BASE-ASSOCIATIE. GEMENGD NIEUWS KUNST EN KENNIS Kantoor Alkm&ar Brecdgtraat 11 L!ichusiar:R. XXXVIII. Uit de tweede helft der 1/e eeuw dsg- teekent zoo menig fraai gebouw der aLoude stad. Onder deze neemt het stadhuis wel de eerste plaats in. lederen bezoeker dezer thans betrekkelijk kleine plaats met haar ruim 8000 zielen valt het op, dat ze een zto groot en schoon gebouw tot raadhuis heeft, en, wist hij het niet, hij zou vanzelf tot de conclusie komen, dat de stad een rijk Verleden achter zich heeft. De bezoeker, die het Paleis op den Dam kent en wie zou dat niet? speurt on- maddelijk groote overeenkomst tusschen dit „achtste wereldwonder" en liet Enkhuizer zer stadhuis en is geneigd, ook dit als een schepping van Jacob van Kampen te „eschiouwen.Dit is echter niet het geval Dit bouwwerk kwam eerst tot stand in 1688 en de groote bouwmeester stierf reeds in 1657. Ook kan het plan wel niet aan dezen mogen worden toegeschreven, daar eerst in 1686 het Stedelijk Bestuur te kennen gaf, dat het een nieuw raadhuis wilde laten bouwen, wijl het oude te klein en bouw vallig weid. Dit moet gestaan hebben eveneens aan de Breedstiaat, doch een weinig meer noorde lijk en was oorspronkelijk de kapel van het Gast- en Leprozenhuis, in 1396 ge sticht. Evenals in sommige onzer plattelandsge meenten nog wel eens het geval is, verga derde de vroedschap onzer oude steden wel in een herberg; vóór dien tijd hadden er zelfs raadsvergaderingen plaats in de open lucht, waaraan alle poorters kionden deelne men. Langzamerhand werd het echter ge bruikelijk en Filips van Bourgondië ordi neerde, dal, om alleen de aanzienlijke, on- dërvindingrijkste lieden op te roepen en uit deze instelling ontstond dan de vroedschap (vroed wijs) onzer steden. Naast dit burgerlijk bestuur had men als rechterlijk lichaam! het college van schout en schepenen. De laaisten zijn mirf'of meer te beschouwen als de jury of de gezworenen zooals de Engelsche en Fransche rechts pleging die nog kennen. De schout was tevens bet Hoofd der politie, welker agenten toen met d'en te genwoordig minder aangenaam klinkenden titel van rakkers aangeduid werden. De burgemeester namen oorspronkelijk een zelfstandige positie in, namelijk als verdedigers van de rechten der burgers te gen mogelijke aanmatigingen der grafelijke beambten, of die van een of ander heer. De steden toch konden in 3 categoriën verdeeld worden. Bovenaan stond de vrije Rijksstad, die enkel den keizer als haar hoofd had te erkennen en uit dien hoofde 9/ele privilegiën bezat, die haar heel waf overwicht gaven over hare omgeving. Zco heeft bijv. Groningen altijd' zijn hegemonie -veten te handhaven als vrije rijksstad in iïle Noordelijke provinciën. Een dier voor rechten was een stapelplaats te zijn voos den handel met uitsluiting van andere plaat sen, uit den omtrek. Een ander, vrijdom van sommige belastingen of beden aan den graaf. Natuurlijk belangrijke factoren van rijkdom, handel en industrie. Ook Utrecht was sinds onheugelijke tij den, zulk een rijksstad en Amsterdam, dat nog altijd boven zijn wapen de keizerskroon voert, wend zulks in de dagen van keizer Maximiliaan van Oostenrijk. Een tweede soort vormden de grafelijke of goede steden. Ook deze verkeerden meest al in geen ongunstige positie, wijl der graven belang bij het handhaven van hun jjezag tegen de dikwijls aanmatigende ede len meebracht, dat ze door liet verleenen van privilege's de burgerij hunner goede steden, te vriend hielden. Ten laatste had men de heerlijke steden, die dus tot het grondgebied van een of au deren edelman behoorden, die nog in het bezit was van een allodiaal goed. Zoo bijv. Breda, dat tot de baronie van Breda behoorde; Vere, dat een omniddeiijk bezit van het Oranjehuis was- Leerdam, dat aan de heeren van Ter Leede behoorde, ljselstein e.a. In 1640 verbood Graaf Willem de Goede, dat in de openlucht of in de herbergen de Vierschaar zou worden gespannen en zoo moest dan Enkhuizen er ook toe over gaan, dat een vast gebouw zou worden geslicht. Het eerstgenoemde, de kapel van het Leprozenhuis, dat toch vaak te klein was, werd verlaten en een nieuw Stedehuis gebouwd. In 1686 werd vervolgens de eerste steen gelegd voor een nog grooter Stedehuis, het tegenwoordige, en dit werd voltooid in 1688. De overeenkomst met het door Joost van den Vondel zoo geestdriftig bezongen Am sterdamsen stadhuis, dat in den Franschen lijd zoo jammerlijk verknoeid werd, om le dienen tot paleis- van den zoo wissel zieken Koning Lodewijk Napoleon,ris geen toevallige. Waarschijnlijk zal de Amster- damsche bouwmeester, Steven Venekool, een leerling van den grooten Van Kampen geweest zijn en tevens geïnspireerd door diens voornaamste kunstgewrocht De hoog en breed oprijzende voorgevel is opgemetseld van groote, regelmatig ge houwen Bentheimsche steen, terwijl de zij- en achtergevels van gebakken steen zijn op getrokken. Het gebouw heeft 3 verdiepin gen, waarvan de benedenste en bovenste het laagst zijn. De middel ruiten, zeer hoog van zoldering. Deze ruiten zijn niet zooals bij meerdere antieke gebouwen in Lood gevat, doch leveren toch, daar ze alle even groot cf liever klein zijn, een typisch' ge zicht op. Een breed uitgewerkt, dodï niet hoog bordes voert naar de hoofdingang, waar hoven een balkon prijkt, diat zich echter niet, zooals bij 't paleis op den Dam ever de geheele breedte van den voorge ver uitstrekt, doch over het middelste, der de deel. Om dit balkon is een zware ba lustrade voor welker spijten is aangebracht een geopend wetboek, waarachter twee ge kruiste zwaarden en een kronkelende slang Aan de beide hoeken der balustrade prijkt' een Enkhuizer stedemaagd met het wapen schild der stad in de hand, de drie gekroon de haringen op het blauwe veld. Boven de haringkoppen prijken gouden sterren, die waarschijnlijk mioeten te kennen geven, dat de Enkhuizer zeevaart zich van Noprd- tot Zuidpool uitstrekte. Boven de deur, die tot dit Eaton toegang geeft, is een cartouche, waarop in duidelij ke, gouden letters te lezen staat „Candide et constanter". De Enkhuizer vladeren had den dus „Eerlijk' en Standvastig," tot Run schoon devies gekozen. Op de Kroonlijst van Het gebouw ziet men een beeldwerk) een zoogenaamde at trek', welks midden wederom het met een Kroon gedekte wapen der stad vertoont geflankeerd door vazen en beelden. Diit alles heeft tot achtergrond' een wit mar meren plaat als plooisel gebeiteld. Een zeshoekige, koepelvormige toren me"t galmgaten en netvormige- balustrade Ee- bekrooiit het geheel. De ernst en waardigheid van dezen gevel worden door de 'genoemde versieringen, waarvan de afmetingen in volmaakte over eenstemming zijn met liet gebouw, getem perd zonder daaraan afbreuk te doen. Hél geheel is imponeerend, doch niet stijf o'i' somber. Een zoo rijk exterieur doet het Ver moeden ontstaan, dat het interieur daar mede in overeenstemming zal zijn. Deze verwachting wordt dan ook niet teleurge steld. Herhaalde malen bezichtigden wij het stadhuis, doch telkenmale boeide het op nieuw onze aandacht en schonk ruiir,L voldoening' aan liet kunstgevoel. En dit is geen uitsluitend 'persoonlijke ervaring, neen, wij namen 'hetzelfde waar bij ieder clien we bij zulke gelegenheid aantroffen. De benedenverdieping wordt hoofdzakë lijk ingenomen 'door een ruime hal, waar het hardsteen van de vloer en de gewitte wanden domineeren. De zijzalen daar zijn voor de rlagelijksche zaken van een ge meentehuis geschikt, zooals de secretarie', spreekkamer van den burgemeester en con cierg'ewoning. Ecu gen akkelij'ke hardsteenen trap leidt naar de tweede etage, waar men de belang rijkste antieke zaien aantreft, Het eerst komt men ook daar in een ruime hal, de zoogenaamde "Witte zaal. Deze is be vloert met groote marmeren platen, inder tijd als blokken ter beballisting van schepen uit Italië aangevoerd. Daar de naast el kander liggende platen uit eenzelfde blok gezaagd zijn, vertonen ze twee aan twee dezelfde teekening in de marmeraders, het geen een fraai en verrassend gezicht ap- levert. Aan schilderwerk' is dit stadhuis zeer rijk. D'it begint reeds met de witte zaal, waar boven de deur der b'urgemeesierska mer een groot allegorisch' tafereel prijkt, geschilderd door Jolran van Neck. Boven iie deuren daarnevens een paar mooi uit gevoerde grauwtjes (schilderingen in een grauwige tint met verschillende toetsen), die mede tegen het helder wit der muren deftig aandoen. De omlijsting dezer middeldeur jn Do- risehen stijl gesneden, stelt o.a. voor een hond, een haan en een leeuw. Het doel dezer symboliek' is een voorstelling te ge ven van de drie hoofddeugden, welke den burgemeester moeten kenmerken: de trouw, de waakzaamheid en de kracht Aan de linkerzijde dezer hal grenst le de Weeskamer. 'De naam duidt voldoende aan, tct welk doel deze diende, n.m. als ver tot welk doel deze diende, n.m. als verga derzaal voor den Raad van Voogdij, die het beheer voerde over de goederen der min derjarige weezen. Thans, nu elders in de stad een nieuw en ruim Hervormd Wees huis' aanwezig'is, wordt deze zaal voor het aanvankelijk doel niet meer gebezigd. Zij is vooral opmerkelijk door het zeer kestbare behangsel dat bestaat uit zijden gobelin, hetwelk in symbolische voorstelling weer geeft de taak der weeshuisregenten. Dit gobelin dagteekent van 1705 en is vóór eenige jaren kunstvol geres!auree:d. In de vakken ziet men nog de wapenschilden der weesmeesteren in genoemd jaar, t.w. Fre denk de Wit, Reinier Puijt, Willem Poen Oudewagen, Maarten van Rossum (niet te verwarren met den berudhten Gelderschman van Rossem) en Lucas Westwoud. De meubileeriiig' dezer zaal evenals de overige is mede antiek en in dessins over eenstemmend met de omgeving. De 2e zaal is van ouds de brandraadka- mer, thans het bureau van den gemeente secretaris. Deze prijkt met een marmeren schoorsteen, waarboven een schilderstuk, dat een voorstelling geeft van het Paalkist- recht, waarop de stad niet weinig trotsch schijnt geweest te zijn, daar ook de allegori op de zoldering van de Raadkamer daarop betrekking heeft. Deze raadszaal heeft een kostbaar behang van velours d'Utrecht van 1692, waarvan de figuren geheel met de schaar zijn be werkt en niet geplet, zooals men dat 'te genwoordig zou doen. Het ornament ver dwijnt dus niet met den tijd. Bij de res tauratie in 1902 heeft men den benedenkant langs de hooge lambrizeering weder beves tigd met een zoom van glad velours. De zooeven vermelde plafondsschildering geeft behalve de allegorische voorstelling van het' Paalkistrecht er ook een van de Haring visscherij. Ook' het schoorsteenstuk boven de grijsttiarmeren schouw is aan b'eide doeleinden dienstbaar gemaakt. In medail lons prijken de wapens van stedelijke re genten der 17e eeuw. Het zijn namen, die in de geschiedenis der stad veelvuldig voor komen, weshalve iwe ze hier vermelden, n.I. Pieter Sem'einsz., Gerbrand Blauwhulck', Dirk Hagia, Hendrik van Loosen en Frede- rik "Lakenmlan. Nog zijn in deze zaal opmerkelijk 'de mooi gedreven zilveren stihïlden van het Turlöragersgilde, die tegen het donkerrood der wanden helder uitkomen. Een vijfde zaal is de burgemeesterska mer. Deze is, oin zoo te zeggen, een sdhil- derstuk. De wanden, beschilderd door Ro mein de Hoogïre, geven voorstellingen, ont leend aan de Romeinsche geschiedenis en Mythologie .van ide burgejneesterlijke waar digheid en ambten. De plafondschildering van Van Nedki heeft hopge kunstwaarde. Daarbij' is vooral opmerkelijk de zcermeer- min, die, in welken Hloek der zaal men zich ook Bevindt, steeds Het gelaat naar den toe schouwer keert en daarbij' telkens een an- derehoudinei van het licliam1 doet waarne men. Een kunstvolle bewerking van bet effect, diat ook' door andere beroemde schil ders van dat tijdvak nagestreefd en bereikt werid. Iets dergelijks treffen we ook aan bij een familiestuk yan een der autoriteiten dier dagen met rijd gezin, waarbij deze en zijd ylroiuw m'et kinderen studs den toeschouwer het gelaat toekeeren en een aangenomen kind den blik afwendt. De plafondschildering stelt .voor „de Trkmf der Gerechtigheid" en bet zeer sclioone schoorsteenstuk yan Ferdinand Bol de „Moederliefde". Ten laatste toont men u nog de Sdiepe- n en-kamer, evenals die Raadszaal behangen met velours d'Utrecht, ditmaal in grijze tint en prijkende met een schoorsteenstuk en geschilderd plafond. Aan den wand hangt een schilderstuk' van Abraham' de Verwer, voorstellend de slag' op d? Zuiderzee. De bovenverdieping wordt grootendcels ingenomen door het stedelijk' museum. Hier Lij' zijn vooral te bewonderen eenige antieke land- en zeekaarten, platte gronden en tee- këningen, die een rijk studiemateriaal op leveren. Ook' zijn hier aanwezig een groot aantal stempels en geldstukken afkomstig van de West-Friesdie Munt, alsmede een verzameling gedenkpenningen, bij verschil lende gelegenheden voor stad en land merkwaardig geslagen. Eenige oude folter- en strafwerktuigen, die aan de wreedheid der vroegere rechts pleging herinneren, zijn hier mede aanwezig Kortom dit museum en ook' het gemeenie- archief bevatten een schat van materiaal voor den oudheidkundige van hooge waar de. Achter het stadhuis beeft men nog de stedelijke gevangenis, die als merkwaar dig' bouwwerk in wezen is gehouden en door zware beeren tegen verdere verzak king beschut. Landbouw en Veeteelt NUTHOENDERTEELT. Hce sterk liet exterieur der hoenders van invloed is op de legkwaliteit, of liever lroe sterke aanwijzingen het ex terieur geeftv.au een goede legkip, blijkt uit hetgeen B. van Asperen Vervvenne in Avicultura mededeelt omtrent de ver houding tusschen de grootte van den kam en de te leggen eieren. Met is natuurlijk heel wat anderen met mil opgevallen, dat een flink ont wikkelde gezonde, bioedroode kam, niet alleen een teeken is dat een kip legt. maar dat de betreffende kip als regel ec-n groot ei legt. Dit gaat zoowel op voor het individu en als voor een stam en voor een ras. Bekend is. .dat speciaal de Minorca's en Brakels van een 10—20 jaar terug groote eieren legden en dat die rassen toen. jn verhouding tot hun lichaams grootte., zeer groote zware kammen had den, heel wat grooter en .zwaarder dan de tegenwoordige vertegenwoordigers dier rassen. In Gelderland noemde men ze toen, die kippen met die groote flod- derkammen". die kammen hadden dik wijls zoo'n omvang, dat de dieren in vollen leg' .zijnde, letterlijk gebukt gin gen onder den last. Maar eieren legd'en ze als bommen zoo groot, zocdat er heel wat bij waren, die hoewel een dooier bevattend, niet meer als bfoedeieren geschikt waren. Met de zilver Brakels was het toen net zoo,' ze torsten haast zonder uitzondering .groo te. zware kammen enlegden groote eieren. Ook de Wyandottes uit dien tijd hadden over het geheel beslist groo- tere kammen, dan de tegenwoordige. Ik herinner me, onder den eersten toom, dien ik had, waren verscheidene hennen met groote kammen, er waren ook enkelkammen bij. die omvielen, maar de eieren van dien toom waren over het geheel aanmerkelijk zwaarder, dan die van mijn latere toornen, die veel' kleiner kammen hadden en die der tegenwoordige Wyandottes. Ik zeg .dit niet. omdat ik zoo met die bommen van eieren dweep en die zware kam men zoo mooi vind, 'k haal alleen mijn eigen ervaringen en waarneming'en aan om het verband tusschen de grootte van den karn en de grootte van het ei ia an te geven. Overigens verwonderlijk is dat verschijnsel niet, daar de ont wikkeling van den kam geheel samen gaat met de ontwikkeling der geslachts organen. Van een haan, die men kapoe- neert en daarmede de voornaamste ge slachtsorganen ontneemt blijft ook .de kam onontwikkeld; .van teen hen„ die van den leg .af is, krimpt de kam tii- .deilijk jn, in meer of mindere mate, hl naar de kam groot 'is. Het verband tusschen de kam en de werking der geslachtsorganen blijkt uit deze beide voorbeelden duidelijk ge noeg, Izoodat Ihet geen gewaagde conclu sie is te ^eggeen, dat een sterke ont wikkeling yan den kam duidt op leen sterke ontwikkeling der geslachtsorga nen, .wat vanzelf 'n aanwijzing js voor een groot prodiuetie-vermogen. In hoe verre cieze conclusie juist is voor het aantal, weet ik niet, jk héb daarom trent geen gegevens, bovendien 'n groot productievermogen sluit niet altijd in een groote productie, andere invloeden spreken daarin ook een woord mede. een groote goed ontwikkelde bioedroo de kam wijst in ieder geval' op een tijdelijke groote productie, .daarbij jn het midden latende of een tijdelijke groote productie onder gunstige voor waarden kan worden opgevoerd tot het gewenschte ideaal »Y,eiêl en, groote eieren," 'js.'iö'rT WERTHEIM en GOBPERTZ 1834 en CREDIETVEREEMG1G 1858 Kapitaal en Reserven f 19.500.000 Direct.K. VAN NIENES en D. SCHENK. Credieten, Deposito's, Aan- en Verkoop van Ei loeten, ALLE BANKZAKEN. DE THEE. (Humoreske van Heinrich Heine), 't Geschïedenisje, dat ik'' nu vertellen ga, speelt zich 'af in de baden van Lucca. Het heeft een pliilosopisclie moraal, die hierop neerkomt, dat wij soms belachelijk kunnen zijn, zonder dat het ook maar eenigs zins onze eigen schuld 'is. Ik' kon 'hier in den eersten persoon spreken, ik wil 't ook wel doen, maar, dierbare lezer, lach niet mee in koor. Kan ik 't Jielpen, dat ik' een hjnen smaak 'heb en veel van fijne thee hou? En ik' ben een dankba'ar iliensclr en toen ik in Lucca de baden gebruikte, prees ik mijn hotelier, die me de lekkerste thee gaf 'die ik ooit dronk. Lady Woole woonde in hetzelfde hotel en ik had haar al vaak de lof van mijn thee bezongen. Zij" was er zeer verbaasd over en vertelde mij, dat men ondanks haar herhaald verzoek, in dit hotel geen drinkbare thee icon zetten. Daearom nad zij zich genoodzaakt te zien zelf thee uit Livorno te laten komen „Maar die smaakt ook' hëmelsch", zei ze en glimlachte engel achtig;. „Mylatiy", antwoordde ik, „ik durf wed den, dat de mijne nog veel heter is!" De" dames, ie toevallig bij' dit gesprek tegenwoordig waren, werden nu met Lady Woole door mij op de thee genoodigl en ze beleefden den volgenden dag bm' zes uur te Komen op een vriendelijken heuvel top, waar men zoo vertrouwelijk zit én in het dal Kijken kan. Het aangeg even uur kwam1, de tafel was keurig gedekt, en wèl vioorzien, de dames kwamen en cabhèld'en maar er kwam thee. Het werd /.es uur en het werd half zeven de avondschaduwen kringelden zich als zwarte slangen rond den voet der bergen de bosschen geurden verlangend en ver langender, de vogels tjilpten innig en inni ger maar er kwam geen thee. De zonnestralen belichtten nu nog slechts de toppen der bergen en ik' maakte er de dames opmerkzaam op, dat de zon slechts noooe scheen te scheiden en aarzelde om het gezelschap h'arer meue-zonnen te ver laten. Dat was aardig gezegd m;aar de thee kwant niet Eindelijk kwam, mét een lang gezicht, de hotelier en vroeg1 .of we niet liever sor bet wilden hebben inplaats van thee. „Thee, thee", riepen we eenstemmig. „En dan dezelfde, die ik iederen dag drink", Voegde ik er aan toe. „Dezelfde mijnheer, onmogelijk!" „"Waaróm?" vroeg ik verdrietig. De hotelier werd" steeds verlegener. Hij stamelde cn stotterde. Na lang tegenstrib belen evenwel kwam' die bekentenis en werd de puzzle opgelost Die hotelier n.I. verstond de edele kunst een theepot, die reeds leeggeschonken was, opnieuw met voortreffelijk' lieet water te vullen, en de thee, die mij zoo lekker smaakte en waarmee ik zoo had' opgeschept, was niets anders dan tweede aftreksel van dezelfde thee, die lady Woole uit Livorno komen liet. fPrewtnciaal Nieuws KOEDIJK. KOEDIJK. Raadsvergadering. Woensdag te 3 uur Vergaderde de Raad dezer gemeente. Aauwezig alle leden. De Voorzitter opent de vergadering en heet allen hartelijk welkom in deze eerste ver gadering van het jaar 1921. Hij lioopt, dat dit jaar voorspoedig mag zijn en roept de mede werking van do leden in. De notulen worden gelezen en goedgekeurd De heer Oud geeft in overweging de rond vraag de cene keer links ara! en de andere keer rechts om te doen. De heer v. d. Woude wilde met dat voor stel komen. De Voorzitter deelt mede, dat de woning- huur door den Minister bepaald is op ge middeld f4.42 per week en per woning. Ged. Staten hebben de beslissing omtrent de begroeting 1921 verdaagd. Voorts hebben Ged. Staten, goedgekeurd het leeningsbesluit ad fiO.OOO voor de ver bouwing der school. Voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen zijn de volgende stukken: a. Van den Rijksbetaalmeester beriaht, dat iiij aan den gemeente-ontvanger op 81 Dee, f 1326.99 heeft betaald. .Voor kennisgeving aangenomen. b. Verzoek van den heer P. C. Hartog, om eervol ontslag als onderwijzer piet ingang van 22 Dec. Hetontslag wordt eervol verleend. B. en W. bieden de volgende voordracht aan ter benoeming van een nieuwen onder wijzer i 1l A. de .Vries te Oostzaan. 3. J. v. d. Pol te Beemsten 8. N. Roos, tijd. onderwijzer te Koedijk Benoemd wordt met algemeena atetmlmen de heer A de Vries. t B. en W. stellen voor weer aan te gaan een kasgeldleening groot f 10. (XXL Aldus besloten. .Verveening jn vereeniging met St Pancras. B. en W. overleggen den Raad de ver schillende voorwaarden, waarop de gemeente St. Pancras gezamenlijk met Koedijk wil over gaan tot yerveening in St Pancras. D'e heer v. d. Woude vraagt, of de grootte i van, het land precies is aangegeven, j 1 Dc Voorzitter deelt niette, dat dc grootte 4 H.A. en 30 A. bedraagt De heer v. d. Woude vindt liet niet bil lijk, dat de gemeente Koedijk de helft moet betalen van het reeds verveende land. De Voorzitter is van meening, dat slechts de nog te verveeucu grond is opgegeven. De heer Mulder denkt juist het tegen overgestelde en noemt het billijk, dal St. Pancras alleen de verveende grond betaalt De Voorzitter stelt voor in principe aan te nemen over te gaan tot samenwerking cn daarna St. Pancras mede te decleu wat men verlangd. Dc beer Hart is niet teyca hel verveenen, doch vraagt op welke prijzen de berekening is gemaakt. Hij vreest voor een terugloopen der prijzen cn een strop voor de gemeente. De heer v. d .Woude merkt ©p, dat dc turf van zeer goede kwaliteit is ea hel vorig jaar. voor f 0.50 is verkocht. Dit is geen hooge prijs. De lieer Hart kan zich dan rncl het voor stel vcrecnigen. Do heer Mulder vraagt, of het waar is. dat dc menséhen beneden het normale loon verdienen. Dc heer Beets merkt op, dal liet vervecnen hyschouwd moet worden als een werliver- schaffing. De lieer Visser deelt mede, dat de rnen- schen steckloon krijgen. Ifoo meer turven ze steken hoe meer ze verdienen. Dc heer Hart betwijfeld het of men hier, met werkverschaffing te doen heeft. Hij vraagt of dc gemeente medezeggingschap in de loonén heeft. De Voorzitter zegt, dat, ais het voorstel wordt aangenomen, B. en W, willen voorstel len een commissie te benoemen, bestaande uit 2 leden van den Raad én 1 lid uit het col lege van B. en W. Na eenige discussie wordt bosloten over tCjgaan tol het verveenen voor gemoenscbapr pelijke rekening. De voorwaarden worden hierna vastgesteld. Dc lieer Beets wil als leider benoemen iemand die buiten de commissie staat. Dit zal de commissie nader regelen. B. cn W. worden alsnu gemachtigd ondex goedkeuring van Ged. Staten met St. Pan eras een overeenkomst aan te gaan. Als leden van de commissie worden geko zen dc hoeren v. d. Woude en Yerduiiï. B. en W. voegen hieraan toe wethouder Beets. De lieer Hart vraagt, of Rllccn personen uit beide gemeenten aan hel verveenen mo gen werken. De lieer v. d. Woude ziet er niets in als er in deze gemeenten geen werkeloozen zijn eu de meiischcn turven verhingen ook an deren aan hel werk te zetten. De heer Ilart pleit ervoor de ongeorgani seerden voor hel werk uit le sluiten. De heer v. d. Woude wilde den menschen geen dwang opleggen om sich te organi- seeren. Verschillende leden willen er wei rekening; tnede houden doch dc commis,sic niet binden aan een besluit. De Voorzitter ontraadt dat ook ten sLerksta De beer Hart voelt als organisalieman zich' veijplicht toch een voorstel iu dezen geest te doen. Het voorstel wordt echter niet gesteund. Rondvraag. Ditmaal begon de rondvraag bij den heen Visser. De heer v. d. Woude stelt voor de rond vraag of te schaffen. Vroeger was spr. tegen het afschaffen van de rondvraag, (loch is nu van andere meening. De stemming wil hij voortaan na loting doen geschieden. De heer Visser ondersteun! dit voorstel.^ De heer Beets js tegen het voorstel. Een lid moet de gelegenheid hebben zijn meening en zijn vragen ter tafel te brengen. De heer Mulder meent, dal dit voorstel een gevqlg is van de vorige vergadering. De heer Hart had hem toen gevraagd ook en kele punten te willen behandelen, doch spr. heeft tocu gemeend het beter aan den licoi" Hart te kunnen overlaten. Spr. giet overigens geheel met den heer Beets nrede. De heer v. d. Woude merkt op, dat tegen woordig (le vergaderingen eerst beginnen bij de rondvraag. Spr. wil dit tegen gaan. De heer Hart verzet zich tegen het voor stel. Spr. wil op die manier de vergaderingen niet bekort zien. Als dit moet, dan moeten de notulen maar wat korter gemaakt wor den. Spr. meent nooit iels ter tafel gebracht te hebben, dat bier niet thuis hoorde. De heer Visser meent, dat een raadslid toch alfij'd zijn vragen schriftelijk kan stellen, zoo dat ze toch behandeld worden. Na eenige' discussie, waarbij de heer Ilart zich tamelijk cpwi.idt en de Voorzitter (jp- merkt, dat de rondvraag tqch eigenlijk het doel mist, gaat men over tot stemming over het voorstel. Doordat de heer Öud blanco stemt, sto ken de stemmen. Vóór stemmen de heereö Visser, v. d. Wónde en Verduin. <1, Over dit voorstel zal dus de volgend# vergadering opnieuw gestemd worden. J)e stemming zal voortaan niet altijd bj dcnzelfden persoon beginnen. De Voorzitter constateert, dat deze eerste vergadering in 1921 in velerlei opzicht belang^ rijk is geweeét. Meeningsverschillen kunnéth niet altijd uitblijven. Spr. zegt allen dan* i voor de medewerking en slujt de vergadertip _i UJ 'I HOOTO L i D« "lijst die mlaand DteceniUer meldt efcjl 1|W"WR 3 geyalteiR J_j i U t-1 MELKPRIJS- A De mlelfcfrïïs is hier 22 oesTfieifi jj&SDrife- mimics 2Q dent nót' M3-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1921 | | pagina 6