L I T WEET U: "DE MAGNEET" KLEEDT U! ft Zöekt u een nieuwe naaimachine? Wij vertegenwoordigen: BerninaNauman,BorlettieLewenstein en Durkop, Zonder verplichtingen komen wij bij u aan huis. Agentschap van Lewenstein: G.A.van VLIET 1 den, zodat ze niet nat zullen worden. Het is stil$ alles in het Bolberslot slaapt. Met een paar fikse slagen heeft Daslo de overkant bereikt en vlug maakt hij zich uit de voeten. Op veilige afstand van het slot trekt hij zijn kle ren aan,hangt zijn boog over de schoudersteekt de pijlen in de koker en zoekt zijn paard op. Het dier staat nog immer rustig te dromen op dezelfde plek. Hij maakt zijn hit los en stijgt in het zadel. Het vage maalicht verlicht zijn pad. Het is een spookachtige verschijningdie in de nacht over het donkere woudpad draaft,in de richting van het rovershol. Het is Daslo die zijn vader zoekt, het is Daslo die de weg v/eet welke voert naar de plaats,waar wrede rovers Roxiaan gevangen houden. Als de vier rovers met hun gevangen Roxiaan terug gaan naar hun hol,vinden ze onderweg hun hoofdman Kutsla,die met een zwaar verstuikte enkel huiswaarts hinkt. Als zijn makkers uitleg vragenkrijgen ze als antwoord een reeks vloeken en verwensingen van de buiten dichzelf zijnde man. Zijn gezicht klaart ^echter op als hij Roxiaan ontwaart"Jij zult boeten voor de schurkenstreken van je ontaarde zoon!" brult hij,terwijl Lap hem voor zich op zijn paard helpt. "Ik ben anders jouw vader niet",merkt de ridder gevat op. Kut- sla briest als een woedende stier; bijna stikkend van drift,, kan hij geen verstaanbaar woord uitbrengen. Als de ergste aanval over is en als hij denkt genoeg gal gespuid te heb ben om zijn belachelijk figuur enigzins te redden,komt er eindelijk verstandige praat uit zijn mond. Hij kijkt van de ene ruiter naar de andere en vraagt dan verbaasd"V/aar is het goud?" Roxiaan kijkt hem aan en antwoordt met de vraag: "Waar is mijn zoon?" Terwijl de hoofdman zich weer gereed maakt om met een vloed van vloeken en scheldwoorden zijn gemoed te ontlastenkrijgt de ridder bijval van de andere rovers. Zij willen ook wel eens weten wat er met de jongen is gebeurd en waarom Kutsla zich niet aan zijn afspraak hield.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1956 | | pagina 8