2 op wordt toegezien,dat het niet gebeurt. OP DE WEEGSCHAAL. Natuurlijk zijn er ook nu nog priesters, evenals leken, die de zin van de sport niet begrijpendie de sportverenigingen in de parochie alleen maar dulden omdat de bisschop wel, dat ze er zijn; die een kapelaan die zijn apostolaatsveld vindt op voetbal- en sportveldeen halve gare vinden,maar deze priesters zijn NIET de vertegenwoor digers van het standpunt der Kerk, De laatste pausen,zelf aktieve sport-beoefenaarshebben wel iets anders gezegd.Zo gaf Pius XII in 1952,in een rede,het doel van de sport als volgt v/eert "De sport heeft als naaste doel:het lichaam met zijn statische en dynamische krachten op te voeden,te ont wikkelen en te versterken; tot het meest verwijderd doel:de ziel in staat te stellen het aldus getrainde lichaam te gebruiken voor het inwendig en uitwendig leven van de men selijke persoon; tot nog dieper doel: een bijdrage te leveren voor diens volmaaktheid; ten slotte tot hoogste doel: de mens dichter bij God te brengen". Als hij dan de sport haar eigen plaats in het leven van de mens heeft toegewezen,ein digt hij met de woorden"Hebt daarom vreugde aan de juiste beoefening van de sport. Brengt ook haar weldadige invloed temidden van het volk,opdat de fysieke en psychische ge zondheid steeds meer moge bloeien en de lichamen zich in dienst van de geest mogen versterken...". Een jaar eerder, in 19515ontving Pius XII een aantal sport-journalisten in audiëntie. Bij die gelegenheid gaf hij aan hen, en over hun hoofden een aan de wereld, een aantal zeer belangrijke be ginselen ten aanzien van de sport: 1 sport moet in dienst van heel de mens staan; 2 zij moet hem ontspanningnieuwe kracht en wilskracht geven; 3 zij mag het huwelijks- en het gezinsleven niet schaden; h zij mag de mens niet afhouden van zijn godsdienstige plichten. En dan besluit hij: "Overi gens begrijpt de Kerk volkomen, dat do stadsmens behoefte heeft s zondags uit te gaan; zij glimlacht dan ook van ge noegen bij het zien van het gezin,ouders en kinderen,die sa men ontspanning nemen en hun vreugde vinden in de wijde na tuur van de goede. God. en zij regelt gaarne de geschikte tijd en plaats, die voor de eredienst worden gewenst. Zij verbiedt de sport op zondag niet en staat er zelfs welwillend tegen over, op voorwaardedat zij ook in acht neemt, dat de zondag de dag des Heren blijft en de dag voor lichamelijke en gees telijke ontspanning". EN DE BURGERLIJKE OVERHEID? Een desk.und.ige op het gebied

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1955 | | pagina 2