8 eerst beseft hij,in welk een hachelijk avontuur hij zich ge stort heeft. "Waar moet hij heen? Hij kijkt naar de zon en pro beert zodoende de richting te bepalen. In snelle draf zoekt hij zijn weg door het woud. Vele kilometers heeft hij afgelegd als hij eindelijk een smal pad bereikt,dat hem bekend voor komt. Hier hebben ze gisteren immers ook gereden. Hu weet hij het zeker,want ginds zijn ze het bos ingegaan om te schui len voor zijn vader met zijn mannen. Daslo begint weer moed te krijgen. Over een paar uur zal hij thuis zijn. Verheugd geeft hij het paard een paar ferme klappen en in volle galop gaat het nu op het Bolberslot aan. Aan de rand van het bosverscholen achter een dikke haag van doornstruikenkijken de drie roversBartMark en Lap, verlangend uit naar hun makker Luc. Hun scherpe ogen zoeken de weg af, die naar het kasteel voert. "Hij moet nu toch on geveer komen,bromt Mark; hij is al bijna een uur daar:"-"Ze hebben hem gepakt"denkt Lap hardop. "Je bent gek. Roxiaan zal wel wijzer wezen:" werpt Bart tegen. Ze bekvechten nog wat door totdat Lap zijn ongelijk moet toegeven als hij er de anderen opmerkzaam op maakt,dat Luc op komst is. "En?" vraagt het drietal,als Luc hen bereikt heeft. "In orde,zegt deze triomfantelijk; morgenmiddagbij het Kolkermeer; honderd pond goud". In vrolijke stemming gaan de rovers de lange weg terug naar hun verblijf. Morgen zullen ze weer goud krij gen. Morgen zullen ze hun koffers weer kunnen vullen met gouden munten en sieraden. "Twintig pond per ma,n",zegt Bart en hij lacht zijn gele tanden bloot. Ho la, wie is dat daar gingd? Wie komt daar in snelle draf nader? De rovers drij ven hun paarden een klein eindje het bos in,zodat ze on zichtbaar zijn voor de naderende ruiter. Het is stil. De vier mannen spieden de weg af. "Het is het paard van Kut- sla", meent Lap. "Onmogelijk, zegt Luc; Kutsla is veel gro ter".-"Ik zeg toch z^jn paard; kijk maar eens goed!"-"Wel al le donders,dat is onze gevangene!" klinkt het als uit één mond. "Mannen,op je post!" Daslo is zich van geen gevaar bewust Hij is met zijn gedachten thuis. Zijn vader zal echt trots zijn op hem en morgen zal hij hem d.e weg wijzen naar het hol van de rovers.Dan stormen plotseling vier rui ters op hem af, ze grijpen zijn paard bij de teugel, en terwijl Daslo het uitschreeuwt van spijtdwingen ze hem de weg terug t e gaan MOEDERDAG GESCHENKENDAG PNVELZEBOER

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1956 | | pagina 8