zal morgen de boze geesten komen, ver jagen'.'-"Grote
Wolf zou denken,dat Bevervel niet is in staaf het
vanavond te doen...". Dat sloeg in. De tovenaar stond
op; hij zou eens laten zien,dat hij op ieder ogenblik
de boze geesten de baas wasNa enkele ogenblikken
kwam Grote Wolf met Bevervel de wigwam binnen. Bever-
vel gaat dadelijk naar het wiegje van Kleine Wolf.
Vanaf de harde buffeihuidwaarop zij slaapt,ziet Bella
toe wat de heiuense tovenaar met.Kleine Wolf doet.
"Ana ketscha ini na-le ahi ah!" zingt hij met zware
stem Tegelijk strijkt hij met een groene berkentak over
het gezicht van het zieke kind. Eerst zingt hij lang
zaam,maar dan gaat het al vlugger en vlugger. Soms
houdt hij op en doet dan "Ksj,ksj,ksj" alsof hij de bo
ze geesten uit de zieke wil wegjagen. En telkens als
hij drie keer "Ksj" heeft gezegd,neemt hij een slok In
diaanse brandewijn. Nu pakt hij zijn tomahawk en houdt
hem recht voor zijn gezicht. "Weg,geest van de dood,
zingt hij dreigendweg,Opalek,de tovenaargebiedt je
heen te gaan uit het lichaam van dit kind. Ksj!Weg!
Ks j !Weg!Wuhuhuhu!Rts.j j j Wild is hij opgesprongen en
zwaait als een bezetene met zijn tomahawk rond. Dan
slingert hij hem plots in een hoek,grijpt zijn lange,
aarden pijp,doet drie diepe halen en blaast de rook
over het kind heen. Kleine Wolf begint te schreeuwen,
slaat met z: n handjes de vieze rook weg,trappelt met
zijn voetjes Zijn moeder pakt hem vast. "Afblijven,sqaw
afblijven,kr] st Bevervel-,terwijl hij de moeder van Klei
ne Wolf ruw terugtrektzie je dan niet,dat de bozo
geest nu weg g;aat urnt je kind Tegelijk trekt hij zijn
sclpeerm.es uit de schede aan zijn gordel en met de
s.cherpe punt snijdt hij een kleine wond in de borsc van
Kleine Wolf,gaat er vlug met zijn mond opliggen en
zuigt het bloed eruit. Het zieke ventje schreeuwt
hartverscheurend. Wat een beul! Bella zou wel willen
opspringen en die verschrikkelijke Indiaan wegtrekken.
Zij kijkt naar Grote Wolf. Zijn gezicht is strakker ge
worden,maar hij bedwingt zich;hij gelooft vast,dat de
tovenaar zijn zoon beter zal maken. Zie je wel. Bever
vel is weer opgesprongen. Triomfantelijk haalt hij een
steen uit zijn mond,zo groot als een duivenei,en laat
hv.rn aan de vader zien. "Hier is de ziekte. De zoon
van het opperhoofd Grote Wolf is genezen! Neem je
kind nu maar in je armen,oqaw!" Schreiend van geluk
drukt Ligt-in-de—Sneeuw haar kind tegen zich aan.