R.-K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
Het Zwaneneiland
No 226
Maandag 27 September 1920
13e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS
VecsshljBtt d a s 1 i| k
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: ScT™Em
ADVERTENTIEPRIJS s 4
Zuinigheid.
BUITENLAND
de Pers zegt
HHU1LLETUM.
0\S
AD
PER KWARTAALf2.-, FRANCO PER POST f 2.50
MET OEiLLUSTREERD ZONDAGSBLAD f 0.50 HOOGER.
VAN 1-5 REGELS f 1.25; ELKE REOEL MEER f 0.25;
RECLAMES PER REGEL f 0.75; RUBRIEK „VRAAG EN
AANBOD" BIJ VOORUITBETALING PER PLAATSING f 0.60
Aan alle abonné's wordt op aanvraag gratis esn polis verstrekt,'welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500.f 400.—, f 200.f 100—, f 60 f 35.—, f 15.—.
Wij hebben de laatste dagen weer geduizeld
Van millioenen-nota's.
September is de maand, waarin het Rijk en
vele Gemeenten met begrootingen afkomen
voor't volgende jaar. Er wordt dan met millioe-
'Jen gegoocheld, dat het niet om bij te houden
Js. Maar de indruk is altijd er gaapt in de
schatkist een tekort, dat moet worden aange
vuld.
Beschouwingen hierover zouden weinig waar
de hebben, althans geen aantrekkelijkheid meer,
wanneer wij nog in een normalen tijd leefden.
Dan immers .kon men ieder jaar hetzelfde
Vertellen en liep de critiek 'over een millioentje
meer of minder. De zaak kwam dan echter al
tijd op z'n pootjes te recht.
Thans, nu de crisisschulden zijn te overzien,
de dubbel en driedubbel verhoogde cijfers van
alle uitgaven stabiel zijn gebleken en eer een
neiging tot verhooging dan tot daling hebben
&u valt er over de uitgaven der publieke kassen
nog wel iets te zeggen.
We behoeven nu nog niet te verwijzen naar
puitschland, waar de Rijksbegrooting voor
1921 een tekort van 55 milliard mark laat zien
hog minder naar Rusland, waar het tekort|
$0.000 millioen Roebel is, waar de persen der
landsdrukkerij reeds in Januari van dit jaar
Voor 200.000 millioen Roebel aan papieren geld
hadden afgeleverd en nu weer opnieuw aan het
Werk moeten worden gezet.
Wij hebben voorloopig aan ons zelf genoeg,
jl kan de ontreddering bij den buurman ons
ftiet koud laten. Zoo deelde onze Minister van
^nanciën op den dag der Troonrede, in zijn
onleesbare millioenennota mede, dat er in
het twintig-jarig tijdperk van 1900 tot 1919 op
jen gewonen dienst ruim 70 millioen was over
gehouden, maar dat er op den buitengewonen
dienst maar even een tekort was van 321 mil-g
lioen. Dat tekort zal volgens Z. Exc. voor 1920
freer enorm stijgen en voor 1921 kon nu al
yorden berekend, dat er 797 millioen noodig
|al zijn, terwijl hij de inkomsten op niet meer
5an 522 millioen durft ramen. Aldus een nieuw
Ongedekt tekort van. 245 millioen I
Een directeur van een particuliere onder
neming, die met zulk een becijfering zou dur-
Ven aankomen, zou men voor gek verklaren
-n zoo spoedig mogelijk aan den dijk zetten.
Maar in publieken dienst lijkt da't alles ge-
'jorloofd, is dat droeve noodzakelijkheid. Toch
Jieenen wij, dat dit jaar de vermaning in de
Troonrede „Ik acht de uiterste spaarzaamheid
geboden," niet als een gebruikelijke tirade moet
worden beschouwd, maar als bittere ernst.
j£n wat als iets nieuws in het Staatsstuk van
J[it jaar trof was de wenk aan de gemeente
besturen„dat de plaatselijke overheid zich
doordrongen zal betoonen van den eisch der
Uiterste spaarzaamheid." Van het gewillig
opvolgen van dien wenk zijn wij helaas
Zoo zeker nieten toch zóó als het nu gaat,
tcan het niet langer doorgaan.
Tot nog toe was de gewoonte om bij de jaar
lij ksche publiceering van de tekorten op Rijks-
en Gemeentedienst, de waarschuwende vinger
naar Parlement Gemeenteraad te richten,
Sen gebaar, dat gewoonlijk niet meer dan een
slag in de lucht was. Nu echter is er kans, dat
de bezinning tot breeder kringen doordringt
en men boven aan m'eer zal luisteren. De be
lasting-aanslagen, die op onweersprekelijke
maar schrikwekkende manier de algemeene
verhooging der inkomsten zijn komen onder-
streepen, doen ook in kringen der bevolking,
waar men zich vroeger niet met „de politiek"
bemoeide, vragen, of de heeren aan het laadje
als 't u belieft wat zuiniger willen zijn. En wan
neer een Gemeente tegen een ongekend hoog
percentage een leening uitschrijft, waarvan
toch jaarlijks rente in aflossing moet worden
betaald ja erger wanneer een Gemeente
in 't geheel niet meer aan geld weet te komen,
begrijpt ook een kind, dat het zóó niet blijven
kan.
Er zijn nog meer, nog onrustbarender ver
schijnselen, die, wanneer zij wat dieper door
dringen, den ernst van den financieelen toe
stand zullen doen gevoelen.
Waarom kan een Gemeente tegenwoordig
zoo moeilijk een bankier bereid vinden een lee
ning voor haar te plaatsen, terwijl 't vroeger
de bankinstellingen daarvoor tegen elkander
concurreerden
Vóór den oorlog plaatste men gemakkelijk
in het buitenlandwaren Nederlandsche lee
ningen geliefd. Maar nu Amerika op de Euro-
peesche markt den baas speeLt, zijn de
Nederlandsche Staat en Gemeente geheel
op het eigen land aangewezen.
Ons trof een dezer dagen van de afge-
loopen week een mededeeling van 't Giem.
bestuur yan A'dam, waarbij tariefsver-
hooging van niet minder dan drie gemeente
bedrijven tegelijk werd aangekondigd, terwijl
de hoofdstad op dit punt toch reeds tot de on-
vermoeiden behoort. Het tramtarief wordt
voor een enkelen rit maar even op 15 cent ge
steld, dat is het drievoudige van 1916; het gas
over den muntmeter op 0.22% enz.
En dat, terwijl de vorige tariefsverhooging
van de tram een verminderd aantal passagiers
te zien gaf van eenige millioenen per jaar.
Er moet een grens komen, dat voelt ieder, die
begrijpt, dat wij even goed als 't buitenland,
aan 't opteren zijn van 't nationaal vermogen.
Zuinigheid is als leus van hooger hand aan
gegeven en wij hebben eenig vertrouwen, dat
zelfs de Gemeentebesturen die vermaning ter
harte moeten nemen.AUe luxe,of wat daar maar
eenigszins op lijkt, zal de éérst volgende jaren
uit de huishouding van Staat en Gemeente^
moeten verdwijnen, willen wij niet in den put
komen.
Maar daarbij zal het niet kunnen blijven
De geheele bevolking zal moeten meewerken,
om de inkomsten van het groote gemeenschap
pelijke gezin te vermeerderen tot delging van
de opgestapelde schuld en als compensatie
tegenover de stijgende uitgaven.
En wij denken aan het tooverwoord, dat
Lloyd George dezer dagen in Engeland gespro
ken heeft en waarmee hij wellicht de dreigende
mijnwerkers-crisis nog op het laatste oogen-
blik bezweren kondat voortaan niet meer
over loonsverhoogingen kan worden gedacht
wat hij erkende maar de rede was te Iaat
gekomen. Te voren had zijn besluit al .vast
gestaan. Ook de artikelen van Mgr. Poels
hadden hem, hoe dan ook gesterkt, niet kun
nen weerhouden, de werkelijkheid te zien,
dat de werkgevers, de officieren, de artsen,
straks de hoogere ambtenaren van de Ver.
der Hoogere Standen niets willen weten en
dat er voor deze derhalve weinig anders over
blijft, dan 'n handje vol renteniers. Wat
moest men nu verder met die Vereeniging
der Hoogere Standen?
Aan lager wal blijven liggen en uitkijken.
Als de president van 'n vereeniging zoo
spreekt, dan kan men wel zeggen, dat de
kaars dezer organisatie uit gaat.''
NA DE PRESÏDk&iTSVERKiEZiNii IN
FRANKRIJK.
I Het nieuwe kabinet.
JTerwijL de algemeene verwachting was,
dat Miilerand zijn promotor Briand tot
premier zou benoemen of wel den oud
president Poincaré, ofwel, dat er een ge
heet nieuw ministerie zou komen niet
Briand aan het hoofd en Poincaré. aLs
minister van buitenlandsche zaken, heeft
da nieuw'gekozen president zooaLs wij
reeds meLüdien een politieke figuur van
den .tweeden rang, n.rn. Leygues tot mi
nister-president benoemd, die het geheele
oude kabinet onveranderd heeft gehand
haafd.
Be Fransche pers is woedend en scheldt
en schimpt tegen Miilerand.
De Eclair zegt: Deze wijze van samen
stelling van het kabinet is niet een ver
nieuwing maar een ontaarding van het
parlementaire stelsel. Het nationale blok
moet zich organiseeren en een program
afbakenen. Anders zal de bij de laatste
verkiezingen ten troon geheven politiek
worden vervalsckt.
Andere bLaaen gaan verder en zinspe
len op al te goede zaken, d,ie Leygues tij
dens den oorlog gemaakt heeft en noemen
hem een werktuig in de handen van Mil-
terand.
dan alleen, wanneer zij evenredig zijn metl Üok de Duitsche pers houdt zich na-
vermeerderde productie.
Er zijn van die oogenblikken, dat eeuwige
waarheden plotseling nieuw lijken. En voor
onzen tijd is dat de oude en schijnbaar verge
ten wet voor iedereenin het zweet uws aan-
schijns zult gij uw brood verdienen 1
DE VEREENIGING YAN HOOGERE
STANDEN.
Wel het meest saillante punt uit den ioden
Katholiekendag in het Bisdom van Den Bosch
is dit, dat de vereeniging der Hoogere Standen
't voorloopig opgeeft, schrijft de „Gelderlander.''
„De vereeniging is, naar men weet, ge
sticht door Mgr. Mutsaers te 's-Hertogen-
bosch, eerste diocesane voorzitter was de heer
mr. P. Loeff aldaar. De vereeniging geraakte
in het vaarwater van de R.-K. Werkgevers-
vereeniging en botste tegen deze op. Het
bootsvolk op de werkgeversboot stoof op,
raakte handgemeen met den aanvaarder,
dreef deze naar lager wal.
Mgr. Dr. Poels is daarop als helper van de
Vereeniging van Hoogere Standen verschenen
door een artikelenreeks in „De Tijd" en Dr.
Gerard Brom heeft op den te Eindhoven ge
houden Katholiekendag een rede gehouden,
die de jonge organisatie op een platvorm
plaatste, hooger in den zin van ideëeler
dan zij ooit wa3 gezien.
Maar het bootsvolk blijkt moedeloos.
Mr. Loeff, de president, was door de rede
van Dr. Brom weliswaar omhoog gehaald
tuurlijk druk bezig met de regeermgsver
anderingen in Frankrijk. Het Berliner (Ta,-
geblatt geeft de volgende, niet onjuiste
oeschouwing:
Het blad meent, dat MiLlerand Leygues
aan het hoofd van het kabinet heeft ge-
pLaatst pm de benoeming van. Briand te
vermijden, misschien ook om niet voor de
vraag „Briand of Poincaré" te worden
gestefd. Briand was eigenlijk de aange
wezen man, hij heeft voor de cand.i'datuur
van Miilerand alle hindernissen uit den
weg geruimd. Maar de chauvinistische
pers en haar politici vreesdén, dat hij
tegenover Duitsehaud te veel „diplomaat"
zou zijn.
Het is geen man van gewold en zou
vermoedeLijk niet steeds maarschalk Foeh
hebben ontboden. Tegenover hem staat
Poincaré, van wicn men in eik geval ze
ker wist, dat hij aosoluut alles zou doen
om tot de volkomen verzwakking of ver
nietiging yan Huitsehland te geraken. In
dien Briand minister-president ware ge
worden, zou men de Leiding van buiten-
Landsche zaken aan Poincaré hebben moe
ten toevertrouwen... Het is mogeLijk, da<t
de nieuwe president van de republiek de
heel© combinatie uit den weg is gegaan,
omdat hij wist, d.at Poincaré niet bij aL de
bondgenooten de noodige sympathie ge
niet. üok heeft Miilerand zich misscb|ien
tot Leygues gewend, omdat hij de buiten
landsche politiek zelf wenschte verder te
leiden, en hij d,it reeds dadelijk bij de
samensteLling van 't eerste kabinet wide
toonen. Leygues zaL vermoedelijk des te
meer bereid zijn de eigenlijke Leiding van'
de buitenlandsche poli iek aan den presi
dent over te laten of zich ten minste naar
MilLerand's raad te voegen, omdat het de
partement van buitenlandsche zaken zoo
ongeveer het eenige departement is waar
hij nog geen plaats heeft ingenomen.
De boodschap yan Miilerand.
In de .Kamer heeft de minister-president
Leygues Zaterdagmiddag de boodschap
van Miilerand voorgelezen. In deze bood
schap luidt het.
Door den voorzitter van den ministerraad
té roepen tot het presidentschap van de
Republiek, heeft de Nationale Vergadering
duidelijk haar wil te kennen gegeven om
zoowel de binnenlandsche als de buiten
landsche politiek, die tot nu toe sevolgd is-
en die door de beide Kamers gedurende 8
maanden goedgekeurd is te blijven voort
zetten. ik heb dezen Post van piieht en eer
enkel aangenomen om Frankrijk te kunnen
dienen met nog meer kracht en continuï
teit. Het nieuwe Frankrijk, dat geboren is
op de graven zijner kinderen verwerpt alle
innerlijke oneenigheid en twist om Zich in
orde, arbeid en eensgezindheid geheel te
wijden aan de ontwikkeling van zijn groot
heid en zijn welvaren. Het vaderland, voor
goed gehecht aan het republikeinsche stel
sel, heeft zijn werk volbracht door de een
heid van het grondgebied te herstellen.
Na gezinspeeld te hebben op een wijzi
ging van de grondwet zegt de president
dan: Er is een meer dringende taak, die
eerst ten einde gebracht moet worden. De
verwoeste streken roepen om hulp. Verder
moet met een onwankelbare kracht en in
volledige overeenstemming met onze bond
genooten de volledige uitvoering
verkregen worden van de verbintenissen,
die aangenomen en onderteekend zijn. De
diplomatie zal er de hand aan houden, dat
het verdrag van Versailles en de diploma
tieke stukken, die daarmee samenhangen,
strikt ten uitvoer gebracht zullen worden.
Onveranderlijk getrouw aan zijn bondge
nootschappen, zal Frankrijk er voor waken,
dat zijn rechten en belangen, voortsprui
tend uit de overwinning, niet aangetast
zullen worden. De Fransche democratie
neeft gegronde verwachtingen van den
vooruitgang, die door den Volkerenbond
gebracht kan worden.
Na vervolgens het leger en de marine ge
huldigd te hebben, evenals Algerië de ko
loniën en de protectoraten voor de hulp. die
zij aan het moederland gebracht hebben,
zegt de president, dat Frankrijk van zijn
kant zal weten te erkennen wat het aan
die koloniën en protectoraten verschuldigd
is. De president vervolgt; Het resultaat van
den strijd dJie gedurende zoo lange maan
den onzen bodem met bloed drenkte, moet
zijn een verkorting van den militairen
diensttijd, die tot stand gebracht moet wor
den met inachtneming van de economische
behoeften van het land en met de belangen
van de nationale verdediging.
De president brengt dan iof aan de houding
van de Fransche vrouwen gedurende den oor
log en zegt, dat Frankrijk hetwelk met harts-
toöhtelijken ijver de werken des vredes ter hand
genoimen heeft, de bewondering van de ge
heele wereld tot zich trekt.
Hij vervolgt dan: alle sociale opvattingen
hebben het recht zich in het openbaar ken
baar te maken, maar geen enkele zal zich kun
nen aanmatigen met geweld haar gezag te ves-i
tigen. De Fransche republiek heeft een wetge
ving op den arbeid en op de sociale voorzorg
die de vergelijkingen met het buitenland kan
doorstaan. De republiek wil gestadig haar ar
beid van vrede en sociale vooruitgang voort
zetten door een steeds nauweren band van so
lidariteit te scheppen tusschen de verschillende
categoriën van hen, die .medewerken aan de
productie. Hij eindigt aldus: Laat ons arbeiden
om eiken dag in de geschreven wet en in de toe
passing ervan meer rechtvaardigheid, meer lief
de en meer humaniteit te brengen.
Deze boodschap is in den Senaat voorgele
zen door den minister van justitie Lhopitau,
Reffeeiiugsverklarias.
Na de boodschap van den president van de
republiek' voorgelezen te hebben, heeft de mi
nister-president Leygues de regeeringsverkla—
ring voorgelezen. In die verklaring zegt hij,
dat hij er op uit zai -zijn het politiek program
en het werk van Miilerand voort te zetten. De
beginselen, die het kabinet zullen leiden, zijn de
zelfde als die welke aan de beide kamers voor
gelegd zijn bij het optreden van het vorig ka
binet op 22 Januari.
Het regeeringsprograin.
Hierop werd van socialistische zijde geïnter
pelleerd. In antwoord hierop zeide Leygues:,
Wanneer ik de ministers uit het vorig kabinet
behouden heb, dan is dat omdat het vorig
kabinet gedurende acht maanden onafgebroken
de instemming van het parlement gehad heeft.
Inzake Rusland sprak Leygues den wensoh
uit, dat het in orde en voorspoed weder het on
ontbeerlijke element van het Europeesch even
wicht mocht worden. De Fransche regeering zal
niet tusschenbeide komen in de binnenlandsche
politiek van Rusland.
De hulp die Frankrijk aau Polen verleende;
is in overeenstemming met de republikeinsche
en zelfs met de socialistische tradities.
Leygues sprak vervolgens over de noodzake
lijkheid van verzoening in het binnenland in
het belang van het land en ter afwering van
buitenlandsche gevaren.
Toen Leygues van de tribune kwam, werd hij
hartelijk gelukgewensdht door Briand.
Motie van vertrouwen,
De 'Kamer heeft daarop met 507 tegen §o
stemmen een motie van vertrouwen in de re
geering aangenomen.
Leygues las een decreet voor, waarin de bui
tengewone zitting voor gesloten -werd ver
klaard.
DE ARBEIDSONLUSTEN IN ITALIË.
De „Corrière della Sera" verneemt uit Spezzia,
dal de arbeiders van de scheepswerven te Ur-
gliotta opnieuw de werven bezet en dt roode
vlag geheschen hebben. De bezetting der andere
ondernemingen duurt voort. Te Gravia hebben
de boeren, vanwege het schenden van de over
eenkomst in zake de arbeidskrachten, het land
bezet. Alle winkels en kantoren en ook het post
kantoor zijn gesloten. De bevolking heeft zich
gebarrikadeerd in de huizen. Er zijn troepen
gezonden.
De „Messagero" zegt, dat het referendum,
hetwelk in de fabrieken te Miilaan, Florence en
Ancona plaats gehad heeft over de overeenstem,
rning van Rome, ten gunste van het goedkeuren
dier overeenkomst uitgevallen is.
VERKIEZINGEN IN DENEMARKEN.
In Denemarken heeft de benoeming van kies.
mannen voor de Eerste Kamer (het Landsting)
plaats gehad.
„Berlingske Tidende" berekent, dat de kies
mannen 25 liberalen, winst 1; 15 socialisten,
gelijk getal; 11 conservatieven, winst 1; j links
radicalen, winst 1; naar het Landsting zullen
zenden. Bovendien zullen daarin zitting heb
ben 19 leden van het oude huis, onder wie 9
liberalen, 5 socialisten, 3 conservatieven,
2 links-radicalen, zoodat het Landsting vermoe
delijk zal zijn samengesteld uit: 34 liberalen,
20 socialisten, 14 conservatieven, 7 links
radicalen. De Duitsche partij in NoordiSlees-
wijk krijgt geen zetel.
De verkiezing op de Faröer-eilanden, die
recht hebben op I zetel, volgt later.
1 iVriy nam; Jitf Franscü van E. FnauJts
Si'-.
26
Zijb droefheid loste zich in tfarian op; hij
iiet ze den vrijen Joop, want hoe smarte
lijk zij ook wanen toich deed. het hem goed,
ter wille yan haar, wier treurig lot hem
steeds voor den geest stond,
Nadat hij een paar uren door dia velden
gedwaald had en lucht en wind die sporen
Zijner ontroering had weggevaagd, sloeg hij
weg naar Aurelia's villa in.
Onder verschillende min pf meer aanne
melijks voorwendsels, was het huwelijk tusr-
'schen Herman en Aure,Ua verdaagd He
ware reden was echter, dat Herman te
traag was, om toebereidselen te maken.
Nu en dan verweet hij het zich, maar hij
aad den moed niet zijn loomheid te over
winnen. Onrust en inwendigen drift kwef
den Aurelia en maakten haar prikkel
oa,ar. Haar geduld was ten edicts, en zij
Set haar neef Verzoeken ten harent te
ymen Zij had tot onwrikbare besluit ga
nomen, alles in het werk te stelten om de
zaak tot een oplossing te brengen, in
de hoop, dat er een einde zou komen
aan dat voortdurend uitstel, dat als een
donkere wolk haar hoopvolle vooruitzich
ten benevelde. In haar boudoir wachtte
zijl Herman af. Ofschoon een weinig wre
velig over zijn lang uitblijven ontving
ze hem vriendelijk en nam zij de geao-chte
verontschuldigingen, die hij ter vergoelij
king van zijn Late komst maakte, als wel
gemeend aan.
11e zeer verlangend om het onderwerp
aan te roeren, diat r©eds zoolang haar
gedachten bezig hield, viel zij hem lachend
in die rede, ten einde langs een omweg op
geestige ©n aangename wij'aei tot haar
dpel te geraken,
„Vriendlief", aeidiei zij tot hem, -w|ik
wenschte u bjj' jnij te zjer, omdat ik u
noodzakelijk een hoogst ernstige verma
ning moet geven. Houd u gojêd, of gij
zijt verloren: zie dien orkaan komen."
„Kan ik hem nog vermijden?" vroeg
Herman, min of meer onthutst.. „Gaarne
wil ik bekennen, dat ik hem liever zou
ontwijken dan trotseer.cn, al 'zoudfc gij
daardoor geen hoog; dénkbgeid van zijn
moed krijgen,"
„Het is te iaat, want hij breekt reeds
tos, luister: er zijn reeds bijna twee maan
den voorbijgegaan, sedert den avond, waar
op gij aan mijn voeten geknield mij de
belofte al'smeektet, de uw© Je worden. Hét
is God bekend, dat ik te voren over de
mogelijkheid van zoodanig huwelijk nim
mer heb gedacht. Ik hield van u, aooais
het een nicht ben opzichte van haar negf
betaamt, maar' nimmer had ik kunnen
hopen, dat ik nog op een andere wijze
iets aantrekkelijks voor u kon hebben
Herinnert gij u nog wei, ho© ik al mijn
welsprekendheid uitputte om u te bewegen
voor levensgezellin een schoon en jong
meisje te zoeken, wier maagdelijke ziel
instaat was de uwe te begrijpen. .Werker
lijk ik had enkel uw geluk hierbij pp het
oog. Maar gij naamt dit niet zoo op, want
gij wildet mij persoonlijk uw geluk t)e
danken hebben jeu uw aandrang was zóó
hevig, zóó onweerstaanbaar, dat de tegen
werpingen van mijn verstand motesten wij
ken voor de stem der toegenegenheid, dié
ik voor u gevoel en ik gehoor 'gaf aan
uw bede. Wij verloofden ons onder den
blooben hemel. Van dat oogenblik af, was
ons engagement voor niemand een geheim
meer en nu verwacht men weldra hét uur
te zien aanbreken, waarop wij het door
het huwelijk zullen heiligen. De wereld
wacht echter nog steeds te vergeefs. Alsof
een onzichtbaar noodlot u beheersoht, rijl-
zien de hinderpalen als uit den grond op,
oim de uitvoering van het plan tegen te
houden. Nu ontbreekt u een belangrijk
stuk voor het contract; dan weder is er
een van uw bejaarde bloedverwanten piot
se ling ernstig ziek geworden, En zoo gaat
het maar voort. Het ©ene beletsel is nog
niet uit den weg, of ©r daagt reeds een
nieuw op; Het schijnt wel, dat ier geen ein
de aan komt. Maar ik moet u mededeelen,,
mijn waarde, dait mijn geduid en mijn
berusibing ten eind© zijin. Ik verklaar mij
tegen elk verder uitstel, ai badt gij ©r
ook de meest geldige redenen voor. Er
bestaan verhoudingen, dj© 'op den langen
duur. belachelijk woïden; houd dit vv©l
in het oog Herman. Op' menig© lip heb
ik reeds een spotlach kunnen waarnemen
De boosaardigheid vajn de wereld zal ons
spoedig nergens moer rust toten, indien
gijl - ze niet bjjtijds breidelt." Ik verzoek
u dus nu onherroepelijk den Ida^ ja, het
uur van ons huwelijk yast te stellen.
Mocht gij hiertoe niet genegen zijn, dan
acht ik m[ij tolt mijn leedwezen ver
plicht mijn woord terug te nemien, en u
te verzpekjefl van mjjia hand af te klein
En nu wacht ik, wat gij! hierop zult ant
woorden".
Deze tactvolle redenaering w,as zóó lo
gisch, zóó juist en getuigde tevens van
zóóveel waardigheid, dat zjj al3 berekend
was om op Herman, die zoo' bloéde van
aard was, indruk te maken. Nu en dan
strekte een trilling in haar stem ten be
wijze, dat een moeilijk bedwongen drift
haar gemoed beroerde. Ongelukkig voor
Aurelia, leed al haar handigheid schipbreuk
op het eenmaal genomen besluit, dait
Onwankelbaar vast bij1 hem stond. Hij had
zich zieiven en Wilbelmina beloofd nog
één jaar tang ongehuwjd te blijven, en hij
had vast bestoten deze belofte, d© eenigé
die hij bij zijn weten met volmaakte op
rechtheid gedaan had, eerlijk te vervullen.
Haar bjj echter den moed niet had dit
ronduit te bekennen, gaf hij! geen bepaald
antwoord op de klaagredenen zijner" nicht,
doch smeekte haar, zich niets van deze
kwaadsprekerijen dier wereld aan te trek
ken, maar vriendelijk en geduldig te zijn
en er niet aan t© denken om ingG hem
te breken, -