7
Voor warme dagen ZONNEBRAND, olie, lotion en crème.
Odorex en Desodorant. H.KOOP.MAN
TR0U_ W
een Oosters verhaal door K.V.
(l) In Lapidea,de stad die koning Remagno de Grote voor
zich gebouwd had,woonden Bery en Cinta. Eigenlijk heetten
zij Beryllus en Hyacintatwee namen van edelstenen,maar om
dat het nogal lange namen waren,noemde iedereen hen gewoon
bij deze afkortingen. Twaalf jaar telde Bery Cinta was
twee jaar jonger dan haar broer. Van de eerste vier jaar
van zijn leven herinnerde Bery zich nietsvan de volgende
drie jaren stond hem vaag voor de geest het beeld van een
lieve vrouw,die hem vaak naar zich toe trok en hem dan o-
ver zijn haar streek en hem kustteen ook herinnerde hij
zich een man,zijn vader,die Opperstalmeester van de koning
was. Als Bery zijn ogen dicht deed,was het net of hij zijn
vader weer voor zich zag in zijn prachtige gewaden,met een
goudlakense tuniek en een gordel van zwart leer,waarin
paarlen gevat waren. Hij wist ook nog,dat zijn vader hem
soms heel hoog boven zich uittilde en op zijn schouders
droeg,als de koning uittrok en alle mensen langs de weg
stonden. Cinta wist daar niets van. Haar eerste herinne
ringen waren zeer droevig. Op een dag immers was er oorlog
uitgebroken. Haar vader kwam toen nog maar heel zelden
thuis en had dan weinig tijd om zich met zijn kleine meisje
bezig te houden. Later werd het nog erger. Er was bijna
geen eten meer en de grote mensen spraken zeer angstig of
huilden erg. De oorlog kwam dichter en dichter bij en ten
slotte trokken de vijandelijke troepen Lapidea binnen. Hun
moeder had Bery en Cinta in de stallen gebracht en was
toen weer haastig heengegaan, 's Avonds hadden Bery en
Cinta geen vader en moeder meer; beiden waren omgekomen
tegelijk met koning Remagnc en veel burgers en leden van de
hofhouding. In de stad en in het land regeerde een nieuwe
vorstChrysolis de Derde,een man die hard was voor de be
woners van het overwonnen land. Op de avond van die onge
luksdag kwam hun grootvader naar de stallen en nam Bery en
Cinta mee naar zijn huis. Grootvader was nu een arm man,die
in een klein huis woonde,maar hij was een zeer wijs en zeer
goed mens. Hij was vader en moeder en ook vriend voor Bery
en Cinta,al de dagen van zijn leven. Drie jaar woonden zij