üA. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD- HÓ Li, ANP
SCHULD m BOETE
jNo 165
Concentratie in de Roomsche
Pers.
FEUILLETON,
BUITENLAND
Zaterdag 17 Juli 1920
13e Jaargang
JOU 1870.
i „Wel te bevatten? Ik ben blij, héél
Wat de Pers zegt
De Conferentie te Spa.
Abonnsmentsprl]»»
Fei kwteai s 2-, frw» p«r poet f SjiOj
Met tieillustreerd Zondagsblad 1 0.4B hooger.
Advert® nil oprijs*
Van 1-—6 regels f 1.25 j elfco regal weer 1 0.26 j
Reclames per regel 1 0.75Rubriek „Vraag en a®&>
bod" bjj vooruitbetaling per plaatsing f Ü.ft'l.
Aart allo fbonr.e'o wordt cp csmvrtag gratis san polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongovailen tot een bedrag van 600,-, 1400,-, 1200,-, 1100,-, f60,—f3@,- MiS.-
Er hebben de laaiste welken weer berichten
in de pers gecirculeerd over een voorgeno
men samensmelting van onze twee voornaam
ste Katholieke dagbladen, de Maasbode en
de Tijd.
Het is niet voor de eerste maal, dat zulke
geruchten de ronde doen. Het zou ook niet
de eers.e maal zijn, dat ér foespiekingen
plaats hadden, dat er een aciie gaande was
om te bereiken, wat de Nederfandsche Ka
tholieken sinas - de uitbreiding van „De
Maasbode" met twee edities daags, als iets
noodzakelijks en van zed spiekemds gevoe
len, n.m. dat ook de hoofdstad haar Katho
liek orgaan met een ochtendblad krijgt;
hetwelk aan zou omstaan in nauwe samen
werking oi in samensmelting van de beide.
Amsteiciamsciie en Kotieraamsche bladen,
omdat ons land voor twee zelfstandige
groote bladen te klein is.
Maar wat in theorie een uitgemaakte zaak
schijnt, is practised vaak zeer moeilijk ie
yervvezenfijken. En zoo bleef ook de natuur
lijke oplossing in deze kwestie tot de vrome
wenschen behoorèn.
Bij het bespreken van bovenbedoelde plan
nen oi het voeren van stihe actie daarvoor
kwam gewoonlijk steeds die andere, ook
zoo natuurlijke wensch naar voren, - dat in
de hoofdstaf en heist ook in Rotierdam een
volksblad met ochtend- en avonaeditie zou
verschijnen, dat aan duizenden Katnolieken
het lan is te excuse zou ontnemen om geabon
neerd te zijn op het neutraal-anarchisii-
6Che dagblad „De'Courant''.
Wie van dit alles ai sinds jaren op de
hoogte is, las dezer üagen met belangstel
ling, maar tevens met gerechtigde scepsis,
voigend bericht in liet Dagbiad van Noord-
Brabant in aansluiting aan vorige berich
ten, waarin over een fusie van „Tijd" en
„Maasbode" gewag was gemaakt:
Het dagblad „De Maasbode", zal. wat
Ie algeheele uitgave belreft op denzelf-
«ien voet als tot nu toe worden uitgegeven
„De Tjd" te Amsterdam zaï echter
.women vervangen. Daarvoor in de
plaais komt een ander gioot katholiek
Dagolad met ochtend-' en avond-editie.
levens zal te Amsterdam verschijnen
een katnoliek VolJts Dagblad eveneens
met ochtend- en avond-editie, zoodat ook
„De Amsteiboüé' in den tegenwoordigen
vorm verdwijnen zal.
De administratie zal één worden, en
de leiang zal uitgaan van Rotierdam.
Met het bovenstaande mag wellicht in
verband worden gebracht het feit, dat
,,De lijd" op 1 Ju.i j.l. zijn vijf en zeven
tig jarig bestaan toeleefde, echter zonder
eenige uiterlijke herdenking, ook kerke,ijk
niet.
Wij hebben reden aan te nemen, dat dit
bericht in hoofdzaak uist is. Men ziet: .ai de
oude wenschen komen daarin weer tegelijk
naar boven.
Maar zal men ditmaal toeter slagen dan
ial van vorige malen teen dezelfden plannen
meer of minder vaag werden opgezet
Of het noodig zou-zijn?
Wij hebben bij dt jongste verkiezingen nog
gelegenheid gehad om den schnkbarenden
was van den rootten vloed in de groote ste
den te constateeien En dan is het bij zulke
gelegenheden altijd zoo onaangenaam te moe
ten bedenken, hoe juist in die gioote centra
die Katholieke pers den minsten invloed heeft
op de groote massa, véél minder dan in de
provinciesteden en op het platteland.
Het lokt daarom altijd als een gelukkig
idee, dat. wanneer de dagblad-eischen van.
de Roomsche mannen van zaken, de intellec-
tueelen en der katholieke hoogere standen
volledig zouden bevredigd zijn, ook tevens de
groote scharen Roomsche arbeiders en kleine
luiden in onze beide koopmanssteden hun ei
gen dagblad zouden krijgen waarop zij
trotsch konden gaan.
Het is wel eigenaardig, dat in het Katho
liek openmare leven van Nederland, 't welk
telkens aan heel de wereld ten voorbeeld
wordt gesteld, deze ernstige leemte nog aan
wezig is.
Niet lang geleden, toen in de pers de kwes
tie van het katholieke volksdagblad weer eens
ter sprake kwam. werd in de Nieuwe
Eeuw" deze opmerking gemaakt: Over groote
zaken als deze moet men niet te lang rede
neeren. Het is maar de vraag of de juiste
krachten beschikbaar ziin en dan moet er ie
mand zijn die een daad stelt. Dan komt de
rest van zelf
Maar Napoleons zijn nu eenmaal altijd
schaarsch geweest.
En daarom vreezen wij, dat er ook thans
weer heel wat water door Amstel en" Maas
zal vloeien, eer deze laatste wensch op Ne-
derlandsch katholiek persgebied. verwezenlijkt
zal zijn.
Verstaat ge dien datum? f
Zoo neen. leer hem dan verstaan en prent
hem diep en vast in uw geheugen.
Want die datum is voor de Katholieke
Keik cier nieuwere tijden er een van buiten
gewone beteekenis, een dag, die. thans vooral,'
een openbaring is van de wonderlijk-zorgende
Vooizienigheid Uods. Die waakt over Zijn
Keik,
Den 18en Juli 1870 dus vijftig jaren
goleaen heeft ret Vaticaansche Donatie
uitgesproken de persoonlijke onfeilbaarheid
van aen Raus, wanneer hij als opperste leer-
aar der Kerk een beslissende uiispiaak doet
over een punt van gelools- of zeden,eer. en
al,e Christenen verplicht aie uitspraak als een
afkondiging der Christelijke openbaring te
aanvaai aen.
Stel u eens voor. wat de Kerk in de laat
ste ha,ve eeuw zou zijn geweest zonder die
uitspraak 1
De laatste halve eeuw bracht over de we
reld ,,de gtoote afval".
Op goasaienstig gebied nam de dwaling
haar uiterste gevolgtrekking: het ongelool,
de loochening van Ood en Zijn gezag werd
gemeen goed van de groote schare, eischte
niet adeen gelijkwaaidjgheid met. maar zelfs
aen voorrang boven het geloof: want alleen
de god-ioochening was toch maar de ware
vrijheid der gedachte....
Op staatkundig gebied verdween het laatste
wat nog aan een godsaienstigen staat herin
nerde de leeken-staat haerschte alom.
Op maatschappelijk gebied drong hel libe
ralisme tot de laatste consequentie, de vol
strekte heerschappij van het eigenbelang en
van den hebzucht, en bracht als dooizeiting
en tegenactie tevens het socialisme lot aan
zien en macht.
En het persoonlijke leven beïnvloed door
zulke beginselen, ontdaan van allen breidel
werd meer en meer de prooi van wat er aan
hartstocht leeft in den mensch: heerschzucht,
hebzucht, genotzucht drongen onbeschaamd
naar voren, tooiden zich met den naam van
vooruitgang en beschaving.
Jaren lang werd die omkeer van heel een
samenleving bedekt met een vernis van wed
vaart en rust: totdat de groote wereldbrand
van den laalsten oorlog de schijnschoone ver
momming onmeedoogenloos heeft afgebrand
en de wereld, de samenleving, zich voordoet
als 'n chaos, 'n chaos welken niemand in staat
is te ordenen, voor welken niemand zelfs een
middel ter ordening kan aangeven dan alleen
de katholieke Kerk.
Want zij treedt de wereld tegemoet met
een vast plan, steunend op oen onwrikbaar
fundament.
Dat fundament is de Evangelie-wet: Bemint
Godbemint den naaste.
Het plan. daarop gebouwd, is de zedenleer
der Kerk, die Leo XIII in zijn schitterende
encyclieken heeft verdedigd en toegelicht, en
toegepast niet alleen voor het geheeie terrein
van het godsdienstig en geestelijk leven, maar
ook voor den Staat, ook voor de Maatschap
pij. Het is dat plan. hetwelk Pius X heeft
doorgevoerd, met onverschrokken moed ver-
oordeelend met het strengste gezag ai wat de
dwaling er tegen bracht, met edelmoedige vol
harding en met krachtige toepassing van alle
beschikbare middelen heel de Kerk hernieu
wend in Christus.
Het is dat plan, hetwelk Benedictus XV,
door persoonlijke toewijding, als een -geze
gende. die komt van den Heer", erkend door
heel de wereld, der ontwrichte samenleving
ais eenig redmiddel voorhoudt.
Het is dat plan, hetwelk in ons gezegend
vaderland aan onze katholieke actie zulk een
vruchtbaren invloed geeft.
En nu vraag ik u: „zou die invloed moge
lijk zijn geweest zonder de uitspraak van het
Vaticaansch Concilie?"
Neen. en driewerf neen.
Want toen de wereld voortholde van dwaas
heid naar dwaasheid, van afgrond naar af
grond, toen is zij niet alleen de Kerk voor
bijgegaan, maar zij heeft de Kerk bestreden,
uitgedreven waar zij kon.
Land na land ontnam aan de Kerk alle in
vloed op het publieke leven: staatkunde en
wetenschap verachtten haar.
Wat gedaan kon worden om de samenwer
king van de Bisschoppen met den Paus te be
lemmeren is gedaan.
Want de Paus in Rome werd tot een armen
gehoonden gevangene gemaakt: stuk op stuk
beroofd van wat hem invloed kon geven, met
opzet gehouden buiten den raad der wereld-
beheerschers, verdac'.t gemaakt bit de groote
schare als een baariijke,tyran.
En de Bisschoppen werden hoogstens ge
duld; hun betrekkingen met hun Opperhoofd
(een buitenlanasche macht!!) bemoeilijkt zoo
veel het mogelijk was, hun invloed geknot.
Zoo stond de Paus feitelijk aileen tegen
over ben heele wereld.
En de handhaving van den invloed der
Christelijke openbaring steunde op zijn per
soonlijk gezag.
Zou dit zonder het Vaticaansch Concilie
sterk genoeg zijn geweest om te overwinnen
gelijk het overwonnen heeft?
O zeker, van de eeiste eeuwen af heeft de
Kerk den Paus feite,ijk erkend als den opper
sten leeraar, en praciosch aanvaard de on
feilbaarheid zijner beslissende uitspraken.
Maar die waatheid was nimmer op plech
tige en dwingende wijze afgekondigd als een
dogma, dat alle katholieken op straffe van
uitbanning moesten aannemen.
Als dit zoo gebleven was. zouden de vij
anden der Kerk dezen stand van zaken heb
ben uitgebuit in den grooten strijd der laat
ste 50 jaren, gelijk zij het hebben gedaan in
de jaren omstreeks '70.
En als tegenover dien sluwen aanval niet
had gestaan de rotsvaste burcht der uitdruk
kelijke dogmaverklaring, dan zou menige
goedgeloovige katholiek ziin verblind, en de
groote schare niet zoo trouw zijn gevolgd als
nu.
Dan had nu de groote wereldcatastrophe de
Kerk niet gereed gevonden met een reddings
plan, welks fundamenten reeds vastgeheid
zijn in den grond.
Blijkt dan nu niet de providentieele betee
kenis der beslissing van 18 Juli 1870?
jCVrij naar het Engelsch van A. S. Swan]
Geautoriseerde vertaling
22R
„Ja, dat verbaast mij inderdaad zeer,
ofschoon ik ongeveer twee jaar na den
dood uwer moeder er op aandrong dat
hij het doen zou, toen ik zag h,oe de
sorg voor de huishouding hem drukte."
„Toch ben ik blij-dat hij toen niet
.trouwde. De jaren dat wij met z'n twee
tjes geweest zijn zou ik voor nóg zooveel
niet. willen missen," sprak Clara met
■warmte.
„Wie is de dame met wie je vader
gaat trouwen,"' vroeg oom Claude.
„Lady Gresley. Ik zat.juist te denken
of u haar wel eens ontmoet kon hebben.
2e is al zoolang een prettige kennis van
ons geweest."
„Ik heb ton minste al 'voel van haar
/eboord," antwoordde hij. „En sehjjnt
e c', us wol te bevallen?" j
blij met papa's keuze. Ik houd veel van
haar en zij zal papa heel gelukkig ma
ken. Maar nooit zat zij trachten een van
ons kinderen achteruit te zetten. Zij heeft
ons allen uitgenoodigd naar Nizza te ko
men, en ik reis aanstaanden Dinsdag met
haar mee."
„Kijk, dat is aardig. Je vader is een
gelukkig man, Clara er zijn maar wei
nig menschen die onder zoo gelukkige
auspiciën zulk een groote verandering in
hun leven brengen. Ook gij, hoe jong ge
ook zijl, hebt ongetwijfeld al heel veel
verkeerde gevolgen van gemengde huwe
lijken gezien. In de meeste gevallen ko
men er moeilijkheden door de kinderen
uit het eerste huwelijk.'"
„Ik ben blij dat papa daar geen last
van zal hebben'", sprak Clara op kalmen
toon. „Van ons zou het trouwens erg
ondankbaar zijn Wat mij zelf betreft, het
gebeurt op een tijd die voor mij niet
beter kon vallen. Want ik had er lang
over gedacht om bij u te komen en u een
plaats te vragen onder de zusters hier."
Oom Claude's gelaat kleurde en zijn
oogen begonnen te schitteren. .Olara zou
ongetwijfeld een van zijn beste helpsters
worden. Maar toch het stuitte hem
een «ogenblik tegen de borst dat zij' haar
jonge bekoorlijkheid zou gaan begraven
te midden der armen en ongelukkigen van
oostelijk Londen, dat ze haar jonge le
ven zou gaan opofferen, zonder meer iets
voor zich zelf te vragen, aan het h,eil
van anderen.
„Beste kind," sprak hij kalm, „het zou
mij wezenlijk hëel gelukkig maken je
hier onder de zusters te hebben. Maar
toch is bet een zóó ernstige kwestie,
dat ze maar niet in enkele oogenblikken
kan worden afgehandeld. Aan den troost
en (rl ie opbeuring, die er voor mij zelf
bij den naderenden ouderdom in zou lig
gen, mag ik niet denken. Wat zegt uw
vader ervan?"
„O, pa zal er zich niet tegen verzetten,
en lady Gresley ook niet. Zij verstaan en
begrijpen mij zoo gauw en zoo gemakke
lijk. Ik zou ook de gedachte aan Geof
frey Faussit wat kwijt willen raken, oom.
In den laatsten tijd is dat weer moeilijker
geweest dan eerst.'"
„Heb je hem dan weer ontmoet?"
„Het was niet te vermijden," antwoord
de ze met een lichte- beving in den toon
van baar stem. Ze liet zich op lipt haard
kleedje naast den stoel van oom Claude
neeerglijden, en oer ze het wist had se
de heeie geschiedenis van de ontmoeting
En dat wordt nog duidelijker als ge op de
omstandigheden let. waarin die beslissing ge
vallen is.
Niet de Paus had dit punt uitdrukkelijk op
het program geplaatst.
En een-ter-loopsche-bespreking was in het
voorjaar van 1870 nog lang niet aan de
beurt.v
De aandrang der Bisschoppen, niet van den
Paus bracht het echter pas op den voorgrond.
De felle bestrijding door de tegenstanders
buiten de Kerk veroorzaakte de spoedige be
handeling.
En weer onthield de H. Vader zich van alle
beïnvloeding der voorafgaande besprekingen,
die in zulk een vrijheid zich kon ontwikkelen,
dat een felle oppositie, hoofdzakelijk tegen de
opportuniteit der uitspraak op dat oogenblik
zich ontwikkelde, en er zelfs bij de plechtige
afkondiging nog tweemaal „non placet," d.i.
„ik stem tegen" weerklonk.
Zoo leidden de omstandigheden en niet de
wil der menschen tot de uitspraak, die bijna
de eenige en zeker de laatste is geweest van 't
Vaticaansch Concilie.
Want na den 18en Juli 1870 werd het Con
cilie verdaagd.
Toen kwam de Fransch-Duiische oorlog.
Deze gaf Italië's kon ng vrijheid den Paus
van de stad Rome te berooven.
En nadien kon er van een heropening v§n
het Concilie niets komen
Is in deze historie niet duidelijk de Vinger
Gods merkbaar?
Daarom danken wij God op den aanstaan
den Zondag voor de groote zekerheid en den
machticen steun aan de Kerk en aan ons ge
schonken.
Een zekerheid en een siteun. waardoor wij
bij alle verwarring der tijdens ons veilig ge
voelen, want door den mond des Pausen
spreekt God. (St. Bavo.)
HE FINANCIEN VAN NOORD-
HOLLAND.
'De „Maasbode" wijst op den ernstigen
stand van zaken in de provincie Noord-
Holland, waar het Statencollege in de
laatste jaren een wedloop houdt met h
Rijk en de
van geld.
Gemeenten in het uitgeven
„Niet alleen door de provinciale be
drijven, maar ook door de loonpoli
tiek worden de belastingen gruwe
lijk opgedreven. Alleen het electrisch
bedrijf leverde in 1917 een verlies op
van 41.575, in 1918 van 200.866 en
in 1919 van 470.285. Met het water
leidingbedrijf zal het niet anders
gaan. De krankzinnigenverpleging
kost per patiënt meer dan het dub
bele van wat in particuliere gestich
ten wordt vereiseht. Toch verdedigen
Gedeputeerde Staten het voorstel om
nog een derde gesticht te bouwen. Bo
vendien wordt voorgesteld een i
vinciaal koloniehuis voor tuberculose
kinderen.
Dat begint met een bescheiden ko-
loniehuis, doch de consequentie zal
zijn, wanneer de voorstanders van
Overheids-exploïtatie aiet im bun
vaart door rechts worden gestuit,
meerdere ondernemingen van dien
aard, die schatten verslinden en dat
bi.i een schuldenlast, die in 8 jaar met
46 millioen is gestegen en thans 53
millioen bedraagt.
Dit waf nu aanbelangt de bestaan
de en te stichten bedrijven. Maar met
bet algemeen beleid is bet al weinig
anders. Nauwelijks "hadden de gemeen
ten Amsterdam en Haarlem loonsre-
gelingen gemaakt, waarmede nage
noeg iedereen tevreden kan zijn, ot
Ged. Stateu komen niet voorstellen,
welke daar weer ver boven gaan. Ge
volgen? Hetzelfde geldt het ontwerp-
amtotenaarsreglement, dat ook bepa
lingen bevat van zoo vergaa-udeu
aard, dat hét voorloopig' verslag,
daarover uitgebracht, allesbehalve
gunstig luidt.
Eu nauwelijks had de Rijksregee-
riug 40 percent verbooging toege
kend op d-e pensioenen o.l' Ged. Sty-
ten komen mót het voorstel om 50
prooent te geven.
Wat hierbij wel in sterke mate opvalt
Is, dat Ged. Staten, die door de wet geroe
pen zijn een verkwistend beleid van de.
gemeente-besturen tegen te gaan, zelf een
dergelijk slecht voorbeeld aan die ge
meentebesturen geven,"
De Conferentie geslote».
•Gisterenavond is de Conferentie te Spa
gesloten. Die eorr. van de „N. R. Grt."
beschrijft deze laatste zitting als volgt;
Het eind'e der voorstelling' «is lang en
taai geweest. De Duitschers hadden be
sloten, alles te onderteekenen, behalve de
bepaling, dat 'de Entente het Roergebied
kon binnenrukken als tussclien 1 Augus
tus en 1 November aiet 6 millioen ton
kolen waren geleverd. Om deze bepaling
is VA uur lang gevochten. De Entente en
vooral de Frauschen wilden niet toege
ven, maar de Duitschers hielden even
taai aan hun standpunt vast.
Intuisschen wachtte de buitenwereld,
die op een zoo- lange zitting aiet gere
kend hadden, in angstige spanning op
den uitslag. Om 5 uur was het begonnen
en om half 9 was er nog geen eind'e
merkbaar. Toen werd daarbinnen echter
het pleit beslecht. Lloyd George had' er
in toegestemd, dat de Duitschers zouden
protcsteeren, dat deze bepaling in bet
protocol opgenomen was en dat do En
tente hun voorbehoud zou aanvaarden.
Toen moesten de Fransohen wel toege
ven.
Millerand was daarover danig uit ziin
humeur. Hij hield de Duitschers voor,
dat zij, als zij hunne verplichtingen niet
vervullen, toch op een bezetting van het
Roergebied moesten rekenen, ook al had
den zij zelf dit punt niet aanvaard.
Lloyd George verdreef den indruk vau
deze rede met een vriendelijke toespraak.
Wij zijn u zoover tegemoet gekomen als
wij kon tien, zeide hij tot de Duitschere.
Het zou ons uiterst pijnlijk zijn als nog
eene bezetting van eenig Duitsch gebied
noodig was en niet dan in de uiterste
noodzakelijkheid zouden wij d aartot
overgaan.
Daarna had om 8 uur 40 de onderteo
kening van het protocol plaats.
De conferentie was daarmede ten ein
de. De kwestie der schadeloosstellingen
zal bier niet meer ter sprake komen
Daarover is een conferentie te Gesnèvo
beraamd, die over eenige wetten bijeen
geroepen zal worden.
Toen het protocol onderteekend was,
hield de Belgische minister-president De
lacroix, als voorzitter van de routeren t"
een vriendelijke rede, waarop bij op het
heugelijke wees van het feit, dat men
hier vruchtbaar had samengewerkt en
zijn beste wenschen voor de t.oobomst uit
sprak.
met Geoffrey en van den diefstal dien
zij voorkomen had, verteld.
Hij luisterde in stilte.
„Arm kind," sprak hij toen, „je hebt
wèl 'veel geleden. Dat was een beproeving
waaruit je gesterkt te voorschijn.bent
gekomen. "Denk niet dat dat verloren
oogenblikken geweest zijn, Clara. De dag
zal komen, waarop het leed van dat uur
zeventigvoudig aan je .vergolden zal wor
den."
„Zoudt u denken dat er nog kans op
bekeering voor hem is?"
„Die is er altijd, Olara. Bij God zijn
alle dingen mogelijk."
„Maar hij is zoo ver afgedwaald. Ik
vrees dat hij zelfs het juiste begrip yan
goed eu kwaad verloren beeft."
„Och, als ge zooveel van de slecbthjeid
der wereld gezien badt als ik, zoudt ge
aan de mogelijkheid daarvan niet meer
geLoaven. Het begrip van goed en kwaad
gaat nooit gehéél verloren, wellicht zult
gij zelf in Gods hand nog het werktuig
worden voor Geoffrey's bekeering. Ik zou
nu beginnen te wenschen dat jk je hier
kon houden. Hoelang denk je in het zui
den van Frankrijk te blijven?"
„Ongeveer drie .weken, maar het ja vol
strekt niet noodzakelijk dat ik er heen
ga, oom," sprak het meisje haastig.
„Zuster Ursula zal waarschijnlijk niet
terugkomen wij zien al uit naai iemand
die haar plaats kan vervullen, maar ik
vrees dat wij geen drie weken zullen
kunnen wachten, tenzij we zoo geluk
kig zijn een tijdelijke kracht te vinden."
„O oom Claude," klonk het bijna adem
loos, „zoudt u denken dat ik geschikt
ben om zuster Ursula's plaats jn te ne
men.
„Ja, en het zou voor u een heel geschik
te gelegenheid zijn om te beginnen."
„Laat mij dan dadelijk komen," riep heb
meisje. „Ik kan morgen even naar huis
gaan en alles meebrengen wat ik noodig)
heb. En inplaats van dan Dinsdag met
Lady Gresley mee te gaan, kom ik dade
lijk hierheen."
„Maar dan beroof ik je yan je yacan-
tiel"
„Die heb ik niet noodig. Heel mijn ie
ven is één vacantiedag geweest. En zoo*
dra papa iemand heeft die voor hem zorgt,
heeft hij mij niet meer noodig. Laat mij;
deze gelegenheid aangrijpen, oom, ze j»
ala voor mjj, gemaakt.*"
(Wordt ywrvoljrd.)