8 Het groepje kijkt in de aangeduide richting,maar niemand ziet iets verdachts. "Ben je bang,Daslo?vraagt zijn moe der; je staat jezelf wat wijs te makenjongeneen waar ridder kent geen vrees". Doch ze is nog niet uitgesproken, of vijf ruiters maken zich van de bosrand los en stormen op het groepje af. "Dat zijn ze, dat zijn ze!" schreeuwt een van de boeren en maakt zich uit de voeten. "Hier baat geer vluchtenzegt Salvia dapper; laten we afwachten wat er gaat gebeuren". De ruiters stormen nader. Nog een paar honderd meter... En ginds ligt het reddende slot. Zou de bode het kasteel nog niet hebben bereikt? Nog honderd me ter. en dan klinkt plotseling het alarmerend schallen van Jeroen's hoorn en enkele tellen later stormen een tiei tal gewapende ruiters de slotpoort uit. Daslo en de ande ren horen het bevrijdende hoorngeschal en zien tot hun gro' te verbazing hoe tegelijkertijd de vijf aanstormende ruiters hun paarden inhouden,ze doen keren,en even vlug als ze kwamen galopperen ze terug om dekking te zoeken in de be schermende bossen. Als Daslo dit ziet,bedenkt hij zich geei ogenblik,maar zo Snel zijn voeten hem kunnen dragen, zet hij de ruiters achterna. Hij ziet zijn kans schoon om grote da den te verrichten. Hij zal zijn vader de plaats van de ro vers wijzen! Als de bode aan ridder Roxiaan verslag heeft uitgebracht over de roofovervalverzamelt deze op staande voet 'n tiei tal weerbare mannen en binnen enkele ogenblikken verlaat het groepje onder dreunend, hoefgekletter het Bolberslot om te trachten de rovers in te halen. De bode dient hen als gids en hij jaagt zijn paard voort naar de onheilsplek. Na enkele minuten krijgt hij reeds zijn makkers en Salvia in het oog. Snel naderen ze de druk-gebarende mensen. Deze beduiden hen te stoppen,maar de ruiters wensen geen tijd t< verliezen en stormen voort. Als Roxiaan echter zijn vrouw Salvia temidden van die mensen ontwaart,die hem ook tot stoppen maant,houdt hij zijn paard in en de andere ruiters volgen zijn voorbeeld. "Wat is ernu weer?,vraagt hij haas tig; we hebben geen tijd te verliezen"-"We hebben ze weer gezienklinkt het als uit één mondzojuistginds in het bos. Ze kwamen op ons af,maar bij het hoorngeschal hebben ze rechtsomkeer gemaakt. Ze zijn ginds het bos ingegaan".- "Wie is die jongen,die daar juist hk bos in gaat?"vraagt ridder Roxiaan. "Dat is Dasloantwoordt Salvia bezorgd,hij zal u de weg wijzen. Ga hem achterna voor hem iets over komt"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1956 | | pagina 8