Boekhandel
G. J. Hoogcarspel
£ee*tMLothwk Cj. UM^cac^el
428. Asmussen, Georg, Het zwijgen der dooden.
7. Assche, Piet v.t De doode en de wulpsche vrouw.
596. AsscherPinkhof, Clara, De weg alleen.
8. Aulaire, A. de St., De Maagd van Neurenberg.
11Ayres, Linten en kant.
12. Ayres, Circusliefde.
46. B. B., Louise, Een Misdeelde.
47. B. B., Louise, Jeanneke de Pionierster.
20. Bailey, Haar offer.
778. Bakker, P., Storm op de kust.
31. Ball, Het ontstaan der aarde (pop. wetensch.).
690. Bardwell, Denver, De menschenjager. c
48. Barret, Het teeken des Kruises.
512. Baum, Vicki, De eeuwige Driehoek.
513. Baum, Vicki, Menschen in 't hotel.
597. Baum, Vicki, Tooneelingang.
633. Baxter, Gregory, De geheimzinnige pop.
535. Beeding, Francis, De Smaragd.
894. Berg, Bent, Ivar Halling's liefde vooreen leelijke vrouw.
19. Beijens, Daan, Suze.
35. Beijerlein, F., Lenteleugen.
36. Belot, A., De wraak eener vrouw.
52. Bell, Kitty Castairs.
17. Benima, Corns, Caleidoscoop.
18. Beraud, Henri, Buikje.
53. Berden, Op zoek naar kopy.
802. Berghen, René, De kleine Isa.
561. Bergman, Hjalmar, Katja in Rok.
634. Bergstrand, Poulsen, E., Het groote weefsel.
779. Bezemer, K. W. L., De strijd om de Zuidpool.
21. Biggers, De Liefdespolis.
598. Biggers, E. D., De zeven sleutels van Baldpate.
536. Billings, Buck, De wraak der revolvers.
537. Billings, Buck, Revolverhelden.
691. Billings, Buck, De geheimzinnige ruiter.
656. Billings, Buck, Het Bittern Sindycaat.
657. Billings, Buck, De gemaskerde ruiter. c
692. Billings, Buck, De man uit Texas. c
693. Billings, Buck, De ziverschat in de bergen. c
694. Billings, Buck, Het scharlakenspoor. c
695. Billings, Buck, Oorlog op de Ranch. c
50. Birabeau, André, Verdorvenheid.
803. Bocka, Beschaving Deel I.
804. Bocka, Beschaving, Deel II.
805. Bocke, Een koffieopziener.
Rubriek
ARGRARISCHE KRONIEK
Land- en Tuinbouw
Slot
Immers, wanneer wij in het bin
nenland de verliezen op den agra-
rischen export niet meer behoeven
op te brengen, komt er geld be
schikbaar voor andere behoeften,
waardoor het bedrijfsleven en den
handel weer worden gestimuleerd.
De algemeene levensstandaard
FEUILLETON
Nadruk verboden
Een Detective-verhaal
door
ERIK SATYR.
5
,,Heb je papier en potlood klaar?"
vroeg Laarman aan Brammetje. „Laat
dan de eerste maar binnenkomen."
Ze zaten in de kamer, waar de di
recteur vermoord was, uitgaande van het
standpunt, dat men nooit kan weten hoe
een zwartbonte melkkoe van het welbe
kende Groningse type zich op het terrein
der hazenjacht weet te onderscheiden en
onverwachte kwaliteiten als Nimrod
weet bloot te leggen. In normaal gang
baar Hollands betekent dit. dat men
nooit kan weten, hoe een koe een haas
vangt.
„Jawel, Edelachtbare!" galmde Bram
metje met een keelstem en liet een klein
heertje binnen, die verlegen kuchte, toen
hij Laarman aanschouwde.
„Gaat LI zitten." nodigde Laarman uit.
„Dank U," zei het mannetje met een
afgemeten gorgelstemmetje.
„Wat is LI hier op het kantoor, me
neer ehbegon Laarman.
„Boterhoofdt," zei het heertje, „Jaco-
bus Boterhoofdt, met dt alstublieft." Dat
was tegen Brammetje, die ijverig zat te
stijgt dus en het is bekend, dat bij
een hoogere levensstandaard de
vraag naar de fijnere en duurdere
land- en tuinbouwproducten toe
neemt, wat weer een voordeel is
voor onze veredelingsbedrijven.
Het spreekt vanzelf, dat een
dergelijke organisatie niet in een
handomdraai wordt opgebouwd.
Dat zal nog heel wat voeten in de
aarde hebben! Maar dat men het
aandurft er mee te beginnen, is
reeds teekenend. Trouwens, in
leidende kringen is men ervan
schrijven.
„Ik boterhoofd, jij boterhoofd, hij bo
terhoofdt," murmelde Brammetje, terwijl
hij de naam opschreef.
„Ik ben bureau-chef bij de administra
tie, inspecteur," voer Jacobus Boter
hoofdt voort.
„Juist," zei Laarman. „Hoe lang is U
„Van half negen af, dan begint het
hier al?"
kantoor," antwoordde het mannetje, de
vraag niet begrijpend.
„Dat slaat als een haarspeld op een
kippenhok,'' mompelde Brammetje.
„Ik bedoel: hoeveel jaar werkt U hier
al?" vroeg Laarman geduldig.
„O ehpardon. Elf jaar, inspec
teur."
„Kende U meneer Waterveld, Uw di
recteur, persoonlijk goed?"
„Ik sprak hem alleen hier op kan
toor, inspecteur ,en dan altijd over
ehdingeszakenaangelegenhe-
den," vertelde meneer Boterhoofdt.
„Meneer Dinges weet niet wat swing
is." murmelde Brammetje weer.
„Kende U zijn vrouw en verdere fa
milie?"
„Nee, inspecteur, z'n vrouw heb ik
één keer ontmoet, hier op kantoor en
verder nooit iemand."
„Dus van z'n privé-leven was U niets
bekend?''
„Nee, inspecteur, absoluut niets."
„Vertelt U nu eens, wat U weet van
overtuigd, dat we binnen enkele
jaren weer in de zelfde omstandig
heden zouden komen te verkeeren,
die in 1929 tot de wereldcrisis
en indirect tot den oorlog heb
ben geleid als men er niet in slaagt
om wereldproductie en wereld
welvaart met elkander in even
wicht te brengen.
De F.A.O. mag dus niet mis
lukken
Volgend najaar zal er weer een
agrarische jaarbeurs worden ge
houden, een gebeurtenis, die in
landbouwkringen altijd groote be
langstelling wekt.
Sinds de instelling van deze
beurzen, een jaar of tien geleden
(wij herinneren ons nog, dat des
tijds bij de opening van de eerste
landbouwjaarbeurs minister Dec-
kers de aankondiging deed van
de dien dag bekend geworden ver
loving van Prinses Juliana) heb
ben ze in toenemende mate de
boeren uit alle streken van het
land tot zich getrokken en van de
komende beurs in 1946 verwach
ten wij ook een groot succes.
Iedereen zal benieuwd zijn om te
zien, of althans te vernemen, wat
ons land weer aan te bieden heeft
en men zal zeker niet minder
nieuwsgierig zijn naar hetgeen het
buitenland voor onzen land- en
tuinbouw ter beschikking heeft
aan machines, kunstmest, stoffen
voor de bestrijding van ziekten en
insecten, enz.
Maar meer nog dan die uitstal
ling zullen wij graag vernemen,
hoeveel geld de tegeering nu
eigenlijk beschikbaar heeft
om al die onmisbaarheden te koo-
pen. Want ten slotte draait het
daarom. De staat is al net als een
particulier: als hij geen geld heeft,
kan hij niet koopen. Wij kunnen
wel een tijdje op de pof leven,
maar iedere boer weet wel, dat
dat geen gezonde levenswijs is en
de boerenleenbanken zouden ze
ker geen crediet geven aan iemand
die meer geld opmaakt dan hij h
de eerste jaren kan verdienen.
Vadertje Staat mag daarom wel
leeren, zuinig met de dubbeltjes
om te springen, anders hebben we
straks niets om al die zaken te
koopen,
welke volstrekt onmisbaar zijn
om ons boerenbedrijf weer op
pooten te zetten. Neem bijvoor
beeld de condensmelk-industrie.
Condensmelk bestaat voor een
groot gedeelte uit suiker, n.1. voor
het gebeurde," begon Laarman na deze
inleiding.
Jacobus slikte even zenuwachtig, wierp
schuw een blik op de schrijvende Bram
metje en begon toen:
„Het personeel was om de gewone
tijd vertrokken en ik
„Hoe laat was dat?" vroeg Laarman er
tussen.
„Ehvijf uur. Dan gaat het kan
toor uit."
„Juist, gaat U verder."
„Welik ruim altijd nog even op,
als het personeel vertrokken is en vraag
dan aan meneer Waterveld of er nog
iets is. Die dag zat meneer Waterveld
nog gewoon achter z'n bureau. Hij vroeg
me toen: „Kijk even in het wachtkamer
tje of daar iemand zit. Ik verwacht nog
iemand
„Kwam dat meer voor?" wilde Laar
man weer weten.
„Jawel, een enkele keer meer kwam er
een late bezoeker, die nog naar den di
recteur vroeg.
„Juist, gaat U verder."
„Wel, er zat niemand en toen ik dit
den directeur kwam melden, zei hij, dat
ik wel kon gaan. Juist toen ik in de
garde-robe stond, zag ik dat de late be
zoeker door de hall liep en de trap op
ging naar de directeurskamer."
„Hoe zag die persoon er uit?" vroeg
Laarman scherp.
„Een tamelijk kleine figuur, ongeveer
niet minder dan 44 Doch die
suiker moet thans geheel uit het
buitenland komen. Om dus de
zuivelindustrie weer op gang te
kunnen brengen, zoodat wij con
densmelk kunnen uitvoeren, moe
ten wij eerst suiker (en blik) in
voeren. Het is werkelijk geen sine
cure, op het oogenblik minister te
zijn!
Niet minder moeilijk is het
loonvraagstuk. Het landarbeiders-
loon is nu wel op 60 cent gebracht,
maar in de industrie, het trans
port en bij vele ambachten wor
den belangrijk hoogère loonen ge-
arbeiders van het boerenbedrijf
boden, waardoor de plattelands-
worden weggelokt. In tal van
streken heeft men dan ook nog
steeds te kampen met een groot
tekort aan arbeidskrachten, zoo
dat de najaarswerkzaamheden on
danks het gunstige weer nog lang
niet zijn voltooid. Daar komt ook
nog een tekort aan paarden bij.
Bij de telling bleek
het totaal aantal paarden
in dit jaar 7 lager te zijn dan
in 1939. Het aantal volwaardige
landbouwgebruikspaarden is ech
ter 20 lager dan voor den oor
log. Wij komen er nu nog een
50.000 tekort. Bij goed weer zal
er dus in vele streken den gehee-
len winter moeten worden doorge
werkt, vooral om nog zooveel mo
gelijk wintertarwe (e zaaien of,
als het te laat in het seizoen wordt,
overgangstarwe.
In de Wieringermeer, die ge
leidelijk aan droog komt, zal het
wel grootendeels zomertarwe
worden. Eén merkwaardig be
richtje nog over dezen polder:
door de inundatie zijn de distels
grondig uitgeroeid en hoefblad
heeft men er ook niet gevonden.
Maar kweek en paardestaart, die
taaie onkruiden, hebben het na
tuurlijk overleefd die trekken
zich van zoet water niets aan!
Overigens schijnt de bodem van
de Wieringermeer weinig nadeel
van de hernieuwde onderdompe
ling te hebben ondervonden.
Pakjes toiletpapier
(100 vel) 15 cent
Rolletjes toiletpapier
75 cent
zoals ik." duidde Jacobus Bloothoofdt
uit. „Hij droeg een ehbeige regen
jas, een plus-four met witte sportkousen
enehJa, hij droeg nog een
hoed, de kleur weet ik niet meer en hij
had pikzwart haar. Dat is alles denk
ikO ja, z'n ogen
„Wat was daarmee?" vroeg Laarman
dringend.
„Hij had typische ogennet Chi-
nezenogenzei Boterhoofdt dan
heel beslist.
„Hi, hi," kakelde Brammetje, „wat heb
ik je gezegd: zwart haar en Chinezen-
ogen!"
„Pardon?" vroeg Boterhoofdt ver
baasd.
„Hou je stil, Brammetje," zei Laarman
geïrriteerd. En dan weer tot Boter
hoofdt: „Dank U. Ik weet nu voldoen
de. U kunt gaan."
„Uitstekend," knikte deze, stond op
en zei beleefd: „Dag meneer Laarmans"
en toen met weer een schuwe blik op
Brammetje: „Dag ehmeneereh
„Dinges," vulde Brammetje aan. „Ik
zal U even uitlaten, meneer," zei hij jo
viaal en deed de deur voor hem open.
„Breek Uw nek niet over het drem
peltje, de vloer is pas gewreven, heeft U
niets vergeten, komt U nog eens terug,
guur weer hè, meneer, dag meneer," en
hij sloot de deur*
wordt vervolgd