ZWAKZINNIGE KINDEREN (vervolg en slot) Wanneer zijn kinderen zwakzinnig? Dit is heel moeilijk te beantwoorden. dat komt, omdat je in de klas enz,te maken hebt met een aantal kinderen en omdat ieder kind voor zichzelf een samenstel is van verschillende fak- toren. Daarbij komt het millieu waaruit het kind stamt. In de klas wordt het kind beschouwd in de verhouding tot zijn leerstof. En dan bemerk je,dat er kinderen zijn,die deze leerstof heel gemakkelijk in zich opnemen en kinderen,die er mee worstelen en ook kinderen,die het helemaal niet aankunnen d i e het met geen mogelijkheid kunnen verwerken. je gaat je dan bezinnen op de oorzaken van eventuele te kortkomingen,al is het alleen maar om een rapportzijfer voor gedrag en ijver te kunnen geven. |k geloof, dat het voor de klasseonderwijzer niet veel moeilijkheden geeft het cijfer voor gedrag, vlijt en netheid te geven. üe h o o f d c ij- fers voor het rapport geven dan de meeste moeite; met de .rest kan men dan wel eens goochelen. dan kan het verschijn sel optreden van de "lieve juffrouwndie achten en negens uitdeelt, en van de "onaardige meneer", die lage cijfers geeft. kan het uiterlijk van het kind een aanwijzing geven? men spreekt van stomme en van schrandere gezichten. üe in telligentie kan zich uitdrukken in de vorm en de uitdruk king van het gezicht. men zegt,er bestaan denkersvoorhöof- den en opgeblazen gezichten. er zijn ook scherzinnig tinte lende ogen en er zijn doffe, inerte ogen, die soms geestelijke armoede vertolken. maar men moet voorzichtig zijn,want... in de tropen heb ik schoonheidsmiddelen zien gebruiken om grote,ronde ogen te verkrijgen,en in de gedichten van home rus worden de koe 1 e ogen van hera herhaaldelijk als schoon bezongen... aan de hand van de uiterlijke verschijnselen is het nog lang n e t altijd d u i d e lijk o a t men zwakzinnigheid kan d l agnot i seren het uiterlijk van het kind helpt ons lang niet altijd op de goede weg en voert ons zelfs soms op een dwaalspoor. er kunnen je nog veel andere dingen op- va l l e n n a m e l ijk reakt i esnelhe i dsloomhe i dne i g i ng tot suf fen, het maken van domme o p m e r k i n g e n z i n t u i g e l ij k e defekten, enz. Maar dan rijst weer de vraag: hebben we hier te maken met me nta lè v ersta n delijk e tekorten of met onwil? je moet ze dan weer zien te verdelen int 1 zij die niet kunnen, DE dommen; 2 zij die niet willen,de belhamers en de luiaards; 3 ZIJ die wel willen en ook wel het vermogen hebben om mee te komen,maar zich niet alleen kunnen uiten. u ziet wel.., Heb.t begrip voor dit soort kinderen. w.v.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1961 | | pagina 5