R.-K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon 433
BINNENLAND
FhUlLLhlON
De
weitergevonaen oociiter
No. 32*
Woensdag 26 Januari 1921
13e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS s
VERSCHIJNT DAGELIJKS.
ADVERTENTIEPRIJS!
*)e Derde Orde bij haar 700-
jarig bestaan.
Binnenlandsch Nieuws.
PER KWARTAAL VOOR ALKMAAR f 2.-, BUITEN 1 2.50
MET QEILLUSTREERD ZONDAGSBLAD f 0.50 HOOOER.
Van 1 tot 5 regel» f 1.25; elk» regel meer f 0.25; Reclame» per
regel f 0.75; Ruhriek „Vraag en Aanbod" bij vooruitbetaling
per plaatsing f 0.60.
£an aii„ abonné's wordt op aanvraag gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van t 500.—, t 400.—, f 200—, t 100.- t 60—, f 35.-, t 15.—
goed-georganiseerd leger, waarin ieder I Savelberg, aan wien Nederland zooveel dank
voor den strijd zal worden afgericht, ge-1 verschuldigd i;.
oefend en aangemoedigd. In de Derde Ordel Wil het R.K. vereenigingsieven met suc-
vereenigd en aangesloten aan de kerkelijke ces arbeiden, dan is het noodig, dat het op-
III. Het doel der Derde Orde.
De Derde Orde wil zijn een godsdienstige
vereeniging van Katholieken, een bond van
overtuigde Christenen, die niet tevreden met
de vervulling van hun noodzakelijke plich
ten, willen streven naar de volle beleving van
hun geloof, naar de veelomvattende Chris
telijke volmaaktheid.
Aan de Derde-Ordelingen is door Fran-
ciscus als wet opgelegd, zeide Pius X, trouw
en ongeschonden de verplichtingen van den
godsdienst na te komen. Wat alle zonen der
kerk doen moeten, moeten ook zij doen,
maar met grootere nauwgezetheid, opdat zij
in hun huisgezinnen en in het openbaar
leven voor anderen een voorbeeld zijn van
Christelijke deugden. Het eerste en voor
naamste, wat Franciscus zijn volgelingen
inscherpte, was de plicht naar zelfvolmaking,
door gebed en zelfverloochening. Alle andere
voorschriften kan men samenvatten in het
groot gebod der christelijke naastenliefde.
Hij verlangde eendracht onder alle menschen
het bijleggen van twist en partijschap, de
vervulling van de plichten der rechtvaardig
heid jegens anderen, ondersteuning van
armen, zieken en veriatenen.
Een heilige wordt men niet door alléén
met neergeslagen oogen schietgebedjes, hoe
zeer verdienstelijk ook, te verrichten, maar
door zijn plichten flink na te komen en deug
den te beoefenen. En de stem van Francis
cus was niet als van een roepende in de
woestijnzijn woorden zijn ingeslagen,
üaat maar ha de glorieuse geschiedenis
der Derde Orde. Naast de lieftallige figuur
der zoete H. Elisabeth, de Hongaarsche
koningsdochter, zien wij de krachtige ge
stalte van den geharnasten kruisridder der
middeleeuwen Lodewijk den Heiligen naast
Elisabeth, de vrde stichter van Portugal
een H. Ferdinand, den hamer der Sarace-
nennaast Cortona's boetelingen het aan
vallige kind der onschuld Rosa van Viterbo.
In de Derde O rde heiligt zich Nevolonus,
de schoenmaker en Petrus van Siëna, een
voudig koopman Ivo en Joannes Baptista
Vianney, volijverige zielzorgers en Rochus,
die zich stelt in den dienst der pestlijders;
Hutniliana de weduwe, zoo oewonderens-
waardig door haar geduld en haar liefde
tot de armen en Viridiana, die als maagd
in de strengste boetplegingen haar leven
door brengt; Luchesius, uitmuntend in
alle liefdewerken en Elzearius, die met zijn
zalige echtgenoot Delphina belofte van ont
houding aflegt. Dat is een gloriegroep dat
is een Mei-wei, waar de bloemen vol gratie
hun kransen omhoog heffen, waar de"mor
genzon de dauwdruppelen in milioenen kleu
ren doet schitteren dat is een Italiaansch
dal, aan weerszijden bezet met wit-getopte
bergen, waar de Arno den strak-blauwen
hemel diep weerspiegelt, waar het helle zon
nelicht onafgebroken schittert en dik-zwarte
schaduwen van olijf en olm scherp afteekent
op de berghelling Zoo'n heiligen groep is
ee n paraaijsweelde van groen en rood. van
zilve r en goud
De Derde Orde heeft maar even 37 Hei
ligen en 66 zaligen. Telt daar nog bij de ve
len, die sedert onheugelijke tijden vóór het
decreet van Urbanus als Zaligen vereerd
werden, of in de laatste vier eeuwen als Eer
bied waardigen worden gehuldigd. Neen, de
Derde Orae is geen school van kwezels,
waarachtig niet
„Ook in onze dagen aldus de groote
apologeet Hettinger zou de bloei der
Derde Orde een feit van ont ettende be-
teekenis. Zij zou de verstrooide katholieke
vereenigingen tot een vast-aaneengesloten
organisatie en diocesen en parochies zou
den de katholieke vereenigingen voor af
dwaling gevrijwaard worden en bezitten
zij een nimmer uitdrogende bron van altijd
frissche levenskracht.''
Dat zou een internationale zijn En wat
een steun voor 'n parochie Men denke zich
in een parochie 100 vastberaden mannen
of 100 offervaardige vrouwen, die uit volle
overtuiging zich verplichten minstens maan
delijks de H. H. Sacramenten te ontvangen,
overal verzoenend op te treden, de slechte
lectuur en de openbare onzedelijkheid te be-
bestrijden, alle vertoon van weelde en over
daad vaarwel te zeggen, gevaarlijke bals en
tooneelvoorstellingen te vermijden, naar
vermogen bij te dragen tot leniging van den
nood van den evenmensch zooals de regel
der Derde Orde eischt ulk een vereeni
ging zou zonder de minsten twijfel een krach
tige steun zijn voor den zielzorger, een cen-
traalgroep, waarop hij bouwen kan. Ik denk
hier aan den zalige Pastoor van Ars, bij wien
eenige pastoors klaagden over de zedeloos
heid en het ongeloof in hun parochie. Zijn
antwoord wasRicht de Derde Orde op in
uw parochie, zorgt voor haar bloei en gij zult
uw parochianen weldra verbeterd zien.
De Derde Orde is zeer zeker een zuiver
godsdienstig e vereeniging, maar godsdienst
bestaat niet alleen in bidden en zorgen voor
eigen heil. Krachtens haar regel en geschie
denis moet de Derde Orde dan ook de wer
ken van liefdadigheid beoefenen, is het haar
taak de instellingen van katholiek-socialen
aard, krachtig onder hare leden te bevorde
ren. Het gevleugeld woo d van Paus Leo
X1U „Mijn maatschappelijke hervorming
is de Derde Orde," geeft genoegzaam aan,
hoe hoog deze Paus de sociale beteekenis
waardeerde der instelling van Sint Francis
cus, al is haar doel niet het voeren van socia
le actie. Mag ik een program van werkzaam
heid geven der Derde Orde, zooals dat voort
vloeit uit haar geest en haar Regel en feite
lijk in haar 700-jarige geschiedenis ook is
opgevat
Allereerst heeft de Derde Orde de zuivere
godsdienstige werken te bevorderen, zooals
de Eeredienst der H. Eucharistie, het mid
delpunt van geheel ons Katholiek leven, de
opleiding van jongelingen tot den geestelij
ken stand, het steunen van de missies onder
heidenen en afgedwaalde geloofsgenoot en,
het onderhoud van roomsche scholen. Dan
behartige de Derde Orde armenzorg en zie
kenverpleging, het werk „Voor Eer en
Deugd" en drankbestrijding. Verder werke
de Derde Orde mee om de katholieke pers
vooral godsdienstige en apologetische
geschriften te verspreiden, de jeugd te
gen het bederf te bewaren. Ook toont de
Derde Orde zich een bij uitstek nuttige in
stelling, als zij zich met het katechismus-
onderricht belast, en als de Tertiarissen aan
de Pastoors de middelen verschaften, om
goede werken op te richten of in stand te
houden, welke door locale omstandigheden
vereischt worden, enz. dan toonen zij zich
bewust van hun roeping.
Wilt gij 'n paar namen hebben, welke
dienen kunnen als Patroon van zulke in
stellingen, dan neem ik uit de geschiedenis
der lijdende en helpende menschheid de
mannen en vrouwen, die zelfs als Tertiaris
het lot van armen, zieken en weezen aan
trokken, dan wijs ik ik op de schitterende
figuren van neerouigeude liefdeop St.
Elisabeth van Thuringen, op de Zalige
Joanne Vianney, een model voor alle ziel
zorgers, op de vrouw, die de Engel van Ant
werpen is genoemd, Constance Teichman
en den waarachtig grooten priester, Mgr,
groeie uit een frisschen, echt-levenden, gods-
dienstigen geest. En daarvoor zorgt de Der
de Orde, Dan behooren ook allen toe te tre
den, die actief deelnemen aan de katholieke
beweging. Zij, die invloed uitoefenen, moe
ten dien invloed versterken, door Franciscus'
geest in zich op te nemen. Feitelijk moest
men eerst Tertiaris worden en dan, met het
echte vuur der geestdrift in de ziel, gaan
deelnemen aan de sociale beweging.
„Mijn maatschappelijke yervorming is
de Derde Orde." (Leo XIII)
Nieuwe-Niedcrp.
Fr. DEODATUS VERGEER, O. F. M.
VUILAARDIG GESCHRIJF.
„Onze Strijder" orgaan van den Ned
R.K. Bond van Overheidspersoneel „St
Paulusdient „Het Volk" een gevoelige
afstraffing toe. De Katholieke Kerk en
haar glorieuze instellingen, zitten dat blad
leelijk dwars. Om die Kerk en alles wat
uit haar voortspruit, te bekladden, ontziet
„Het Volk" zich niet, de vuiLaardigste
middelen te geforuiken.
We waren daarom verheugd, toen we
kennis namen van de^olgende philippiea
in „Onze Strijder".-
„Helaas heeft de !(S. 1>. A. P) blijk
baar bij het kiezen van wapenen ook!
les genomen in den jougsten wereldoor
log, en verspreidt zij, als het tegen do
Roomschen gaat, blijkbaar graag on
w eiriekende dampen.
Acht men dat beeld aan de overzijde
misschien wat militair is HoCh dan w ile.t'
we wel een andere uitdrukking gobru,-:
ken en zeggen, dat „net Volk bij he'
bestrijden van het Toomselieii volksdeel
van stinkbommen gebruikt maakt.
We geven toe, dat het sterk gezegd!
is, d.en wat we in „Het Volk" van 15
■Januari vonden, veruient niet anders
ge teen end te worden.
Daarom lezen we een stuk, getiteld
„Gezel.enhui-en met damesbeoiening.
Hot gerHdineerue is uirect a,n0eduid
wanneer wij zeggen, dlat men met op het
oog heeft, katholieke kosthuizen te
Maadiijut, waar de s.rg voor huisve,
ting, v^ening, enz., eventueel in hanihn
van geestelijke zusters gelegd wordt.
„Damesoeuiening," zooals het daai
staat, heeft een hoogst ongunstige be
teenenis, dat herinnert aan een bedrtji
dat we niet nauer zuilen aanduiden,
doch waarvan efii we.neukend inensch
van welke levensopvatting ook, zici.
met afschuw afwendt.
En wanneer men auius onze Zusters
van liefde aanduidt, dan is dat laab
bij den grond, neen beter, dan bezi.
onze tamelijk rijke moedertaal geen be
hoorlijke uitdrukking om het juister K
zeggen.
Het is al heel wat keerea gezegd,
doch wij herhalen het, en met fierheid:
Waar, in vredesnaam vindt men in he
roode kamp een offer voor eigen begin
selen, als onze liefdezusters brengen.
Waar zijn de ifere roode vrouwen
die een ofier brengen als onze Zusters
die om hooger beginsel, gaan naar de
le. rozen-huiden, naar de me.ua.taction
naar gewesten, waar de brandende zon
ne d e huiu schroeit en een doodeiid kli
maat de sterkste machteioos neerwerpt
om te verplegen, te onderwijzen, te hel
pen?
.Waa-r zijn ze, die, als onze Zusters
gaarne en vrijwillig afstand doen van
ouders en fami.ie, van ue genoegens dei-
wereld, van een heerlijk moederschap
om zich geheel te kunnen geven aan
het arme kind, aan den zieke, aan der
verlatene, aan den onbeschaafde, aan de
menschheid
Zij zijn er niet.
Die opoffering, die solidariteit, om des
beginsels wi.ie, in talrijke opzichten zich
ui.end, men. zoekt zo in het roode kamp
veigcefs.
Dameshediening 11
Wat zullen zij er wel van zeggen, dte be
zel's van „Het Volk", die in onze zieken
huizen ue zac.iie uaud van de immer Ijltj-
moe.iig-tevreJen liefdezusters troostend
op h,un voorhoofd heoben gevoeld^
„Het Volk" spreekt van de mach.Kfeei
van de nonnen.
Welnu, men stelle iets van gelijken aard
daar tegenover,"
Dat kan het blad. natuurlijk niet, omdat
van het eerste wat daarvoor noodig is, de
zelfopofferende liede onzer Zusters van
hoqger beginsel in het roode kamp geer
sprake kan wezep.
En in haar machteioozee afgunst op he
bezit dezer opofferende liede, waarin zij
met reden, een „machtsfeerziet, spreekt
i.et Volk" grLuiekend van „Kameabedie-
ning."
„Unze Strijder" meent, dat onze tame
lijk rijke moedertaai geen oehoorfgke uit
drukking bezit om deze aanduiding van
den werkkring onzer liefde-Zusters naai
verdienste te brandmerken.
Diaaria vergist zich net wakkere orgaan
De uitdrukking: „pljoertig" sluit op di
aanduiding als op een bus.
«SIAT WEütRUVrtll VöUri BELGIE DEED
Het Belgische blad „Laatste Nieuws" wijdt
onder den titel:
„Wat Nederland voor België deed," aan de
hand van het verslag van de centrale commis
sie voor het onderwijs aan de uitgewekenen, een
zeer vleiend hoofdartikel aan het in Nederland
tijdens de oorlogsjaren aan de Belgische kinde
ren verstrekte onderwijs. Het slot van dit stuk
laten we hier volgen:
„Twee jaar zyn sindsdien verloopen. De kin
deren en de groole menschen zijn teruggekeerd
.mar België, de Nederlandsche houten dorpen
,:ijn afgebroken, de Belgische scholen zijn er
food, en in menige stad, waar de Betgen wat
drukte brachten, is het weer stil geworden als
vóór den oorlog. Maar overal zweeft nog de
ïerinnering aan die dagen van groote liefde.
Nederland heeft geen dankbaarheid mogen oog
den vanwege België; alleen de Vlaamsche ge-
rouwe dagbladen spreken hier de taal der er-
.entelijkheid, maar wat zij weergeven, zijn de
'chte gevoelens van het volk, dat niet bedorven
verd door Franskiljonsch geploeter, noch an-
exionisüsclie drijverij. Dat volk weet en waar-
eert, wat Nederland voor hem gedaan heeft;
ils het zijn eigen torens en zijn eigen molens
.iet, dan denkt het terug aan de torens en
aolens uit Holland; als zijn beijaarden spelen,
lan hoort het de beiiaarden uit het Noorden.
In oogenblikken van vertwijfeling is de gedach-
enis aan de broederlijke liefde van den Mid-
lelburger, den Amsterdammer en van al de
vrienden ginds een sleun. De grenzen zijn nog
gesloten, de verdachtmaking is nog niet van de
lucht, maar boven de grenzen heen zoeken de
handen der Belgen, die zich herinneren, de
handen der Nederlanders, die begrijpen, en
drukken ze innig. Wij zuilen nooit vergeten."
NEDERLAND EN JOEGO-SLAVIë.
Het bericht in enkele bladen, dat de Regee
ring te Belgrado tien toegang tot en het door
reizen door het Joego-Slavische Rijk aan Neder
landers zou verbieden en de visa op hunne pas
poorten van Nederlandsche gezantschappen cn
consultatcn niet zou erkennen, is blijkens een
bij het Departement van Buitenlaiitlsche Zaken
van den waarnemend consul te Belgrado ontvan
gen bericht, onjuist. (Maasb.)
Het zenden van Duitsche onderwijzers naar
Indië. Naar aanleidiug van de berichten over
het voornemen der regeering om 200 Duitsche
onderwijzers in Inaië te imporleeren, heeft de
„Msb." inlichtingen ingewonnen bij den secreta
ris-generaal van het departement van Koloniën.
Van een voornemen hiertoe, kan niét gesproken
worden. Men heeft hierbij met niets anders te
doen dan met een denkbeeld, dat opgeworpen is
in de commissie tot aanwijzing van naar Nederl.
Indië uit te zenden Europeesche onderwijzers,
met het oog op het groote tekort aan zoodanige
leerkrachten in Ned. Indië en de geringe aan
vulling van Nederlaudsctie onderwijzers. De
minister van Koloniën heeft de meening van
den gouverneur-generaal over dit denkbeeld
gevraagd, terwijl deze hierover eerst de Euro
peesche schoolcommissie in Ned. Indië wensclit
te raadplegen, alvorens zijn meening hierover
aan den minister kenbaar te maken.
Zelfs in beginsel is dus over dit denkbeeld
nog hoegenaamd geen beslissing genomen.
Wijziying van de werkloosheidsverzekering.
In het Januari-nummei van het „Tijdschrift
van den Ned. Werkloosheidsraad" schrijft inr.
C. J. baron van Tuyll van Serooskerken, bur
gemeester van Zeist, over de wenschelijlcheid,
een gewijzigd stelsel van werkloosheidsverzeke
ring in le voeren.
Het ten onzent in gebruik zijnd z.g. Deensehe
stelsel, heeft verschillende nadeelen. Zoo bijv.
dat alle gemeenten, die tot het Werkloosheids
besluit 1917 toetreden, in de kosten van de
werkloosheidsverzekering moeten bijdragen, on
afhankelijk van de vraag, of de kans op werk
loosheid in haar eigen gebied groot of klein is.
Immers de bijslagen worden niet verstrekt op
de uitkeeringen zooals bij het Gentsche stel
sel maar op de contributies. Een der ge-
gen is, dat het door de gemeenten uitgeoefen
de toezicht pok niet scherp is. De schr. ko.t
tot het besluit, dat voor de toekomstige wene-
lijke regeling een middenweg tusschen het Deen
sehe en het Gentsche stelsel aanbeveling ver
dient; 't Rijk zou zijn bijslagen moeten verstrek
ken op de contributie, maar de gemeenten op
de (in haar gebied gegeven) uitkeeringen. Te
vens zouden de gemeentebesturen het recht
moeten hebben, bjj voorbaat alle onrechtmatige
uitkeeringen op den bijslag te verhalen, in plaats
van zooals thans daarover met den Dienst der
Werkloosheidsverzekering in Den Haag in cos-
respondentie te treden. Dat zou het prestige van
de gemeentebesturen tegenover de vakvereeuï-
gingen verhoogen, en veel misbruik onmogelijk
maken.
De Middenstandspartij en de fusie. In do
afd. Utrecht der Middenstandspartij, is met op
één na algemeene stemmen besloten, uiet lot
de nieuwe vrijzinnige fusie toe le treden. Mocht
de Middenstandspartij tol de fusie hesluiten, dan
zal de afdeeltng Utrecht de bestaanszekerheid
eener zelfstandige Middenstandspartij waarbor
gen.
Uitvoer van spek. De uitvoer van versch,
gezouten, gedroogd en gerookt spek is weer toe
gestaan.
De nieuwe Commissaris der Koningin in Zee
land.Met ingang van 1 Mei is benoemd tot
Commissaris der Koningin in Zeeland, Jhr. Mr.
J. W. Quarles van Ufford, griffier in Overijssel.
DR. P. J. H. CUYPERS.
Volgens het Zondag te Amsterdam ontvangen be
richt, is de toestand van dr. P. 1. H. Cuypers,
wien eenige dagen geleden de laatste Sacramenten
toegediend werden, thans vooruitgaande.
TEGEN HET BIOSCOOPGEVAAR.
Naar verluidt, zal het welsontwerp tegen de
zedelijke en maatschappelijke gevaren aan bios-
Naar het Frans, ti van KAUUL DL NAVLKY,
bewerkt door
U M, XAN PIN X I EREN, R.-K, Pc.
20.
„Tic niet, m'akr Aulie, miju jachtopziener*
..Zoo, zeme Antonin, dat wordt ernstig
Aulie kent zijn beroep volkomen en ik
stel voel vertrouwen in liem. Hoeft hij
het spoor gevonden?"
„,Het spoor, mijn waarde Antonin? Al
lies wordt buitengewoon, aoodra er sprake
os van dat zonderlinge wezen, dat veer
Hen dagen geleden voor het eerst hier
verschenen is. De meoningen, die ik er
pver gehoord heb, zijn wel verschillend,
miaar met met eikander in tegenspraak.
iZoo heeft een osaenkooper, dien ilc on
dervroeg, mij geantwoord, dat ia de maand
dunt dat wilde meisje te Vitry gezien is
.'Een houtliakkor en twee ko tenoranders
'beweren ui het bosch een vreemdsoortig
«schepsel gezien te iiebben, dat met won°
dor bare. behendigheid van den eenen boom
Sn den anderen sprong. En drie weken
geleden heeft Firmin- de tuinman, woe
dend dat zijne perziken door de eek- „ZuLt gij jacht maken ap dat arme
hoorns verslonden werden en dat dossen schepsel?" zeide Etiennette.
in den boomgaard kwamen, des nachts„Stel u gerust, zuster, er zal geen leed
zijne vruchten bewaakte, en op zekeren geschieden".
morgen kwam Firmin mij zeer ontsteld, „Neen neen. ik wil het niet. Als dat
want hij is niet, zoo dapper ais een arme kind, tengevolge van vreemde, droe-
zeoman, mededeelen, dat een vreemdsoor- j vige gebeurtenissen tot dat wilde leven
tig schepsel, vlug als een hinde en vrij I vervallen is, wie weet of zij er niet aan
groot, de oorzaak moest zijn, van de gewoon is geworden, en of wij haar niet
nachtelijke verwoestingen in den boom-1 zouden dooden als wij beproeven haar
gaard. Hij had het duideLijk gezien bij'aan onze beschaving te gewennen,
het licht der maan. Eerst was ik geneigd j „Zuster, anfcwoioiuJe burggraaf Antonin,
zijn bewering aan vrees toe te schrijven, i misschien ligt niets dan bedrog aan ai die
maar nauwelijks had Firmin gesproken of geschiedenis en ten grondslag. De ver.ia'.en
men kwam van alle kanten met bijzonder
heden omtrent het wilde meisje. De mo
lenaar van Sotngy heeft haar in zijn molen
beek met de hand palingen en forellen
zien vangen".
„Dus, mijnheer, vroeg de markiezin de
Oharmilles, gij gelooft aan het wilde
meisje"?
„Ik begin ten minste niet meer tegen
te spreken dat het bestaat".
„Ik wil er het mijne v,an hebben",
zeide Antonin.
„Wat zuh gjj dan doen?" vroeg mijn
heer d'Lpiuoy.
„Ik zal haar aqkter'telgen, mijn waarde
Gaëtao-"
vormen wel een geheel, maar de feiten
kunnen verzonnen zijn. Vrees vergroot
de feiten en het bijgeloof vo.tooit het werk
der vrees. Een st.oopend kind kan den
armen Firmin in verwarring gebracht heb
ben. Wie zegt ons of niet een aap, uit
de tent van een kermisreiziger ontsnapt,
door het bo3ch van Sougy rondwandelt,
en zich de illusie maakt dat hij het
bosoh zijner geboorte heeft gevonden?
Maar als alles wat men verhaalt waar
is, als een mensehelijk wezen onvrij
willig tot zulk een verlaging gevallen is,
dan is het onze plicht het op te zoeken
en gevangen te nemen, niet uit nieuws-
sieiri trheid maai- uit. naastenliefde. Het is
een ziel, die van den hemel komt, en
die wij naar 'den hemel moeten terug
voeren."
„Als gij de zaak zoo voorstelt", zeide
Etiennette.
„Dan zult gij mij toestaan mijn gang
te gaart."
„Op voorwaarde, dat gij mij van tevoren
zegt, al wat gij doen zult."
„Nog meer, gij zult er bij zijn. Ik zal
eerst den ouden Aulic opzoeken, die mij
mijn eerste schot leerde, en aan
wien ik het dank, nooit een vijand van
Zijne Majesteit gemist te hebben. Ik zal
hem juiste inlichtingen vragen en gelasten
twee dagen lang het boseii te doorbruisen.
Daarna zullen wij, als wij den schuilhoek
van het wilde meisje zeker weten, trachten
ons van haar meester te maken. Daar deze
jacht belangwekkend maar niet wreed zal
zijn, kunt gij ze te paard medemaken met
die dames, die niet bang zijn voor een
tocht door het woud, de anderen zullen per
rijtuig volgen."
„Lat is afgesproken", antwoordde Etien
nette.
„Wij zullen er allen bij zijn-'" riepen twin
tig stemmen tegelijk.
„En thans kan liet bal, dat zoo onver-
wacht ondet breken is, opnieuw, beeinnen"
zeide Antonin.
„Neen", hernam mevrouw d'Epinoy, nie
mand denkt meer aan dansen, en de gedactii
ten aan de jacht houdt ons allen bezig.
Het park is verlicht, de tentjes zijn klaar,
wij gaan onze verloting beginnen."
Eenige woorden waren voldoende om
aan de gasten de aangename verrassing
te verklaren, die Etiennette, dank zij de
talrijke geschenken van haar broeder, hum
bereid had, en een oogenblik later gingen
allen naar het park, verlicht als een too ver
park.
Er heeischte een groote levendigheid otrt
de tentjes, de dames tooiden zien met do
ontvangen kostbaarheden, de heeren spra
ken vrolijk met elkaar en in de verte voerde
het orkest heerlijke melodieën uit.
Zonder iets te zeggen, legde Antonin zijn
hand op den arm an zijn zuster, en wees
haar op een der groote boomen van hei
park.
„Ziet gij in het gebladerte geen menscba
lijke gedaante bewegen?" vroeg hij haar..
„Ja, inderdaad", antwoordde zij, „zij isf
het, 't is het wilde meisje."
„Laten wij tergen h,aar niet te verschrik!
ken."
-■ CWordt veryoitrd.il