gaan drukken op onze huidige samenleving. Het is ook duide
lijk dat de persoonomwille van de organisatieeigen belan
gen soms naar de achtergrond moet verdringen en dat men
"zich niet door kritiek of partikuliere wensen kan laten
leiden,ook al zijn die op zichzelf gerechtvaardigd"zoals
de paus het uitdrukt"Integendeelde ideologische overwe
ging waarom het gaat,moet voor hem tenslotte doorslagge
vend zijn1'. In vérband met de achteruitgang van de kriste-
lijke invloedzouden we willen wijzen op een wereldorgani
satie als de Unesco,een vereniging voor internationale sa
menwerking inzake opvoeding en wetenschappendie doordrenkt
is van een onkristelijke mentaliteit. Het is zo intreurig,
dat dit baanbrekende werk niet in kristelijke banen geleid
wordt. We mogen niet vergetendat de schuld hiervoor ook
voor een deel ligt in het gebrek aan aktiviteit van de ka-
tolieken. Het is toch voor een ieder duidelijk,dat verbrok
keling in verzwakking overgaat. We behoeven slechts hier
in Nederland te wijzen op de naar verhouding geringe in
vloed van het protestantisme op onze politiek. Dit ligt op
gesloten in de aard der Reformatie. Het zij ons echter een
teken aan de wand! Vervolgens geven de bisschoppen de naar
ons gevoel doorslaggevende beweegredendie hen bracht tot
het bekende, advieswanneer zij namelijk vaststellendat het
lidmaatschap van de P.v.d.A. hen "ook nog verontrust op
zichzelf".. Bij de P. v. d. A. ontbreekt de juiste basis, daar
het voor deze partij door haar geschakeerde struktuur een
voudig een onmogelijkheid is het kristelijk beginsel te
akcepterenen uit dit laatste spruit onafwendbaar voort
het ontbreken van een kristelijke politiek. Intressant is
het in dit verband te verwijzen naar een pennestrijdge
voerd tussen een katoliek weekblad en DsBuskesdie ten
slotte eindigde in de erkenning van laatst genoemde"dat
de P.v.d.A.,als het over diepere beginselen gaat,moet zwij
gen"... In de verklaring van het socialistisch partijbe
stuur, die ruim een ?/eek na het verschijnen van het mande
ment in de vaderlandse pers verscheen,werd h^t Episcopaat
om voor ons totaal onbegrijpelijke redenen beschuldigd van
eenzijdigheid t.a.v.deze kwestie. Men kan toch moeilijk
veronderstellendat men in het rode kamp de waarderende
woorden niet opgemerkt heeft over de partij,die "zich meer
en meer losmaakt van de eigenlijke postulaten van het marx
isme en zich positief stelt tegenover het kommunisme" en
waarin "bepaalde natuurrechtelijke beginselen worden aan
vaard en die in menig opzicht konstruktieve arbeid verricht