HET LIJK IN DE PIANO
Thriller in een onbekend aantal afleveringen door Framu
(3) Ondertussen was Inspekteur Brol in de Klapsteeg aange
komen. Echter nog niet op no.39» Want toen hij de politie
wagen de hoek omdraaide kon hij niet meer verder. een gro
te menigte stond opgewonden en druk gebarend té praten.
Journalisten liepen ijverig noterend heen en weer b l i tzlam-
pen f l i tste n k ort om h et was d u i d e l ijk d a t het lijk zonder
hoofd op een of andere manier uit de piano gelekt was.een
ijscoman profiteerde van de drukte en maakte goede zaken.
Maar of zijn artikel de verhitte gemoederen wat zou afkoe
len betwijfelde de inspekteur sterk. hlj sprong uit zijn wa
gen en baande zich een weg door de menigte. voor no.39
zag hij een agent staan die met een transpirerend hoofd de
menigte trachtte tegen te houden. hlj zuchtte verlicht toen
hij inspekteur brol in het oog kreeg. "hoe staan de zaken,
MO L?"-"Wa rm i ns pek teu r m a ar ik heb het huis vrij kunnen
houden"-"Prachtigzei Brol; er komt direkt assistentie".
Even later kwam agent Kikkert met zijn staf; Mol belde om
nog meer versterking en tien minuten later was de straat
ontruimd en afgezet. intussen was inspekteur brol met zijn
mannen het huis b.innen gegaan. helena kneutjes ontving
hem, een en al opwind i ng i "guttegutmeneer de inspekteur,
wat ben ik blij dattu er bent. me senuwe lopen over; ik
weet gewoon niet wat ik doen mot. kommu maar mee naar bo-
ve hier de trap op. slet u daar die groene deur? nou,
daar is de kamer. alles is nog precies zoals toen ik weg
ging. |k hoef toch seker niet mee? dan ken |k naar de keu
ken; we motte toch ook ete van middag. als u iets nodig
h e b o a n roep u maar. |k ken nou wel gaan seker-ja ja
kalm aan maarmevrouwtjegaat u maar rustig naar uw keu
ken,dan knappen wij hier het zaakje wel even op!" helena
Kneutjes dribbelde de trap af. De inspekteur opende de
deur van de kamer. het was een niet ongezell 1 geenv oud i g
gemeubileerd vertrek. |n de hoek stond de piano. en voor
de piano lag een jongeman,met ho ofd achterover op de
vloer."WlE bent u en wat doet u hier?" vroeg de inspek
teur. k meneer i k ben karel11, stotterde het jongmens.
"Wat Karel,wie Karel? Wat doe je hier op de grond? Voor
uit, sta eens op en doe niet alsof je je broek vol hebt!
Vertel op: wie ben je?" Het jongmens kroop slungelig o-
vereind en ging in een hoek van de kamer staan,zover mo
gelijk van de piano v e r wijd e r d e n deed pogingen om verstaan
baar te spreken. (wordt vervolg)