1) Werkzaam in loondienst bij anderen:
Hoogste aantal feitelijke werkuren p.week: 84 uur.
Laagste aantal feitelijke werkuren p.week: 45 uur.
Gemiddeld aantal feitelijke werkuren p.week: 56t uur.
Dit is lli uur boven de z.g.45-urige werkweek en ruim 11-4
uur boven het gemiddelde aantal officiële werkuren.
2) Werkzaam ged.in oud.bedrijf en ged.bij anderen:
Omdat maar 1 persoon in deze groep antwoordde ligt het
hoogstelaagste en gemiddelde aantal feitelijke werkuren
geli j en op 45 uur. Hier is geen verschil tussen het aan
tal officiële en feitelijke wérkuren.
3a) Werkzaam in ouderlijk bedrijf:
Hoog/ste aantal feitelijke werkuren p.week: 80 uur.
Laagste aantal feitelijke werkuren p.week: 45 uur.
Gemiddeld aantal -feitelijke werkuren p.week: 58-4 uur. Dit
is 134: uur boven de z.g.45-urige werkweek en 5 uur boven
het gemiddelde aantal officiële werkuren.
3b) Werkzaam in ouderlijk bedrijf èn in vakopleiding:
Hoogste aantal feitelijke werkuren p.week: 73.uur.
Laagste aantal feitelijke werkuren p.week: 54 uur.
Gemiddeld aantal feitelijke werkuren p.week: 68 uur. Dit
is 23 uur boven de z-.g.45~urige werkweek en 17 uur boven
het gemiddelde aantal officiële werkuren.
DE ONONTDEKTE LEUGEN
Van Voltaire zou de bewering zijn:"Lieg er maar op loser
blijft altijd wel iets van hangen". Öf de franse wijsgeer
dit gezegd heeft,weten we niet,maar als hij het gezegd
heeft,sloeg hij de spijker precies op de kop. Omdat we
lang genoeg gezegd hebben,dat we een 45-urige werkweek
hebbengeloven we ook,dat we een 45-urige werkweek hebben.
Maar die hebben we niet,althans onze jonge meisjes en. man
nen niet. Er ijn meisjes die 74, 60, 72 uur in touw zijn.
Er zijn er ook,die er met 20, '3040 uur va.naf komen. Maar
voor alle meisjes geldt een gemiddelde van ruim 50 uur per
week. We noteren voor jongens werkweken van 84, 8073 uur.
Geen enkele jongen werkt feitelijk korter dan 45 uur. Voor
alle jongens geldt een feitelijke gemiddelde werkweek van
ruim 57 "4 uur. En nu tpaar stevig volhoudendat we een 45-
urige werkweek hebben.' En nu maar blijven beweren,dat "de
jeugd van tegenwoordig geen klap meer uitvoert".' Voorlopig
nemen we afscheid van onze werkende jeugd.,maar we zullen
haar weer ontmoeten bij de hobby en bij de vergelijking
van de feitelijke werkuren met die van de "lerende" jeugd.