aan de ontwikkeling van de gemeente,wil ik in kort bestek
nog- even Uw aandacht vragen. Is Uw college voornemens nog
meer voorstellen te doen m.b.t.het vaststellen van uitbrei
dingsplannen en andere .stedebouwkundige maatregelen? Deze
vraag wordt mij ingegeven door het feit,of de gemeente wel
tijdig kan beschikken 'over grond voor scholenbouw,zowel
t.b.v.het kleuteronderwijs als het lager onderwijs.,nu het
uitbreidingsplan "Raadhuisweg" daarvoor geen gelegenheid
meer geeft. Het onlangs vastgestelde besluit tot verkoop
van grond aan de Kath.Stichting Bejaardenzorg,is hier im
mers de aanleding van. -Moet er geen rekening gehouden wor
den met de invloed,die een eventuele onverwachte snellere
uitbreiding van de bevolking op .de toeloop naar de scho
len heeft,mede ook door de invoering van de nieuwe leer-
lingenschaal bij het lager -onderwijs? Regeren is vooruit
zien en ik moge U in dit verband herinneren aan enkele
herhaalde debatten in de raad over de situering van de
neutrale kleuterschool. Dat de thans gekozen oplossing van
dit vraagstuk zo gelukkig is,kan ik niet onderschrijven,
hoewel men zeer begrijpelijk van de nood een deugd heeft
moeten maken. Wanneer ik U onomwonden mijn mening moet
geven over deze kant van de ontwikkeling van onze gemeen
te, dan zal het mij niet verbazen,dat het in de toekomst
zó zal zijn, dat op de plaats, waar. wij in het uitbreidings
plan "Raadhuisweg" een school gedacht hadden,het verzor
gingshuis voor bejaarden zal staan en dat daar,waar oor
spronkelijk het verzorgingshuis gewenst was,scholen zullen
worden gebouwd. Wanneer dit ooit zó zal zijn -en m.i.kan
dit al niet anders- dan-is de vraag gerechtvaardigd: is de
raad bij de verkoop van grond aan de Kath.Stichting Bejaar
denzorg niet' te overijld te werk gegaan,howel toegegeven
moet worden,dat het een moeilijke situatie was,waarin wij
toen verkeerden. Vastomlijnde plannen,gebaseerd op een
werkelijke behoeftezullen dan ook hier noodzakelijk zijn.
V/at mijn vraag over het nemen van- andere stedebouwkundige
maatregelen betreft,wil ik de aandacht van het college
vestigen op die panden,die met het oog op de veiligheid
van het verkeer of straatverbre.ding,verwijderd dienen te
worden en ook op die panden,die mogelijk voor sanering in
aanmerking-komen. Dat deze laatse er zijn,is niet twijfel
achtig. In het afgelopen jaar hebben wij een beslu.it geno
men tot aankoop van een oude woning met grond aan de Kerk-
laan,juist met het oog op straatverbreding. De prijs was
hoog en door de voorzitter is toen opgemerktdat indien
deze kosten door de verkoopopbrengst niet ten volle zouden