aan het vrouwtje van het winkeltje. "Poezen en goudvissen" stond op de ruit van de etalage geschreven. "Zie je dat?" vroeg mijn broertjetoen hij het hardop gelezen had, "Te gen billijke prijzen"herhaalde_ik. "We moesten maar naar binnen gaan". -Ik knikte. "Heb je het geld?" -"In mijn zak". Hij liet de rijksdaald.ers in zijn zakdoek rinkelen. "Ik schat de prijs van een mooie poes op vier of vier en een halve gulden",zei hij met nadruk en hij keek me aan met de blik van iemand,die geboeid door poezen,al jaren hun doen en laten van nabij gevolgd had. "Niet alle poezen kunnen spinnen"legde mijn broertje uit aan het vrouwtje, dat op het gerinkel van de winkelbel voor kwam,terwijl ze haar handen aan haar schort afdroogde. Er leek meer kleur op haar wangen te komen,toen ze bemerkte,dat het niet ging om een doosje visvoer van een dubbeltjemaar om een poes, "Een dure poes is geen bezwaar", zei mijn broertje, "V/at de jongeheer dan wel dacht te besteden?" De jonge heer dacht aan een bedrag tussen drie en vier guld.en. Het vrouwtje toonde twee poezen. "Drie vijf en tachtig en vier vijftien" zei ze. Die van drie vijf en tachtig was rossig en de an dere gitzwart met een witte vlek tussen zijn ogen. "Een keurige kat",zei de vrouw,terwijl ze hem langzaam over z'n kop streek. De rossige keek ons treurig aan,alsof hij be sefte, dat hij lager geprijsd was en daardoor liefkozingen moest missen. Mijn broertje keek hem recht in zijn ogen. "Neen,zei hij tenslotte; een mooi beest,maar rood kleurt niet bij de meubels en hij springt bovendien midden in de nacht op je bed. Een rossige katvervolgde hij zich naar mij wendend,een rossige kat wordt nooit huiselijk; het roofdier in hem is niet dood. Op zekere nacht sluipt hij het huis uit en je ziet hem nooit meer terug", -"Deze zwarte is heel trouw,begon het vrouwtje weer; een keuri ge kat". -"Een zwarte,zei mijn broertje,is van huis-uit een spinnereendie bij de familie hoort,een beest waarmee je gezien mag worden. Vier vijftien, zei U?" besloo-t hij zakelijk. Hij legde de twee rijksdaalders op de toonbank en nam de' kat in zijn armen. Het beest vleide zich gemak kelijk tegen hem aan. (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1964 | | pagina 12