7
gezindheid. Wanneer wij samenwerking vragen mogen wij nooit
uit het oog verliezendat wij die samenwerking vragen van
vrije mensen, die óók een éigen inzicht, een éigen oordeel
hebben en die zelfs gelijk kunnen hebben terwijl wij ongelijk
hebben. Wie zó gestemd is,zal samenwerking vinden en met
een mens,die dit standpunt inneemt,zal men ook prettig sa
men kénnen werken.
ROVERS R_0_N_D_ _H_5_T___B_0_L_B_E_R_S_L_0_T
(8) Enkele uren later ligt Daslo,aan handen en voeten ge
bonden, weer op de oude plek in het rovershol en hij denkt
na over de gebeurtenissen van de afgelopen dag. Bijna was
zijn vlucht gelukt. Dan zou hij nu thuis zijn geweest. Ver weg
van de wrede Kutsla en zijn mannen. Daslo voelt de slagen
nog van de roverhoofdmanwant toen de vier orvers met hem
bij het hol waren gekomen,had Kutsla hem halfdood geslagen.
"Ik zal je leren te ontvluchten. ik zal je leren mijn
paard te vermoorden. ik zal je leren..." Maar eindelijk
was Luc tussenbeide gekomen en had de razende Kutsla zijn
eigen onoplettendheid verweten. "Jij bent me ook een mooi
stuk hoofdman,had hij gezegd ;wie laat nou zo'n ventje ont
snappen? Hoe krijg je het in je lelijke kop,om zo'n kostbare
prooi te laten ontglippen? We moesten jou van katoen geven,
futloze vleesklomp die je bent!" Bij het horen van zulke
woorden toomde Kutsla zich toch wat in,maar hij wilde geen
risiko meer lopen,en stevig geboeid ging Daslo de nacht in.
Hij sliep die nacht niet. De touwen pijnigden zijn polsen en
enkels. Wat zou de volgende dag brengen?
Het werd morgen. Op het Bolberslot had Jeroen de nieuwe
dag reeds aangekondigd en Pedro liet onder het knarsende
geluid van roestende kettingen de slotbrug neer. Ridder Ro-
xiaan ging zich klaarmaken voor zijn zware tocht. Hij zocht
al zijn goud bij elkaarplunderde zijn schatkist en met vijftig
pond goud aan ieder kant van het zadel ging het in de late
morgen op het Kolkermeer aan. Salvia deed hem uitgeleide.
Met lede ogen zag zij,hoe al hun rijkdommen en al haar sier
raden het slot verlieten,maar vol verwachting ook zag zij
uit naar de terugkeer van Daslo. Térzeifdertijd maakte ook
Kutsla zich gereed om de rijke losprijs in bezit te nemen en
de lastige jongen aan zijn vader over te geven. Hij had de
overdracht met de andere vier rovers goed voorbereid. Hij
alleen zou Daslo naar Roxiaan brengen. Het zou gebeuren op
dezelfde plek aan het Kolkermeerwaar ze enige weken gele
den die rijke koopman beroofd hadden. Mark en Bart zouden