ft f A11
JË.9 m^J. ljBL JU W
R -K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
Bureau: HOF 6# ALKMAAR. Telefoon
Wat de Pers zegt
FEUILLETON
BUITENLAND
tfo. 309
Vrijdag 7 Januari 192*
13 e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS
VERSCHIJNT DAGELIJKS.
ADVERTENTIEPRIJS:
Bureaucratius onder het mes.
BERGAFWAARTS.
5 M Ij! li
De wetiergevonden - dochter
PER KWARTAAL VOOR ALKMAAR f 2.-, BUITEN i 2.50
MET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD f 0.50 HOOÜER.
ADMINISTRATIE 433.
REDACTIE 633.
Van 1 (ot 5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25; Reclames per
regel f 0.75; Rubriek Vraag en Aanbod" bi) vooruitbetaling
per plaatsing f 0.60,
Aan alle abonnè's wordt op aanvraag .gratie een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500.—, t 400.—f 200f 100. - t 60,—, f 35.—, t 15.—
Het gebeurt niet vaak, dal ile eeue huis
vrouw tot een andere zeyU „mijn uilgaven
Rjin te groot; ik kan niet rondkomen; komt gij
?ens kijken, wat er hij mij te bezuinigen valt!"
Hel „haas in eigen huis" sluit zeker in, dal
ai cm suid, maar dan ook niemand, zich bemoeit
met onze interne aangelegenheden.
Het mag dan ook ais een zeldzaam feit wor
den beschouwd, dat onze Regeering een com
missie van personen, meerendeels slaande bui
ten het ambtelijk leven, heeft benoemd met de
opdracht om eens le onderzoeken, hoe er aan
le departementen vah algemeen bestuur wordt
jewerkt, wat daar le veranderen en le bezui
nigen valt.
Dal zuLks niet alleen wenschelijk, maar hoog
aoodig is, daaraan twijfelt niemand.
Wij hebben nu vijf jaren van de meest in
grijpende staatsbemoeiing achter den rug; een
tijd, waarin Vadertje Siaat voorschreef wat en
hoeveel wij moesten eten en drinken, waarmee
wc ons moesten kleeden, hoeveel licht wij
piociUen branden, hoeveel kachels we mochten
Roken, een tijd van je reinste staats-albediliing.
En Slaat wij weten hei uit droeve erva-
ting wil in deze niets anders zeggen dan
gmblenarij. Want geen bemoei- en bedilzucht
tonder ambtenaren.
Wat gebeurd is, was noodzakelijk, al danken
wij den Hemel, dat de benauwenis van ons is
^weggenomen.
Met de opheffing van de crisisbemoeiingen is
Achter zoo maar niet de Staatshuishouding tol
haar oude proporties teruggebracht. Hel gaat
tr nice als niet iemand, die cenige jaren" weel
derig geleefd heefl op een groot kasteel en nu
.wrplicht is te bezuinigen. Hij kan wellicht cenige
bedienden afdanken, nu het geven van groole
jliners gedaan is, zoolang hij in dat groote huis
blijft zitten, zal hij vast houden aan oude ge
woonten en gebruiken en zal van .werkelijke be-
minigi.jg weimg komen.
Zoo juist zag onze minister-president dit in,
loen hij in de rede, waarmee hij de hier be-
3 oei de Staatscommissie installeerde, zeide, dal
in ruimen kring tegenwoordig de vraag gesteld
Wordt, of op de jaarlijksch terugkeerende en
Wassende millioenen voor de ambtenarij geen
besparing mogelijk is, maar dat degenen, die
Tclf dagelijks in die ambtelijke beslommeringen
zitten en den gang van zaken van te nabij ga
deslaan, niet de aangewezenen -zijn om een af
doend antwoord op deze vraag te geven.
„Het is daarom zei de premier tot de com
missieleden Van groote beleekenis, dat man
nen, vreemd aan eiken sleur, met frisschen blik
onze waarlijk niet eenvoudige administratie aan
een diepgaand onderzoek zullen gaan onder
werpen. Hoe zwaar deze arbeid ook zij, indien
deze er toe vermag te leiden, dat onze berooide
schatkist van niet volstrekt noodzakelijke uit
gaven wordt ontheven, dan zal het thans leven
de cn niet minder het komende geslacht u
groole erkentelijkheid verschuldigd zijn."
Zoo is het inderdaad.
Maar er is meer: er is nóg een andere reden,
waarom mannen buiten de Regeering staande,
Bureaucratius aan den tand moeten voelen, een
reden, uiteraard door den Minister-president
niet genoemd. Nederland mag over bel alge
meen over zijn ambtenaren niet klagen. Spe
ciaal op het stuk van betrouwbaarheid en on
omkoopbaarheid steekl ons ambtenaarscorps
gunstig af hij het buitenland.
Echter heeft het Haagsche ambtelijke leven
ticli wel op een wijze ingericht, die niet strookt
met den noodzakelijker, eenvoud van dezen tijd.
■Ingrijpen in dat rustige, kalme beslaan, dit
waagt geen enkel departementshoofd. Het gaat
een Minister als een kok in een groole keuken:
wanneer zijn maats hem niet gezind zijn, wan
neer deze het vuur laat uilgaan, gene het deeg
laat mislukken, een ander een hand zout in een
zoet gerecht gooit, brengt hij niets bruikbaars
ter tafel, ook al is hij nog zoo'n kunstenaar in
zijn vak. Een Minister weel, dal hij met zijn
ambtenaren goede vrienden moei blijven.
Een krachtmensoh als oud-minisler Treub
heefl eens een departementale omwenteling op
op touw gezet, maar het werd dan ook een
revolutie, aan welker gevolgen geen ander zich
wagen durft. Daarom is het goed, dat mannen
buiten de Regeering en de ambtelijke practijk
dit zware karwei ter hand nemen.
Nergens ter wereld en in geen beteren tijd
kon een dergelijk werk ondernomen worden.
Want geen volk is zóó afkeerig van overdreven
amblenaarsbemoeiing als het Nederlandsche en
geen tijd is meer geschikt om alles, wat niet
strikt noodig is, af te snijden dan de tijd van
de vredescrisis, waarin wij nu zijn aangeland.
Ia „Het Volk" v,an 3 Jan. wijdt de
hoofdredacteur Mr. Troelstra, liet nieuwe
jaar in met een artikel, waarin Iiij een
taaltje uit zijn pen laat vloeien, dat voor
liet gekrijsch van Wijnkoop, Colly, Lis-
ser c.s. map. weinig behoeft onder te
doen.
Mr. Troelstra laadt natuurlijk de schjuld
der toenemende werkiocshieicl op den breer
den rug van lipt Kapitalisme, wat hem
niet veel hoofdbrekens kost en schuift
ais eenig redmiddel uit den nood waarin
de Maatschappij verkeert, de „Socialisa
tie" naar voren.
Als hij datook niet deed, dan zou
iedereen en lijij zelf het eerst en meest
verbaasd er over staan.
Van „Socialisatie" drooman al de
rood.e leiders en. h[Un „bewuste" volge
lingen, al weten zelfs die Leiders niet,
wat er gesocialiseerd kan worden en of
de socialisatie voordoe Lig of on voordeei
lig voor de arbeiders zal wezen.
Jicli|ter, de arbeiders moeten in de
„stemming" worden gehouden en daarom
gaat Troelstra maar eens geweldig te keer
tegen hpn, die ernstige bedenkingen op
peren tegen lipt troetel-idee der rooden:
de Socialisatie.
Hel is de moeite waard, even naar
zijn getier te Luisteren:
„D,an barst de bende los der chaos
scheppers, die de wereld, zichzelf, ons
allen hebben te gronde gericht. Zij
honen én smalen en krijten: Geen ge
vaarlijke proefnemingen, geen onbezon
nen stelsels zonder .ervaring, neen,
rust... orde. En mocht liet moegetergde
volk balsturig worden, de Burgerwacht,
Vrijwillige Landstorm, Anti-ixevolutie-
reciijtspleging. En op de .achterhaald de
„democratie", met hpre nieuwe priester
ressen, de domgehpuden vrouwen uit
de bewalmde keukentjes der kleine
huisjes, die Godp getrouw blijven, ook
als de :man vervalsch,t aan den socialisti-
schpn Satan, die in de hel liiervoor-
maals de roode vlammen stookt...
Als dat geen sterk gepeperde kost mag
liceten, dan worden we direct socialist
Maar de peper, die we geproefd heb
ben en die nog op lipt puntje van onze
tong brandt, heeft onze nuchtere bezin1
ning geenszins op den loop gejaagd.
En daarom herinneren we ons opper
best, dat nog maar hp©l kort geleden, een
geleerd partijgenoot van den heer Troel-
s.tra, de heer ft. Kuyper, in „Het Volk"
schreef
„Ieder partijgenoot, die een klein
beetje het geestelijke leven van zijn
tijd meeleeft, zal na lezing van het Sor
cialisatie-Happort wel heseffen, dat een
enorm aantal moeilijke vraagstukken
er aan de socialiseeringsta.ak, waar
voor wij stiaan, vastzit. En laat ons
nu eens eerlijk antwoorden op de vraag,
hoeveel personen, zelfs van het kader
van partij- en vakbeweging, deze vraag
stukken, ik zeg niet onder de knie
hpbben want dat is zelfs maar bij
enkele theoretici het geval, en.... zelfs
bij dezen niet maar er althans min
oi meer in georiënteerd zijn. Het ant
woord valt, geloof ik, niet mee."
I" I
Keen, lipt antwoord valt niet mee en
wie de verstandige taal va,n den liper
Kuyper mot het „Trahnner geschrijf' van
den heer Troelstra vergelijkt, kan het
oesluit trekken, dat hpt met den leider
der 8. I). A. F., in snelle vaart, bergaf
waarts gaat naar... den G.oinrhivnistisohen
poel, waarin David Wijnkoop zich zoo
uek,agelijk gevoeLt.
gelukkig kunnen constatearen, dat de gods
dienstzin onder onze arbeiders toeneemt en het
materialisme, voor zoover dat er was, den
bons krijgt.
MATERIALISME.
Oppervlakkig gesproken zou men zeggen, dat
ellende en sinart, de menschhcid moest vermor
zelen, doen inkeeren in zich2elf en de hand
om hulp naar boven uitstrekken.
Daaruit trekt „Criticaster" in de „Resb." hel
besluit, dat, toen de oorlog velerlei rampen
over de wereld uitstrooide, menigeen dacht:-nu
zal de inensch wei spoedig beter worden.
Die zoo dacht, dacht verkeerd.
„In plaats daarvan brak de zinnelijkheid
eerst voorgoed door. Hel materialisme, dal
geleidelijk aan in aanzien verloor, scheen
alle krachten in le spannen om het verloren
terrein le herwinnen. Eu nog altijd stormt er
een vlaag van zinnelijk begeeren door de we
reld. De inenschen, alle rangen van hoog tot
laag, Ialeiv zich door de rnalerieele lusten
begoochelen. Zelfs degenen, die aan God ge
loovcn cn diis weien, dal al liet aardsche
eigenlijk nieis beiuekent, 'IStcu zich nog maar
al te vaak door zinnelijke genietingen over
winnen.
Er zijn er, die beweren, dal vooral ook
onder onze arbeiders het materialisme troef
is. Men kan vaak uitingen opvangen als: al
w%.-r looneischen, die menschen zijn nu nooit
tevreden, ze gaan heetemaal op in rnalerieele
verlangens.
Nu moet ik belaas wel toegeven, dat ook
onder de arbeiders, evenals onder de ande
re klassen, een bepaald percent getiolslaven
huist. Maar dal hel materialisme, bel aldoor
en ten koste van hoogere belangen streven
naar aardsch genot, meer voorkomt bij de
arbeiders dan bij anderen, ja, dat heel de
arbeidersklasse er door aangetast zou zijn,
die bewering kan alleen voorkomen bij hen,
die de arbeiders niet kennen. Het materialis
me heefl bij onze werklieden geen voedings
bodem. De lijden zijn er nog al naar. Is het
eigenlijk geen boon, le spreken van materia
lisme, als een arbeider, die alles geeft wal
hij heeft, zijn arbeidskracht, daartegenover
ook iels meer verlangt dan een hongerloon?
Zijn uitzonderingen daargelaten de loo-
nen over 't algemeen dan zóó boog, dat de
gezinnen toph al niet genoeg dcelen in het
aardsche tranendal, moeten ze al niet ge
noeg missen, zoodat ze niet zouden pogen,
door eerlijke middelen een beetje verlichting
te brengen in de financicelen druk, die hen
steeds en steeds blijft bezwaren? Hebben de
arbeiders niet den plicht, te beproeven hun
toekomst te verlichten?"
„Criticaster" zegt tenslotte: lo. dat uit het
feit, dat men naar hooger loon sreeft, absoluut
niet te concludeeren valt, dal er materialisme
aan 't woord is; 2o.'dat we uit andere feiten
DE VERSPLINTERDE SAMENLEVING.
;We knippen uit li.ct „Ov. Dgbl."
JVat tegen den 8-urigen dug is in
te brengen is o.i. niet liet denkbeeld
van karteren werktijd, maar wel, hpt
eenvormig patroon, dat den arbeid in
alle bedrijven en in alle omstandighe
den in eenzelfde keurslijf knelt.
De middeleeuwen waren op dit punt
veel praktischer. 'Zij zochten het meer
in de vrije feestdagen met voorafgaan-
te vigilies en lieten den-werkdag langer
oi' korter worden naar gelang den tijd
des jaars de behoeften van het bedrijf,
en zoo' - voort.
.Wanneer wij titans in ons land met
den 8-urigen dag in het gedrang zouden
komen wat nog afgewacht moet wor
den dan zal dit zijn, omdat men in
andere landen andere regelingen treft.
.Waaruit men zien kan dat de inter
nationale regeling, waarmede de Kerk
vroeger de menschen leiden kon, ook
onder Stoiieüjk opzicht zegenrijk werk
te. Een geboden feestdag was bindend
voor allen en overal.
Dat hieilzaain juk is evenwel verbrij
zeld. Toen de Hervorming de levens
eenheid stuk sloeg en de heiligen uit
bande, gingen de heiligendagen van
zelf. Tb,ans ondervindt men dat in een
versplinterde samenleving men moeilijk
een gezag kan vinden sterk genoeg om
voor pveral geldende besluiten te tref
fen.
HET CONFLICT TU8SCHÉH ÜUiTSCHLAHD
EU Ui GEALLIEtHOEti
De houding van Frankrijk en
Engeland.
Tegelijkertijd dat de Fransche regeering dc ge
allieerden in kennis stelde van de öpla, welke zij
aan Duitschland had gezonden over de ontwa
pening, had zij voorgesteld zeer spoedig een
bijeenkomst der geallieerde cerste-minislers te
houden om het eens te worden over de jegens
Duitschland aan te nemen houding.
Toen de geallieerden dit voorstel gunstig op
namen, stelde Leygues aan de Engelsche rogee-
ring voor om tusschen 7 en 12 Jan. te Parijs
bijeen te komen. Het kabinet te Londen ant-
woorde dat het gaarne aan de uitnoodiging van
Leygues gevolg zou geven, doch de eerste minis
ter en de minister van builenlandsche zaken
konden den 7den Jan. niet weg. Daarom werd 19
Jan. voorgesteld, welke datum ook de Fransche
regeering en de overige geallieerden schikte.
Leygues de Fransche Minister-president heeft
tegen Parijsche correspondenten van Londensche
bladen verklaard, dat hij den zeer stelligen in
druk had, dat Duitschland ten slotte het tractaat
van Versailles stukje voor beetje zou uitvoeren,
vooral omdat het Duilsche volk zelf'voorstander
is van ontwapening.
De Times meldl op het beste gezag: Het is de
opvatting van het Brilsche ministerie van builen
landsche zaken, dat er geen werkelijk verschil
van inzicht beskuit- tusschen de Engelsche en
Fransche regecringcn ten aanzien van het beleid,
dat men tegenover Duitschland zal hebben te
volgen, ofschoon er verschillen van meening he
slaan ten aanzien van het gerucht, dat men moet
hechten aan erkende tekortkomingen van
Duitschland hij dc vervulling van zijn verplich
tingen onder bepaalde hoofden. Er is alle reden
om aan le nemen, dat wanneer de opperste raad
bijeenkomt, deze verschillen van meeniug met
het grootste gemak geregeld kunnen worden.
De Valera.
De Times meldt, dat de Valera le Manchester
verblijf heefl gehouden en daar gecoulfèerd heelt
met leiners van Sinn-Fein. Hij-heelt te Man
chester zelfs openlijk over straat geloop en.
Ongeregeldheden.
Üflicieel wordt gemeld: Ten gevolge van een
hinderlaag, waarin soldaten hij New-inarkei in
het graafschap Cork, gevallen waren, zijn vijf
huizen, waaruit men de aanvallers had zien
vuren, op last van den militairen gouverneur ver
niet.!.
Gewapende Sinn-Feiuers hebben do belasting
ontvangers van den graafschapsrnad vun Duhtin
bezocht, die ontslag hadden genomen uiodat de
graufschapsraad overgegaan was lol Dail
Eireann, en hun fondsen op hun eigen naam hij
een bank gedeponeerd hadden. Dc: Sinn-Feiner»
dwongen de ontvangers cheques vooi ten uiinsie
10.090 pd.st. le teekenen en hielden beu gevan
gen lot die geïnd waren
Vrede o;i komst?
De Duhlinsche correspondent van de Times
zegt: De gematigde Sinn-Feiners gclooven uu dal
de voornaamste leiders van de partij, ook do
Valera, bereid zijn om over een regeling te
pralen op den grondslag van de liberale amen
dementen op de Home-Rule-wet, met name op
financieel gebied. Het feit dat die opvatting
heerscht, is op zichzelf al een goed voorteeken.
"Het is een bewijs dat het land vrede verlangt en
dat waarschijnlijk slechts een kleiue minderheid
van extremisten een redelijke schikking als ver
raad tegenover de republikeinsche zaak zou be
schouwen.
2 Deze wensch, dien het zoogenaamde lersclie
parlement Dail Eircanu niet kan ncgeeren en
dien bet misschien volkomen bereid is om te
eerbiedigen, heefi een spoorslag gekregen door
de zakelijke wijze waarop Noord-Ieriaud maatre
gelen treit voor de instelling van zijn nieuws
parlement.
De Londensche bladen voorzien binnen eeiiige
dagen een vergadering van Dail Eireann meC
machtiging van de Engelsche regeering. Men
hoopt dan op een gunstigen keer. Algemeen ge
looft men, dat de vrede op komst is.
DE OPENING VAN DE GRIEKSCHE KAMER.
Bij de opening van dc Grieksctie Kamer heb
ben looneelen van groole geestdrift plaats ge
had, toen de Koning en de Koningin, de laatste
in den rouw.de vergaderzaal binnentraden. De
Koning was zeer bewogen en las de troonrede
met moeilijk heheerschte stem voor. Er waren
geen vertegenwoordigers der Entente aanwezig.
De zitting werd verdaagd tot 23 Januari.
De meening wint veld, dat het huidig kabi
net zich zal handhaven.
DE VREDESCRISIS.
L'Oeuvre meldt, dat er groole slapte blijft
heerschen in de zaken der Fransche kleerma
kers, die naar maat werken. Het publiek, zegt
het blad, wacht betere dagen, d.w.z. sterk ge
daalde prijzen af en koopt niet. Een vertegen
woordiger van I'Oeuvre heeft een gesprek ge
had met een der groote Parijsche kleermakers,
die hem verzekerd heeft, dat een pak goedge
maakte kleeren van een goede firma niet min
der dan 500 frank kan kosten, d.i. 200 frank
minder dan in het voorjaar van 1920. De prijs
die dc Engelsche lakenfabrikanten de Fransche
kleermakers voor de stoffen hebben laten beta
len, waarbij dan nog de lage stand van den
frank in het nadeel van de Fransche koopers
kwam, en de hooge loonen zijn volgens den
zegsman van l'Oeuvré, oorzaak van de duurt»
der kleeren.
De Times schrijft dat de vooruitzichten van
den Engelschen scheepsbouw aan de Tyne on
zeker zijn. Er worden sombere voorspellingen
gedaan ten aanzien van de naaste toekomst.
Tal van bestellingen, vooral uit het buitenland,
zijn geannuleerd of uitgesteld ten gevolge van
het dalen van de vrachtprijzen.
Naai- het Fransch van RAOUL DE NAVERY,
bewerkt door
L. M. VAN P1NXTEREN, R.-K. Pr.
15.
Dc sloep werd snel beroofd van liare la
ding. Een groote steen werd aan de voeten
der dooden gebonden en in zee teruggewor
pen. Krachtige armen rolden de tonnen cn
'kisten naar een hoogere plaats aan de kusl
en do vloed,, die steeds hooger steeg, nam
de lichamen mee, spoelde de bloedige' plek
ken schoon en kwam inet zijn gewone kracht
de granieten rotsen beuken.
Toen dc Kermaps zich in de sloep wierpen
om de lading er uit te halen, liet een men-
schelijke gestalte zich er uit glijden. Hel
ion misschien voor den iaatsten passagier
van de Terrible moeilijk geweest zijn liet
land te bereiken, beladen ais hij was met
een dubbelen last, maar een golf wierp hem
op het strand, en hij was daar bijna builen
gevaar. Hij had den moed gehad zich ge-
durende den moord der matrozen en pas
sagiers stil te houden, alleen deukend aan
tijn eigen redding en die van een jong kind
flat h|j in zijn® had, ££u, hij aan 't
strand was, zouden de zonen van Kermar
hem waarschijnlijk niet ontdekken, daar zij
er niet aan dachten, dat een slachtoffer hun
ontsnapt was en zij het veel le druk hadden
om. hun buit in veiligheid te brengen vóór
'het daglicht, dat reeds begon le glanzen,
doorbrak.
HOOFDSTUK V.
DE SCHIPBREUKEL1NGE.
Zoodra de morgen aanbrak, was Tolle-
avoine op de been. Zonder het bevel daartoe
af le wacnten, zonder tiaar ocihtendmaaltijd,
maakte zij de koe los uit den stal en voerde
tiaar op een terrein welks helling gunstig
was voor hare plannen. Inderdaad lag dit
mager stuk grond buiten het gezicht van dc
oewoners der kust. Bovendien stelde een
oude afgeknotte boom haar iu de gelegen
heid de zwarte koe vast te biiidcff en zich
zonder vrees te verwijderen. Zij haalde uil
haren zak een houteii iiap, vulde ze met
melk,, daalde, onder allerlei voorzorgen om
er geen druppel van te verliezen, de helling
af en bereikte de spleet aan dc kust. Het
zwakke licht, dat er in doordrong, liet zien
dat de grond bezaaid lag met schelpen. De
zee had den spleet bijna ontoegankelijk ge
maakt door cr wier en slcenen op le haopen,
maar zij had ze ontdekt bij een barer zwerf
tochten en ei; zich eem soori schuilhoek
gemaakt. Om veilig le zijn voor ontdekking
liad zij nieis aan den ingang veranderd.
Dezen morgen drong zij er met nog meer
voorzorgen dan gewoonlijk door en h;óóp-
te wier en schelpen adder zldi voor den
ingang opeen. Daarna liep zij langs den wand
eu kwam in een halfronde ruimte. Een zacht
getemperd licht viel daarin door een opening
in de hoogte, die eveneens door distels en
andere planten verborgen was. Zonder ge
rucht voortgaande kwam zij bij een smal
bed vau gedroogde zeeplanten, knielde op den
grond en beschouwde met een gevoel van
diep medelijden de jonge vrouw, die daar als
op h. ir doodsbed nederlag. Een hoog rood
kleur'.i haar gelaat, zij sljgp niet, maar was
ten prooi aan een hevigen koortsaanval.
Woorden zonder samenhang ontsnapten hare
lippen en overvloedige tranen rolden over
hare wangen, zonder dat zij zelf het wist.
Tolle-avoine lichtte haar voorzichtig op en
bracht de nap met melk aan hare lippen. De
zieke dronk werktuigelijk en viel op haar
bed terug. Den avond te voren had Tolle-
avoine, nadat zij mevr. de Flessigny in
dien schuilhoek gebracht had, hare natte
kleederen uitgetrokken, deze waren uu op
gedroogd en zij legde ze op de voelen van
■de zieke, dje uu eens huiverde van koude eu
dan weer niet zweet overdekt wns;,
Wat kon zij verder doen? Een geneesheer
of priester halen? Ieder, die in de nabijheid
der hut had durven doordringen, had er
zeker den dood gevonden. Zij wist niet anders
te doen dan haar aan te bevelen aan Haar
wier glimlach het arme kind zoo dikwijls ge
troost had in de kerk van het dorp. Nu
cn dan gaf zij ha-ar wat te drinken, droogde
het zweet \an naar voorhoofd of verwarmde
hare ijskoude voeten.
„Wat," dacht Tolle-avoine, „was hare doch
ter op liet schip? Arme vrouw, zij heeft hel
in de armen gelegd van een der mannen, die
in de sloep gegaan zijn en van die men
schen heeft geen enkele den oever bereikt."
Verpletterd door smart en schaamte, ver
borg zij het gelaat in de handen.
„Toch moet ik het onthouden," mompelde
zij. „Misschien kan ik haar later nuttig zijn.
Zij noemt haar echtgenoot Humbert en haar
dochter Dolores. Zij woonde op een eiland,
waar parels gevonden worden. Zij heeft den
naam van Abbê Regis genoemdIk zal den
pastoor vragen of hij haar kent. Vervolgens
Laurent, aan wien zij haar dochter heeft toe
vertrouwd Dat is alles: Humbert, Laurent.
Abbé Regis, Dolores..."
Tolle-avoine brach;tl den nap met melk aan
de lippen der zieke. „Ik heb gevraagd oen
leven le redden tol uitboeting over wal ik
medehitlp in de misdaden. Maar zai deze on
gelukkige niet duizend maal meer lijden als
zij haar verstand terugkrijgt? Het zou mis
schien beter zijn, dat zij stierf."
Evenals den voiigen avond bracht het kindi
de koe naar den stal terug. Gedurende acht
dagen zette zij deze leefwijze voort, daarna
scheen het haar loc, dat de toestand van de
zieke vcrbelerde. De koorts was niet meer
hevig, ha,ar oogen begonnen te glanzen cvt
sciieen naar bekende gestallen te zoeken.
Maai' die eerste poging' scheen de zieke veel
inspanning te kosten, want zij viel op hare
legerstede terug eu bedekte het gelaat met
de handen. Het zachte hoofdhaar van Tolle-
avoine streeks langs tiaar gelaat eu zij meende
dc lokken liarer dochter le gevoelen eu fluis
terde: „Dolores."
Hoewel zij zich verheugde over het lerug-
keerend leven, was ue kleine hermar toch be
vreesd voor het terugkeeren van haar ver
sland. Wat zou zij zeggen als de ongelukkige
naar hare dochter vroeg? Hoe haar troosten?
lil haar angst herinnerde zij zich de Alangd
van het kleine kerkje ca ijl.ie daarheen. AI
konden de lippen van het breid ook niet spre
ken, zij gevoelde toch dal het u.ot geheel zoo-
der getuid zou blij Veil. Een aah^eiuune ge-
dacine steeg up uit huur uiïuvlcnu Kuil naar
de ghiiilnchcudc Moeder en gaf naar een
buiiuiigewbuc liia.e.ht. plana vm.VMiga)