moeten eerst eens wat meer zekerheid hebben,zie hij;trou-
wensde politie zal ons zeker niet geloven als we zulke
spookverhaaltjes vertellen". Langer dan een uur werd er
gedebatteerd en geredeneerd en het einde van het liedje
was,dat ze na de middag een geheime inspektietocht zouden
houden naar de bewuste plaats. "Vertrek vanmiddag om half
twee. We gaan te voet en we zijn niet bang!" Jan sloeg met
zijn hamer de zoveelste deuk in het tafelblad en de verga
dering was gesloten. Enkele uren later marcheerd.e het drie
tal onder het zingen van een leutig deuntje naar de "spook
plaats" van de Spoorstraat. Auto's en motoren snorden hen
voorbij,maar het vrolijke stel had geen oor voor hun ge
ronk. Vol verwachting klopten hun harten,want ze voorvoel
den dat er weer wat zou gebeuren,eer het avond was. Rrrrrt.
Een zware motor werd gehoord en schoot razend voort. Met
een ruk stond Jan stil:"'t Is hem!die vent in grijs kol-
bert,die van de tentoonstelling!" Als een zeiljacht in nood
hing de zware motor schuin in de bocht en de dichte bossen
onttrokken' hem aan hun blikken. Jan was er wild van. Hij
wilde op staande voet terug om de achtervolging in te zet
ten met hun wagenmaar de andere twee weerhielden hem van
dit dwaze plan. In snelle pas haastten ze zich toen naar
de tweede bocht en vol vuur begonnen ze met hun onderzoe
kingen. "Hier lag ik,en daar zag ik de wagen voor het
laatst",zegt André. Ze kijken naar de aangewezen plaatsen,
maar zien niets. "We zullen eerst rechts het bos afzoeken
naar mogelijke schuilplaatsenen daarna links"beslist Jan.
Ze d.ringen de donkere bossen in en hun spiedende ogen speu
ren naar verdachte plaatsen. Ze zoeken en zoeken,maar vin
den niets. Teleurgesteld en vermoeid keren ze weer terug
naar die raadselachtige bocht. Daar laten ze zich in het
gras vallen en eten hun boterhammen op. Piet leunt tegen
een van de wit-betonnen paaltjes,die de bocht in gelijke
stukjes verdelen. Ze zien er werkelijk keurig uit. Hel wit
geverfd,met een rode streep in het midden';boven die rode
streep blinkt een strook glas,dat reflekterend werkt op de
koplampen van de auto's. Piet bekijkt aandachtig het paal
tje van onder tot boven. Ineens stoot hij een verschrikte
kreet uit. "Wat is er?" klinkt het uit twee monden tegelijk
Bleek als een laken en met verschrikte ogen wijst Piet naar
de glazen strook in de paal en langzaam zegt hij:"Ik zag
een paar ogen,die me aankeken!" André begon te lachen. Jan
vloog naar de paal en gluurde in het glas. Maar...geen ogen