6 je dadelijk de oplossing van het raadsel brengtj ongen" Vader nam uit een der kasten een map,waaruit hij de beschrij ving van de gestolen goederen lichtte en aandachtig door las. "Het is,zoals ik gedacht hadkinderenhet lepeltje behoort niet tot de serie,die vermist wordt; de andere elf lepeltjes stonden en staan nog in de keuken van Mon Repos. Hoe het lepeltje in de hal terecht gekomen is weet ik niet, maar het is niet het werk geweest van de dief".Vader borg het lepeltje in de lade van zijn bureau. "En wat denkt u van die draad,vader?" vroeg Edward. "Ik vreesjongendat die draad helemaal niets met het geval te maken heeft. Is het nu wel waarschijnlijk dat een dief, die het plan heeft een vracht zilver ergens weg te halendaarvoor een kapotte koffer neemt?" Edward moest toegeven,dat dit niet waar schijnlijk was. En toch... toch geloofde hij heel stellig, dat die draad er veeljaalles mee te maken had. Vader gaf hem de draad terug en Edward borg deze weer in zijn zakagenda. Teleurgesteld verlieten broer en zus het vertrek. Die mid dag trok Edward de bossen in,op zoek naar nieuwe bladeren voor zijn herbarium,dat verreweg het beste was van heel de school. Hij kon beter speuren naar planten dan naar misdadi gers,had hij aan zichzelf gezegd. Diep trok hij het bos in, waar hij verschillende nieuwe vondsten deed. Plotseling stond hij stil en gaf een kreet. Aan een struik hing een oranjegele draad! Hij wilde hem grijpen maar bedacht zich. Hij nam de draad uit zijn zakboekje en vergeleek deze met de draad aan de struik. Er bestond, geen twijfel meer: deze draden behoorden tot hetzelfde doek! Edward zocht niet ver der. Op een holletje ging hij langs de kortste weg naar huis terug waar hij hijgend de kamer van zijn vader binnen viel. Daar waren Richards en Dikke Dries ook. Haastig ver telde hij zijn wedervaren. "Waar precies heb je die draad gezien?"vroeg Richards hem. "Ongeveer tachtig pas voorbij de drie eiken"antwoordde Edward. Richards,die in de ille galiteit een belangrijke rol had gespeeld, stond ineens op en zei:"Daar bevindt zich inderdaad een ondergrondse berg plaatsen een goede ook! Geef mij een stuk of tien agenten mee hoofdkommissarisdan zullen we eens kijken of Edward gelijk heeft en daar het zilver van Mon Repos opgeborgen is. Want,het moet toch ergens zijn!"-"Ik ga zelf mee,en Edward ook!"besliste Stevensen. Ruim een half uur later waren de politiemannen op de plaats aangekomenwaar Edward hen de draad in de struiken wees. De hoofdkommissaris gaf nu de leiding over aan Richards. Deze plaatste zijn mannen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1956 | | pagina 6