veranderd is en met de tijd de omstandigheden. De maat schappij is anders dan vroeger;, de jeugd vraagt andere' dingen dan vroeger; veel vormend werk is'door andere in stanties 'overgenom^en; veel ontspanning wordt veel beter door de "commercie"door de 'vehmaaksindus'trie verzorgd. Wat moet dan de hedendaagse kapelaan deen?. De "Do'kument'a- tie" zegt"Tegenover het jeugdwerk moet een zekere dis tantie groeien. Het'werk 'zelf dient te gebeuren door ge kwalificeerde krachten. Vooral' moet hij mee de betrekke lijkheid van het 'jeugdwerk' durven stellen. Iets anders 'is of de priester 'er''niet 'toe kan bijdragen dat de verzorging der jcugdbelangen 'in' een bepaalde"plaats eigentijds 'wordt aangepaktHij k'an"'vaak initiatiefnemer zijn om een nieuwe ontwikkeling, op :gang te brengen. Practisch betekent dit dat hij moet zorgen dat er een jeugdraad komt en dat hij moet' bevorderen dat er ook beroepskrachten voor deze totale jeudgverzorging worden aangetrokken". Wanneer we dit nu lezen,dan doet het me meer dan goed te ontdekkendat ik voor ruin tien en een half jaar goed gezien heb,toen ik ben uitgegaan van het standpunt,dat de jeugdleiders en jeugdleidsters als volwassen., en volwaardige leiders en leidsters dienen beschouwd te worden,aan wie men het ei genlijke jeugdwerk ten volle moet toevertromven. Ik ge loof svel ter mogen, zeggen,dat ik dit altijd heb gedaan of althans altijd heb geprobeerd dit te doen. Soms moet men wel eens ingrijpen,of wel eens te hulp komen,vooral fi nancieel moet meh wel eens helpen door iets te organiseren wat het-nodige geld in kas brengt. Het deed me. goed te ontdekkendat ik er niet."naast" was,toen ik hier mijn werk begon. Ik ben erin geslaagd het jeugdwerk een eigen gezicht te geven,los van de kapelaan. Dat is zonder twij fel heel belangrijk. Dit: .was natuurlijk nooit gelukt- als ik niet had kunnen rekenen op een staf prima jeugdleiders en jeugdleidsters en op een goede kern van de jeugdraad. Maar alleen wanneer'men mensenzelfstandig laat werken kan men- verwachtendat zij zelfstandige werkers/sters worden. In dieverwachting beh ik,goddank,niet., beschaamd» Ik eindig metde laatste aanhaling uit het materiaal van de "Dokumentatie""Laat de jeugdzielzorger voorlopig zich maar eens bewust worden,dat hij niet altijd moet wat orga niseren om een goed jeugdzielzorger te zijn. Hij moet ie mand z i j n. En in dat laatste moet hij maar heel wat tijd investeren". Kap.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Op De Hoek, weekblad voor Akersloot | 1965 | | pagina 10