We vinden daar tenminste dekking voor de nacht".-"Of een hinderlaag,antwoordt de missionaris; hier hebben we ten minste ,nog enkele vrienden. Wie weet,komt Wuivend Gras spoedig terug. Maar ginds in ,de pampa zijn we overgele verd aan Zwarte Gier'.' Maar de koetsier wil niet luisteren. Ook de andere gaucho's geven er de voorkeur aan weg te ko men. De indianen-jongens proberen de paarden bang te ma ken,de vrouwen schelden,verschillende krijgers dreigen met hun lansen. Tenslott.e gaat padre Salvayre mee. Hij wil zijn tromde gaucho's niet alleen laten; als ze vannacht worden aangevallen wil hij bij hen zijn. Nagejoeld door de menigte rolt de wagen het dorp uit. EEN VRESELIJKE NACHT: De rancho,die Namuncura bedoelde,in een lichte glooiing tussen drie heuvels,ligt anderhalve mijl van het dorp. Het is een vervallen hut. Je kunt zien, dat er lang niemand meer gewoond heeft. Hoe zou dat komen? Misschien denken de indianen wel,dat ze betoverd is en durven ze er daarom niet in gaan wonen. De gaucho's rijden hun wagen tot onder een paar ombu-bomen,die vlak bij de rancho staan. Ze hebben nu in elk geval een.paar uur rust. Ze maken er gebruik van om de vermoeide paarden wat te la ten grazen en de rancho te versterken. Je kunt immers nooit weten wat er vannacht gebeurt. De schemer is reeds gevallen en spoedig verschijnen de eerste sterren aan de hemel. Rondom in de pampa is alles doodstil. Maar uit de verte dringen-wilde kreten door. Daarginds in Epu-Pel is nog niemand naar bed. De gaucho's wagen het dan ook niet te gaan slapen,ook al zijn ze nog zö moe. Langzaam komt de maan op boven de oostelijke heuvelrand. Ze schijnt door het kleine venster naar binnen. Haar stralen vallen juist op de gewonde gaucho,die in een hoek op een schapenvacht ligt. De brave kerel is er erg aan toe. Padre Salvayre heeft de wond,die de lans in zijn schouder maakte,zo goed mogelijk verbonden en er is wel geen levensgevaar bij,maar de gewonde heeft nu veel koorts gekregen. Met zwakke stem roept hij de missionaris bij zich. Hij. wil biechten. Mis schien is dit zijn laatste nacht. Als de indianen de ran cho aanvallen,kan hij zich niet verdedigen. (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1964 | | pagina 12