m ..JÉ R -K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND Het Zwaneneiland No 208 Medische Praatjes. BIN N UN LAND rr.L iLLL I ON. Maandag 6 September 1920 13e Jaargang ABONNEMENTSPRIJS Verschijnt d a g§ e S ij is s* Bureau HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon I ADVERTENTIEPRIJS: BUITENLAND. ÈMÏH PER KWARTAAL: f2.—, FRANCO PER POST f 2.50 MET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD f 0.50 HOOGER. ADMINISTRATIE 433. REDACTIE Ó33. VAN 1—5 REGELS f 1.25; ELKE REGEL MEER f 0.25 RECLAMES PER REGEL f 0.75; RUBRIEK „VRAAG EN s AANBOD" BIJ VOORUITBETALING PER PLAATSING f0.60 Aan alle abonné's wordt op aanvraag gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500.—, f 400.-, f 200.—, f 100—, f CO f 35.—, f 15.—. DE POOLSCH-RUSSISCHE OORLOG. De Poolsehe tegenvoorstellen. De Poolsehe tegenvoorstellen aan Sov jet-Rusland zijn volgens een bericht uit De oververziendheid. Uit de bespreking van de bijziendheid zult U zich nog wel herinneren, dat de evenwijdige licht stralen door de verschillende deelen, waaruit ons oog is opgebouwd „gebroken" worden. Bij het i w" ."Ti,s' b^hTdeToüderRaadp- bijziende oog kwamen nu deze gebroken lichtstra- «wennagen. Als Dasit> aei °nü©maaae len samen in een bepaald punt dat vóór het net vlies gelegen is. Was bij de bijziendheid de oogas doorgaans te lang, bij de oververziendheid hebben we juist het tegenovergestelde en is deze n. i. te kort. Den vorigen keer was ik reeds in de gelegen heid te memoreeren, .dat de pasgeborene veelal aan dit euvel lijdt, terwijl de mensch op latere leeftijd niet zelden via de Bijziendheid oververziende wordt Daar het laatste meestal van meer beteekenis is, althans voor den leek, willen we ons hiertoe uit sluitend bepalen. Zonder twijfel herinnert U zich wel dat een van u, toen ge jong waart, wel eens te hulp moest komen bij een ietwat fijn gedrukt stukje in de krant of bij het nakijken van den trein in he spoorboekje. Ook zus moest er aan te pas komen wanneer moeder, vooral wanneer we een donkeren dag hadden of het lamplicht al op was, een draad in de naald moest doen of een steek van haar brei werk had laten vallen. Door het boekje, de courant de draad, en naald etc. op grooter afstand van het eog te houden, poogden zij zich wel te redden, maar hoewel 't wel eens een enkelen keer gelukte, moes ten de jongeren er meestal aan te pas komen. Op een wandeling zijn echter hun jongere met gezellinnen en metgezellen de baas, want niet zel den zijn zij de eersten, die zien kunnen op de nog tamelijk ver verwijderde dorpsklok hoe laat het is. Het spreekt vanzelf, dat hier, evenals bij de bij ziendheid, denzelfden regel geldt nl. dat de gene, die veel moeten lezen en schrijven eerder om een bril zulle^komen vragen dan ae boer, cie het land be- 'dt en in 't algemeen degene, die weinig van .r) oogen vergt. Men wil echter gaarne een ,ait,<-. regel bezitten en al zijn verschillende .factored v ïitengewoon grooten invloed, waar ender de gia-.u van bijziendheid in den zeer jeug digen leeftijd wei de allervoornaamste is, toch zou ik een ieder, die op 45 jarigen leeftijd gekomen is, den raad willen geven :„Laat uw oogen eens nazien door den oogarts." Wanneer ik zoo om mij heen zie en verschillende menschen van om en bij de vijftig zie tobben, dan vraag ik mij altijd af :„Waarom zou zoo iemand toch niet eens even naar den oog arts stappen, die hem (haar) een bril voorschrijft, waarmede hij (zij) het werk, dat direct bij de oogen moet geschieden, wederom goed kan verrichten zoo vaak als wij zelf die vraag stelden, even vaak moest ik het'antwoord schuldig blijven en was ik in de gelegenheid de persoon in kwestie hierover zelf te ondervragen, dan wist ook deze geen afdoend antwoord te geven. Voorwaar, er kan niet genoeg den nadruk op gelegd worden, dat onze oogen zeer gewichtige organen zijn, die wij niet genoeg in eere kunnen houden en waarmede wij niet te voorzichtig kunnen omgaan. Zoodra men dus midden veertig is en geen enkel ander gebrek ons aanspoort eerder in te grij pen, begeve men zich naar den oogarts en tenzij deze anders adviseert, moet men iedere twee jaar de oogen wederom even laten nazien, althans ge durende hst eerstvolgende tiental jaren. Hoe ouder wij worden des te meer pleegt de oververziendheid om parten te gaan spelen en hebben wij dus be hoefte aan steraere brillenglazen, lvlen benoeft zich hierover geenszins ongerust te maken, daar dit een zeer normaal verschijnsel is. Op straat heeft de oververziende meestal geen bril noodig en voor het zien dicht bij hangt het er van af op welken afstand van het oog dit plaats heeft. Zoo zal dus een oververziend redenaar een zwakkeren bril noodig hebben dan n oververziend huismoedertje dat zit te naaien of breien. Ook zal de muzikant, met dit euvel behept, die de muziek van het blad af speelt, met zwakkere glazen tevreden zijn dan hij die bij het krant lezen een bril noodig heeft. Bij de beide eerstgenoemden nl. is het werk ver der van het oog verwijderd dan bij de beide laat- sten., Ik hoop U hiermede in het kort een inzicht te hebben gegeven in tv/ee gebreken van ons, waarvan nauwell; iemand onzer te zijner tijd ontkomt, doch wa... /an men gelukkig grootendeels of geheel kan tegemoet komen met vrij eenvoudiger hulp middelen. MEDICUS. Lv 1 lingen zal de Ourzon-1 inie dienen, maar Polen maakt aanspraak op meer oosteiijk gelegen gebied. Geen ontwapening vóór tot algemeen® ontwapening wordt over gegaan. Wederzijd<3che schadevergoeding. Rusland krijgt vrij handelsverkeer. Engeland de vijand! Een draadloos telegram uit Moskou zegt; Onze tegenslagen op het Poolsehe l'rout boezemden den vijand nieuwe hoop in. De vredelievende Lloyd George sloeg in oen nota een toon aan, dien hij nooit had durven bezigen als de rooden aan de winnende hand waren geweest. De bour geoisie begrijpt enkel slaande argumenten. Met behulp van de roode bajonetten moet zij uitgeroeid worden. Wrangei's front houdt nog stand. De hardnekkigheid van "dien baron is makkelijk verklaarbaar, hij hoeft niets te verliezen, voor hem staan de roode garden, achter hem is het hol van de krim. De Baohi boozoeks van den baron willen niet wederom in de i'iesch. van de Krim gestopt worden, waar ze niets meer te plunderen hebben en tot •len hongerdood gedoemd zijn. De roode soldaten moeten Wrangel diep in de 2 war te Zee begraven. DE BOLSJEWIKI EN SIBERIE. Eau rood blad te Nicolajes meldt; de bofsj ewi ki brengen in Toerkestan een le ger op de been om Indië aan te vallen. Bovendien zijn ia Oost-Siberië leergan gen gevormd om hindioe-opruiers te kwee ken. De Russisoh-Pooksehe. oorlog is en kel het voorspel van den Russisch-Eugel- schen oorlog. EEN FRANSCH ULTIMATUM AAN TSJITSJERIN. Men seint uit HetóngfonsDe Fransche regeering heeft aan Tsjitejerin het vol gende, door Millerand ondertoekende ul timatum gezonden: De Fransche marine treft voorbereidselen 2voor het naar huis zenden der laatste Russische transporten uit Frankrijk op 15 September en uit Al giers op 26 September. Alle Franschen, djie nog in Rusland zijn. moeten dus naai de Finsche grens of naar Odessa gezon den worden. Als er na 30 September ook nog maar een Fransehman tegen zijn zin in Rusland wondt vastgehouden, zal de Fransche regeering zich genoodzaakt zien de Fransche vloot te bevelen in Zuid- Rusland die bewegingen uit te voeren, welke haar doeltreffend zullen lijken. HET TYPHUS-GEVAAR IN OOST EUROPA. De typhufi-epideimie in Polen en Galicië wordt een zoo groot internationaal ge vaar, dat Balfour namens den raad van den Volkenbond een beroep gedaan heeft op die verschillende regeeringen, om on middellijk 250.000 pond beschikbaar te stellen van de tien niillioen. die noodig zijn. De laatste militaire actie daar maakt die behoefte slechts te dringender. Reeds in Mei is een dergelijk beroep op de leden van den bond gedaan. Het resultaat is tot nu toe mager geweest. Balfour legt in den brief aan de regeeringen den nadruk op de dringendheid van het beroep, het groote gevaar van een epidemie voor de heele menschheid en de zegeningen, wel ke uit de betrekkelijk geringe opofferin gen der naties kunnen voortvloeien. HET 50-JABIG BESTAAN DER FRANSCHE REPUBLIEK. Zaterdag 4 September', was het 50 jaar geleden, dat de Fransche republiek werd uitgeroepen te Parijs. De herdenking is uitgesteld tot 11 .November a.s. den dag van de afkondiging van den wapenstilstand. Intusohen houden de Fransche bladen zich druk bezig met dat 50-jarig bestaan. In de Grande Revue deelt Paul Dogouy, hek verhaal van het verloop van den 4<ien September mede, geschreven door een ge tuige. Van hetgeen er in de Kamer voor viel vertelt deze o.m. het volgende: Van de tribunes klinkt geweldig de kreet Weg met het keizerrijkLeve de Republiek! üa,mibetta kan zich niet dan met do grootste moeite verstaanbaar [maken. ,,lk smeek u," roept hij uit, „het gezag te eer biedigen. dat wij aan het volk ontleenen. Aan ons de afschafing van het keizerrijk uit te roepen; aan u het "zoo te doen, dat- het niet lijkt alsof die afschaffing ons met geweld ontrukt is 1" Vervolgens smeekt Crémieux het publiek stil te zijn en de orde te bewaren, gedu rende de beraadslaging, -die er gehouden wordt: de commissie, zegt hij. veitooit haar arbeid. Schneider beroept zich op de woorden van Gambetta, „een patriot die bii bet volk niet verdacht zou kunnen zijn." om gedaan te krijgen, dat de Kamer in volle vrijheid beraadslaagt. Maar het tumult breekt wel dra opnieuw los, in nog erger mate. De voorzitter van de Kamer zet ziin boed op, dan weer af. Gambetta voert opnieuw het woord en het lijkt wel alsof de kalmte te rug wil keeren, wanneer plotseling de Ka mer overstroomd wordt door de menigte, die de deuren ingeioopen heeft, die toegang geven tot de zaal. Onbeschrijfelijk tooneel! Een stroom menschen oversieipt trappen, banken, lessenaars. De tribune, de estrade van den voorzitter worden eveneens over stroomd. De papieren vah het secretariaat fladdereD naar alle zijden. Er wordt met vlaggeD gezwaaid. Het is. een delirium U fjg.mbetta, Kératzy Jules Ferry, geholpen door nationale gar des doen het onmogelijke om den zetel van den voorzitter en de tribune vrii te maken. Maar waar is nu-die arme meneer Schnei der? En de zioo vurig verwachte oommis sie. blijft zii niet te 1-ang weg? Dan neemt Gambetta een besluit. Eerst hoor ik slechts brokstukken van zinnen: „liet vaderland is in gevaar,... De noo- dige tijd is aan de vertegenwoordigers der natie toegestaan om de afschaffing te pro- elameeren. Voortgekomen uit het algemeen stemrecht, verklaren wij. dat. Lodewijk Bo naparte en ziin dynastie voor goed opge houden hebben over Frankrijk te regeerenf' Geestdriftige bravo's. Maar het woord: „republiek" is niet uitgespioken. „De Republiek! Wij willen de Repu bliek Jules Favre verschijnt. Hii wordt toege juicht. Tamboers roffelen. Hij roept: „Geen burgeroorlog I" Men stemt met hem in en antwoordt: Oorlog aan he Pruisen 1' Hij spreekt van een voorloopige regeering, die het lot van het lan-d in handen neemt en hii voegt er aan toe„De Republiek i Die moeten wii niet hier uitroepen!" „Ja, ja! datelijk" Waarop Gambetta, oie tegelijk met Jules Favre op de tribune is. uitroept „Naar het stadhuis!" En de groote meerder heid juicht hem toe. Bijkans onmiddellijk worden er overal door het paleis borden met: „naar het stadhuis 1" er op rondgedra gen. Wie denkt er nu nog aan de commis sie en de Kamer? DE ARBEIDSGNLUSTEN IN ITALIë. Naar de Lokal Anzöiger uit Lugano ver-, neemt, is de vierde dag van de bezetting der fabrieken door de arbeiders ruslig ge-weest. De arbeiders bewaken de fabrieken dag en nacht Labriola de minister van arbeid heeft nogmaals verklaard dat de regeering zich onzijdig zal houden. De beweging breidt zich uit. Te Genua vonden gisteren de arbeiders de werf Odero door politie bezet. Een bo.sting ontstond waarbij een doode en vijf gewon den zijn gevallen. In de volgende plaatsen zijn alle metaalfabrieken en werven bezet door arbeiders: Bergamo, Brescia. Venetië, Livorno, Speazia. Novara. Piacenza, Rome Napels en heel Ligurië. In Triest heersoht er algemeene staking Een poging van de politie om onverhoeds een machinegeweer te bemachtigen, dat voor de fiatfabriek te Turijn was opge steld, mislukte. Het onderhoud, dat te Aragona plaats gehad heeft tusschen den minister van ar beid en den algemeenen secretaris van het verbond van den arbeid, heeft geen beslis send resultaat opgeleverd. De Giornale d'Italia meldt, dat te Genua de roode vlag geheschen is op de stoom- booten Ansalao. Duillo en Uesare Battisti. SEMENGDE BUITEKL BERICHTEN, Een romantisch verhaal. In Frankrijk is dezer dagen een geval van oplichting ontdekt, waarover een ge- heele ro-man te schrijven zou zijn. In Februari 1918 kwam er te Montig- non (8eiiie-en-0ise) een echtpaar wonen Gcrnet geljeeten, met twee kinueren, jon getjes die, den 18n Januari te voren te Parijs geboren waren, in Juni van dit jaar vernam de buigemeester van Montig- non, dat in zijn gemeente het gerucht liep, dat de Goruets hun kinderen ver donkeremaand handen. Er werd van over heidswege 'n onderzoek ingesteld, waar uit bleek, dat het o nu e milde 1de euiis- paar .Cornet aan het eind van Februari een telegram met betaald antwoord ont vangen had, alaus luidende: „Indien uw kinueren nijt zijn otm ei ge bracht zal een iiefdauige d-ame hen van u overnemen en hun toeüomst verzekeren. Schrijf aan me vrouw de Léris" Het adres van mevrouw Lé/is was op gegeven. Het betaalde antwoord luiude uevestigend en den ln Maart gaven juf frouw Uornet en haar scnoonmoeder de twee kinderen over aan een uame, die voorgaf Léris te heeten. De ouders hoor den verder niets meer van hun kinderen Brieven bicven onoea-utvvoord, maar keer den ook met als onbestelbaar teiug. Een onderzoek van de pulnij bracht aan het licht, dat een mevrouw Létio nooit ge woond had aan het adres, dat in het te legram was opgegeven.- Toch is liet de politie teil slotte gelukt de zaak op te helderen. Zij komt nierop neer. Een jut- irouw .Gancé, die al eens wegens oplich ting veroordeeld is, was getrouwd ge weest met meneer Donker en oezig van hem te scheiden. Zij had zich in het be zit der kinderen gesteld om haar man te. kunnen wijsmanen,dat hel zijn kin deren .waren en aldus van Item steun voor die kinderen te kunnen eischen. Een van de kinderen was echter ia Maart gestorven; het andere ontving den ach ternaam Donker. Julfrouw Caneé, alias mevrouw Léris, gaf voor, dat dit kind geboren .was tusschen Parijs en 8t. Ger main, in den trein. Een vroedvrouw, juf frouw Dorel, een medeplichtige van me vrouw Léris, bevestigde deze verklaring en zoo verkLaarde de rechtbank te Ver sailles den heer- Donker, bezig te schei den van zijn eelitgenoote, tot yader van den jeugdige® Gemot. Bovendien moet julfrouw Gancé, gescheiden mevrouw Donker, zich noemende mevrouw Léris1, net plan gekoesterd hebben haar minnaar die zeer rijk sehijnt te zijn, voor liet of- iicieeL erkende kind te laten opdraaien door een groote som gekte op hem vast to zetten. Julfrouw Gancé en haar medeplichtige worden nu gerechtelijk vervolgd. Het bekende groote rad op hot Mars- veld bij den Eiffel-toren, in 1898 door den ingenieur Basset gebouwd en op de tentoonstelling van 1900 ingewijd, zal af gebroken worden. Dezer dagen wordt er met h et werk begominen en het werk zaL drie maanden duren. Het materiaal van het groote rad, dat op 1100 ton wordt geschat, zal gebruikt worden voor den op bouw van het verwoeste gebied. Het af breken van het groote rad is een gebeur tenis die te Parijs zeer de aandacht trekt. Uit Opper-Silezië wordt gemeld, dat de Eugolsche distrietscontroleurs te Tar- nowitz, Gross-Strehlitz en Beuthen jmin ontslag gevraagd hebben, wegens de par- tijdigneii der Franschen in hun district. Het verzoek van beide eerstgenoemde controleurs is reeds ingewilligd. He begrafenis van karaiuual Amette, aartsbisschop van Parijs, heeft Zaterdag ochtend onder groote belangstelling plaats j gehad. President Desehanel Rad zich laten vertegenwoordigen; Millerand was aanwe zig, .evénals de gezanten van Engeland eu Spanje. Naar verluidt is het bestuur der, Duitsche posterijen van plan het porto voor briefkaarten te verminderen, zoo dra er eenige verbetering in den iinancieelen, toestand der posterijen merkbaar zal zijn. Mevrouw Mac Swiney, de vrouw van den burgemeester van Gork heeft een telegram gezonden aan president iWil- son met het verzoek om zijn invloed bij de Engelsche regeering aan te iwendcn om haar echtgenoot vrij te laten en een verkrachting der beschaving te voorko men. Zij telegrafeerde tevens aan me vrouw .Wilson met de vraag om haar .ver zoek te steunen. Den Tsten September heeft generaal Gourand in tegenwoordigheid van een groote menigte de vestiging van Groot- iduanon aigehondigd. Beyrpet zal de zetel vau de nieuwe regeering zijn. De vlag van het nieuwe rijk zal de kleuren van de Fransche vlag hebben en in Ret witte veld een ceuer dragen. De uitsluiting onuer de bankwerkers, voortgekomen uit een geschil over een voorman te öheiiieli, is Zaterdag begon nen en trelt l,500,U0ü werklieden recht streeks of zijdelings. c.tk LAAGHARTIG BLAD. Laaghartig-, die -naam past, in dei laaisten tijd vooral, meer dan ooit op „Het Voile", dat onlangs op den verjaardag ou zer Koningin, over H. M. schreef op een wijze waaraan zich zelfs fatsoenlijke eu welopgevoede socialisten moeten geër gerd habbeu. Nu weer tracht het blad, de onderschei dingen belachelijk te maken, die om streeks Koninginnedag zijn verleend. Het schaamde zich niet daarbij een groote onwaarheid te uiten, waarop we hier even de aandacht willen vestigen. „In 't bijzonder aldus „Het Volk" zijn de partijgenooten der Regeering be dacht; een opvallend groot aantal Katho lieke en protestantsche geestelijken is bo. «Vrij naar !:el Pranscü van L. Lnauit. 9.; fc. Dilmaai* geloof ik echter, dat hij wel wat onvoorzjcbiig js geweest, en liet wat erg heelt gemaakt. Hij mag, in z;jn eigen belang, zicii vei" wat' i'n ai?.i üemenf" „Is hel dan toch waar dokter, dat zij teringachtig is?" „Ja, dit is zoo zeker, dat ik er ernstig voor vreas, dat zij bij de aanstaande lente de eer ste bloemen niet zal zien ontluiken. Werd zij door een toeval uit liet leven weggerukt, dan zou dit in werkelijkheid den onvermijdelijke!) noodlottige!! afloop narer ziekte deohts •enige maanden verhaasten." „Naar uien zegt, maakt .majoor Ornulf haar ernslig liet hof en denkt hij haar te huwen" merkt Aurelia op gedemplen toon aan, ter- wijl haar lippen zenuwachlig trilden. De dokter liet een satanisch lachje hooren Sn zëida: „V.cis ci' zeker van dat hij haar wel dege lijk trouwen, zal. Geen wonder trouwens, als men een qupil heeft, die ruim. vier honderd duizend florijnen bezit, eu men er, ofseüoon vijf en veertig jaar oud, nog redelijk goed uii ziet, zie ik geen enkele reden om haar te laten ontglippen. Gij kent immers het spreekwoord: „Het hemd is nader dan de rok." „Foei! de majoor zit er reeds warm ge noeg in" „Volkomen waar, doch is men ooit rijk ge noeg? Weal, beste mevrouw, dat de wereld uit twos soorten menschen bestaat, namelijk: die, welke fortuin willen maken en'die, welke de fortuin, die zij reeds hebben, willen ver meerderen, Deze laatste zijn niet altijd het minst belust op geld. Beide soorten keuren alle middelen goed om tot bun doel te ge raken, vooral echter die, waarbij zij zich niet aan wetsovertreding schuldig maken. Nu, voor zoover ik weet, bestaat er geen enkele wet, die li-jt huwelijk niet teringlijders ver biedt, of die belet, dat zij u bij testament al haar goederen vermaakt, al staat het ook vast, dat ge een paar maanden na net huwe lijk universeel erfgenaam zijt" „Dokier, nu belastert gij majoor Ornulf." „Ik geloof over het algemeen niet, dat men hel menschelijk geslacht belasteren kan, waarde mevrouw. De goede dunk die gij van de wereld hebt, pleit niet voor uw scherpzin nigheid, maar is toch het beste bewijs, dal uw eigen handelingen rechtschapen en edel zijn. Gij beoordeelt ongetwijfeld majoor Or nulf naar u zelf, en zijt waarlijk te goed voor hem." De zonderlinge sarcastische lacü, waar mede Savarus deze woorden uitsprak, drong als e.cn scherpe priem tot in de diepste schuil hoeken van Aurelia's gemoed. Ondanks de koelbloedigheid, waarvan zij zoo vaak blijken gaf, moest zij haar blikken n&derslaan en beel zich wrevelig tot bloedens toe in de lippen. „Waarom," vrceg zij ©enigszins ruw, „be let gij niet, dat dil huwelijk tot stand komt? Waarom waarschuwt gij Wilhelmina Aurich niet in het geheim, met betrekking tot de plannen, die gij haar voogd toedenkt." „Haat mij: dit dam aan"? Ik ben slechte toeschouwer en geen tooaeiedsp eler in dit groote treurspel, dat men „het leven" noemt, behalve wel te verstaan, wanneer men ais geneesheer mijn raad vraagt. Eln bedenk wei, dat ik Wilhelmina met op afdoende wijze kan waarschuwen, aonder haar heur toestand bloot te leggen, en waarlijk het geneesmiddel zo-u erger zijn dan de kwaal", „Ge hebt gelijk, dokter, ik zag die zwarigheid over het hoofd", zeide Aurelia nadenkend. Wat maakt het ook uit, of de fortuin van dit meisje overgaat op ma joor Ornulf of den een of anderen achter neef, die niet bet®r is dan hij'. In gemoede gesproken komen mij zijn reci'ten, uit een zedelijk oogpunt beschouwd, h,et wet- tigst voor; sedert vier jaar toch, draagt hij op de feeders te wijze zorg voor haar. Moge hij daarom met gevoelens van eer bied jegens haar, Raar nalatenschap aan vaarden". „Ha, Ra, gevoelens van eerbied", scha terde de dokter uit...,"'Eer bied/wat fraai woord. Bij den hemel, lieve dam©, ge lioudt er spreekwijzen op na, die in den mond van een heilige niet misplaatst zouden zijn men kan wei zien dat gij een engel zijt. „Dokter, gij; ^ijt een duivel", hernam de jonge weduwe bitter, terwijl zij zich geweld moest aandoen haar gramschap to bedwingen. Een diepe zucht brak dit onderhoud af. Aurelia en Savarus keerden zich om, en merkten Herman op, langs wien doods bleek gelaat tranen biggelden, terwijl! zijn horst onstuimig joeg. „Wat scheelt er aan vroeg ham de eerste" verwonderd. „Niets., mijl scheelt niets..-" stamelde Herman diep aangedaan. „Niets.... en gij beeft en weent. Kont gij soms mejuffrouw Wilhelmina Aurich?" Ik ken haar nauwelijks. Ik heb haar slechte tweemaal bij' toeval op het eiland ontmo-ct,.., Ik begrijp zeif niet wat die buitengewone aandoening in mij veroor zaakt". „Staat uw aandoening wellicht ia ver band met het treurige nieuws, (Jat gij zooeven omtrent de pupil van majoor Ornulf hoordet?" „Wellicht ja. ik moet bekennen, dat mij een kouge rilling door de leden ging toén ik vernam, dat het jonge meisje, dat ik nog kort geledpn zpo opgewekt eu zoo schoon zag, weldra een ofler des doods zal zijn. Zou het toch waar wezen dokter?" „Wat Wilhelmina, betreft is het helaas maai al te waar", hernam Savarus, terwijl hij Herman medelijdend tjanzag. „Onge lukkig is zij niet het eenige wezen op deze aarde voor wie nog slechts weinig levens dagen zijn weggelegd." „Teringachtig! hoe ongelukkig!" herhaal de Herman, terwijl hij-een hand voor zijn betraand oog hield, en met de andere vergeefs trachtte het geweldige kloppen! van zijn hart tegen te gaan. Toen Aurelia dit zag, riep zij, zich' zelve niet meer meester, en woedend ais een tijgerin die haar prooi ziet ontsnappen, uit; „Zijt gij dan krankzinnig geworden, of zijt gij verliefd op Wilhelmina Aurich?." Hermar, .antwoordde niet. cWordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1