hij van zijn paard en gaat vastberaden naar binnen. Namun
cura ligt op een berk in de hoek van zijn rancho. Hij
kijkt de priester niet aan. Kalm en waardig zegt deze:
"Drie brieven schreef Namuncura mij om mij te vragen tot
hem te komen en aan zijn volk de woorden van God te -leren
Drie krijgers zond hij tot in het verre Azul om mij te
halen.Nog dertig andere krijgers zond hij uit om mij op
te wachten aan de Karhuê-riveirMijn hart was verheugd
Ik zeide: het woord'van Namuncura is waarlijk als de ber
gen, waar de zon ondergaatvast en onwrikbaar. Doch zie:
bij de oevers der Karhué-ri.vier kwamne mij ook andere
krijgers van zijn stam tegemoet. Zwarte Gier was hun aan
voerder. Ze hebben getracht mij te doden,drie dagen lang.
Nu kom ik in uw dorp en geen krijgers,maar oude vrouwen
ontvangen mij. Opent uw oren en hoort hun kreten: zij ei
sen mijn dood. Ik vraag Namuncura verklaring van dit al
les. Is hij nog opperhoofd in Epu-Pel,of niet?" De missi
onaris heeft met veel zachtheid gesproken. Zijn kalmte en
zelfbeheersing maken indruk op Namuncura.. Een ogenblik
is hij met zichzelf in tweestrijd,zal hij de priester ont
vangen of niet? Maar de gemene beschuldigingen van Lopez
winnen het. Het opperhoofd springt plotseling op van zijn
rustbank en loopt zonder een woord te zeggen langs..de
priester heen naar buiten. Daar geeft hij Rode Wolk en
Jaguar te kennen,dat hun taak afgelopen is. Dit betekent,
dat de missionaris en zijn vrienden nu ineens beroofd zij
van elke bescherming. Voor zichzelf is de priester niet
bang,maar wel voor zijn dappere gaucho's,die hem'zo trouw
geholpen hebben. Daarom doet hij nu een laatste poging:
hij grijpt Namuncura bij de arm en terwijl hij hem recht
in de ogen kijkt,zegt hij: "Namuncura weigert mij dus
gastvrijheid, en bescherming?" Het opperhoofd rukt zich
los:"Ginds in de pampa,zegt hij,staat een verlaten ran
cho; daar vindt 'ge beiden!" Zonder de missionaris nog een
blik waardig, te keuren,keert hij zich om en verdwijnt' in
zijn rancho. De priester ziet rond. Overal ontmoet hij
vijandige blikken. Slechts enkelen kijken hem bezorgd aan
Onder hen is ook een jongen,die vlak bij hem staat. "Waar
is mijn vriend Wuivend Gras?" vraagt hij hem. "Hij is
heengegaan om zijn paard te vangen"antwoordt de jongen
hem. De koetsier springt van de bok van de wagen en trekt
de priester bij zijn arm"Padrelaten we hier weggaan.
Het is hier levensgevaarlijk voor ons allemaal. Laten we
naar die rancho gaan in de pampa. Ik heb ze zien liggen.