welf,de zee speelt haar eeuwig spel met de golven en de
wind is tastbaar in het wuiven van het riet, i, n het kraken
van de oude bomen, in het wegwaaien van gevallen bladeren
Dat is de natuur. En de mens? Wijzelf? Ervaren wij niet aan
de lijve deze op- en n e e r g a n g d e z e rusteloze beweging, dit
eeuwig veranderlijke in het leven? WlJ zeggen, dat de tijden
zo veranderen, wij praten over vroeger en nu en houden onze
gedachten gespannen gericht op de toekomst» OP een soms
angstaanjagende toekomst, dank zij een koude oorlogvoering
en de explosies van zware bommen. we zijn bang, dat er weer
een oorlog zal uitbreken. maar bedenken we dan niet,dat er
maar EÉN is, die werkelijke macht bezit en dat het van zljn
toestemming afhangt of wij, mensen,misdadige krachten zullen,
aanwenden tot vernietiging van g o d s wonderschone natuur?
het "pamta rhe i :i heeft ook voordelen: wij vergeten pijn en
geleden verdriet,wonden van onenigheid en ruzie worden ge
heeld we durven een nieuwe dag tegemoet zien als een bron
van genade en zegen. de zon heeft al zo vaak geschenen 0-
ver joelende k erm i s gangers en verlaten loopgraven. er zijn
zo enorm veel tegenstellingen in het leven. WE ontmoeten
graag goede vrienden, dan wordt het voor ons weer een fijne
dag. Maar wanneer we minder goede vrienden' ontmoeten in oe
vroege mo r g e n da n k a n dat een domper drukken op' het verde
re vérloop van de dag. en toch begin je elke dag' opn i duw.
Elke dag een nieuwe dag zonder te vallen in de sleur,in
r out i ne-wer k za amh e d 1 n leegheid van leven. waarom? omd'at
het iedere dag opnieuw een zegen s te mogen meewerken aan
het gehele maatschappelijke en sociale bestel. o f dit nu ge
beurt tussen de rokende fabr i eksscho orstenen o f onder het
eentonig getik van typmachinensof als patiënt op een ziek
bed,of in de huiskamer bij moeder,of als hulp bij een zieke
hu 1 svrouwdat geeft niet. je maakt er eenvoudig iets van,
je geeft kleur en fleur aan het dagelijks terugkerende werk.
üe doet' dit immers voor je medemensen.' het is voor ons al
ler toekomst dat we dagelijks zorgen. ondanks de mislukkin
gen van sommige dagen,moeten we de zon in ons leven leren
zien. God is een God van mensen en dus óók van mij! Ik sta
niet alleen tussen de menigte,ik ben niet op goed geluk af
in het leven gegooid. zeker,toch dringt zich dan ook de
vraag nog wel eens op; waarom ben ik een groot deel van
mijn leven z i ekelijk of waarom loopt mij toch altijd alles zo
tegen? Bedenken wij dan,dat ons leven een strijd is naar een
ideaal toe, dat wij door die strijd rijper zullen worden in het
oog van God en de mensen. En beginnen we dan in godsver
trouwen elke dag opnieuw! w.v.