7
1 MET UT.' SPAARGELD WORDEN ANDEREN GEHOLPEN
1 Coöp.Boerenleenbank Koningsweg 16A
ROVERS __R 0_N D_ _H_E_T___B_0_L_B E_R_S_L_0_T
door R.Geintjes
(5) Als Roxiaan op het Bolber'slot aankomtstaat Salvia
hem bij de poort op te wachten. "Waar is Daslo?" vraagt zij,
nog voor dat Roxiaan kans ziet een woord te zeggen. Dan
versombert het gezicht van de ridder nog meer en met zelf
verwijt in zijn stem mompelt hij:"Ik had die vreemdeling niet
moeten vertrouwen. Maar Daslo komt terug,zoweer ik ridder
Roxiaan ben".
Als Daslo 's morgens wakker wordtstaat de zon reeds hoog
aan de hemel. De vermoeienissen van de vorige dag hebben
hem een slaaprïjke nacht gegeven. Hij opent zijn ogen en
voordat hij kans ziet zich te verbazen over de ongewone om
geving, dringt Let tot hem door,waar hij beland is. Dit moet
dus het verblijf van de rovers zijn. Gisteravond toen ze
aankwamen was het te donker geweest om zich een voorstel
ling te kunnen vormen van het roofriddersverblijfmaar nu
aanschouwt hij zijn nieuwe woning, 't Is een hol in de rot
sen. Vier, vijf meter voor hem is een grote openinggroot
genoeg zelfs om een pa.a.rd docr te laten. De mannen zitten
rondom een vuurtje en roosteren een jong everzwijn boven de
vlammen. "Heeft onze gast goed geslapen?"vraagt een van
hen. "Jazekerroversi"antwoordt Daslo dapper. De mannen
lachen hij deze woorden en spottend zegt Kutsla,want zo
heette de hoofdman, tot zijn mannen"Heren jullie nu wat je
bent? Kinderen spreken de waarheid,voel je wel?. Ook zin?"
vraagt Kutsla vervolgens en rukt een poet.je uit het mals
geroosterd zwaijnt je dat hij Daslo toesteekt. "Graag! "zegt
deze en laat zich het hapje goed smaken. Hij neemt onder
tussen de omgeving goed in zich op. Aan de rotswand han
gen een serie zwaarden en schilden; ju de hoek waar de
mannen slapen is de vloer bedekt met stro; verschillende
bogen en lansen staan en hangen onordelijk tegen de vochti
ge wandenverder zie.t Daslo enkele kisten, die met zware
sloten hun inhoud verzegelen. Overigens is er niets te
zien. Daslo vraagt zich af waar de paarden zullen staan,
want hij is geenszins van pla.n om zijn verder leven in dit
lugubere hol door te brengen. Na het ontbijt geeft Kutsla
enkele hevelen aan de mannen. Daslo spitst zijn oren en