zou voorzien- dan is het nog de vraag,of men zich hij het
doen van bestedingen zal richten naar de plaatselijke mid
denstand: immers het gaan naar centrumgemeenten als Alk
maar kan men niet tegenhouden: dre" 'aantrekkingskracht is te
grootr Een gemeente moet wel zeer krachtig "groeien wil zij
er geschikt voor zijn,om de functie van centrumgemeente
zelf aan te kunnen. En,wat dan nog aan eventuele aan te
brengen schade overblijftdeze is wel zo bepérkt,dat men
het algemeen financieel belang van een -gemeente hieraan
-niet mag opofferen. En van de kant van het zakenleven zelf
"bezien: men beschikt daar toch wel over voldoende reclame
activiteiten orn de waren aan de man te brengen.
Hoewel ik dus -tot dusver het beleid van het college kan
volgen,.ten aanzien van de beslisingen op verzoeken van an
dere gegadigden,kan ik de mening en de bedoelingen van het
college moeilijk begrijpen. Ik ben er een voorstander van,
dat een gemeente,wat zijn sociale samenstelling betreft,
zich niet eenzijdig opbouwt; er moet niet alleen plaats'
zijn voor dat deel van de bevolking,dat men ongelukkiger
wijze aanduidt met "arbeiders"maar ook voor andere lagen
uit de maatschappij. Een harmonische opbouw bereikt men,
d_oor niet alleen in te gaan op verzoeken als die van ge-4
'noemd bedrijf,maar men moet ook and.eren de gelegenheid ge
ven zich hier te vestigenhetzij dat zij dit' geheel zelf
standig doen dan wel via speciale ondernemers"op dit ge
bied.. De gemeenteraad is het orgaan,dat beslist over de
wijze,waarop een gemeente zich zal gaan ontwikkelen door
het vaststellen van de uitbreidingsplannen; het ligt dan
ook voor de handdatwaar dit mogelijk is,ook de raad be
trokken wordt bij de realisering van deze plannen via de
uitgifte van grond aan particulieren. Het is m.i.dan ook
zeer nuttig en noodzakelijk,dat de raad zich eens gaat be
zinnen over de te volgen gedragslijn in de toekomstwant
ik meen,dat daar nu maar weinig sprake van is. Hetgeen ik
nu ga zeggen,moet Uw college niet zien als kritiek op Uw
beleid in de meest keiharde betekenis van het woerd en ik
hoop daartoe ook geen aanleiding te geven,maar meer als
een poging tot het bepalen van een standpuntvoorzover
raad en college elkaar niet goed mochten begrijpen en er
daardoor misverstand zou dreigen te 'ontstaan tussen het
Wetgevende en uitvoerende orgaan. Ik'vraag mij n.l.af,of
v/el alles wat Uw college terzake- de grondverkoop onder
neemt,wel de instemming van'de gehele raad heeft en of er
niet té veel aan de aandacht van de raad ontsnapt. Uit
hnto-oer ik bi i infnmatics on de secretarie cmalitate oua.