Z|
kamerzitting had meegemaakt. Inderdaad,een kamerzitting
heeft weinig van de stijlwaarin onze vergaderingen meest
al worden gehouden. Bij ons zitten de leden der vergade
rende vereniging allemaal keurig netjes op rijen en zetelt
het bestuur deftig aan de zogenaamde groene tafel. Ieder
een pleegt te luisteren naar degene,die het woord voert en
alles voltrekt zich uitermate ordelijk. Tijdens een kamer
zitting daarentegen is het een gewoon verschijnseldat de
leden in groepjes staan te fluisterendat anderen verdiept
zitten in allerlei paperassen of heel gewoon kranten of
bladen lezen; er is een heen en weer geloop van mensen,een
komen en gaan van leden en ministers; kortom,het schijnt
wel of niemand naar de spreker luistertbehalve dan de
voorzitter. Deze schijnbare wanorde moet ons niet mislei
den. In de kamer wordt namelijk tegelijk gesproken en ge
werkt. Bovendien,de kamerleden krijgen hetgeen gezegd is,
toch nog te lezen. Alleen de betere sprekers -en over de
meer belangrijke onderwerpen- slagen erin de aandacht van
de afgevaardigden af te dwingen. Bovendien,er bestaat ook
nog een reglement van orde,waaraan streng de hand wordt
gehouden. Het valt dus nogal mee- Niemand mag in de kamer
het woord voeren zonder toestemming van de voorzitter. Het
gebeurt natuurlijk wel eens,dat een afgevaardigde een an
der interrumpeertdat wil zeggen enkele woorden of zinnen
werpt tussen de redevoering van degene,die het woord ge
kregen heeft. Onmiddellijk volgt dan een kortefelledrif
tige klop van de voorzittershamer. DrKortenhorst is in
dit opzicht ook een prima leider 1 De leden spreken staan
de,vanaf hun gewone plaats ofwel vanaf het spreekgestoel
te. Ieder lid mag twee keer over elk onderwerp spreken,
tenzij de Kamer hem verlof geeft het nog meerdere keren te
doen. De sprekers richten zich niet rechtstreeks tot de
vergadering,zelfs niet om een bepaalde afgevaardigde van
antwoord te dienen,maar wenden zich altijd tot de voorzit
ter "Mijnheer de voorzitter:iDit heeft verschillende
zeer belangrijke voordelen,onder andere dwingt het tot
beheersing. Bij de begrotings-debatten en ook wel bij an
dere gelegenheden komt het voor,dat de spreektijd beperkt
wordt op voorstel van de voorzitter. Er bestaat ook nog
een parlementaire welvoeglijkheid,een soort wet van be
leefdheid. Het is soms heel leuk te ontdekken,welke woor
den als onwelvoeglijk worden beschouwd. Sommige kamerleden
schijnen er een eigen woordenlijst op na te houden,die