8 de ruk de winkeldeur open en vluchte weg. Jimmy zag het vrolijk lichtende vierkante gat van de deur en wierp er zich onstuimig doorheen. Buiten was hij,op straat. Vrij,nos steeds vrij;niet achter de harde,koude spijlen van de kooi. Ginds holde het meisje alsof een duivel haar op de hielen zat,luid gillend:"de aap! de aap! de aap!" Een angstkreetdie overgenomen werd.Kin deren schreeuwden het,mannen gromden het,vrouwen beten het woord eruit. Het was een dreigendeonheilspellende roep. Beuren vlogen open,mensen stormden naar buiten, ramen sloegen dichttelefoons rinkelden,wagens stoven de straat uit. Deze keer zou het beest niet ontsnappen Ze zouden hem deze keer grijpen,al moesten ze zeshoog tegen de huizen opklimmen. Dood of levendkrijgen zou den ze hem! De stad zou bevrijd worden van dit donkere, harige,lenigeongrijpbare dier. Weer gerust zouden de mensen kunnen slapen. Jimmy stond daar te knipperen met zijn ogen tegen het witte zonlicht. De bedrijvigheid om hem heen amuzeerde hem. Uit een groep personen,die zich op een veilige afstand van hem hield,maakte zich een man los,een ke- .rel met het postuur van een worstelaar. Langzaam,met zekere passen,kwam hij op Jimmy toe. Zoals een bokser, bewust van eigen kracht,zijn tegenstander in de ring nadert,zo trad de man op hem toe. Zijn gezicht had de kleur van oud brons en tegen zijn hoofd zat een alpino petje gedrukt. Even kneep Jimmy zijn oogleden samen,zo dat de rimpels wegtrokken uit zijn voorhoofdtoen kende hij de man. Het was dezelfde,die hem boven op een plat dak had willen strikken in een net. Maar dat was mis lukt en nu wilde de man revanche nemen. Hup,hup!- De man stampvoette van woede,nu Jimmy hem wéér te glad af was. Onverwacht week het dier naar achter uit,greep een gootpijp en klauterde daarlangs omhoog,omhoog (het was een prachtig schouwspeliets wat je alleen maar in een cirkus zag), steeds omhoog,ontzettend gemakke lijk en soepeljmhoogHo! Jimmy hees zich in een dak goot, keek even naar het mensengewiemel beneden in de straat en verdween dan over het dak in de richting van de verkeersbrug. ADVERTEREN IS ZORGEN DAT MEN AAN U BLIJFT DENEEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1955 | | pagina 8