V O O E DE JEUGD
Vandaag beginnen we mét de plaatsing van het lang beloof
de verhaal voor de jeugd,geschreven door Bartholdy. Veel
plezier en...elke week goed onthouden wat je las!
een verhaal van Bartholdy
(1) Van achter een d.ikke boom loert Sinkutde Indiaan,
tussen de wirwar van takken voor hem. Het is herfst in
het bos en de eikenbladeren krijgen al een rode tint. Dan
is het ook voor de beste jager nog moeilijk .een hert te
besluipen. Je ziet nu bijna, geen verschil tussen de ros
sige kleur van het d.ier -en het bruine of rode gebladerte
rondom. Maar nu is hij er toch vlakbij. Nog geen honderd
pas. Krak,krak! Hoordaartussen die berken,moet het staan.
Geruisloos brengt hij zijn geweer aan de schouder. Wéér
kraken bladeren op de bosgrond onder een -zware pas. Het
moet een groot beest zijn,denkt Sinkut. Des te beter voor
zijn wintervoorraad: Daa.r schuift een rood-bruine vlek
voorbij achter het dichte struikgewas. Sinkut mikt... een
schot... een doordringende kreet... Sinkut verstijft: is
dat de doodskreet van een hert? En wat vlucht daar ineens
weg tussen de bomen? Stonden er dan twee herten? Voorzich
tig sluipt hij naar de plek. En hij ontdekt.kronkelend
van pijn op de dorre bladeren... een andere Indiaan...
Sinkut herkent hem. Het is Tolinkut,het hoofd van een stam
in de buurt. Het bloed gutst de arme man uit de mond.
Zijn krachten nemen zienderoog af. Woedend, kijkt hij Sin
kut aan. "Moordenaar"sist hij. Dan vallen zijn ogen
dicht; zijn hoofd neigt opzij; hij is dood. Verpletterd
kijkt Sinkut neer op zijn slachtoffer.
"Moordenaar".., Waarom? Hij kon er toch niets aan doen?
Maar tegelijk weet hij dat heel het dorp van Tolinkut hem
voortaan zo zal noemen. Zij zullen hem achtervolgen,net
zo lang tot ze hem met gelijke munt hebben betaald: oog
om oog,bloed om bloed. Wie weet: misschien zijn er wel
vrienden van Tolinkut in de buurt. Dan komen ze zeker op
het schot af. Sinkut,maak dat je wegkomt! En Sinkut sluipt
weg,zo vlug hij kan;behoedzaam elke voet neerzettendom
geen takje te doen kraken. Pas na een kwartier waagt hij
het stil te staan. Hij luistert. Geen ander geluid dan
het kraken van een boomstam onder de wind en het geritsel
van een dor blad,dat neerdwarrelt tussen de struiken. Te
gen het vallen van de avond komt hij thuis aan. Zijn twee