Misschien moeten we uitgaan van oe gedachte,dat het niet
altijd eenvoudig is om goed te zijn. het gaat dan verder o -
ver de menselijke goedheid o f c o n c r e e t d e goede mens.
Het is mij o nmo ge lijk e n met mij vele anderen,om precies te
omschrijven wat goedheid is» üe raakt daarover in een eeu
wig twistgesprek. wat de een ziet als menselijke goedheid,
vindt de ander helemaal niet passen in het kader van de
goedheid. Waar we het allen wel over eens zijn? Ieder van
ons weet wanneer hij het met een goed mens te doen heeft;
ieder van ons kan uit zijn kennissenkring de goede mensen
stellen tegenover degenen, die vanwege bepaalde hebbeluk-
heden niet beantwoorden aan wat men een "goed mens11 noemt.
Nog merkwaardiger |s,dat sommige gebreken toch kunnen sa
mengaan met goedheid,maar dat niemand van een huichelaar,
een brute egoïst, een sadist of koude cvnicus zal zeggen:
hij heeft wel g ebrexen maa r in de grond is hij een goed mens.
Ook hebben wij geen uitleg nodig om de aansporing "wees
goed" of de uitdrukking "wat zijn ze goed voor mij geweest"
te begrijpen,te verstaan.
er zijn mensen die menen, dat iemand alleen goed kan zijn van
uit zijn levensbeschouwelijke opvatting (geloof) het kan
zijn,ma ar m.i.is goedheid niet gebonden aan een bepaalde
levensbeschouwing. persoonlijk heb ik onder mijn andersden
kende broeders en zusters veel goede mensen aangetroffen.
Misschien zult u me opwerpen; maar,wat versta je dan on
der goedheid?
Misschien kan ik op deze vraag het beste antwoorden met
een passage aan te halen van pa u lus wa aru i t duidelijk blijkt
dat ook saaie mensen welgezind en goed kunnen zijn. paulus
schrijfti "DE liefde is lankmoedig en goedertieren; de
liefde is niet afgunstig,zij praalt niet, zij beeldt zich
niets in. Zij geeft niet om de schone schijn, zij zoekt niet
wat haar niet a a n g a a t z ij laat zich niet kwaad maken en re
kent het kwade niet aan. ZlJ verheugt zich niet over on
recht,maar vindt haar vreugde in de waarheid. alles ver
draagt zij,alles gelooft zij, alles hoopt z ij a l l e s duldt zij"
1 Korinte 13,^—7) (Nieuwe vertaling). De schrik moet ons
om het hart s l a .x n na het lezen van deze zo duidelijke uit
eenzetting over de goedheid. want we zullen allen moeten
erkennen, dat wij in meer of mindere mate niet voldoen aan
deze duidelijke omschrijving.
Wat nu te denken van het gezegde "Wel goed,maar niet gek"?
Kan men de goedheid wel overdrijven kan men te welwillend,
teonbaatzuchtigte ver buiten eigen grenzen gaan,te hoog
boven zichzelf uitstijgen? neen! onmogelijk. a ls zodanig is