10
Wat was het toch heerlijk in Gods vrije natuur Met diepe
teugen ad.emde hij.de gezonde lucht van de bossen in. Kijk
eens,wat was dat? Wat hing daar een geweldig spinneweb tus
sen de bomen en wat een grote spin zat daar middenin! Ze
had waarachtig haar net gespannen over de hele breedte van
de straat. Hoe was het mogelijk! Vol interesse bekeek André
het bouwwerk boven zijn hoofd. Maar wat was dat een gekke
spin,die dat web geweven had: het leek wel een rond geel
balletje. Sjonge,dacht hij,als ik dat insekt eens ving.Mis
schien wel een zeer zeldzaam eksemplaar. Hij staat op, zoekt
een lange stok en tracht de grote spin omlaag te slaan.
Maar als door de bliksem getroffen laat hij de stok vallen.
Hij had duidelijk een elektrische schok gevoeld toen hij met
het web in aanraking kwam. Dit moest dus werkelijk een zeer
buitengewoon spinnen-eksemplaar zijn! Hij wist wel dat er
vissen waren,die zich onder stroom konden zetten; sidder
roggen heetten die. Maar dat er ook zulke spinnen waren,
dat was iets nieuws voor hem. Met een vaartje holde hij
naar zijn vrienden, die nog steeds paaltjes onderzochten, en
schreeuwde hen toe"Mannen,ik heb een sidderspin ontdekt!"
Jan en Piet wisten niet wat ze hoorden,maar toen. André ver
telde van een grote spin,die haar web onder stroom zette,
had Mj hun. belangstelling gewonnen. Een ogenblikje later-
stonden ze onder het reusachtige spinneweb en ook Jan' en
Piet lieten zich ieder een flinke oplawaai verkopen door
de sidderspin. "En toch zal ik dat monstertje hebben,sprak
André; wie heeft er een leeg lucifers-doosje?" Do,n heft
Jan de stok omhoog om met een geweldige slag het net te
vernietigen. De drie jongens richten hun ogen op de gele
spin en.
Toen Jan het bewustzijn terug kreeg was het acht uur in de
avond. Hij keek Om zich heen en zag dat hij lag onder de
spoorbrug van Moresnet,26 kilometer van Malmedal. Hij be
stelde een taxi en was om negen uur in Malmedal. André was
om zes uur reeds thuisgebracht. Deze werd gevonden in Her-
best'hal,28 kilometer van Malmedal. Piet werd niet gevonden.
ZEVENDE HOOFDSTUK: DE LAATSTE UREN
Na dit avontuur was het voor Jan en André duidelijk waar de
politie zoeken moest. Oom Frans en tante Truus zaten diep
In de put. Wat was er met hun zoon Piet gebeurd? Jan had
hun allés haarfijn uitgelegd en hun de verzekering gegeven,
dat Piet binnen twee dagen terug zou zijn. "Laat dat maar
aan ons over,had hij. tegen oom Frans gezegd;morgenavond is
Belgié* van een bende auto-dieven bevrijd". "André,begon Jan
de volgende dag,toen ze boven op het zolderkamertje zaten,
er rust een zware taak op onze schouders. We weten nu,hoe
de dieven te werk gaan en het is niet zo heel moeilijk om
ze in de val te lokken. Tenminsteals mijn vermoedens juist
zijn. Om meer zekerheid tè hebben in het raadsel van de sid
derspin, heb ik vanmorgen Professor Dr.Muilpeereen goede
vriend van vader en een groot natuurkundige opgebeld. Deze
heeft me de verzekering gegeven,dat er in de .wereld van
spinnen geen eksemplaren voorkomen die stroom verwekken,zo
als de sidderroggen dat doen".