TWEEDE. BLAD. Woensdag 5 Januari 1921 Wroeging Provinciaal Nl@uw§ Ons Blad. door OU1LLAUME DUBOIS. Nu is iiii Lasig dood; daarom kan ik xlfn laven verhalen een droevig, don- Ifler fevec van tnenschenxebuid en men- gcli.enleed. Hit was een oude man. Niemand wist jeagénlifk hoe oud ie was; men noemde hem slecht» den oude van de heideTiut. Daar. waar de wiidc\ stille heide één ,wordt niet de gewelven van den hemel dom. .stond zijii woning. En iederen avond, wanneer de zariften der klokken over de heide trilden, kon men hem daar zien zitten met droomerige oogen over de verre verte van de groote heide starend De heide is niet dood. Door duizend aderen bruist het leven in haar, wanneer de zonnestralen over haar heen schitteren en lachen, wanneer zie uit al de kleine bloemen do zwoele bedwelmende lucht zuigen en deze ver der dragen over de glanzende, blakende beide. Daar gaat een geklingel door de Jjucht, bijna onhoorbaar en toch zoo luid .voor hem. die het begrijpt. Me nigeen wandelt voort, zonder het te jhiooren, maar wanneer er een met groo tje smart over de heide gaat, hoort lifv het zachte geluid en dan echoot het na in zivn zuchtend, gekweld hart, dat den waren grondtoon zoekt uit de duizend Vlei'warde stemmen daar buiten en de Wilde smart lost zich op in de zachte, mistige melodieën der groote natuur. En zoo werd de "heide zijn troostende fee. Eli wanneer dan de schemering over de heide zweeft dan ziet jnen een stille, ieenzame figuur, een vrouw. Zii draagt leeii griizen, nevelkleurigen mantel, die gr-ooter en grooter wordt en overal'blijft haken waarheen ze haar schreden wendt (totdat de gebeele heide bedekt is. Dat is de vrouw der heide, die zich hult in dit nachtgewaad om te gaan Sluimeren. (Wee hen. die het wagen haar in den slaap te storen, niet letten op den nevelrniantel en in de nachturen óver dec vlakte gaan. De oude kende de stille, ble-eke vrouw met den grijzen mantel'. lederen avond ziat hij op de vermolmde bank voor zijn hut en keek naar haar. hoe zii zich ter ruste legde. En wanneer zii reeds lang den dichten sluier over de vlakte had gespreid, -zat hii nog, en staarde over de zwijgende, droomende heide. En menigeen, die met den stervenden avond hem voorbijging, gebogen onder dien last van een zwareu werkdag, mocht den grijsaard wel' benijden om zijn vreedzame rust. Maar ik wist anders. Ik had vaak bit hem gje/.eteiu meer Jan al die anderen. En dan .werd de oude somtijds bespraakt; hii sprak van de wonderen der natuur., de stille, zwij gende wonderen, welke door.de men- schen achteloos worden voorbijgegaan, omdat hun blik verduisterd is door de zwarte schaduwen, die om hun hoofd kringen: .de donkere zorgen van het dagciijksch leven. Hii sprak tot mii .van hem, daar hii wist. .dat mijn ziel hongerde naar de firóóte geheimen, welke de geweldigs schepping bergt, .welke zich als een grondeloos diepe afgrond vertoonen aan het vorschend menschenoog. Van zich zelf sprak hii echter niet. En toch, wanneer ik hem aanzag, ais hi, daar neerzat, over de heide starend met groote, starre oogen, dan zag ik, dat een groot leed, waarover hii tot niemand had geklaagd, hem kwelde. En ik wist ook, dat hii geen vrede had Eens het was op gen zoelen zomer avond dat ik bii hem was gekomen "pm afscheid te nemen heb ik het hem gevraagd. Hii schrok niet; schijnbaar had hij die vraag verwacht. Slechts bewoog zijii hand afwerend. Toen zwegen wc. De zon zonk langzaam en haar laatste stralen golden den ouden man aan mijn zijde, op wiens zilveren haar ze vielen als droppels goud. To,en kwam de schemering en de hei- devrouw begon haar geruischloos ge- zweef. To,en wendde zich de oude man tot mij. „Ik wist het", zei hij, „dat n eens zoudt vragen. En waarom zou ik het u niet vertellen? Lang, langer dan een inenschenleeftijd gaat over de heide de ti;d, waarvan elk uur mii een kwelling is". Hit wees met de hand naar de don kere vlakte. De oude staarde droef voor zich uit. Toen sprak hii verder, zachtjes, als sprak hit .tot zich zelf: „O, ik heb de heide lief gehad om haar groote. zwijgende schoonheid. iToen was ik nog een jongeling en het onstuimige bloed van mijn vader vulde inijn aderen. En hem hebben ze op n dag thuisgebracht op .een baar, als strooper doodgeschoten. Mijn moeder was een zieke, zwakke vrouw, die den slag niet kon verdragen. Ze 'hebben beiden tegelijk begraven. En toen ik bit hun lijken stond, is een groote haat dn mii opgestegen tegen ziin moordenaar en tegelijk een vrees voor het rampzalige beroep yan mijn vader. Maar het wilde bloed was sterker ,jüan mijn vrees. Het liet me gleen rust, .totoat ook ik het geweer ter hand nam En spoedig hebben ze mij geketend en ik besloot mii op den man te wre ken. die mijn vijand geworden .was, om dat hit' zijn plicht had gedaan.- Toen kwamen weken vol wilde ver twijfeling vol duistere vvraakgedachten. En dan stond ik weer op de zon nige. bloeiende heide en dronk met den groot-en, onlcschbaren dorst van het smachtende hart de bloes emgeurige lucht. Maar den eed heb ik niet ver geten. Ziet u daar in de verte het woud? Daar heb ik op .hem gewacht; want hii 'moest over het smalle voetpad kó men. dat over de hei loopt. En hij kwam ook. O. .ik weet nog juist, jh'oe 't was. 't .Was 'n jonge man, en hit kwam als bloeiende, lente over de snor- genfrissche heide geloop-en. Het zon licht speelde om hem. Ik zag pog, hoe hi, een vrool'ijken groet zond naar het verre jagershuis, en toen:.,., toen heeft een schot over de vlakte geklonken.... Gezien heb ik niets meer, toen de rook was weggetrokken. Eenige gorge lende zuchten vernam' ik. Toen was het stil. Een diep zwijgen he-erschte vol pijn. Hoe lang ik tiaar gestaan héb, wat ik gedacht heb, jk weet het niet. Slechts dit weet ik, dat het mii verwonderde hoe stil toch eigen lijk tie heide is. Alles een rustige, zwij gen de vlaktege-en 'beweging, alles dood.... dood! Ook de man op, de< doode beide was dood, en ik.... ik Had mii ge wroken. Een Satans-eb lachen gilde dsor liet \Voud Ik' schrok. Wat \v,as d'at voor 'n lach? Nog nooit had ik zoo gedaan. 11: sloop het woud in. Alles stil, spookachtig! stil. Toen kwam het. Langzaam, ijskoud kwam het in mijn hart: die wroeging. Hoor, wat was dat? Had niet iemand geroepen? Dui delijk hoorde ik: moordenaar. Toén ben ik het woud ingesneld mét waanzinnige haast Ik had "het van mijn jeugd af gekend nu kende ;ik het niet meer. Alles was vreemd. Ik' wist niet, waarheen ik liep. Slechts verder, verder. Lang zal ik rond geloopen hebben; toen raakte .ik met den vo.et in iets verward; ik viel. Hét waren de geweerruimCn, waar over ik' was gestruikeldIk' stond aan den zoom van het woud. Toen kwam er rust over mij. Niemand h,ad de daad gezien, 't Kon wel een on geluk was overkomen. Uit het d'orp ging slingerde ik' het geweer weg en nu waren er geen getuigen meer dan de verra heideen die zweeg; eeuwig. Zoo was het dus geschied. Mensdhen vonden hem en verwonderden zich. dat den voorzichtigen man een on geluk was overkomen. Uit lïvet dorp ging men naar de heide. De priester bad, de mensciien baden en ik bad mee. Ik zag de jonge vrouw in haar vreeselijk'e smart e.n ik bleef bij haar staan. Ik hoorde de mens'chen den ijverigen, .plichtgetrouwen man beklagen en ik klaagde mee. Allen gingen huiswaarts. Die laatste, die daar nog sto-nden, -waren de jonge vrouw en ik. Toen Zij ging, bleef ik niet langer staan, maar ben voortgegaan, aldoor verder, daar ik d-e heide niet meer lief bad, met haar groote vreeselijke zwijgen". De oud'e zweeg: en staarde naar den witten nevel, 't W,as nacht geworden en boven ons stond de maan, in wier zilveren glansi fcl'e heide leek' ,op een eindel-ooza slapende zee. Ik zag den ouden ongelukkig,en man aan nVijn zijde; hij had het hoofd in de hand gelegd en op zijn gerimipeld gielaat lag- smart. Hoe dikwijls had hij hier gezeten, terwijl om- hem de heide sliep: hij alleen -met zijn rustelooze hart, d'at geen vrede kon vinden. Bewogen nam ik' zijn hand. „Arme man, wat heb je veel geleden." Hij lachte droef. „Meent u dat?" zei hij. „O ja, het was vreesdij®! maar dit was niet het einde. Het andere was ook ver schrikkelijk." En weer k'eek bij zwijgend voor zic-h uit, als liet hij de beelden van vervlogen dagen zijn geest voorbijtrekken. „Ziet u", begon hij1 dan, „dat kwam zoó. loen ben i'k de wereld ingegaan om daar alles- te. vergeten, ik' heb den zwaarsten arbeid gezocht en ik' heb bovenra,ensch-elijk gezwoegd van den morgen tot den avond. Alles was ij-del. Maanden, jaren gingen en den vrede brachten ze niet. Zoo ben i:k een eenzame man geworden. Tol op een helderen lentedag. Lang bad ik liefde voor liaar in het hart gedragen, maar ik had niet gewaagd het haar te zeggen, omdat zij zoo rei-n en onschuldig was. Tenslotte heb ik' liet toch' gezegd- en ze beloofde mij m'n vrouw te worden. Toen heb- ik voor de eerste maal weer gejuicht en de sombere herinneringen sche nen weggevaagd. En dat was mijn tweede groote schuld, dat .ik bet argelooze, trouwe meisje bedro g-en heb, haar gedwongen heb met mij mijn weg- te gaan, den eenzamen, donk-eren weg, d-ien ik toch alleen te gaan liad. En spioed-ig is ze mijn vrouw geworden... Hebt u wel 'ns gehoord dat de moorde naar naar de plaats gaat waar hij zijn misdaad pleegde? Zioo was liet ook met mij, Ik. word naar de hei-de getrokken naar de donkere, stomme hei,, die ik' eens den rug toekeerde. fijoo zij ii we dan weer naar' nfijri land gegaan, jk en mijn vrouw. Daar iporde ik. pp 'n dag, toen ik op bet veld werkte, -de doodsklok van do na- burigo dorpskerk luiden. Tloen ik opkeek zag ik mat een oude man in mijn nabijheid zijn hped afnam en s til'biaC Ik ging naar hem toe en vroeg: „Voor wie wordt er geluid?" „Tiet ds vpor de houtvesters vrouw, wier nian enkele jaren geleden in do bei-de een o-ngeluk kreeg. Do 'arme vrouw, ze heeft armoedige jaren •achter zich. Ik geloof dat ze van hónger is gestorven". Ik voelde -dat ik bleek werd, hoe het bloed naar het hart drong. „Jouw scihuld" Ik liet de sp-a'do vallen on wankelde dpor .de velden; sleobts als van verre fcoarde Sk" de kljokken en daar tussehen klonk tel kens: „Jpiuw Bohuld". (Hoen stond Sk .aan den zppm van het wpu-d en Zag naa-r de heide. En over het paid aag ik een man in een groen kleed en een wond aan de borst. En achten; hem kwam een bleeke vrpiuw, zoo bleek, als slechts hpnger en droefheid kan makciu De man viel neer en de man hief beide handen dreigend op en het was mij, alsof ze riep: „Jóuw schuld. Jouw schuld". Het wals nacht, toen ik thuis kwaïrj, een nacht ao-nder steijren. Ik vlond geen slaap. Altijd stonden de gestalten v|opr mij, die door mijn schuld den dood gevonden hadden, on daartus schen. -mijn vrouw zooals ze mij- aanzag toen ik 'salvo,n-ds laat huiswaarts kteerlde" (Ijjen. ben ik van hem heengegaan. Ik ging dpo-r tien awoelen, gewrigen, zwij genden zomernacht en ik dacht aan den -ouden oenzataen man met het witte haar en liet hart zonder vrede, dat naar eeuwi ge rast haakt. Jaren waren voorbijgegaan toen ik weer in het -doirp kwalm en naar don oude van het heid-ehuisje vroeg. T|aen zeiden ze mij dat hij gestorven was en dat mijn vrouw lang vóór hem was heengegaan. Hij had een vreemdeling, die in het water was geloopen gered en wals zelf verongelukt. Aldus werd zjjn vurigste wensch ver vuld, na jaren van wee en wroeging. ANNA-PAULONX/NA. Ver g a d -e ring; van den Raad dezer gemeente op Woensdag 29 D-ec. 1920, d-es namid dags te 1 -uur in de Raadszaal'. Na de behandeling, der ingeko men verzoeken en verdere - stukken is aan de orde het voorstel van den be-er Jansen om terug te komen op liet besluit waarbij .aan alle georga niseerde 60-jarig-en die werkloos zijn fl.60 per dag uit te keeren. Hierbij is to-en ook bepaald dat wilde men voor -èen-e -uitkeering in aanmerking .komen op 1 Nov. 1919 lid moest zijn van een organisatie. D-e he-er Jansen zo,u deze datum wil len zien verleggen en wel zoodanig, dat ieder werkman boven 60 jaren nog de gelegenheid had zich te orgaiüseeren. Verder stelde de heer Jansen voor de bepaling in de Alg-em-eene Politiever ordening dezer gemeente waarbii- .het verboden is uit gebouwen kunstlicht op den openbaren we-g te doen schijnen, te doen vervallen. De heer Jansen wijst er in zijp toelich ting op. dat dieizJe bepaling is opgeno men om te verhinderen d,at paarden van dat licht zouden schrikken, doch nu alle voertuigen van licht mo-eten zijn voor zien is deze bepaling overbodig .gewor den. B. en Wi. stellen vo-or deze bepaling te doen vervallen. Ue heer Stammes, meenl, Jat de dikwijls zwakke verlichting der voertuigen niet het meermalen sterkere licht uit de winkels kun nen doen verdwijnen, wat dan voor de paar den dog schrikaanjagend blijft. De Voorzitter merkt op, dat hel licht van fietsen-en het veelal verblindende licht der outo's veel erger is voor de paarden. Het voorstel wordt hierna algemeen goed gevonden. De heer Jansen zegt aangaande ziju eerste voorstel, dat de Raad zich op een onzuiver standpunt heeft gesteld. Er zijn verschillende personen, zegt spr„ vooral onder de ouden, die het niet hebben ingezien, dat organisatie goed voor him was, zij hebben de organisatie al Lij d beschouwd als een lichaam, dje het alleen om bun contributie te doen was. De tijd is hun te snel gegaan en daarom wil spr. deze men sciien nog in de gelegenheid stellen zich aan te sluiten en hun dan ook van gemeentewege hij werkeloosheid een uitkeering van f 1.60 per dag loc te kennen. De heer Looij zegt zich lo herinneren een klein berichtje in de courant te hebben ge lezen, dal de Minister alsnog uitkeering wil verlcênen aan ■personen ouder dan 00 jaren, die zicli alsnog aanmelden bij de werkeloo- zenkassen lot liun 65 jaar toe. De Voorzitter zegt, dat B. en AV. zich hou den aan huil advies bij het vroegere voorstel. De Minister laat de GO-jarigen los, het is Rijkswerk, dus dient bij het Rijk te worden aangedrongen en ligt het niet op den weg van de gemeente om bij te springen. I>e heer Jansen zegt, dat hij het in de vorige vergadering genomen besluit een zekere categorie een uitkeering krijgen en nu vindt spr. het hard voor die enkelen die er buiten staan. Het js spr. bekend, dat er éen of twee zijn, die niet georganiseerd zijn en boven 60 jaar en thans werkeloos zijn, deze krijgen niets; personen die onder het geno men besluit vallen hebben zich lot op dit oogcriblik nog niet aangemeld, een bewijs hoe weinig bezwaar liet voor de gemeentekas is: bovendien wat schaadt liet laatstgenoemden, wanneer ccrstgenoemden ook krijgen uitge keerd. Spr. wil niet, dat het een propaganda middel voor de organisaties wordt en dat gaat er nu veel op gelijken. Spr. wil daarom de gelegenheid geven zich vóór X Februari a.s. aan te sluiten en zoodra ze lid zijn van de zelfde rechten te doen profiteer-en als hen, die reeds 1 Nov. 1919 lid waren. De heer Keuris zegt het niet eens te zijn met den heer Jansen, dal de Raad zich hij' het vorig besluit op een onzuiver standpunt stelde. Spr. vraagt, waarom gaat iemand in een organisatie? Natuurlijk om betere locstan den -te verkrijgen. Nu zijn er personen, die nergens aan meedoen, een ander laten voor gaan, om' tenslotte toch van die organisa ties te profiteeren. De personen, die op 1 Nov. 1919 lid waren der vereeniging, hebh-ën geloond iets ie willen doen vo-or hun lotsver betering, doch deze zijn buiten hun schuld uitgesloten en voor ben is het besluit der vorige vergadering genomen- en dit acht spr. een zuiver standpunt. liet voorslel-Jansen wordt nu aangehouden tot een volgende vergadering, tol meer be kend zal ziju van heigeen de Minister wil. Hierna volgt een voorstel van B. en W. tol hel: vaststellen eener verordening tot ver-, naai van bijdragen van deze gemeente ge vraagd door andere gemeenten voor onderwijs aan kinderen wier -ouders of verzorgers hier wonen. Voorgesteld wordt te vel halen van ouders clie een inkomen hebben van beneden f 1000 nihil, van f 1000 tot f 1500 12 pCt., van f 1500 tot f2000 25 pCt., van f2000 tot f2500 50 pCt., van X 2500 tot f3000 75 pCt. en boven f3000 de geheele bijdrage. Van het Gemeentebestuur van Alkmaar is bericht ingekomen, dat de gevraagde bijdra gen boven liet schoolgeld gevraagd worden. De ouders der leerlingen, die eldters school gaan, zullen dus evengoed schoolgeld moeten betalen, al wordt van de gemeente eene bij drage gevraagd. Dit is ook het geval wanneer de kinderen te Alkmaar wonen, zooals met J. Rpelofs het geval is, indien de ouders alhier wonen. Tevens wordt.gelezen een brief van hel Gemeentebestuur van AVicriii'ger- waard, waarin wordt medegedeeld, dat ge tracht wordt een billijker regeling van deze bijdrage te verkrijgen, waarmede het Dage- ljj-ksah Bestuur dezer gemeente heeft inge stemd. In verband hiermede wordt bovenge noemde verordening voorgesteld. De heer Keuris deelt naméns zijn partij genoot mede, dat zij zich in hoofdzaak kun nen vereenigen met dit voorstel, doch de eerste twee ldassen willen wijzigen in f 1300 tot flGOO en van f 1600 lot f2000. De heer Rczelman zegt wel iets voor deze wijziging te gevoelen, doch wil de laagste klasse dan brengen op f 1200. Spr. zégt, de meeste flinke arbeiders zijn legen f1200 aan geslagen, die wat meer is f 1300 of f 140D, de zulken betalen dan 121/2 pCt. van de bijdrage, doch f 1200 en daar beneden blijft vrij. De lieer Keuris vindt dit ook billijker en hierna wordt hel voorstel met algemcenc stemmen aangenonm.n. Hierna komt in behandeling een voorstel van B. en W. tot verhooging van do beloo ning van den Deurwaarder der plaatselijke belastingen. B. en AV. stellen voor boven het geldend tarief f 1.toe te kennen voor de teekening van elk dwangbevel aan belastingplichtigen van deze gemeente en f5.voor de tenuit voerlegging van het dwangbevel. De Voorzitter zegt in verband mot hel voor stel van den lieer Jansen in de vorige ver gadering' om den Deurwaarder der plaatselijke belasting den jaarwedde te garandeeren van f200.—, thans B. en AV. voorstellen bovenge noemd tarief, zij zijn v,an oordeel, .dal een der." lijk tarief den' Deurwaarder 'zal aanmoe digen, meer dan bij het voorslel-Jansen. Het betreft een niet aangename werkkring en deze moet ook naar prestatie worden bezoldigd. He. heer Jansen informeert of het de bedoe ling is, dat ook lot verkoop moet zijn over- gegaah of dat de f 5 reeds worden toegekend, zoodra het beslag ligt. De Voorzitter zegt, dal dit recht beslaal zoodra iiel beslag is gelegd. Algemeen wordt nu het voorstel goedge keurd. Tn behandeling lcom't nu een voorstel om de .gratificatie aan den rijksveldwachter met f 109.— te verhoogen over het jaar 1921.. Dn Voorzitter zegt, dat bij de begrooUng voor den rijksveldwachter eene gratificatie is vastgesteld voor- 1921 van f 100.Dc in komsten van den rijksveldwachter, die nog het 'minimum-salaris geniet, beloopt ruim I' 11O0, terwijl hij eene woning moet huren van 1 1.50 'per week en iu den zoniet- komt er voor den tuin nog' iels bij. Daarom stellen P> en AV. de gratificatie voor. Do heer Stammes acht het een vencecrd argumenl, dal hij mot zijn salaris niet toe •can, Dat is niet onze schuld zegt spr. doch van hel Rijk. AVij moeten 011s dan ook af vragen, is de belooning voldoende voor oe diensten in deze gemeente bewezen; en dap komt' liet spr. voor, dat hel te laag is, hij heeft al eens geinformeerd en is hem geble ken, dat het niet voldoende was. Spr. is dan ook vóór eene verhooging maar d,aii ook alleen over den lijd, dat hij hier is, als de veldwachter gedcïaehecra is, wil spr. dat deel van de gratificatie inhouden. Dc voorz. zegt veel te gevoelen voor het voorstel Stammes, nis een Rijks-Veldvvachler gOdetacheerd wordt, krijgl hij daarvoor ook; reeds exlra vergoeding. Spr. zegt, dat de heer Stammes echter een -verkeerde conclusie heeft gelrokken uit iiet argument van B. en AV. Niet omdat de Rijks-Veldwachter niet rond kan komen met zijn salaris, maar omdat het salaris in verband met de hoogc woninghuur te laag is. Areelal moet cte gemeente zorgen voor een woning en derhalve is dc schuld niet bij het Rijk 'maar bij de "gemeen le, omdat zij een te duur huis dóór den Rijks-Veldwach ter laat bewonch. Hierna komt ter tafel een verzoek van zooals dc heer Stammes voorgesteld had, met algemeene stemmen aangenomen. Hierna oiernt ter tafel een verzoek van J. Koppel om onderhands te huren de ber men van den toegangsweg naar het spoor wegstation voor f 20.— per jaar gedurende 3 jaren. De voorz. zegl, dat B. en AV. den huur prijs weder op f 25.— hadden gesteld, doch Keppcl wenschte dan niet meer te huren, dc tuingrond -ligt te laag en heeft overal veel last van de kinaeren. Hierna wordt met algemeene stemmen be sloten hel dan maar voor f 20.per jaar te verhuren aan Keppël, omreden hel doca- hem ook heel goed gebruikt wordt. Door liet gemeentebestuur te Wieriugen was een klacht van ccnige reizigers ingezon den omtrent dc slechte verlichting te Van Ewijksluis, De Voorzitter heeft den toestand met' den gem.-opzichter opgenomen en hij acht plaat sing van 2 lantaarns noodig. Volgens be komen inlichtingen was liet voorgekomen, dat vreemde reizigers den weg niet konden vin den van het tram-station naar de Wieringer- boot. Spr. zou daar een lantaarn willen laten plaatsen bij het café van J. Keuris en een bij den toegang naar de kluft over den dijk. De heer Looij vindt, dat de plaatsing bij Ghr. Hoogmoed" meer noodig is en zou die bij L. de Jong willen verplaatsen. Hierna wordt goedgevonden 2 lantaarns Ie plaatsen en aan B. en W. over "le laten waar deze geplaatst zullen worden. Aan de agenda wordt na goedkeuring nog ioegevoegcl het benoemen van twee armvoog den, wegens periodieke aftreding van de hec- ren S. Speels eg; J. Lihïjte.nbergk. Hterija w«> den de heeren Speets én Llndeubergh herleef zen resp-, met 10 en 9 stemmen, 'één stehl was uitgebracht óp den lieer J. Berguiah Bij de rondvraag zegt de heer Jansen, dat tegenwoordig door den Minister bij Ged. Sta len der verschillende provincies wordt aan-, gedrongen 041 vereeiiiging van gemeenten, o.m deze -meer draagkracht te geven. Verschillende voordeden worden door zoodanige combina ties verkregen; in verschillende pro vindes zijn er dan ook al oenjge tot stand gekomen of m voorbereiding. Hij heeft gedaclit aan de mogelijkheid tol vereeniging van deze ge meente met de gemeente AVicriugervvaard. Dit zou tot besparing op de besluurskosten aan leiding geven. Op de jaarwedden van burge meester, secretaris en ontvanger, rekening gehouden mot verhooging der traktementen in de groolere gemeenten en met aanstelling van een 2en ambtenaar ter secretarie, zou toch nog. f3000 bespaard worden. Nu zou dit in den eersten lijd mogelijk wegvallen, omdat wachtgeld zal moeten worden uitgekeerd, doch later wordt dit voordeel ten voile ge noten. A'crder is een reuzen* besparing te vin den in administratiekosten. Vele werkaamlie- den moeten voor heide gemeenten gebeuren en kunnen met dezelfde moeite geschieden, of de gemeente 4000 of 5000 inwoners zal tellen. Dat vereeniging mogelijk is, bleek reeds uit het beslaan gedurende 3 5 4 jaren van de Brandstoffenconiniissic voor beide gemeenten, welke nimmer tot moeilijkheden aanleiding heeft gegeven. Aterder is medegedeeld, dat clectrificatie van deze gemeente afhankelijk wordt gesteld van de medewerking van dc gemeente AA'iéi'in- genvaard. Bij vereeniging zou clectrificatie beter geregeld kunnen worden en werd ook meer draagkracht verkregen. Wat de uitge strektheid betreft, kan ook geen bezwaar hceten, immers de afstand van het raadhuis tot de Kooij is ongeveer even ver als van liet raadhuis lot de Kreil. Do Krcil is slechts een paar honderd meiers verder. Een en ander geeft hem vrijheid voor le stellen B. en AA', op le dragen slappen te doen bij den Raad van AVieringerwaard cn oij Ged. Stalen. Dc heer Looij is van meeiimg, dal het administratief voordcel niet zoo groot zal zijn. De lieer Jansen zegt wel niet zooveel .van het secrelaricwerk le weten, doch er wel zoo veel mee bekend te zijn, dal het niet zooveel verschil maakt met veel werkzaamheden of die geschieden voor -1000 of 5909 inwoners. De lieer Keuris zegt, dat de bezuiniging heel begrijpelijk voorkomt, de clectrificatie zou veel gemakkelijker tot stand komen, meD zou vlugger lol een besluit kunnen komen. De Voorzitter zegt: eene vereeniging van gemeenten wordt krachtens de gemeentewet ontworpen door Ged. Stalen,, dus dient „een voorstel als door den lieer Jansen gedaan, aldaar aanhangig gemaakt. Noodzakelijk, althans hoogst gewcnscht, wil het mij echter voorkomen, dit voorstel direct met de ge moeide Wieringerwaard te hesp-reken. AVat toch is het geval? A'aal: worden uil dei-gelijke voorstellen verkeerde conclusion gelrokken en de gemeente, waarvan het initiatief uitgaat, de bedoeling toegedacht, de andere ^emccnle of gemeenten te willen anuexeeren en waar dit in liet onderhavige geval evenmin de be doeling van den voorsteller en dc and-ere spre kers als van het gemeentebestuur is, dient dit althans de gemeente AVieringerwaard vóór alles kenbaar gemaakt, l'icr mag ajlcen gel den het algemeen cn financieel belang der beide gemeenten en of nu Wieringerwaard Anna-Paulowna zalverkrijgen of omgekeerd, Atma-P-aiilowna zal worden uitgebreid met AVieringerwaard doet niets ter zake, evenmin de vraag of bij vereeniging dc nieuw te vor men gemeente den naam zal dragen Anna-' Psulowna of genoemd zal worden AVieringer waard. Het eenig doel moet zijn, het dienen dei' algemeene cn bijzondere belangen der beide gemeenten. Dit vooraf tot goed begrip der zaak. En dan wil ik wel zeggen, dat het ook mij voorkomt, dat eene vereeniging der heide ge meenten belangrijke voordcelen kan bieden. Da uitgestrektheid der gemeente kan geen bezwaar zijn, de heer Jansen, in dezen wel competent, deelde mede, dat de Kooij hoek ongeveer even ver van ons gemeentehuis is gelegen als hel meest afgelegen gedeelte van Wieringerwaard daarvan is verwijderd; 00V noemde do heer Jansen de quaèstie der- Brandstoffen-eommissje, die voor beide ge meenten ingesteld, afdoende heeft bewezen, dat de uitgebreidheid aan hel gebied eene goede uitvoering der voorschriften uiel in den weg slaaL De door den voorsteller genoemde bespa ring der bestuurskosten zullen in de 1 oe-komist bij de oprichting van electricileits- cn water leidingbedrijven steeds grootcre nfmctirige.ii gaan aannemen cn ook ben ik het niet den heer Jansen eens,, dat in éen vereenigde ge meente clectrificatie cn waterleiding minder moeilijk tot stand te brengen zou ziju; bekend is, dat het Provinciaal Electriseh Bedrijf de clectrificatie dezer gemeente afhankelijk slell van de medewerking van AVieringerwaard. Beide gemeenten hebben, dunkt mij, nage noeg dezelfde belangen en ziju heide van be hoorlijke draagkracht, welke door vereeni ging versterkt. Verschillende ingezetenen van Wieringer waard hebben hier hun landbouwbedrijven en kan de wijze waarop- deze gemeente bc- stuiu'd wordt, hun dus niet onverschillig zijn. temeer niet, daar zij krachtens het pas gewij zigde artikel 244a der Gemeentewet alhier als foreus belastingplichtig zijn en hier voor twee-derde gedeelte van hun aanslag zullen hebben bij te dragen. Vermoedelijk zal de gemeente Wieringerwaard slechts twee-der den van den aanslag mogen vorderen,, zoadat die gemeente daardoor schade lijdt, terwijl bedoelde ingezetenen toch voor vier-derdo gedeelte schatplichtig zijn. Feiten^ welke nï.L vóór vereenigiiig der beide gemeenten pleiten en wel aantoonen, dat voor eene vereeniging der beide gemeenten behalve vele algemeêiiÉ ook belangrijke bijzondere belangen zouden gebaat zijn. Ik kan mij dan ook wel voorstellen, dal eene vereeniging der gemeenten Anna-Pau-" lowna en Wieringerwaard, -welke vele voof- deelen biedt, vrij algemeen zal worden lo»- gejuicht en geloof wcU mede uit naam der wethouders te spreken, wanneer ik zo& dal het gemeentebestuur niet onsympathiek tegen over ilct voorste* staat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1921 | | pagina 5