DAGBOEK VAN DE OOIEVAAR Geboren op 18 maart: Catharina M.dochtertje van het echt paar P.Kerssens-KlousAan de gelukkige ouders de oprecht- gemeende felicitatie van "Op de Hoek" T E_ LAA T VRAAG: Als bestuurslid van meerdere verenigingen erger ik me voortdurend, aan het telaat' komen van zoveel mensen. Is dit overdreven van mij,of heb ik gelijk als ik me er aan erger? En wat zou er tegen deze kwaal te zoen zijn? U hebt gelijk als u zich stoot aan het chronisphe telaat komen van mensen op vergaderingen,bijeenkomsten,uitvoerin gen en kerkdiensten. Natuurlijk,ieder mens kan zich eens verslapeniedereen kan wel eens worden opgehouden. Maar 'is het u ook niet opgevallendat het altijd, dezelfde men sen zijn,die altijd en overal telaat komen? Het is gewoon een slechte gewoonte. Een slechte gewoonte! Het is een te ken van nonchalance. Men geeft ermee te kennen,dat men niet erg zwaar tilt aan hetgeen er gaat gebeuren. Men ge looft het wel. Telaat komen getuigt ook van een gebrek aan solidariteit: als men iets gezamenlijk gaat doen,dient men te zorgen op tijd te zijn om gezamenlijk te kunnen begin nen. Het is onsportief tegenover zijn partners om dezen- te laten wachten. En vooral: het is een verkapte vorm van egoisme en strijd.ig met de naastenliefde of, als men dat liever hoortstrijdig met de medemenselijkheid.. Wie steeds telaat komt laat duidelijk blijken, dat de evenmens hera niet na aan het hart ligt en -wel -wachten kan. Het is toch eigenlijk ergerlijk,dat men tien,of vijftig,of zelfs hon derden mensen laat wachten. Wie te laat komt dwingt ande ren voor hem iets waarmee men bezig is te onderbrekenhij stoort anderen,dwingt anderen op te staan,kortom,hij is anderen tot last. Wat is er tegen te doen? Ik geloof,dat we er alleen geza menlijk iets tegen kunnen doen en wel dit ene: gewoon op tijd beginnen en desnoods duidelijk te kennen geven,dat we het niet langer kunnen accepterendat de een of de ander heel de rest laat wachten. Ik geloof datwanneer iedere vergadering,uitvoering,enzop tijd zou beginnen,de laatko mers zich waarschijnlijk wel zouden bekeren. Maar wanneer we op hen wachten gaan anderen zeggen: "Och,er wordt toch niet op tijd begonnen,waarom zou ik me dan haasten. Ik moet zo vaak wachten op anderen,laat anderen nu maar eens wachten op mij". Door op de laatkomers te wachten werken

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1962 | | pagina 8