k
h_e_tp_5_ï_5_s_ï_e_r_s_c_h_a_p
EERST SPAREN EN DAN KOPEN
WIJ VERGOEDEN U DE HOOGSTE RENTES
Coöp. Boerenleenbank Koningsweg l6*f
zwaarste zullen we publicerenzonder echter uw naam te
noemen. Over enige dagen kunt u het bleekgezichtje welkom
heten. Bestuur
V E R L 0_R_E NE_NG_e_V_0_N_D_E_N
GEVONDEN: fietspomp; speelgoedauto.
VERLOREN: vulpen en vulpotlood in étui; geruite boodschap
pentas. Inlichtingen bij de Rijkspolitie
(2)(vervolg) Geloven is meer dan het gevangen geven van
het verstand alleen; dit zou een verengd,benepen,ver
schrompeld, dood geloof zijn. Geloven is de gewilde overga
ve van heel de mens,met al wat hij is,aan de levende God.
Omdat hij gelooft,kan hij hopen; omdat hij gelooft,kan hij
liefhebben. Door te geloven wordt de mens in zijn diepste
wezen gegrepen en omgevormd en komt die mens in een geheel
nieuwe verhouding te staan tegenover God. Een gelovige is
niet alleen andersdenkend,maar ook andersvoelend,anders
levend dan de niet-gelovige. Door het geloof ontstaat da
nieuwe mens,naar Gods beeld gemaakt. Bij de eerste ontmoe
ting tussen» mens en priester ontstaat een korte maar won
derlijke dialoog :"Wat vraag je van de Kerk van God?"~"Hat
geloof"-"Wat geeft het geloof je?"-"Hat eeuwig leven:
Van dit levenv/ekkend geloof nu is de priester de bood
schapper. Ongelukkig de mensdie dit woord niet aanvaard,
want: "wie u versmaadtversmaadt Mijï" Het woord van de»
priester zaait goddelijke genade uit in de. zielen, want :"het
woord van God is een zaad". Hij is de man,die uitgaat om
te zaaien. Als het uitgezaaide graan geen hondervoudige»
oogst voortbrengtligt dit niet aan het zaad van het woord
maar aan de grond,waarin het neerkomt. Het woord van de.
priester is een scheppend woord,want iedere priester is.
als Paulus,"een uitverkoren werktuig om de naam van God
te brengen aan joden en heidenen tot aan de grenzen van
de aarde". Daarom wijst Paulus zijn medewerkers voortdurend
op de belangrijkheid en de noodzakelijkheid van de preöi-
king:"Preek echter het woord,gevraagd of ongevraagd"; en
"ongelukkigeals ik de Blijde Boodschap niet zou verkondi-