R.-K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND Het Zwaneneiland No 226 Maandag 27 September 1920 13e Jaargang ABONNEMENTSPRIJS VecsshljBtt d a s 1 i| k Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: ScT™Em ADVERTENTIEPRIJS s 4 Zuinigheid. BUITENLAND de Pers zegt HHU1LLETUM. 0\S AD PER KWARTAALf2.-, FRANCO PER POST f 2.50 MET OEiLLUSTREERD ZONDAGSBLAD f 0.50 HOOGER. VAN 1-5 REGELS f 1.25; ELKE REOEL MEER f 0.25; RECLAMES PER REGEL f 0.75; RUBRIEK „VRAAG EN AANBOD" BIJ VOORUITBETALING PER PLAATSING f 0.60 Aan alle abonné's wordt op aanvraag gratis esn polis verstrekt,'welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500.f 400.—, f 200.f 100—, f 60 f 35.—, f 15.—. Wij hebben de laatste dagen weer geduizeld Van millioenen-nota's. September is de maand, waarin het Rijk en vele Gemeenten met begrootingen afkomen voor't volgende jaar. Er wordt dan met millioe- 'Jen gegoocheld, dat het niet om bij te houden Js. Maar de indruk is altijd er gaapt in de schatkist een tekort, dat moet worden aange vuld. Beschouwingen hierover zouden weinig waar de hebben, althans geen aantrekkelijkheid meer, wanneer wij nog in een normalen tijd leefden. Dan immers .kon men ieder jaar hetzelfde Vertellen en liep de critiek 'over een millioentje meer of minder. De zaak kwam dan echter al tijd op z'n pootjes te recht. Thans, nu de crisisschulden zijn te overzien, de dubbel en driedubbel verhoogde cijfers van alle uitgaven stabiel zijn gebleken en eer een neiging tot verhooging dan tot daling hebben &u valt er over de uitgaven der publieke kassen nog wel iets te zeggen. We behoeven nu nog niet te verwijzen naar puitschland, waar de Rijksbegrooting voor 1921 een tekort van 55 milliard mark laat zien hog minder naar Rusland, waar het tekort| $0.000 millioen Roebel is, waar de persen der landsdrukkerij reeds in Januari van dit jaar Voor 200.000 millioen Roebel aan papieren geld hadden afgeleverd en nu weer opnieuw aan het Werk moeten worden gezet. Wij hebben voorloopig aan ons zelf genoeg, jl kan de ontreddering bij den buurman ons ftiet koud laten. Zoo deelde onze Minister van ^nanciën op den dag der Troonrede, in zijn onleesbare millioenennota mede, dat er in het twintig-jarig tijdperk van 1900 tot 1919 op jen gewonen dienst ruim 70 millioen was over gehouden, maar dat er op den buitengewonen dienst maar even een tekort was van 321 mil-g lioen. Dat tekort zal volgens Z. Exc. voor 1920 freer enorm stijgen en voor 1921 kon nu al yorden berekend, dat er 797 millioen noodig |al zijn, terwijl hij de inkomsten op niet meer 5an 522 millioen durft ramen. Aldus een nieuw Ongedekt tekort van. 245 millioen I Een directeur van een particuliere onder neming, die met zulk een becijfering zou dur- Ven aankomen, zou men voor gek verklaren -n zoo spoedig mogelijk aan den dijk zetten. Maar in publieken dienst lijkt da't alles ge- 'jorloofd, is dat droeve noodzakelijkheid. Toch Jieenen wij, dat dit jaar de vermaning in de Troonrede „Ik acht de uiterste spaarzaamheid geboden," niet als een gebruikelijke tirade moet worden beschouwd, maar als bittere ernst. j£n wat als iets nieuws in het Staatsstuk van J[it jaar trof was de wenk aan de gemeente besturen„dat de plaatselijke overheid zich doordrongen zal betoonen van den eisch der Uiterste spaarzaamheid." Van het gewillig opvolgen van dien wenk zijn wij helaas Zoo zeker nieten toch zóó als het nu gaat, tcan het niet langer doorgaan. Tot nog toe was de gewoonte om bij de jaar lij ksche publiceering van de tekorten op Rijks- en Gemeentedienst, de waarschuwende vinger naar Parlement Gemeenteraad te richten, Sen gebaar, dat gewoonlijk niet meer dan een slag in de lucht was. Nu echter is er kans, dat de bezinning tot breeder kringen doordringt en men boven aan m'eer zal luisteren. De be lasting-aanslagen, die op onweersprekelijke maar schrikwekkende manier de algemeene verhooging der inkomsten zijn komen onder- streepen, doen ook in kringen der bevolking, waar men zich vroeger niet met „de politiek" bemoeide, vragen, of de heeren aan het laadje als 't u belieft wat zuiniger willen zijn. En wan neer een Gemeente tegen een ongekend hoog percentage een leening uitschrijft, waarvan toch jaarlijks rente in aflossing moet worden betaald ja erger wanneer een Gemeente in 't geheel niet meer aan geld weet te komen, begrijpt ook een kind, dat het zóó niet blijven kan. Er zijn nog meer, nog onrustbarender ver schijnselen, die, wanneer zij wat dieper door dringen, den ernst van den financieelen toe stand zullen doen gevoelen. Waarom kan een Gemeente tegenwoordig zoo moeilijk een bankier bereid vinden een lee ning voor haar te plaatsen, terwijl 't vroeger de bankinstellingen daarvoor tegen elkander concurreerden Vóór den oorlog plaatste men gemakkelijk in het buitenlandwaren Nederlandsche lee ningen geliefd. Maar nu Amerika op de Euro- peesche markt den baas speeLt, zijn de Nederlandsche Staat en Gemeente geheel op het eigen land aangewezen. Ons trof een dezer dagen van de afge- loopen week een mededeeling van 't Giem. bestuur yan A'dam, waarbij tariefsver- hooging van niet minder dan drie gemeente bedrijven tegelijk werd aangekondigd, terwijl de hoofdstad op dit punt toch reeds tot de on- vermoeiden behoort. Het tramtarief wordt voor een enkelen rit maar even op 15 cent ge steld, dat is het drievoudige van 1916; het gas over den muntmeter op 0.22% enz. En dat, terwijl de vorige tariefsverhooging van de tram een verminderd aantal passagiers te zien gaf van eenige millioenen per jaar. Er moet een grens komen, dat voelt ieder, die begrijpt, dat wij even goed als 't buitenland, aan 't opteren zijn van 't nationaal vermogen. Zuinigheid is als leus van hooger hand aan gegeven en wij hebben eenig vertrouwen, dat zelfs de Gemeentebesturen die vermaning ter harte moeten nemen.AUe luxe,of wat daar maar eenigszins op lijkt, zal de éérst volgende jaren uit de huishouding van Staat en Gemeente^ moeten verdwijnen, willen wij niet in den put komen. Maar daarbij zal het niet kunnen blijven De geheele bevolking zal moeten meewerken, om de inkomsten van het groote gemeenschap pelijke gezin te vermeerderen tot delging van de opgestapelde schuld en als compensatie tegenover de stijgende uitgaven. En wij denken aan het tooverwoord, dat Lloyd George dezer dagen in Engeland gespro ken heeft en waarmee hij wellicht de dreigende mijnwerkers-crisis nog op het laatste oogen- blik bezweren kondat voortaan niet meer over loonsverhoogingen kan worden gedacht wat hij erkende maar de rede was te Iaat gekomen. Te voren had zijn besluit al .vast gestaan. Ook de artikelen van Mgr. Poels hadden hem, hoe dan ook gesterkt, niet kun nen weerhouden, de werkelijkheid te zien, dat de werkgevers, de officieren, de artsen, straks de hoogere ambtenaren van de Ver. der Hoogere Standen niets willen weten en dat er voor deze derhalve weinig anders over blijft, dan 'n handje vol renteniers. Wat moest men nu verder met die Vereeniging der Hoogere Standen? Aan lager wal blijven liggen en uitkijken. Als de president van 'n vereeniging zoo spreekt, dan kan men wel zeggen, dat de kaars dezer organisatie uit gaat.'' NA DE PRESÏDk&iTSVERKiEZiNii IN FRANKRIJK. I Het nieuwe kabinet. JTerwijL de algemeene verwachting was, dat Miilerand zijn promotor Briand tot premier zou benoemen of wel den oud president Poincaré, ofwel, dat er een ge heet nieuw ministerie zou komen niet Briand aan het hoofd en Poincaré. aLs minister van buitenlandsche zaken, heeft da nieuw'gekozen president zooaLs wij reeds meLüdien een politieke figuur van den .tweeden rang, n.rn. Leygues tot mi nister-president benoemd, die het geheele oude kabinet onveranderd heeft gehand haafd. Be Fransche pers is woedend en scheldt en schimpt tegen Miilerand. De Eclair zegt: Deze wijze van samen stelling van het kabinet is niet een ver nieuwing maar een ontaarding van het parlementaire stelsel. Het nationale blok moet zich organiseeren en een program afbakenen. Anders zal de bij de laatste verkiezingen ten troon geheven politiek worden vervalsckt. Andere bLaaen gaan verder en zinspe len op al te goede zaken, d,ie Leygues tij dens den oorlog gemaakt heeft en noemen hem een werktuig in de handen van Mil- terand. dan alleen, wanneer zij evenredig zijn metl Üok de Duitsche pers houdt zich na- vermeerderde productie. Er zijn van die oogenblikken, dat eeuwige waarheden plotseling nieuw lijken. En voor onzen tijd is dat de oude en schijnbaar verge ten wet voor iedereenin het zweet uws aan- schijns zult gij uw brood verdienen 1 DE VEREENIGING YAN HOOGERE STANDEN. Wel het meest saillante punt uit den ioden Katholiekendag in het Bisdom van Den Bosch is dit, dat de vereeniging der Hoogere Standen 't voorloopig opgeeft, schrijft de „Gelderlander.'' „De vereeniging is, naar men weet, ge sticht door Mgr. Mutsaers te 's-Hertogen- bosch, eerste diocesane voorzitter was de heer mr. P. Loeff aldaar. De vereeniging geraakte in het vaarwater van de R.-K. Werkgevers- vereeniging en botste tegen deze op. Het bootsvolk op de werkgeversboot stoof op, raakte handgemeen met den aanvaarder, dreef deze naar lager wal. Mgr. Dr. Poels is daarop als helper van de Vereeniging van Hoogere Standen verschenen door een artikelenreeks in „De Tijd" en Dr. Gerard Brom heeft op den te Eindhoven ge houden Katholiekendag een rede gehouden, die de jonge organisatie op een platvorm plaatste, hooger in den zin van ideëeler dan zij ooit wa3 gezien. Maar het bootsvolk blijkt moedeloos. Mr. Loeff, de president, was door de rede van Dr. Brom weliswaar omhoog gehaald tuurlijk druk bezig met de regeermgsver anderingen in Frankrijk. Het Berliner (Ta,- geblatt geeft de volgende, niet onjuiste oeschouwing: Het blad meent, dat MiLlerand Leygues aan het hoofd van het kabinet heeft ge- pLaatst pm de benoeming van. Briand te vermijden, misschien ook om niet voor de vraag „Briand of Poincaré" te worden gestefd. Briand was eigenlijk de aange wezen man, hij heeft voor de cand.i'datuur van Miilerand alle hindernissen uit den weg geruimd. Maar de chauvinistische pers en haar politici vreesdén, dat hij tegenover Duitsehaud te veel „diplomaat" zou zijn. Het is geen man van gewold en zou vermoedeLijk niet steeds maarschalk Foeh hebben ontboden. Tegenover hem staat Poincaré, van wicn men in eik geval ze ker wist, dat hij aosoluut alles zou doen om tot de volkomen verzwakking of ver nietiging yan Huitsehland te geraken. In dien Briand minister-president ware ge worden, zou men de Leiding van buiten- Landsche zaken aan Poincaré hebben moe ten toevertrouwen... Het is mogeLijk, da<t de nieuwe president van de republiek de heel© combinatie uit den weg is gegaan, omdat hij wist, d.at Poincaré niet bij aL de bondgenooten de noodige sympathie ge niet. üok heeft Miilerand zich misscb|ien tot Leygues gewend, omdat hij de buiten landsche politiek zelf wenschte verder te leiden, en hij d,it reeds dadelijk bij de samensteLling van 't eerste kabinet wide toonen. Leygues zaL vermoedelijk des te meer bereid zijn de eigenlijke Leiding van' de buitenlandsche poli iek aan den presi dent over te laten of zich ten minste naar MilLerand's raad te voegen, omdat het de partement van buitenlandsche zaken zoo ongeveer het eenige departement is waar hij nog geen plaats heeft ingenomen. De boodschap yan Miilerand. In de .Kamer heeft de minister-president Leygues Zaterdagmiddag de boodschap van Miilerand voorgelezen. In deze bood schap luidt het. Door den voorzitter van den ministerraad té roepen tot het presidentschap van de Republiek, heeft de Nationale Vergadering duidelijk haar wil te kennen gegeven om zoowel de binnenlandsche als de buiten landsche politiek, die tot nu toe sevolgd is- en die door de beide Kamers gedurende 8 maanden goedgekeurd is te blijven voort zetten. ik heb dezen Post van piieht en eer enkel aangenomen om Frankrijk te kunnen dienen met nog meer kracht en continuï teit. Het nieuwe Frankrijk, dat geboren is op de graven zijner kinderen verwerpt alle innerlijke oneenigheid en twist om Zich in orde, arbeid en eensgezindheid geheel te wijden aan de ontwikkeling van zijn groot heid en zijn welvaren. Het vaderland, voor goed gehecht aan het republikeinsche stel sel, heeft zijn werk volbracht door de een heid van het grondgebied te herstellen. Na gezinspeeld te hebben op een wijzi ging van de grondwet zegt de president dan: Er is een meer dringende taak, die eerst ten einde gebracht moet worden. De verwoeste streken roepen om hulp. Verder moet met een onwankelbare kracht en in volledige overeenstemming met onze bond genooten de volledige uitvoering verkregen worden van de verbintenissen, die aangenomen en onderteekend zijn. De diplomatie zal er de hand aan houden, dat het verdrag van Versailles en de diploma tieke stukken, die daarmee samenhangen, strikt ten uitvoer gebracht zullen worden. Onveranderlijk getrouw aan zijn bondge nootschappen, zal Frankrijk er voor waken, dat zijn rechten en belangen, voortsprui tend uit de overwinning, niet aangetast zullen worden. De Fransche democratie neeft gegronde verwachtingen van den vooruitgang, die door den Volkerenbond gebracht kan worden. Na vervolgens het leger en de marine ge huldigd te hebben, evenals Algerië de ko loniën en de protectoraten voor de hulp. die zij aan het moederland gebracht hebben, zegt de president, dat Frankrijk van zijn kant zal weten te erkennen wat het aan die koloniën en protectoraten verschuldigd is. De president vervolgt; Het resultaat van den strijd dJie gedurende zoo lange maan den onzen bodem met bloed drenkte, moet zijn een verkorting van den militairen diensttijd, die tot stand gebracht moet wor den met inachtneming van de economische behoeften van het land en met de belangen van de nationale verdediging. De president brengt dan iof aan de houding van de Fransche vrouwen gedurende den oor log en zegt, dat Frankrijk hetwelk met harts- toöhtelijken ijver de werken des vredes ter hand genoimen heeft, de bewondering van de ge heele wereld tot zich trekt. Hij vervolgt dan: alle sociale opvattingen hebben het recht zich in het openbaar ken baar te maken, maar geen enkele zal zich kun nen aanmatigen met geweld haar gezag te ves-i tigen. De Fransche republiek heeft een wetge ving op den arbeid en op de sociale voorzorg die de vergelijkingen met het buitenland kan doorstaan. De republiek wil gestadig haar ar beid van vrede en sociale vooruitgang voort zetten door een steeds nauweren band van so lidariteit te scheppen tusschen de verschillende categoriën van hen, die .medewerken aan de productie. Hij eindigt aldus: Laat ons arbeiden om eiken dag in de geschreven wet en in de toe passing ervan meer rechtvaardigheid, meer lief de en meer humaniteit te brengen. Deze boodschap is in den Senaat voorgele zen door den minister van justitie Lhopitau, Reffeeiiugsverklarias. Na de boodschap van den president van de republiek' voorgelezen te hebben, heeft de mi nister-president Leygues de regeeringsverkla— ring voorgelezen. In die verklaring zegt hij, dat hij er op uit zai -zijn het politiek program en het werk van Miilerand voort te zetten. De beginselen, die het kabinet zullen leiden, zijn de zelfde als die welke aan de beide kamers voor gelegd zijn bij het optreden van het vorig ka binet op 22 Januari. Het regeeringsprograin. Hierop werd van socialistische zijde geïnter pelleerd. In antwoord hierop zeide Leygues:, Wanneer ik de ministers uit het vorig kabinet behouden heb, dan is dat omdat het vorig kabinet gedurende acht maanden onafgebroken de instemming van het parlement gehad heeft. Inzake Rusland sprak Leygues den wensoh uit, dat het in orde en voorspoed weder het on ontbeerlijke element van het Europeesch even wicht mocht worden. De Fransche regeering zal niet tusschenbeide komen in de binnenlandsche politiek van Rusland. De hulp die Frankrijk aau Polen verleende; is in overeenstemming met de republikeinsche en zelfs met de socialistische tradities. Leygues sprak vervolgens over de noodzake lijkheid van verzoening in het binnenland in het belang van het land en ter afwering van buitenlandsche gevaren. Toen Leygues van de tribune kwam, werd hij hartelijk gelukgewensdht door Briand. Motie van vertrouwen, De 'Kamer heeft daarop met 507 tegen §o stemmen een motie van vertrouwen in de re geering aangenomen. Leygues las een decreet voor, waarin de bui tengewone zitting voor gesloten -werd ver klaard. DE ARBEIDSONLUSTEN IN ITALIË. De „Corrière della Sera" verneemt uit Spezzia, dal de arbeiders van de scheepswerven te Ur- gliotta opnieuw de werven bezet en dt roode vlag geheschen hebben. De bezetting der andere ondernemingen duurt voort. Te Gravia hebben de boeren, vanwege het schenden van de over eenkomst in zake de arbeidskrachten, het land bezet. Alle winkels en kantoren en ook het post kantoor zijn gesloten. De bevolking heeft zich gebarrikadeerd in de huizen. Er zijn troepen gezonden. De „Messagero" zegt, dat het referendum, hetwelk in de fabrieken te Miilaan, Florence en Ancona plaats gehad heeft over de overeenstem, rning van Rome, ten gunste van het goedkeuren dier overeenkomst uitgevallen is. VERKIEZINGEN IN DENEMARKEN. In Denemarken heeft de benoeming van kies. mannen voor de Eerste Kamer (het Landsting) plaats gehad. „Berlingske Tidende" berekent, dat de kies mannen 25 liberalen, winst 1; 15 socialisten, gelijk getal; 11 conservatieven, winst 1; j links radicalen, winst 1; naar het Landsting zullen zenden. Bovendien zullen daarin zitting heb ben 19 leden van het oude huis, onder wie 9 liberalen, 5 socialisten, 3 conservatieven, 2 links-radicalen, zoodat het Landsting vermoe delijk zal zijn samengesteld uit: 34 liberalen, 20 socialisten, 14 conservatieven, 7 links radicalen. De Duitsche partij in NoordiSlees- wijk krijgt geen zetel. De verkiezing op de Faröer-eilanden, die recht hebben op I zetel, volgt later. 1 iVriy nam; Jitf Franscü van E. FnauJts Si'-. 26 Zijb droefheid loste zich in tfarian op; hij iiet ze den vrijen Joop, want hoe smarte lijk zij ook wanen toich deed. het hem goed, ter wille yan haar, wier treurig lot hem steeds voor den geest stond, Nadat hij een paar uren door dia velden gedwaald had en lucht en wind die sporen Zijner ontroering had weggevaagd, sloeg hij weg naar Aurelia's villa in. Onder verschillende min pf meer aanne melijks voorwendsels, was het huwelijk tusr- 'schen Herman en Aure,Ua verdaagd He ware reden was echter, dat Herman te traag was, om toebereidselen te maken. Nu en dan verweet hij het zich, maar hij aad den moed niet zijn loomheid te over winnen. Onrust en inwendigen drift kwef den Aurelia en maakten haar prikkel oa,ar. Haar geduld was ten edicts, en zij Set haar neef Verzoeken ten harent te ymen Zij had tot onwrikbare besluit ga nomen, alles in het werk te stelten om de zaak tot een oplossing te brengen, in de hoop, dat er een einde zou komen aan dat voortdurend uitstel, dat als een donkere wolk haar hoopvolle vooruitzich ten benevelde. In haar boudoir wachtte zijl Herman af. Ofschoon een weinig wre velig over zijn lang uitblijven ontving ze hem vriendelijk en nam zij de geao-chte verontschuldigingen, die hij ter vergoelij king van zijn Late komst maakte, als wel gemeend aan. 11e zeer verlangend om het onderwerp aan te roeren, diat r©eds zoolang haar gedachten bezig hield, viel zij hem lachend in die rede, ten einde langs een omweg op geestige ©n aangename wij'aei tot haar dpel te geraken, „Vriendlief", aeidiei zij tot hem, -w|ik wenschte u bjj' jnij te zjer, omdat ik u noodzakelijk een hoogst ernstige verma ning moet geven. Houd u gojêd, of gij zijt verloren: zie dien orkaan komen." „Kan ik hem nog vermijden?" vroeg Herman, min of meer onthutst.. „Gaarne wil ik bekennen, dat ik hem liever zou ontwijken dan trotseer.cn, al 'zoudfc gij daardoor geen hoog; dénkbgeid van zijn moed krijgen," „Het is te iaat, want hij breekt reeds tos, luister: er zijn reeds bijna twee maan den voorbijgegaan, sedert den avond, waar op gij aan mijn voeten geknield mij de belofte al'smeektet, de uw© Je worden. Hét is God bekend, dat ik te voren over de mogelijkheid van zoodanig huwelijk nim mer heb gedacht. Ik hield van u, aooais het een nicht ben opzichte van haar negf betaamt, maar' nimmer had ik kunnen hopen, dat ik nog op een andere wijze iets aantrekkelijks voor u kon hebben Herinnert gij u nog wei, ho© ik al mijn welsprekendheid uitputte om u te bewegen voor levensgezellin een schoon en jong meisje te zoeken, wier maagdelijke ziel instaat was de uwe te begrijpen. .Werker lijk ik had enkel uw geluk hierbij pp het oog. Maar gij naamt dit niet zoo op, want gij wildet mij persoonlijk uw geluk t)e danken hebben jeu uw aandrang was zóó hevig, zóó onweerstaanbaar, dat de tegen werpingen van mijn verstand motesten wij ken voor de stem der toegenegenheid, dié ik voor u gevoel en ik gehoor 'gaf aan uw bede. Wij verloofden ons onder den blooben hemel. Van dat oogenblik af, was ons engagement voor niemand een geheim meer en nu verwacht men weldra hét uur te zien aanbreken, waarop wij het door het huwelijk zullen heiligen. De wereld wacht echter nog steeds te vergeefs. Alsof een onzichtbaar noodlot u beheersoht, rijl- zien de hinderpalen als uit den grond op, oim de uitvoering van het plan tegen te houden. Nu ontbreekt u een belangrijk stuk voor het contract; dan weder is er een van uw bejaarde bloedverwanten piot se ling ernstig ziek geworden, En zoo gaat het maar voort. Het ©ene beletsel is nog niet uit den weg, of ©r daagt reeds een nieuw op; Het schijnt wel, dat ier geen ein de aan komt. Maar ik moet u mededeelen,, mijn waarde, dait mijn geduid en mijn berusibing ten eind© zijin. Ik verklaar mij tegen elk verder uitstel, ai badt gij ©r ook de meest geldige redenen voor. Er bestaan verhoudingen, dj© 'op den langen duur. belachelijk woïden; houd dit vv©l in het oog Herman. Op' menig© lip heb ik reeds een spotlach kunnen waarnemen De boosaardigheid vajn de wereld zal ons spoedig nergens moer rust toten, indien gijl - ze niet bjjtijds breidelt." Ik verzoek u dus nu onherroepelijk den Ida^ ja, het uur van ons huwelijk yast te stellen. Mocht gij hiertoe niet genegen zijn, dan acht ik m[ij tolt mijn leedwezen ver plicht mijn woord terug te nemien, en u te verzpekjefl van mjjia hand af te klein En nu wacht ik, wat gij! hierop zult ant woorden". Deze tactvolle redenaering w,as zóó lo gisch, zóó juist en getuigde tevens van zóóveel waardigheid, dat zjj al3 berekend was om op Herman, die zoo' bloéde van aard was, indruk te maken. Nu en dan strekte een trilling in haar stem ten be wijze, dat een moeilijk bedwongen drift haar gemoed beroerde. Ongelukkig voor Aurelia, leed al haar handigheid schipbreuk op het eenmaal genomen besluit, dait Onwankelbaar vast bij1 hem stond. Hij had zich zieiven en Wilbelmina beloofd nog één jaar tang ongehuwjd te blijven, en hij had vast bestoten deze belofte, d© eenigé die hij bij zijn weten met volmaakte op rechtheid gedaan had, eerlijk te vervullen. Haar bjj echter den moed niet had dit ronduit te bekennen, gaf hij! geen bepaald antwoord op de klaagredenen zijner" nicht, doch smeekte haar, zich niets van deze kwaadsprekerijen dier wereld aan te trek ken, maar vriendelijk en geduldig te zijn en er niet aan t© denken om ingG hem te breken, -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1