R-K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
Het Zwaneneiland
No 220
Sociale revolutie of evolutie?
BUITENLAND
Maandag 20 September 1920
13e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS i
herschijnt d a g e I y k s.
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: JgggffiSg®435-
ADVERTENTIEPRIJS!
üe nood in de Centrale landen
Hhi. HJLEIOiSl.
ix,
■U' „l IIWIW^"
OBi HL V»
PER KWARTAAL i f2.—, FRANCO PER POST f 2.50
MET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD f 0.50 HOOGER.
VAN 1-5 REGELS f 1.25; ELKE REOEL MEER f 0.25;
RECLAMES PER REOEL f 0.75; RUBRIEK „VRAAG EN
AANBOD" BIJ VOORUITBETALING PER PLAATSING 10.60
Aan alle abonné's wordt op aanvraag gratis oen polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van t 600.—, f 4Ü0.-, f 200.—, f 109—, f 60—f 35.—, f 15.—.
Het Italiaansche persbureau meldde dezer
dagen, dat de berichten over schrikkelijke
rampen, door de jongste aardbeving veroor
zaakt, sterü overdreven zijn. Er zijn nog niet
■ens twee honderd douden bij te betreuren
Het moge zijn, dat de vulkanische bodem
van Italië dan ondergronds vrij onschuldig
is, wat er boven op gebeurt is in ieder geval
van zeer gevaarlijken aard. Men heeft de laat
ste weken kennis kunnen nemen van ernstige
arbeidsconflicten in bet zuidelijk schiereiland
en van de zeer moderne manier, waarop de
arbeiders daarbij hun wil doordreven. Met
stijgende verbazing lazen wij iederen dag
te Milaan, te Genua, te Rome, hebben de
eigenaars van die of die fabriek de werkheden
ontslagen. De arbeiders echter bezetten de
werkplaats, heschen de roode vlag en joegen
den eigenaar weg. Sovjetrepubbekjes wer
den overal geproclameerd liet bolsjewisme
-vierde in een oogwenk hoogtij.
En bet ergste en ergerlijkste was de slappe
houding der regeering. Aan bescherming van
de eigendommen Werd niet meer gedacht.
Letterlijk zei de Mmister-president tot de
klagende fabrikanten jelui moeten het zelf
maar uitvechten. En gisteren giug de regee
ring nog verder door ongevraagd een commis
sie van werkgevers en werknemers te benoe
men, welke verplicht werd een wetsontwerp
voor te bereiden over een andere verhouding
tusschen kapitaal en arbeid dan de tot nu
toe geldende. Dat wetsvoorstel zou dan wel
even door de Kamers Worden goedgekeurd
en de zaak was klaar!
Ziedaar een „oplossing" van een groote
sociale kwestie, die ieder weldenkend mcasch
jiaar weinig bekoren kan en die dan ook
maar al te doorzichtig is om de betreurens
waardige zwakte der tegenwoordige Itali-
aansche regeering te bedekken.
Toch willen wij ons niet met deze eenvoudi-
te opmerking van de geweldige crisis, welke
et Itahaansche economische leven thans
doorstaat, afmaken. De proporties mogen
in dat zonnige land dan al zeer groote afme
tingen hebben aangenomen, wat daar in de
loofden en harten der Italiaansche arbeiders
Woelt en wat ben tot bun gewelddaden dreef,
leeft thans in alle deelen der wereld 't zijn
aymptonen van de groote sociale revolutie,
welke onze tijd zal hebben door te maken,
Jtlvorens het evenwicht Weer zal intreden.
Voor ieder land zal slechts de vraag zijn of
de komende veranderingen in de Sociale
verhoudingen langs evolutionaire, dus langs
geleidehjken of wel langs revolutionairen
weg zuUeu gaan.
't Is daarom bij deze gelegenheid misschien
Wel goed eens een blik te slaan op onze eigen
Nederlandsche samenleving.
Oogenschijnlijk staan Wij er zeer goed voor,
is onze bodem rustig, wanneer wij zien hoe
het rondom onze grenzen overal kookt en
cruist. Onze kalme volksaard is voorzeKer
een der oorzaiten, waarom uitspattingen, als
elders voorkomen, hier nog achterwege ble
ven, waarnaast genoemd moeten woraen de
betrekkelijke welvaart, welke hier ook na
den oorlog bleef neerschen en de goede leiding,
welke hier voor ëen groot deel aan het sociale
leven der laatste tientallen jaren gegeven is.
Wij denken vooral aan het groote leger
van katholieke en christelijke arbeiders, aat
opgevoed in de begrippen van de „Rerum
novarum", volgens het beginsel, dat „de
persoonlijke eigendom onschendbaar is",
een machtig tegenwicht en preventiet vormt
tegen mogelijke baldadigheden van revolu
tionaire elementen.
Toch zou het verkeerd zijn, ons door deze
overwegingen in slaap te laten wiegen. Dezer
dagen zeiae prof. Veraart nog op den Haar-
lemschen Katnoliekendag te Leiden „Voor
nij is het een raadsel hoe men nog zooveel
katholieken aantreft, die het kapitalistisch
stelsel willen handhaven en slechts hier en
daar een misstand wegruimen. In veel is het
kapitalistisch stelsel verkeerd, maar het is
niet de vraag of het stelsel moet veranderen,
doch op welke wijze zulks moet geschieden.
De arbeiders moeten deel krijgen aan de re
sultaten der productie. Aan hen kunnen ge
geven worden zedelijke en rechtskundige
voordeelen en de werkgever moet afdalen
van het hooge standpunt waarop hij zich
vaak stelt. De ondernemer is geen souverein,
maar iiij moet naar voren komen met het
toekennen van reclitsvoordeelen aan zijn
arbeiders. Er moet niet getraent Worden liet
stelsel op te knappen, doch het moet gewij
zigd worden in wezen."
Wanneer een docent aan een onzer hooge-
scholen zóó spreekt, wat moet er dan niet
omgaan in de hoofden van tienduizenden ar-
beiuers „Het kapitalistisch stelsel is ver
keerd „het moet niet worden opgelapt,
maar radicaal gewijzigdziedaar ue alge
meen geldende gedachte in onzen tijd. En
nu is het maar de vraag, zal dat op een
Russische en ltaiiaansche of op een kalmer en
o.i. deugdelijker wijze geschieden? Dat zal,
voor wat ons land betreft, niet enkel van den
nuchteren zin van den Nederlandschen ar
beider, van de gelijkmatigheid der ciiristelijke
werknemers, maar ook van de voortvarend
heid der werkgevers afhangen. Prof. Veraart
stelde een aantal katholieke Werkgevers op
dit punt in staat van beschuldigingt eji dat
dat is te begrijpen met het oog op he pu
bliek, waarvoor hij sprak.
Maar ue zaak dient algemeener te Worclen
bezien, iste moeten de begrippen omtrent de
leuze van „dat verkeerde kapitalistische
stelsel" verhelderd en scherp omlijnd Worden
en 2de dient gevraagd, of met het tempo,
waarin de goedwillende en vooruitziende lei
ders der wcrKgeversorgamsaties hier te lande
aan de sociale evolutie arbeiden, genoegen
kan worden genomen.
Deze vragen zijn zóó belangrijk, dat wij er
wel een tweede beschouwing aan mogen wij
den.
De winter nadert weer en de ontstellende
berichten over den nood, die nog altijd in
de Centrale landen geleden worut, nemen
hand over hand toe. Geen vergadering van
het dagelijksch bestuur van het R. K. Huis
vesting Comité gaat voorbij of nieuwe
smeekbeden uit Duitschland, Oostenrijk en
Hongarije komen in behandeling en.moe
ien vaak onverhoord worden gelaten, om
dat de geldmiddelen van het comité niet
veroorloven om overal waar groote nood
te lenigen valt voldoende helpend op te
treden. Slechts daax waar de nood 't aller-
nijpendSi. is, vermag ons comité eenige
verzachting te brengen, en toch, er zijn nog
honderden ja duizenden gevallen waar hulp
verleend moest kunnen worden en waar we
gaarne hulp verleeneu zouden als onze mid
delen daarvoor toereikend waren. En waar
wij overtuigd zijn, dat de Katholieken va
Nederland ons die middelen zouden willen
verschaffen wanneer zij slechts wisten hoe
groot nog altijd de ellende is, die in de Cen
trale landen geleden wordt, zullen we in een
paar artikelen heel enkele toestanden mede-
deelen zooals ze bij voortduring nog aan ons
comité door de meest betrouwbare personen
ter kennis worden gebracht. Mogen die en
kele feiten, die wij uit vele kiezen, spreken
iOt het goede hart van onze Nederlandsche
Katholieken, die uan met hunne materieele
hulp gemakkelijk den weg tot ons comité
(Zuidwillernsvaart 63 's Hertogenbosch)
zullen vinden.
Door bemiddeling van Z.D. H. den Aarts
bisschop van Utrecht ontving ons comité
een schrijven van den Bisschop van Mun
ster, waarin Z. D. PI. hartelijk dank brengt
voor het bedrag van 52.000 Mark, dat ten
behoeve van de noodlijdende kinderen in
zijn diocees ontvangen is en waardoor „veel
nood gelenigd en menige tra: 11 gedroogd is
geworden."
Doch de behoeften onzer kinderen zijn daar
mee nog lang niet geëindigd, schrijft Z. D. H.
Vooral m de groote steden en in ae industrie
districten zijn ook heden nog vele kinderen,
die werkelijk aan' t allernoodzakelijkste ge
brek hebben. De Bisscnop neeft een bero p
gedaan op de Kath. plattelandsbevolking van
zijn dioce s om de ondervoede stadskinderen
gedurende de zomermaanden in huu huis op
te nemen, doch zonder resultaat, in het deke
naat Hamborn b. v. b., uat meer dan 130.000
Katholieken telt, werci'en niet meer dan 12
plaatsen beschikbaar gesteld, omciat de men-
scheuop het platteland bij de algemeene
duurte niet meer in staat zijn, de zorg voor
vreemde kinderen op zich ie nemen.
„Den plichtsgetrouwen zielezorgers, die
vooral thans in die streken een zeer zware
taak hebben, bloedt net hurt bij den anblik
van al den nood en zij richten met hoop en
vertrouwen liun blik op dgdoofsgenooten
in Holland, wier zelfopofferende en offer
vaardige barmhartigheid zij reeds laijg hebben
leeren kennen er waren immers geuurende
de oorlogsjaren reeds verscheidene honderden
kinderen ook uit het district Hamborn daar
ondergebracht, die naueriiand niet genoeg
vertellen konden van de heide en de goedheid,
die mm him bewezen had. Wel is mij bekend
schrijft de .bisschop uat in den iaatsten
whiter vele duizenden kinderen in Neuerland
onderdak, voeumg en kractit gevonden heb
ben en deels nog vinden. Doch ik vertrouw,
dat nog menige deur zich ook voor Duitsche
kinderen gastvrij zal willen openen
Katholieke lezers, gij zult den Bisschop
van Munster, uit wiens verder schrijven zoo
veel bezorgdheid voor zijne arme uiocesanen
büjkt, toch niet in zijne verwachtingen te
leur stellen
In een der jongste vergaderingen van ons
hoofdcomité werd een brief behanddd van
den Bisschop yan Speijer (Rijn-Tfalff, waarin
Z. D. H. hulp vraagt voor een tweetal Kloos
ters, wehter zusiers gewoon uitsterven omdat
1 alle levensmiddelen haar ontbreken
Uit een brie! van het Caritasverband voor
het diocees Trier, waarin dank wordt gebracht
voor de aan cie kmaeren reeas verieenue hulp,
wordt medegedeeld aat volgens geneeskundig
onderzoek nog minstens 1400 Kinderen uit
zending naar buiten niet Kunnen missen. In
SaarbrücKen is hulp voor vele ondervoede
Kinderen noodig. In Kobltnz heerscht een
geweldige iduüerellende.
Dringend wordt gevraagd om de ongeluK-
Kige stumpers in Nederland op te nemen. Op
het platteland in Duitschland zelf, waar reeds
vele duizenden stadsKinderen geplaatst zijn
geweest, heeft men geen plaatsen meer vrij
wegens het naar huis terugkeer ai uer mili
tairen. De bewoners hebben overigens reeds
alles gedaan wat zij konaen. Om uie redenen,
waarbij nog de vreemde bezetting komt, zoo
eindigt de brief, kunnen wij onze vele kin
deren, die op krachten moeten komen, niet
in eigen land. voldoende helpen.
In Koblenz bleken van de 0534 geneeskun
dig onderzochte kinderen slechts 1024 nor
maal gevoed, 1550 minder gevoed, 1857 on
dervoed, 1993 zéér ondervoed. Voor een groot
deel zijn die kinaeren afkomstig uit midden-
standskringen.
In vele steden, vooral in Berlijn, Leipzig f n
Munchen hebben tuberculose en rachitis onder
de kinderen epidemische vormen aangenomen
en 30% der kindereu zijn lichamelijk zóó mis
vormd, dat photograiische opnamen van hen
niet voor algemeene v rspreiding geschikt
zijn (officieel rapport in de Köln. Vol s-
zeitung No. 361).
Uit een briei van Pastoor Göcke te Oespti-
Kleij.... De jarenlange ondervoeding heeft
onze kleinen zooveel doen lijden, dat hier in
het Roerkoleudistrict circa 50% der school
kinderen meest aan scrufulose en tuberculos
ziek liggen, welke toestand nog door de treu
rige woningtoestanden en de giftige gassen
uit de mijnschachten beduidend verergerd
wordt. In overleg met Z. D. H. Bisschop
Caspar van Paderborn heb ik besloten voor
het arbeidersdistrict hier een „Kinderheim"
op te richten, waar de kinderen onder toe
zicht van Kath. Zusters licnamelijk verzorgd
en tot een zedelij k-gudsuienstige levensop
vatting opgevoed zullen worden. Ons ver
armde volk is niet mei r in staat, de reusacn-
tige onkosten van zulk eene inrichting uit
eigen middelen te bestrijden. Hoe goed doet
hec ons daarom m onze ellende te weten, dat
aan gene zijde der grenzen medelijdende har
ten voor ons kloppen. Reeds zoo veel leed
heb gij gestild, zoo veie tranen gedroogd
Uit een anderen brief.Het ligt anders
niet in den Duitschen aard met den bedelzak
rond te gaan. Maar de nood onzer kinderen
dwingt ons daartoe. Vreeselijlc hard is het,
een groot deel onzer kinderen, de hoop en de
trots van ons vólk, lichamelijk en geestelijk
t: zien ondergaan.
j Bezoek de scholen, de woningen van den
middenstand en het proletariaat. Ga in de
stegen en op de sp.eïpiaatseii en geef uwe
joogen den kost. Overal bloedarmoede, ge-
brekkige kinderen, Rachitis, b eender en ver-
I weekingj tuberculose en zwakzinnigheid ver-
raden üe ondervoeding en honger. De tuber-
I culose-ihrichthigen zijn overvol, zoodat eene
behandeling in het eerste stadium der ziekt
■bijna onmogelijk is. Het is waar wat de En-
gelschman Gardiner, uitgever van de „Daily
News" schreei:„Het is tragisch thans ais
Diiitsch kind geboren te worden. De kinderen
van geen volk hebben zooveel geleden als d
Duitsche."
Uit een dankbrief:.... Onze dank geldt
in de eerste plaats het wakkere Nederlandsche
volk, dat onze hoogerende kinderen zoo gast
vrij bij zich opneemt en verpleegt. Daarmee
doet h .i ons den grootsten dienst, dien het
ons bewijzen kan. Want onze Kinder, n zijn
ons t dierbaarste, zij zijn de hoop onzer toe-
Komst.
Vele honderden onzer Kinderen zijn licha-
melijK verzwant zonder levensmoed en Kracht
naar Nederland gereisd. Daar vonden zij be
zorgde pleegouders, goede, lang-on tb eerde
voeding, frissche gezonde lucht. En toen zij
terugKc.rden, waren zij, als nieuw-geboren.
Maar nog zijn er vele, oneindig vele Duitsche
Kinderen, die- onvoorwaardelijk een tijd lang
111 betere levensomstandigheden moeten ko
men, willen zij niet aan de tuberculose teil
offer vallen. Wij staan er machteloos tegen
over, wij missen de noodige geneesmiddelen
melk en vet. Daarom smeeken wij het hulp
vaardige Holland wederomTom opname onzer
kinderen
De Katholieke „Germania' wijst er in een"
artikel op, dat Berlijn, dat een half millioen
Katholieke inwoners telt, door de bepalingen
van het vredesverdrag in Opper-Silezië, Po
sen en West-Pruisen de gelegenheid voor het
onderbrengen van kinderen bij Katholieken
verloren heeft, waarvoor Berlijn geen ver
vanging in andere Katholieke streken van
Duitschland vindt. „Daarom is het te vreezen,
dat de kinderen in zuiver Protestantsche
landen ondergebracht worden, waar voor
hunne godsdienstige behoeften slechts on
voldoende gezorgd kan worden. Wij zijn over
tuigd, dat de Katholieken van Nederland
ook de Berlijnsche jeugd niet van hunne gast
vrijheid zullen uitsluiten."
Uit Breslau ontving ons comité de volgende
cijfers: Breslau heeft 527000 inwoners. Van
de 57034 geneeskundig onderzochte kinderen
der volksscholen bleüen er 672 goed gevoed,
19658 eenigszins ondervoed, 28107 ondervoed,
4583 erg ondervoed, 3S16 zieic. De toestand
in Breslau is bijzonder zorgelijK. Voor de socia-
listemcinderen Kwam hulp uit Denemarken,
Joodsche Kinderen zijn in het buitenland
ondergebracht, door KwaKers woraen aagc-
iijKs Kinderen gewoed, slechts van Katholieke
zijde is tot heden nog niets gedaan geworden...
Uit Barmen bereikte ons een officieel rap
port over een onderzoek op de verscnillende
scholen14 tot 63 pet. der kinderen bleken
ondervoed, 6 tot 21 pet. nadden geen schoe
nen, 2 tot 10 pet. hadden geen hemd, 6 tot
92 pet. slechts eén hemd.
Deze voorbeelden zijn met tallooze andere
te vermeerderen. Wij willen ons echter tot de
bovenstaande bepalen, oindat zij ons ineer
dan voldoende lijken om den lezers een in
zicht te geven van de groote ellende, die nog
steeds in Duitschland geleden wordt.
En zooals het in Duitschland is, zoo is hef
ook in de andere Centrale landen, vooral
Oostenrijk en Hongarije, waaraan wij een
volgende maal een artikeltje hopen te wijden.
Het R. K. Huisvestings Cormté, dat zich
onder de hooge goedkeuring van het Door
luchtig Episcopaat van Nederland tot taak
ueeft gestald hulp te verleenen aan de nood
lijdende volken der Centrale landen, ver
trouwt dat de Katholieken van Nederland
haar de vervulling dezer taak zullen blijven
mogelijk makendoor het verleenen van gel-
dehjken steun, het zenden van levensmidde
len en net beschikbaar stellen van plaatsen
voor de ongelukkige behoeftige kinderen.
Men kan zeker geen Gode welgevalliger werk
Verrichten dan dit Werk van echte Christelij
ke naastenliefde
PERSCOMMISSIE
R.K.HUISVESTINGS-COMITE
's Hertogenbosch.
DE PRESIDEftTSCRISIS IN FRANKRIJK.
De „Tèmps" 'herinnert er aan, dat er bij vroe
gëfe presidentsverkiezingen al en toe een min
derwaardig politiek spel gespeeld ia om het bs
zetten van den presidlentszetel en ziet teekenen
dat zekere groepen ditmaal weer denzelfdei
kant uitgaan. Het hlad waarschuwt daarteger
en zegt, dat de verkiezing van den president «Set
republiek geen politieke, maar een nationale zaal
is, waaraan alle duister gekonkel vreemd moei
blijven en die in het volle licht behandeld moei
worden. Het dringt er nogmaals op aan, «Jat d'
partijen zuilen toonen, dat Frankrijk door defl
oorlog wel degelijk geleerd en vergeten zal heb
ben en op de voorvergadering tot overeenstem
ming zullen komen om opnieuw eendrachtig
hun stem uit te brengen bij de officieele ver.
kiezing.
Haast alle bladen sporen Milkrand aan eet
candidatuur voor het presidentschap aan te ne
men. Een enkel blad als de „Radical'' verdedigt
die van Jonnart. Deze en Raoul Péret hebben af
gesproken zich beiden, ingeval Milleramd bi
zijn weigering volhardt, candidaat te laten stel
len met dien verstande, dat wie in de voorver
gadering Woensdag de minste stemmen krijgt
zich terugtrekt. Men wijst er op, dat Milleranft
als hij zich laat kiezen, grondwetsherziening
zal voorstaan.
„('Information" vertelt, dat, toen Millerand'
naar Elzas-Lotharingen vertrok, hij de opening
an de presidentscrisis tot November wilde uit
stellen om" de Kamers gelegenheid te geven
een candidaat aan te wijzen. Hij wees toen elk'
candidatuur af om niet tegelijk de aanstichtei
en de bevoordeelde van «ie crisis te lijken. T,
Mulhausen kreeg hij bericht van de verergerinp
in Deschanel's toestand. Daar de ministers daa;
over miet konden telefoneeren, trok Eteeg naai
.Vrij naar .'iet Franscü van K. Jinauit
tO,
Laat on® zonder dralen een be
sluit nemen. Ziehier mijn gevoelen.
Uw pupil heeft een zwakke, zeer zwak
ke gczotiuneid en wellicht is de dag niet ver
meer af, dat zij de Meeleaburgschc lucht niet
meer zal kunnen verdragen en gij haar naar
Hy&ios of naai: Nizza zult moeien brengen.
Welnu! verbaast het uur van dit vertrek.
Vraag ondeit liet een of ander voorwendsel aan
lokter Savarus, dat hij eoi reisje met tiaar
jaar 't Zuiden van Frankrijk of in hei Noor-
len van Italië voorschrijft. Maak in het ge
heim alle toebereidselen voor da reis, draag
torg, dat lierman en Wjlhelinina goen gelegen
heid hebben afscheid van elkaar lè nemen,
en dat niemand te .weten komt, op welke plaat
sen gij u op uw reis ophoudt. Zijn zij eenmaal
tau clknar gescheiden, dan zullen zij spoedig
tij tot u, liij- tot mij, terugkeeren. Mij, omdat
hij weet, dat uw pupiJ een uiterst zwakke
ttorst by>t{ en hij uit haar vertrek zal aflei
den, dat baar toestand hopeloos is; zij, om
dat gij liaar zeggpn zult, dat Herman enrstig
ziek is en gij haar aan het verstand zult
brengen, dal zij hem wellicht niet meer zat
terugzien".
Onder het uitspreken dezer woorden sid
derde zij als stolde haar bloed in de aderen
De ociio van haar eigen woorden joeg haar in
haar binnenste vrees aan. Weldra eenier her
nam zij met gedwongen vroolijkheid:
„Op deze wijze te werk gaande, benadt»
len wij niemand. Wij treden alleen op voor
onzo rechten, die thans ernstig bedreigd zijn.
Wat dunkt u daarvan, majoor?"
Aurelia en Ornulf waren zóózeer onder
den indruk van hun gesprek, dat zij niet
de geringste verwondering toonden, dat zij
beiden zoo goed op de hoogte waren. Zij kou-
dun aldus deuken, omdat dokter Savarus, die
moeilijk een geheim voor zich kon houden,
reeds de Kwaal dia Herman en Wiilielmina
ondermijnde wereldkundig had gemaakt.
„Ik bewonder uw beleid, lieve mevrouw,
cin ik er mij ten veile mede verre>u«ing*o".
„licht gij geen enkele tegenwerping 1„ ma
liën?"'
„Geen enkele, alleen moei ik u zegge dat
ik arn ten der hoofdpunten reeds uitvoering
heb gegeven: Wilehlmina kent den ziekelij-
ken toestand van Herman volkomen."
„Uitstekend! dat is dus in orde".
„Maar daar schiet mij iels te binnen, dat
zij niet weet, dat hij u beloofd heeft u te
huwen. Zou ik het haar mededeelen?"
„Bravo 1 dat is ten uitmuntend idee. Er be
staat geen beter middel om een jong menscli
in de achting te doen dalen van een jong meis
je, dat op weg is, verliefd op hem te worden."
Aurelia en de majoor bezegelden hun ver
bond met een krachtigen handdruk. Laatstge
noemd» ging eenige «ogenblikken daarnapaast
zijn pupil zitten.
„Naar liet schijnt, hebt gij gewalst', zeide
hij tot ha®r. „Hadt gij een prettig danser?"
Wiilielmina antwoordde meteen bevestigend
hoofdknik j«.
„Was het niet Herman Wrangelf' hernam
hij kalm en zonder ditmaal een antwoord af
te wachten ging' hij voort, „een charmante
jongen; het is vreeselijk jammer dat bet mei
zijn hart niet richtig is. Maar 't is waai' ook,
kent gij 't nieuwtje reeds, liij gaat trouwen,
en wel met mevrouw Freisburg, de vrouw van
den iijnsten smaak, de koningin va,n alio fee-
feesten et Muritz, de meest aanbiddingswaar-
digo weduwe van de beide Meeklenburgpn
Teegn zijn gewoonte geraakte hij onder liet
uitspreken dezer woorden in gccsMri/t, terw ijl
Wiilielmina hem verwilderd en ongeloovig
aanzag,
„Gelooft gij mij hiel? iedereen weet liet
nochtans. Is lipt niet zoo, dokter?" zeidetuj,
terwijl hij zich tot Savarus wendde, die in dé
salon op en neer liep.
De Mecklenburgsche Hippocrates kwam naar
den majoor toe; hij vroeg waarover hij net
had, terwijl hij intusschen den pols van het
jonge meisje tusschen zijn Lange knokkige
vingers nam.
„11c vertelde aam Wilhelmina hel voorgeno
men huwelijk tusschen Herman Wrange! en
Aurelia Friesburg, en ofschoon ik niet be
grijp waarom, schijnt mijn lieve pupil daar
geen geloof aan te beehlen."
„Wel, mil zij dat niet gelooven?" herhaal
de de dokter, terwijl zijn scherpe grijzs oog
jes zich beurtelings op het rustige, koude
gelaat van majoor Ornulf en op de ontroerde
en angstige gelaatstrekken van Wilhelmina
vestigde. „Heeft onze lieve vriendin dan gel
dige redenen om aan de juistheid van dat be
richt te twijfelen?"
„Geen enkele reden," stamelde Wilhelmina
blozend.
„Zoo, zoo," Mug Savarus voort; „hoe komt
het dan, dat rij dit nieuwtje zoo ongelooflijk
of althans zoo onwaarschijnlijk vindt? Heeft
Iemand haar daa het tegendeel gezead t'
„Neen," antwoordde zij verbleekende, yli
ontken niets, ik betwijfel hel slechts."
„Uw pols is hedenavond wel wat onrustig,
lief kind. Ik vrees, dat gij niet goed gehan
deld hebt, mijn feestje met uw tegenwoordig
heid, die ik overigens zeer waardeer, te ver
eeren. Morgenochtend zal ik eens komen zien
of gij u ook wiel gevoelt."
„Opperbest, dokter, want ik zou zeer
gaarne eens in yertrouwen met u spreken.'
„Maar," hernam de majoor, „gij zijt nog
steeds de bevestiging schuldig van het be
richt." I
.Stelt gij daar zooveel prijs op?' merkte
Savarus, wiem dit aandringen verwonderde
op. „Welnu, ik zal aan uw wensch voldoen.
Het is volkomen waar en geheel Müritz wee'
het reeds sedert eeh maand, dat Herman en
mevrouw Friesburg met elkaar verloofd zij,
en dat de huwelijksplechtigheid weldra za'
voltrokken worden."
Wilhelmina's borst hijgde naar adem; haai
oogau gloeiden, als ging zij in tranen uit
barsten.
W-eet mevrouw Freubrug dan niet, ut-
pelde zij, „dat mijnheer Herman e»n. j
toe*
(Wordt vervolgd?