met zijn fantastisch grote vleugels bijna, de gehele breed
te van de bergpas. Usbald .zou kennis maken met het oerge-
weld van de algaat. Door snel onderuit te duiken wist de
jager de eerste hevige aanval af te slaan. De vogel scheer
de, luid klapwiekend en krijsend,rakelings over Usbald heen,
wierp zich op zijn zij en keerde pijlsnel om in de smalle
pas. Usbald was zo geschrokken van dit onverwachte gevaar
en van de onwezenlijke snelheid waarmee de felle algaat
handelde,dat hij even niet pist wat te doen. De geweldige
luchtdruk van de grote vleugels hadden hem uit zijn even
wicht gebracht. Usbalds eerste reaktie v/as er een uit een
ervaring van jaren jagersleven: hij gritstë het scherpe
mes uit zijn gordel. Aan het steentje dacht hij echter niet.
Nu was het zaak de tweede aanval van de algaat af te slaan;
een aanval,die zeker heviger zou zijn,omdat de roofvogel
laag langs de grond kwam aanzetten. Zonder een ogenblik
snelheid te verliezen stortte de algaat zich op de jager
en greep met zijn geweldige klauwen toe. Nog eer Usbald met
zijn mes de algaat letsel kon toebrengenhad hij van een
der vleugels zo'n krachtige slag gekregen,dat hij zich niet
meer staande kon houden. Hij was er versuft van.' De algaat
hield Usbald stevig in zijn greep gevangen,de machtige
vleugels gingen uiteen en... hij verhief zich van de grond,
Usbald met zich meevoerend. De jager hing tussen hemel en
aarde. Met driftige vleugelslagen repte de algaat zich
voort. De sterke afkoelingveroorzaakt doör de grote snel
heid, hielp Usbald uit zijn verdoving. Hij handelde snel.
Hij zag hoe de vogel,de loop van de bergpas volgend,maar
langzaam steeg. Nu of nooit,dacht UsbaldJ Aarzel ik langer,
dan zal de algaat boven de bergen zijn,waar het terrein on
begaanbaar is. Met alle kracht waarover hij beschikte plof
te hij het mes in de borst van de roofvogel en trok het
terug. Een brede stroom bloed gulpte uit de wonde. Usbald
hoorde de vogel krijsen en merkte hoe deze gestadig daal
de. De druk van de klauwen verminderde geleidelijk. Als
het beest het nu nog maar even uithield: Liet hij zijn
prooi nu los,dan zou deze zeker tegen de harde grond te
pletter slaan. Trager werden de vleugelslagen en eindelijk
strekte de gewonde algaat zijn vleugels in volle lengte
uit en daalde daarop snel naar beneden. Een van de vleugels
raakte de bergwand en Usbald en de stervende algaat tuimel
den langs de scherpe rotsen naar beneden in de pas. Daar
lagen ze... Usbald vol builen en schrammen maar overgeluk-