7 jullie hebben het gezien. Die de wagen het eerst nodig heeftfweet hoe hij kan starten. We moeten op alles voorbe reid zijn®1. Er werd vervolgens nog een korte bespreking gehouden,waarbij het volgende bepaald werd: Andre zou zich nestelen in de tweede bocht van de Spoorstraat'de plaats dus,waar het raadsel van de Buick begonnen was; Piet zou met' een sterke zaklantaarn stelling nemen in de eerste bocht om van alla passerende auto's het nummer en merk te noteren; Jan zou zich installeren nabij café Borkhans,om aldus het gehele terrein te kunnen overzien; ze zouden de ze /Sten blijven betrekken tot zes uur in de morgen en dan terugkeren naar hun wagen,aangezien om half zeven de Mis begon. Ze hulden zich vervolgens in dikke overjassen en slopen naar hun posten,vol spanning wat de nacht nog brengen zou... Terwijl Piet reeds met zijn notitieboekje in de hand de weg aftuurt en Andrëweggedoken in een zee van dichte struiken,de bocht kontroleertbaant Jan zich neg steeds een weg door het dichte struikgewas cm ongezien de Spoorstraat te* bereiken. Eindelijk,na lange minuten van voorzichtig sluipen,bereikt hij zijn post. Voorzichtig kijkt hij links en rechts en knikt tevreden. Vijftig meter rechts van hem ligt het cafeetje en enkele honderden meters links buigt zich de verdachte bocht. Hij trekt zijn jas uit en gaat er op liggen. Niemand zal hem hier zien. De dichte bladerdos van de laaghangende eiekstruiken zorgt voor een perfekte Camouflage# Nus is het wachten cp wat komen gaat# Jan kijkt eens op zn horloge; 't is half ne gen; de zon begint reeds verstoppertje te spelen achter de horizon. Hij steekt behoedzaam een sigaret op en blaast kleine kringetjes door de groene bladeren. Eindelijk klinkt het gezoem van een auto. Zou 't wat worden? Even later knort 'n truck beladen met zware boomstammen hem voorbij. De avond valt en een dikke duisternis maakt zich meester van de Spoorstraat. Onvermoeid, waken de drie helden. Vele wagens zijn er reeds gepasseerd,maar er gebeurt niets. Het begint kil te worden en Jan denkt erover om zijn overjas maar weer aan te trekken# Weer hoort hij hoe de zoveelste wagen afremt orn voorzichtig de bocht te nemen. Instinktma- tig gluurt Jan door de takken naar gindse bocht. De ver blindende lichten van de naderende auto richten zich weer cp zijn schuilplaats en de bocht is genomen. Maar wat is dat....ï! Waar ben ik hier toch? is de eerste ge dachte die bij Jan opkomt als hij zijn ogen opent. Versuft kijkt hij om zich heen,maar de dikke duisternis belet hem

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1955 | | pagina 7