaal toeter slagen dan ial van vorige malen teen dezelfden plannen meer of minder vaag werden opgezet Of het noodig zou-zijn? Wij hebben bij dt jongste verkiezingen nog gelegenheid gehad om den schnkbarenden was van den rootten vloed in de groote ste den te constateeien En dan is het bij zulke gelegenheden altijd zoo onaangenaam te moe ten bedenken, hoe juist in die gioote centra die Katholieke pers den minsten invloed heeft op de groote massa, véél minder dan in de provinciesteden en op het platteland. Het lokt daarom altijd als een gelukkig idee, dat. wanneer de dagblad-eischen van. de Roomsche mannen van zaken, de intellec- tueelen en der katholieke hoogere standen volledig zouden bevredigd zijn, ook tevens de groote scharen Roomsche arbeiders en kleine luiden in onze beide koopmanssteden hun ei gen dagblad zouden krijgen waarop zij trotsch konden gaan. Het is wel eigenaardig, dat in het Katho liek openmare leven van Nederland, 't welk telkens aan heel de wereld ten voorbeeld wordt gesteld, deze ernstige leemte nog aan wezig is. Niet lang geleden, toen in de pers de kwes tie van het katholieke volksdagblad weer eens ter sprake kwam. werd in de Nieuwe Eeuw" deze opmerking gemaakt: Over groote zaken als deze moet men niet te lang rede neeren. Het is maar de vraag of de juiste krachten beschikbaar ziin en dan moet er ie mand zijn die een daad stelt. Dan komt de rest van zelf Maar Napoleons zijn nu eenmaal altijd schaarsch geweest. En daarom vreezen wij, dat er ook thans weer heel wat water door Amstel en" Maas zal vloeien, eer deze laatste wensch op Ne- derlandsch katholiek persgebied. verwezenlijkt zal zijn. Verstaat ge dien datum? f Zoo neen. leer hem dan verstaan en prent hem diep en vast in uw geheugen. Want die datum is voor de Katholieke Keik cier nieuwere tijden er een van buiten gewone beteekenis, een dag, die. thans vooral,' een openbaring is van de wonderlijk-zorgende Vooizienigheid Uods. Die waakt over Zijn Keik, Den 18en Juli 1870 dus vijftig jaren goleaen heeft ret Vaticaansche Donatie uitgesproken de persoonlijke onfeilbaarheid van aen Raus, wanneer hij als opperste leer- aar der Kerk een beslissende uiispiaak doet over een punt van gelools- of zeden,eer. en al,e Christenen verplicht aie uitspraak als een afkondiging der Christelijke openbaring te aanvaai aen. Stel u eens voor. wat de Kerk in de laat ste ha,ve eeuw zou zijn geweest zonder die uitspraak 1 De laatste halve eeuw bracht over de we reld ,,de gtoote afval". Op goasaienstig gebied nam de dwaling haar uiterste gevolgtrekking: het ongelool, de loochening van Ood en Zijn gezag werd gemeen goed van de groote schare, eischte niet adeen gelijkwaaidjgheid met. maar zelfs aen voorrang boven het geloof: want alleen de god-ioochening was toch maar de ware vrijheid der gedachte.... Op staatkundig gebied verdween het laatste wat nog aan een godsaienstigen staat herin nerde de leeken-staat haerschte alom. Op maatschappelijk gebied drong hel libe ralisme tot de laatste consequentie, de vol strekte heerschappij van het eigenbelang en van den hebzucht, en bracht als dooizeiting en tegenactie tevens het socialisme lot aan zien en macht. En het persoonlijke leven beïnvloed door zulke beginselen, ontdaan van allen breidel werd meer en meer de prooi van wat er aan hartstocht leeft in den mensch: heerschzucht, hebzucht, genotzucht drongen onbeschaamd naar voren, tooiden zich met den naam van vooruitgang en beschaving. Jaren lang werd die omkeer van heel een samenleving bedekt met een vernis van wed vaart en rust: totdat de groote wereldbrand van den laalsten oorlog de schijnschoone ver momming onmeedoogenloos heeft afgebrand en de wereld, de samenleving, zich voordoet als 'n chaos, 'n chaos welken niemand in staat is te ordenen, voor welken niemand zelfs een middel ter ordening kan aangeven dan alleen de katholieke Kerk. Want zij treedt de wereld tegemoet met een vast plan, steunend op oen onwrikbaar fundament. Dat fundament is de Evangelie-wet: Bemint Godbemint den naaste. Het plan. daarop gebouwd, is de zedenleer der Kerk, die Leo XIII in zijn schitterende encyclieken heeft verdedigd en toegelicht, en toegepast niet alleen voor het geheeie terrein van het godsdienstig en geestelijk leven, maar ook voor den Staat, ook voor de Maatschap pij. Het is dat plan. hetwelk Pius X heeft doorgevoerd, met onverschrokken moed ver- oordeelend met het strengste gezag ai wat de dwaling er tegen bracht, met edelmoedige vol harding en met krachtige toepassing van alle beschikbare middelen heel de Kerk hernieu wend in Christus. Het is dat plan, hetwelk Benedictus XV, door persoonlijke toewijding, als een -geze gende. die komt van den Heer", erkend door heel de wereld, der ontwrichte samenleving ais eenig redmiddel voorhoudt. Het is dat plan, hetwelk in ons gezegend vaderland aan onze katholieke actie zulk een vruchtbaren invloed geeft. En nu vraag ik u: „zou die invloed moge lijk zijn geweest zonder de uitspraak van het Vaticaansch Concilie?" Neen. en driewerf neen. Want toen de wereld voortholde van dwaas heid naar dwaasheid, van afgrond naar af grond, toen is zij niet alleen de Kerk voor bijgegaan, maar zij heeft de Kerk bestreden, uitgedreven waar zij kon. Land na land ontnam aan de Kerk alle in vloed op het publieke leven: staatkunde en wetenschap verachtten haar. Wat gedaan kon worden om de samenwer king van de Bisschoppen met den Paus te be lemmeren is gedaan. Want de Paus in Rome werd tot een armen gehoonden gevangene gemaakt: stuk op stuk beroofd van wat hem invloed kon geven, met opzet gehouden buiten den raad der wereld- beheerschers, verdac'.t gemaakt bit de groote schare als een baariijke,tyran. En de Bisschoppen werden hoogstens ge duld; hun betrekkingen met hun Opperhoofd (een buitenlanasche macht!!) bemoeilijkt zoo veel het mogelijk was, hun invloed geknot. Zoo stond de Paus feitelijk aileen tegen over ben heele wereld. En de handhaving van den invloed der Christelijke openbaring steunde op zijn per soonlijk gezag. Zou dit zonder het Vaticaansch Concilie sterk genoeg zijn geweest om te overwinnen gelijk het overwonnen heeft? O zeker, van de eeiste eeuwen af heeft de Kerk den Paus feite,ijk erkend als den opper sten leeraar, en praciosch aanvaard de on feilbaarheid zijner beslissende uitspraken. Maar die waatheid was nimmer op plech tige en dwingende wijze afgekondigd als een dogma, dat alle katholieken op straffe van uitbanning moesten aannemen. Als dit zoo gebleven was. zouden de vij anden der Kerk dezen stand van zaken heb ben uitgebuit in den grooten strijd der laat ste 50 jaren, gelijk zij het hebben gedaan in de jaren omstreeks '70. En als tegenover dien sluwen aanval niet had gestaan de rotsvaste burcht der uitdruk kelijke dogmaverklaring, dan zou menige goedgeloovige katholiek ziin verblind, en de groote schare niet zoo trouw zijn gevolgd als nu. Dan had nu de groote wereldcatastrophe de Kerk niet gereed gevonden met een reddings plan, welks fundamenten reeds vastgeheid zijn in den grond. Blijkt dan nu niet de providentieele betee kenis der beslissing van 18 Juli 1870? jCVrij naar het Engelsch van A. S. Swan] Geautoriseerde vertaling 22R „Ja, dat verbaast mij inderdaad zeer, ofschoon ik ongeveer twee jaar na den dood uwer moeder er op aandrong dat hij het doen zou, toen ik zag h,oe de sorg voor de huishouding hem drukte." „Toch ben ik blij-dat hij toen niet .trouwde. De jaren dat wij met z'n twee tjes geweest zijn zou ik voor nóg zooveel niet. willen missen," sprak Clara met ■warmte. „Wie is de dame met wie je vader gaat trouwen,"' vroeg oom Claude. „Lady Gresley. Ik zat.juist te denken of u haar wel eens ontmoet kon hebben. 2e is al zoolang een prettige kennis van ons geweest." „Ik heb ton minste al 'voel van haar /eboord," antwoordde hij. „En sehjjnt e c', us wol te bevallen?" j blij met papa's keuze. Ik houd veel van haar en zij zal papa heel gelukkig ma ken. Maar nooit zat zij trachten een van ons kinderen achteruit te zetten. Zij heeft ons allen uitgenoodigd naar Nizza te ko men, en ik reis aanstaanden Dinsdag met haar mee." „Kijk, dat is aardig. Je vader is een gelukkig man, Clara er zijn maar wei nig menschen die onder zoo gelukkige auspiciën zulk een groote verandering in hun leven brengen. Ook gij, hoe jong ge ook zijl, hebt ongetwijfeld al heel veel verkeerde gevolgen van gemengde huwe lijken gezien. In de meeste gevallen ko men er moeilijkheden door de kinderen uit het eerste huwelijk.'" „Ik ben blij dat papa daar geen last van zal hebben'", sprak Clara op kalmen toon. „Van ons zou het trouwens erg ondankbaar zijn Wat mij zelf betreft, het gebeurt op een tijd die voor mij niet beter kon vallen. Want ik had er lang over gedacht om bij u te komen en u een plaats te vragen onder de zusters hier." Oom Claude's gelaat kleurde en zijn oogen begonnen te schitteren. .Olara zou ongetwijfeld een van zijn beste helpsters worden. Maar toch het stuitte hem een «ogenblik tegen de borst dat zij' haar jonge bekoorlijkheid zou gaan begraven te midden der armen en ongelukkigen van oostelijk Londen, dat ze haar jonge le ven zou gaan opofferen, zonder meer iets voor zich zelf te vragen, aan het h,eil van anderen. „Beste kind," sprak hij kalm, „het zou mij wezenlijk hëel gelukkig maken je hier onder de zusters te hebben. Maar toch is bet een zóó ernstige kwestie, dat ze maar niet in enkele oogenblikken kan worden afgehandeld. Aan den troost en (rl ie opbeuring, die er voor mij zelf bij den naderenden ouderdom in zou lig gen, mag ik niet denken. Wat zegt uw vader ervan?" „O, pa zal er zich niet tegen verzetten, en lady Gresley ook niet. Zij verstaan en begrijpen mij zoo gauw en zoo gemakke lijk. Ik zou ook de gedachte aan Geof frey Faussit wat kwijt willen raken, oom. In den laatsten tijd is dat weer moeilijker geweest dan eerst.'" „Heb je hem dan weer ontmoet?" „Het was niet te vermijden," antwoord de ze met een lichte- beving in den toon van baar stem. Ze liet zich op lipt haard kleedje naast den stoel van oom Claude neeerglijden, en oer ze het wist had se de heeie geschiedenis van de ontmoeting En dat wordt nog duidelijker als ge op de omstandigheden let. waarin die beslissing ge vallen is. Niet de Paus had dit punt uitdrukkelijk op het program geplaatst. En een-ter-loopsche-bespreking was in het voorjaar van 1870 nog lang niet aan de beurt.v De aandrang der Bisschoppen, niet van den Paus bracht het echter pas op den voorgrond. De felle bestrijding door de tegenstanders buiten de Kerk veroorzaakte de spoedige be handeling. En weer onthield de H. Vader zich van alle beïnvloeding der voorafgaande besprekingen, die in zulk een vrijheid zich kon ontwikkelen, dat een felle oppositie, hoofdzakelijk tegen de opportuniteit der uitspraak op dat oogenblik zich ontwikkelde, en er zelfs bij de plechtige afkondiging nog tweemaal „non placet," d.i. „ik stem tegen" weerklonk. Zoo leidden de omstandigheden en niet de wil der menschen tot de uitspraak, die bijna de eenige en zeker de laatste is geweest van 't Vaticaansch Concilie. Want na den 18en Juli 1870 werd het Con cilie verdaagd. Toen kwam de Fransch-Duiische oorlog. Deze gaf Italië's kon ng vrijheid den Paus van de stad Rome te berooven. En nadien kon er van een heropening v§n het Concilie niets komen Is in deze historie niet duidelijk de Vinger Gods merkbaar? Daarom danken wij God op den aanstaan den Zondag voor de groote zekerheid en den machticen steun aan de Kerk en aan ons ge schonken. Een zekerheid en een siteun. waardoor wij bij alle verwarring der tijdens ons veilig ge voelen, want door den mond des Pausen spreekt God. (St. Bavo.) HE FINANCIEN VAN NOORD- HOLLAND. 'De „Maasbode" wijst op den ernstigen stand van zaken in de provincie Noord- Holland, waar het Statencollege in de laatste jaren een wedloop houdt met h Rijk en de van geld. Gemeenten in het uitgeven „Niet alleen door de provinciale be drijven, maar ook door de loonpoli tiek worden de belastingen gruwe lijk opgedreven. Alleen het electrisch bedrijf leverde in 1917 een verlies op van 41.575, in 1918 van 200.866 en in 1919 van 470.285. Met het water leidingbedrijf zal het niet anders gaan. De krankzinnigenverpleging kost per patiënt meer dan het dub bele van wat in particuliere gestich ten wordt vereiseht. Toch verdedigen Gedeputeerde Staten het voorstel om nog een derde gesticht te bouwen. Bo vendien wordt voorgesteld een i vinciaal koloniehuis voor tuberculose kinderen. Dat begint met een bescheiden ko- loniehuis, doch de consequentie zal zijn, wanneer de voorstanders van Overheids-exploïtatie aiet im bun vaart door rechts worden gestuit, meerdere ondernemingen van dien aard, die schatten verslinden en dat bi.i een schuldenlast, die in 8 jaar met 46 millioen is gestegen en thans 53 millioen bedraagt. Dit waf nu aanbelangt de bestaan de en te stichten bedrijven. Maar met bet algemeen beleid is bet al weinig anders. Nauwelijks "hadden de gemeen ten Amsterdam en Haarlem loonsre- gelingen gemaakt, waarmede nage noeg iedereen tevreden kan zijn, ot Ged. Stateu komen niet voorstellen, welke daar weer ver boven gaan. Ge volgen? Hetzelfde geldt het ontwerp- amtotenaarsreglement, dat ook bepa lingen bevat van zoo vergaa-udeu aard, dat hét voorloopig' verslag, daarover uitgebracht, allesbehalve gunstig luidt. Eu nauwelijks had de Rijksregee- riug 40 percent verbooging toege kend op d-e pensioenen o.l' Ged. Sty- ten komen mót het voorstel om 50 prooent te geven. Wat hierbij wel in sterke mate opvalt Is, dat Ged. Staten, die door de wet geroe pen zijn een verkwistend beleid van de. gemeente-besturen tegen te gaan, zelf een dergelijk slecht voorbeeld aan die ge meentebesturen geven," De Conferentie geslote». •Gisterenavond is de Conferentie te Spa gesloten. Die eorr. van de „N. R. Grt." beschrijft deze laatste zitting als volgt; Het eind'e der voorstelling' «is lang en taai geweest. De Duitschers hadden be sloten, alles te onderteekenen, behalve de bepaling, dat 'de Entente het Roergebied kon binnenrukken als tussclien 1 Augus tus en 1 November aiet 6 millioen ton kolen waren geleverd. Om deze bepaling is VA uur lang gevochten. De Entente en vooral de Frauschen wilden niet toege ven, maar de Duitschers hielden even taai aan hun standpunt vast. Intuisschen wachtte de buitenwereld, die op een zoo- lange zitting aiet gere kend hadden, in angstige spanning op den uitslag. Om 5 uur was het begonnen en om half 9 was er nog geen eind'e merkbaar. Toen werd daarbinnen echter het pleit beslecht. Lloyd George had' er in toegestemd, dat de Duitschers zouden protcsteeren, dat deze bepaling in bet protocol opgenomen was en dat do En tente hun voorbehoud zou aanvaarden. Toen moesten de Fransohen wel toege ven. Millerand was daarover danig uit ziin humeur. Hij hield de Duitschers voor, dat zij, als zij hunne verplichtingen niet vervullen, toch op een bezetting van het Roergebied moesten rekenen, ook al had den zij zelf dit punt niet aanvaard. Lloyd George verdreef den indruk vau deze rede met een vriendelijke toespraak. Wij zijn u zoover tegemoet gekomen als wij kon tien, zeide hij tot de Duitschere. Het zou ons uiterst pijnlijk zijn als nog eene bezetting van eenig Duitsch gebied noodig was en niet dan in de uiterste noodzakelijkheid zouden wij d aartot overgaan. Daarna had om 8 uur 40 de onderteo kening van het protocol plaats. De conferentie was daarmede ten ein de. De kwestie der schadeloosstellingen zal bier niet meer ter sprake komen Daarover is een conferentie te Gesnèvo beraamd, die over eenige wetten bijeen geroepen zal worden. Toen het protocol onderteekend was, hield de Belgische minister-president De lacroix, als voorzitter van de routeren t" een vriendelijke rede, waarop bij op het heugelijke wees van het feit, dat men hier vruchtbaar had samengewerkt en zijn beste wenschen voor de t.oobomst uit sprak. met Geoffrey en van den diefstal dien zij voorkomen had, verteld. Hij luisterde in stilte. „Arm kind," sprak hij toen, „je hebt wèl 'veel geleden. Dat was een beproeving waaruit je gesterkt te voorschijn.bent gekomen. "Denk niet dat dat verloren oogenblikken geweest zijn, Clara. De dag zal komen, waarop het leed van dat uur zeventigvoudig aan je .vergolden zal wor den." „Zoudt u denken dat er nog kans op bekeering voor hem is?" „Die is er altijd, Olara. Bij God zijn alle dingen mogelijk." „Maar hij is zoo ver afgedwaald. Ik vrees dat hij zelfs het juiste begrip yan goed eu kwaad verloren beeft." „Och, als ge zooveel van de slecbthjeid der wereld gezien badt als ik, zoudt ge aan de mogelijkheid daarvan niet meer geLoaven. Het begrip van goed en kwaad gaat nooit gehéél verloren, wellicht zult gij zelf in Gods hand nog het werktuig worden voor Geoffrey's bekeering. Ik zou nu beginnen te wenschen dat jk je hier kon houden. Hoelang denk je in het zui den van Frankrijk te blijven?" „Ongeveer drie .weken, maar het ja vol strekt niet noodzakelijk dat ik er heen ga, oom," sprak het meisje haastig. „Zuster Ursula zal waarschijnlijk niet terugkomen wij zien al uit naai iemand die haar plaats kan vervullen, maar ik vrees dat wij geen drie weken zullen kunnen wachten, tenzij we zoo geluk kig zijn een tijdelijke kracht te vinden." „O oom Claude," klonk het bijna adem loos, „zoudt u denken dat ik geschikt ben om zuster Ursula's plaats jn te ne men. „Ja, en het zou voor u een heel geschik te gelegenheid zijn om te beginnen." „Laat mij dan dadelijk komen," riep heb meisje. „Ik kan morgen even naar huis gaan en alles meebrengen wat ik noodig) heb. En inplaats van dan Dinsdag met Lady Gresley mee te gaan, kom ik dade lijk hierheen." „Maar dan beroof ik je yan je yacan- tiel" „Die heb ik niet noodig. Heel mijn ie ven is één vacantiedag geweest. En zoo* dra papa iemand heeft die voor hem zorgt, heeft hij mij niet meer noodig. Laat mij; deze gelegenheid aangrijpen, oom, ze j» ala voor mjj, gemaakt.*" (Wordt ywrvoljrd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1