8
zaten broer en zusje zwijgend naast elkaar. Toen rees Bery
half overeind en fluisterde"Ik weet het! We zullen het ko
kertje hier in de stal begravenzodat niemand het vinden
kan".-"Hoe wil je hier iets verbergenzodat niemand het
vinden kan, terwijl iedereen de stallen in- en uitloopt?"-
"Wacht maar, zei Bery; je zult het zien!" Hij ging met Cinta
naar de stal van de olifant Biumbu,het rijdier van de koning
zelf. Biumbu had een aparte stal,waarin niemand anders ko
men mocht dan de opperstalmeester van de koning en Bery,die
Biumbu moest verzorgen. "Onthoud het goed,Cinta,ik begraaf
het kokertje onder de zevende tegel van de zevende rij. Als
mij ooit iets mocht overkomen,dan weet je,waar je het koker
tje vinden kunt". Cinta knikte begrijpend. Toen groef Bery
met behulp van een dunne ijzeren pin de tegel los. Maar het
was een moeilijk werk en het vorderde heel wat tijd en ge
duld, want hij moest het onhoorbaar doen. Eindelijk gaf de te.-
gel een weinig mee. Met inspanning van al zijn kracht licht
te hij de tegel met de toppen van de vingers op en legde ze
naast de opening. Hij groef zoveel aarde weg als nodig was
en legde het kokertje met de opening naar het Oosten in de.
aarde. Zo,nu zou hij het altijd weer snel kunnen uitgraven.
Hij bedekte het met een beetje aarde,legde de tegel weer op
zijn plaats en stipte; de reten met aarde dicht. Dan wierp
hij wat stro en mest op de tegel, liep er over heen en weer
en zei fluisterend"Ge.en mens zal kunnen zien, dat die tegel
is gelicht". Cinta keek vol bewondering naar haar broer.
Ze gingen terug naar hun vaste plekje in de stal en spraken
af nooit meer over het goud te praten,zelfs niet fluisterend,
Het gebeurde enkele dagen later. Zorog,de man van Baris,
had zich de laatste dagen opvallen vriendelijk tegenover
Bery gedragen. Eerst had de jongen zich daarover verwon
derd; later was hij die vriendelijkheid gaan wantrouwen. Want
Zoro^g'was wroeger nooit aardig tegenover hem geweest en...
hij was de man van Baris, die Cinta lastig gevallen en be
dreigd had omwille van het staafje goud. Natuurlijk had Ba
ris alles aan haar man verteld. Hoe vertrouwelijker Zorog
werd,hoe meer het wantrouwen van Berij toenam en hoe meer
hij hem uit de weg ging. Dat zuurde zo tot de avond van de
derde dag nadat het meisje haar verhaal gedaan had. Ieder
een verliet achtereenvolgens de stallen om naar huis te
gaan. Alleen Zorog bleef nog wat rondlopen,hier en daar
iets verschikkend of wat opbergend. Bery lette er niet op;
hij werd helemaal in beslag genomen door de ziekte van zijn
lievelingsdier Jiumbo,de oude. olifantrijdier van det oude
koning.