m
..JÉ
R -K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
Het Zwaneneiland
No 208
Medische Praatjes.
BIN N UN LAND
rr.L iLLL I ON.
Maandag 6 September 1920
13e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS
Verschijnt d a g§ e S ij is s*
Bureau HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon
I ADVERTENTIEPRIJS:
BUITENLAND.
ÈMÏH
PER KWARTAAL: f2.—, FRANCO PER POST f 2.50
MET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD f 0.50 HOOGER.
ADMINISTRATIE 433.
REDACTIE Ó33.
VAN 1—5 REGELS f 1.25; ELKE REGEL MEER f 0.25
RECLAMES PER REGEL f 0.75; RUBRIEK „VRAAG EN
s AANBOD" BIJ VOORUITBETALING PER PLAATSING f0.60
Aan alle abonné's wordt op aanvraag gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500.—, f 400.-, f 200.—, f 100—, f CO f 35.—, f 15.—.
DE POOLSCH-RUSSISCHE OORLOG.
De Poolsehe tegenvoorstellen.
De Poolsehe tegenvoorstellen aan Sov
jet-Rusland zijn volgens een bericht uit
De oververziendheid.
Uit de bespreking van de bijziendheid zult U
zich nog wel herinneren, dat de evenwijdige licht
stralen door de verschillende deelen, waaruit ons
oog is opgebouwd „gebroken" worden. Bij het i w" ."Ti,s' b^hTdeToüderRaadp-
bijziende oog kwamen nu deze gebroken lichtstra- «wennagen. Als Dasit> aei °nü©maaae
len samen in een bepaald punt dat vóór het net
vlies gelegen is. Was bij de bijziendheid de oogas
doorgaans te lang, bij de oververziendheid hebben
we juist het tegenovergestelde en is deze n. i. te
kort. Den vorigen keer was ik reeds in de gelegen
heid te memoreeren, .dat de pasgeborene veelal aan
dit euvel lijdt, terwijl de mensch op latere leeftijd
niet zelden via de Bijziendheid oververziende wordt
Daar het laatste meestal van meer beteekenis is,
althans voor den leek, willen we ons hiertoe uit
sluitend bepalen. Zonder twijfel herinnert U zich
wel dat een van u, toen ge jong waart, wel eens te
hulp moest komen bij een ietwat fijn gedrukt stukje
in de krant of bij het nakijken van den trein in he
spoorboekje. Ook zus moest er aan te pas komen
wanneer moeder, vooral wanneer we een donkeren
dag hadden of het lamplicht al op was, een draad
in de naald moest doen of een steek van haar brei
werk had laten vallen. Door het boekje, de courant
de draad, en naald etc. op grooter afstand van het
eog te houden, poogden zij zich wel te redden, maar
hoewel 't wel eens een enkelen keer gelukte, moes
ten de jongeren er meestal aan te pas komen. Op
een wandeling zijn echter hun jongere met
gezellinnen en metgezellen de baas, want niet zel
den zijn zij de eersten, die zien kunnen op de nog
tamelijk ver verwijderde dorpsklok hoe laat het is.
Het spreekt vanzelf, dat hier, evenals bij de bij
ziendheid, denzelfden regel geldt nl. dat de gene, die
veel moeten lezen en schrijven eerder om een bril
zulle^komen vragen dan ae boer, cie het land be-
'dt en in 't algemeen degene, die weinig van
.r) oogen vergt. Men wil echter gaarne een
,ait,<-. regel bezitten en al zijn verschillende
.factored v ïitengewoon grooten invloed, waar
ender de gia-.u van bijziendheid in den zeer jeug
digen leeftijd wei de allervoornaamste is, toch zou
ik een ieder, die op 45 jarigen leeftijd gekomen is,
den raad willen geven :„Laat uw oogen eens nazien
door den oogarts." Wanneer ik zoo om mij heen zie
en verschillende menschen van om en bij de vijftig
zie tobben, dan vraag ik mij altijd af :„Waarom
zou zoo iemand toch niet eens even naar den oog
arts stappen, die hem (haar) een bril voorschrijft,
waarmede hij (zij) het werk, dat direct bij de oogen
moet geschieden, wederom goed kan verrichten
zoo vaak als wij zelf die vraag stelden, even vaak
moest ik het'antwoord schuldig blijven en was ik in
de gelegenheid de persoon in kwestie hierover zelf
te ondervragen, dan wist ook deze geen afdoend
antwoord te geven.
Voorwaar, er kan niet genoeg den nadruk op
gelegd worden, dat onze oogen zeer gewichtige
organen zijn, die wij niet genoeg in eere kunnen
houden en waarmede wij niet te voorzichtig kunnen
omgaan. Zoodra men dus midden veertig is en geen
enkel ander gebrek ons aanspoort eerder in te grij
pen, begeve men zich naar den oogarts en tenzij
deze anders adviseert, moet men iedere twee jaar
de oogen wederom even laten nazien, althans ge
durende hst eerstvolgende tiental jaren. Hoe ouder
wij worden des te meer pleegt de oververziendheid
om parten te gaan spelen en hebben wij dus be
hoefte aan steraere brillenglazen, lvlen benoeft zich
hierover geenszins ongerust te maken, daar dit
een zeer normaal verschijnsel is. Op straat heeft
de oververziende meestal geen bril noodig en voor
het zien dicht bij hangt het er van af op welken
afstand van het oog dit plaats heeft. Zoo zal dus
een oververziend redenaar een zwakkeren bril
noodig hebben dan n oververziend huismoedertje
dat zit te naaien of breien. Ook zal de muzikant,
met dit euvel behept, die de muziek van het blad
af speelt, met zwakkere glazen tevreden zijn dan hij
die bij het krant lezen een bril noodig heeft.
Bij de beide eerstgenoemden nl. is het werk ver
der van het oog verwijderd dan bij de beide laat-
sten.,
Ik hoop U hiermede in het kort een inzicht te
hebben gegeven in tv/ee gebreken van ons, waarvan
nauwell; iemand onzer te zijner tijd ontkomt,
doch wa... /an men gelukkig grootendeels of geheel
kan tegemoet komen met vrij eenvoudiger hulp
middelen.
MEDICUS.
Lv 1
lingen zal de Ourzon-1 inie dienen, maar
Polen maakt aanspraak op meer oosteiijk
gelegen gebied. Geen ontwapening vóór
tot algemeen® ontwapening wordt over
gegaan. Wederzijd<3che schadevergoeding.
Rusland krijgt vrij handelsverkeer.
Engeland de vijand!
Een draadloos telegram uit Moskou
zegt; Onze tegenslagen op het Poolsehe
l'rout boezemden den vijand nieuwe hoop
in. De vredelievende Lloyd George sloeg
in oen nota een toon aan, dien hij nooit
had durven bezigen als de rooden aan de
winnende hand waren geweest. De bour
geoisie begrijpt enkel slaande argumenten.
Met behulp van de roode bajonetten
moet zij uitgeroeid worden. Wrangei's
front houdt nog stand. De hardnekkigheid
van "dien baron is makkelijk verklaarbaar,
hij hoeft niets te verliezen, voor hem
staan de roode garden, achter hem is het
hol van de krim. De Baohi boozoeks van
den baron willen niet wederom in de
i'iesch. van de Krim gestopt worden, waar
ze niets meer te plunderen hebben en tot
•len hongerdood gedoemd zijn. De roode
soldaten moeten Wrangel diep in de
2 war te Zee begraven.
DE BOLSJEWIKI EN SIBERIE.
Eau rood blad te Nicolajes meldt; de
bofsj ewi ki brengen in Toerkestan een le
ger op de been om Indië aan te vallen.
Bovendien zijn ia Oost-Siberië leergan
gen gevormd om hindioe-opruiers te kwee
ken. De Russisoh-Pooksehe. oorlog is en
kel het voorspel van den Russisch-Eugel-
schen oorlog.
EEN FRANSCH ULTIMATUM AAN
TSJITSJERIN.
Men seint uit HetóngfonsDe Fransche
regeering heeft aan Tsjitejerin het vol
gende, door Millerand ondertoekende ul
timatum gezonden: De Fransche marine
treft voorbereidselen 2voor het naar huis
zenden der laatste Russische transporten
uit Frankrijk op 15 September en uit Al
giers op 26 September. Alle Franschen,
djie nog in Rusland zijn. moeten dus naai
de Finsche grens of naar Odessa gezon
den worden. Als er na 30 September ook
nog maar een Fransehman tegen zijn zin
in Rusland wondt vastgehouden, zal de
Fransche regeering zich genoodzaakt zien
de Fransche vloot te bevelen in Zuid-
Rusland die bewegingen uit te voeren,
welke haar doeltreffend zullen lijken.
HET TYPHUS-GEVAAR IN OOST
EUROPA.
De typhufi-epideimie in Polen en Galicië
wordt een zoo groot internationaal ge
vaar, dat Balfour namens den raad van
den Volkenbond een beroep gedaan heeft
op die verschillende regeeringen, om on
middellijk 250.000 pond beschikbaar te
stellen van de tien niillioen. die noodig
zijn. De laatste militaire actie daar maakt
die behoefte slechts te dringender. Reeds
in Mei is een dergelijk beroep op de leden
van den bond gedaan. Het resultaat is
tot nu toe mager geweest. Balfour legt in
den brief aan de regeeringen den nadruk
op de dringendheid van het beroep, het
groote gevaar van een epidemie voor de
heele menschheid en de zegeningen, wel
ke uit de betrekkelijk geringe opofferin
gen der naties kunnen voortvloeien.
HET 50-JABIG BESTAAN DER
FRANSCHE REPUBLIEK.
Zaterdag 4 September', was het 50 jaar
geleden, dat de Fransche republiek werd
uitgeroepen te Parijs. De herdenking is
uitgesteld tot 11 .November a.s. den dag
van de afkondiging van den wapenstilstand.
Intusohen houden de Fransche bladen zich
druk bezig met dat 50-jarig bestaan.
In de Grande Revue deelt Paul Dogouy,
hek verhaal van het verloop van den 4<ien
September mede, geschreven door een ge
tuige. Van hetgeen er in de Kamer voor
viel vertelt deze o.m. het volgende:
Van de tribunes klinkt geweldig de kreet
Weg met het keizerrijkLeve de Republiek!
üa,mibetta kan zich niet dan met do
grootste moeite verstaanbaar [maken. ,,lk
smeek u," roept hij uit, „het gezag te eer
biedigen. dat wij aan het volk ontleenen.
Aan ons de afschafing van het keizerrijk
uit te roepen; aan u het "zoo te doen, dat-
het niet lijkt alsof die afschaffing ons met
geweld ontrukt is 1"
Vervolgens smeekt Crémieux het publiek
stil te zijn en de orde te bewaren, gedu
rende de beraadslaging, -die er gehouden
wordt: de commissie, zegt hij. veitooit haar
arbeid.
Schneider beroept zich op de woorden
van Gambetta, „een patriot die bii bet volk
niet verdacht zou kunnen zijn." om gedaan
te krijgen, dat de Kamer in volle vrijheid
beraadslaagt. Maar het tumult breekt wel
dra opnieuw los, in nog erger mate. De
voorzitter van de Kamer zet ziin boed op,
dan weer af. Gambetta voert opnieuw het
woord en het lijkt wel alsof de kalmte te
rug wil keeren, wanneer plotseling de Ka
mer overstroomd wordt door de menigte,
die de deuren ingeioopen heeft, die toegang
geven tot de zaal. Onbeschrijfelijk tooneel!
Een stroom menschen oversieipt trappen,
banken, lessenaars. De tribune, de estrade
van den voorzitter worden eveneens over
stroomd. De papieren vah het secretariaat
fladdereD naar alle zijden. Er wordt met
vlaggeD gezwaaid.
Het is. een delirium U fjg.mbetta, Kératzy
Jules Ferry, geholpen door nationale gar
des doen het onmogelijke om den zetel van
den voorzitter en de tribune vrii te maken.
Maar waar is nu-die arme meneer Schnei
der? En de zioo vurig verwachte oommis
sie. blijft zii niet te 1-ang weg? Dan neemt
Gambetta een besluit. Eerst hoor ik slechts
brokstukken van zinnen:
„liet vaderland is in gevaar,... De noo-
dige tijd is aan de vertegenwoordigers der
natie toegestaan om de afschaffing te pro-
elameeren. Voortgekomen uit het algemeen
stemrecht, verklaren wij. dat. Lodewijk Bo
naparte en ziin dynastie voor goed opge
houden hebben over Frankrijk te regeerenf'
Geestdriftige bravo's. Maar het woord:
„republiek" is niet uitgespioken.
„De Republiek! Wij willen de Repu
bliek
Jules Favre verschijnt. Hii wordt toege
juicht. Tamboers roffelen. Hij roept: „Geen
burgeroorlog I" Men stemt met hem in en
antwoordt: Oorlog aan he Pruisen 1' Hij
spreekt van een voorloopige regeering, die
het lot van het lan-d in handen neemt en
hii voegt er aan toe„De Republiek i Die
moeten wii niet hier uitroepen!" „Ja, ja!
datelijk" Waarop Gambetta, oie tegelijk met
Jules Favre op de tribune is. uitroept
„Naar het stadhuis!" En de groote meerder
heid juicht hem toe. Bijkans onmiddellijk
worden er overal door het paleis borden
met: „naar het stadhuis 1" er op rondgedra
gen. Wie denkt er nu nog aan de commis
sie en de Kamer?
DE ARBEIDSGNLUSTEN IN ITALIë.
Naar de Lokal Anzöiger uit Lugano ver-,
neemt, is de vierde dag van de bezetting der
fabrieken door de arbeiders ruslig ge-weest.
De arbeiders bewaken de fabrieken dag en
nacht Labriola de minister van arbeid
heeft nogmaals verklaard dat de regeering
zich onzijdig zal houden. De beweging breidt
zich uit.
Te Genua vonden gisteren de arbeiders de
werf Odero door politie bezet. Een bo.sting
ontstond waarbij een doode en vijf gewon
den zijn gevallen. In de volgende plaatsen
zijn alle metaalfabrieken en werven bezet
door arbeiders: Bergamo, Brescia. Venetië,
Livorno, Speazia. Novara. Piacenza, Rome
Napels en heel Ligurië.
In Triest heersoht er algemeene staking
Een poging van de politie om onverhoeds
een machinegeweer te bemachtigen, dat
voor de fiatfabriek te Turijn was opge
steld, mislukte.
Het onderhoud, dat te Aragona plaats
gehad heeft tusschen den minister van ar
beid en den algemeenen secretaris van het
verbond van den arbeid, heeft geen beslis
send resultaat opgeleverd.
De Giornale d'Italia meldt, dat te Genua
de roode vlag geheschen is op de stoom-
booten Ansalao. Duillo en Uesare Battisti.
SEMENGDE BUITEKL BERICHTEN,
Een romantisch verhaal.
In Frankrijk is dezer dagen een geval
van oplichting ontdekt, waarover een ge-
heele ro-man te schrijven zou zijn.
In Februari 1918 kwam er te Montig-
non (8eiiie-en-0ise) een echtpaar wonen
Gcrnet geljeeten, met twee kinueren, jon
getjes die, den 18n Januari te voren te
Parijs geboren waren, in Juni van dit
jaar vernam de buigemeester van Montig-
non, dat in zijn gemeente het gerucht
liep, dat de Goruets hun kinderen ver
donkeremaand handen. Er werd van over
heidswege 'n onderzoek ingesteld, waar
uit bleek, dat het o nu e milde 1de euiis-
paar .Cornet aan het eind van Februari
een telegram met betaald antwoord ont
vangen had, alaus luidende: „Indien uw
kinueren nijt zijn otm ei ge bracht zal een
iiefdauige d-ame hen van u overnemen en
hun toeüomst verzekeren. Schrijf aan me
vrouw de Léris"
Het adres van mevrouw Lé/is was op
gegeven. Het betaalde antwoord luiude
uevestigend en den ln Maart gaven juf
frouw Uornet en haar scnoonmoeder de
twee kinderen over aan een uame, die
voorgaf Léris te heeten. De ouders hoor
den verder niets meer van hun kinderen
Brieven bicven onoea-utvvoord, maar keer
den ook met als onbestelbaar teiug. Een
onderzoek van de pulnij bracht aan het
licht, dat een mevrouw Létio nooit ge
woond had aan het adres, dat in het te
legram was opgegeven.- Toch is liet de
politie teil slotte gelukt de zaak op te
helderen. Zij komt nierop neer. Een jut-
irouw .Gancé, die al eens wegens oplich
ting veroordeeld is, was getrouwd ge
weest met meneer Donker en oezig van
hem te scheiden. Zij had zich in het be
zit der kinderen gesteld om haar man
te. kunnen wijsmanen,dat hel zijn kin
deren .waren en aldus van Item steun
voor die kinderen te kunnen eischen. Een
van de kinderen was echter ia Maart
gestorven; het andere ontving den ach
ternaam Donker. Julfrouw Caneé, alias
mevrouw Léris, gaf voor, dat dit kind
geboren .was tusschen Parijs en 8t. Ger
main, in den trein. Een vroedvrouw, juf
frouw Dorel, een medeplichtige van me
vrouw Léris, bevestigde deze verklaring
en zoo verkLaarde de rechtbank te Ver
sailles den heer- Donker, bezig te schei
den van zijn eelitgenoote, tot yader van
den jeugdige® Gemot. Bovendien moet
julfrouw Gancé, gescheiden mevrouw
Donker, zich noemende mevrouw Léris1,
net plan gekoesterd hebben haar minnaar
die zeer rijk sehijnt te zijn, voor liet of-
iicieeL erkende kind te laten opdraaien
door een groote som gekte op hem vast to
zetten.
Julfrouw Gancé en haar medeplichtige
worden nu gerechtelijk vervolgd.
Het bekende groote rad op hot Mars-
veld bij den Eiffel-toren, in 1898 door
den ingenieur Basset gebouwd en op de
tentoonstelling van 1900 ingewijd, zal af
gebroken worden. Dezer dagen wordt er
met h et werk begominen en het werk zaL
drie maanden duren. Het materiaal van
het groote rad, dat op 1100 ton wordt
geschat, zal gebruikt worden voor den op
bouw van het verwoeste gebied. Het af
breken van het groote rad is een gebeur
tenis die te Parijs zeer de aandacht trekt.
Uit Opper-Silezië wordt gemeld, dat
de Eugolsche distrietscontroleurs te Tar-
nowitz, Gross-Strehlitz en Beuthen jmin
ontslag gevraagd hebben, wegens de par-
tijdigneii der Franschen in hun district.
Het verzoek van beide eerstgenoemde
controleurs is reeds ingewilligd.
He begrafenis van karaiuual Amette,
aartsbisschop van Parijs, heeft Zaterdag
ochtend onder groote belangstelling plaats
j gehad. President Desehanel Rad zich laten
vertegenwoordigen; Millerand was aanwe
zig, .evénals de gezanten van Engeland
eu Spanje.
Naar verluidt is het bestuur der,
Duitsche posterijen van plan het porto
voor briefkaarten te verminderen, zoo dra
er eenige verbetering in den iinancieelen,
toestand der posterijen merkbaar zal zijn.
Mevrouw Mac Swiney, de vrouw
van den burgemeester van Gork heeft
een telegram gezonden aan president iWil-
son met het verzoek om zijn invloed bij
de Engelsche regeering aan te iwendcn
om haar echtgenoot vrij te laten en een
verkrachting der beschaving te voorko
men. Zij telegrafeerde tevens aan me
vrouw .Wilson met de vraag om haar .ver
zoek te steunen.
Den Tsten September heeft generaal
Gourand in tegenwoordigheid van een
groote menigte de vestiging van Groot-
iduanon aigehondigd. Beyrpet zal de zetel
vau de nieuwe regeering zijn. De vlag van
het nieuwe rijk zal de kleuren van de
Fransche vlag hebben en in Ret witte
veld een ceuer dragen.
De uitsluiting onuer de bankwerkers,
voortgekomen uit een geschil over een
voorman te öheiiieli, is Zaterdag begon
nen en trelt l,500,U0ü werklieden recht
streeks of zijdelings.
c.tk LAAGHARTIG BLAD.
Laaghartig-, die -naam past, in dei
laaisten tijd vooral, meer dan ooit op „Het
Voile", dat onlangs op den verjaardag ou
zer Koningin, over H. M. schreef op een
wijze waaraan zich zelfs fatsoenlijke eu
welopgevoede socialisten moeten geër
gerd habbeu.
Nu weer tracht het blad, de onderschei
dingen belachelijk te maken, die om
streeks Koninginnedag zijn verleend.
Het schaamde zich niet daarbij een
groote onwaarheid te uiten, waarop we
hier even de aandacht willen vestigen.
„In 't bijzonder aldus „Het Volk"
zijn de partijgenooten der Regeering be
dacht; een opvallend groot aantal Katho
lieke en protestantsche geestelijken is bo.
«Vrij naar !:el Pranscü van L. Lnauit.
9.;
fc. Dilmaai* geloof ik echter, dat hij wel wat
onvoorzjcbiig js geweest, en liet wat erg
heelt gemaakt. Hij mag, in z;jn eigen belang,
zicii vei" wat' i'n ai?.i üemenf"
„Is hel dan toch waar dokter, dat zij
teringachtig is?"
„Ja, dit is zoo zeker, dat ik er ernstig voor
vreas, dat zij bij de aanstaande lente de eer
ste bloemen niet zal zien ontluiken. Werd zij
door een toeval uit liet leven weggerukt, dan
zou dit in werkelijkheid den onvermijdelijke!)
noodlottige!! afloop narer ziekte deohts
•enige maanden verhaasten."
„Naar uien zegt, maakt .majoor Ornulf haar
ernslig liet hof en denkt hij haar te huwen"
merkt Aurelia op gedemplen toon aan, ter-
wijl haar lippen zenuwachlig trilden.
De dokter liet een satanisch lachje hooren
Sn zëida:
„V.cis ci' zeker van dat hij haar wel dege
lijk trouwen, zal. Geen wonder trouwens, als
men een qupil heeft, die ruim. vier honderd
duizend florijnen bezit, eu men er, ofseüoon
vijf en veertig jaar oud, nog redelijk goed uii
ziet, zie ik geen enkele reden om haar te laten
ontglippen. Gij kent immers het spreekwoord:
„Het hemd is nader dan de rok."
„Foei! de majoor zit er reeds warm ge
noeg in"
„Volkomen waar, doch is men ooit rijk ge
noeg? Weal, beste mevrouw, dat de wereld
uit twos soorten menschen bestaat, namelijk:
die, welke fortuin willen maken en'die, welke
de fortuin, die zij reeds hebben, willen ver
meerderen, Deze laatste zijn niet altijd het
minst belust op geld. Beide soorten keuren
alle middelen goed om tot bun doel te ge
raken, vooral echter die, waarbij zij zich niet
aan wetsovertreding schuldig maken. Nu,
voor zoover ik weet, bestaat er geen enkele
wet, die li-jt huwelijk niet teringlijders ver
biedt, of die belet, dat zij u bij testament al
haar goederen vermaakt, al staat het ook
vast, dat ge een paar maanden na net huwe
lijk universeel erfgenaam zijt"
„Dokier, nu belastert gij majoor Ornulf."
„Ik geloof over het algemeen niet, dat men
hel menschelijk geslacht belasteren kan,
waarde mevrouw. De goede dunk die gij van
de wereld hebt, pleit niet voor uw scherpzin
nigheid, maar is toch het beste bewijs, dal
uw eigen handelingen rechtschapen en edel
zijn. Gij beoordeelt ongetwijfeld majoor Or
nulf naar u zelf, en zijt waarlijk te goed
voor hem."
De zonderlinge sarcastische lacü, waar
mede Savarus deze woorden uitsprak, drong
als e.cn scherpe priem tot in de diepste schuil
hoeken van Aurelia's gemoed. Ondanks de
koelbloedigheid, waarvan zij zoo vaak blijken
gaf, moest zij haar blikken n&derslaan en beel
zich wrevelig tot bloedens toe in de lippen.
„Waarom," vrceg zij ©enigszins ruw, „be
let gij niet, dat dil huwelijk tot stand komt?
Waarom waarschuwt gij Wilhelmina Aurich
niet in het geheim, met betrekking tot de
plannen, die gij haar voogd toedenkt."
„Haat mij: dit dam aan"? Ik ben slechte
toeschouwer en geen tooaeiedsp eler in dit
groote treurspel, dat men „het leven"
noemt, behalve wel te verstaan, wanneer
men ais geneesheer mijn raad vraagt. Eln
bedenk wei, dat ik Wilhelmina met op
afdoende wijze kan waarschuwen, aonder
haar heur toestand bloot te leggen, en
waarlijk het geneesmiddel zo-u erger zijn
dan de kwaal",
„Ge hebt gelijk, dokter, ik zag die
zwarigheid over het hoofd", zeide Aurelia
nadenkend. Wat maakt het ook uit, of de
fortuin van dit meisje overgaat op ma
joor Ornulf of den een of anderen achter
neef, die niet bet®r is dan hij'. In gemoede
gesproken komen mij zijn reci'ten, uit
een zedelijk oogpunt beschouwd, h,et wet-
tigst voor; sedert vier jaar toch, draagt
hij op de feeders te wijze zorg voor haar.
Moge hij daarom met gevoelens van eer
bied jegens haar, Raar nalatenschap aan
vaarden".
„Ha, Ra, gevoelens van eerbied", scha
terde de dokter uit...,"'Eer bied/wat fraai
woord. Bij den hemel, lieve dam©, ge lioudt
er spreekwijzen op na, die in den mond
van een heilige niet misplaatst zouden zijn
men kan wei zien dat gij een engel zijt.
„Dokter, gij; ^ijt een duivel", hernam
de jonge weduwe bitter, terwijl zij zich
geweld moest aandoen haar gramschap to
bedwingen.
Een diepe zucht brak dit onderhoud af.
Aurelia en Savarus keerden zich om,
en merkten Herman op, langs wien doods
bleek gelaat tranen biggelden, terwijl! zijn
horst onstuimig joeg.
„Wat scheelt er aan vroeg ham de
eerste" verwonderd.
„Niets., mijl scheelt niets..-" stamelde
Herman diep aangedaan.
„Niets.... en gij beeft en weent. Kont
gij soms mejuffrouw Wilhelmina Aurich?"
Ik ken haar nauwelijks. Ik heb haar
slechte tweemaal bij' toeval op het eiland
ontmo-ct,.., Ik begrijp zeif niet wat die
buitengewone aandoening in mij veroor
zaakt".
„Staat uw aandoening wellicht ia ver
band met het treurige nieuws, (Jat gij
zooeven omtrent de pupil van majoor
Ornulf hoordet?"
„Wellicht ja. ik moet bekennen, dat
mij een kouge rilling door de leden ging
toén ik vernam, dat het jonge meisje,
dat ik nog kort geledpn zpo opgewekt
eu zoo schoon zag, weldra een ofler
des doods zal zijn. Zou het toch waar
wezen dokter?"
„Wat Wilhelmina, betreft is het helaas
maai al te waar", hernam Savarus, terwijl
hij Herman medelijdend tjanzag. „Onge
lukkig is zij niet het eenige wezen op deze
aarde voor wie nog slechts weinig levens
dagen zijn weggelegd."
„Teringachtig! hoe ongelukkig!" herhaal
de Herman, terwijl hij-een hand voor zijn
betraand oog hield, en met de andere
vergeefs trachtte het geweldige kloppen!
van zijn hart tegen te gaan.
Toen Aurelia dit zag, riep zij, zich' zelve
niet meer meester, en woedend ais een
tijgerin die haar prooi ziet ontsnappen, uit;
„Zijt gij dan krankzinnig geworden, of
zijt gij verliefd op Wilhelmina Aurich?."
Hermar, .antwoordde niet.
cWordt vervolgd.)