(9) HOE STAAN DE ZAKEN DE :1 LERENDE" JEUGD We ontvingen de ingevulde vragenlijst terug van 38 lerende meisjes tegenover die van 60 werkend© meisjes en van 37 lerende jongens tegenover die van 57 werkendejongensGe ven deze. getallen ook de verhouding weer tussen alle wer kende en lerende meisjes en jongens? Misschien niet hele maal precies,maar toch zeker ongeveer,en daaróm'ménen we te kuniien stellen, dat ook naar getalsverhouding de binnen gekomen lijsten een globaal totaalbeeld geven van de situ atie in ons dorp. We kunnen,menen we,dan ook stellen,dat ons dorp ongeveer ^0 "lerende" meisjes telt tegenover ongeveer 60 "werkende" meisjes en ongeveer 50 "leren de" jongens tegenover-50 "werkende" jongens. QÜO VADIS? Waar ga je heen? In'welke richting leer je? Onze eerste vraag was een vraag naar de richting en daarom luidde vraag 1"Welk onderwijs volg je?" M e i s j es: Landbouwhtiishoüdonderwi js1 1 .Kweekschool: 1 Huishoudschool: '7 (M).U.L.O.: „13 V.G.L.O.: 10 V.G.L.0(speciale, klas2 Handels- en Industrieschool: 1 A.V.V.C.d.V.I.O.)1 Naaischool: 1 Jongens: Lyceum: 3 Middelbaar onderwijs: k Gymnasium: 1 H.B.S.: 2 Kweekschool: 2 (M).Ü.L.O.: 13 L.T.S.: 2k Tuinb ouwonderwijs1 V.G.L.0.2 Brugschool: 5 Voor een dorp "dat pas in het eerste stadium van overgang naar de industrie is en het nut van scholing nog onvol-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1963 | | pagina 9