jCe&sUMiöttreek ty. HM^cac^el 104. Dostojefsky, Een veelbewogen jèugd. 105. Dostojefsky, Oompjes droom. 517. Douglas, Lloyd, C., Het groene licht. 99. Draayen-de Haan, De Weduwe. 786. Dubois, Wm., Het dagboek van den duivel. 836. Duff, D. M., De moord op de 3 geleerden. A. 106. Dumas, Alex, Margaretha Gauthier. 107. Dumas, Alex, Parijsche Vrouwtjes. 108. Dumas, Alex, Donkere Machten. 547. Dupont, Max, De roode anjelier. 114. E., L., Silhouetten. 115. E., L., Onder de Republiek. 122. Eeka, De dochter van den Ideaal-Socialist. 879. Eekhout, Jan H., Jermolijn. 116. Ellen, Een Herfststorm. 117. Emants, Marcellus, Mensen. 118. Emants, Marcellus, Liefdeleven. 121. Ernst, Otto, Asmus Semper als jongeling. 119. Eschruth, N. van. Hazard. 549. Evans, Evan. Het lied van de zweep. 711. Evans, Evan, De kid van Mexico. c 120. Ewers, Hanns Heinz., Alraune. 439. Exel, Ph., De wonderbare reis van de Phenix. 135. Fabian, Warner, Vlammende jeugd. 136. Fabian, Warner, Zeemansvrouwen. 137. Fabian, Warner, Getrouwde Vrijgezellen. 491. Fabricius, Johan, Het meisje met de blauwe hoed 518. Fabricius, Johan, Flipje. 567. Fabricius, Johan, Mario Ferraro's ijdele liefde. 532. Fabricius, Johan, Komedianten trokken voorbij. 568. Fabricius, Johan, Melodie der Verten. 5<&. Fabricius, Johan, De dans om de galg. 855. Farrar, Fred. W., St. Winifried. 124. Ferber, Edna, Mijlpalen. 125. Ferber, Edna, Moeders jongen. 126. Ferber, Edna. Fanny. 303. Fefal, Paul. De Gebochelde. 636. Fézandié, Hector, Ridder van den derden stand. 637. Fisher, Anne B., Constance heeft een baantje. 550. Fitinghoff, Laura, Het merkteeken. 127. Flaubert, Gusta've, Salammbo. 712. Flint, Margaret, De oude Ashburnhoeve. 570. Földes. Jolan, De straat van de visschende Kat. Uitknippen en bewaren. 7 DE BEDIJKING VAN HET GRAFTERMEER. {Nadruk verboden.) 4 Maar nu zullen we eens zien hoe de geest was in onze Polder huishouding en bemerken, dat men lang niet homogeen was naar aanleiding der ingestelde rechts handeling en vooral van den Grafter kant. FEUILLETON Nadruk verboden Een Detective-verhaal door ERIK SATYR. 10 Later." zei Laarman. ,,Kom eerst eens overeind en maak geen rijsttafel van dat manneke. Hij is al plat genoeg zo. En maak de vloer niet zo smerig, dat zou de huisbaas ook niet aanstaan. God beware me, man. je bent gewoon niet om aan te pakken!" „Dat zal het Rijk een massa groene zeep kosten," voorspelde Brammetje som ber. „Laat maar kosten." zei Laarman. „Maar ik ga naar buiten." „Wij volgen LI." zei Brammetje en stopte de revolver van den Chinees in z'n zak. „Tot zijn schade en onze schande heeft dat persoon de deur losgelaten, al zo staat ons de weg vrij tot vertrek," zei Laarmannen stapte de gang weer in. Zonder ongelukken bereikten ze de straat en Laarman haastte zich een taxi aan te roepen. „Ja ehzei de taxi-chauffeur en keek een beetje wantrouwend naar Bram metje. „Moet die ook mee?" „Ik reis incognito," deelde Brammetje hem op waardige toon mede. „Hij is ongevaarlijk hoor," stelde Laar man den man gerust. „Hij is niet meer Uit een missive van B. Geel, dijkgraaf van den Grafterban, ge richt aan Provinciale Staten kan ik het volgende resultaat melden: dat door de resp. Eilandsbannen den 15en Februari 1851 bij monde van den algemeenen dijkgraaf Boomacker te De Rijp verslag ge daan is, betreffende de aangevan gen procedure tegen B. Tideman, notaris te Amsterdam als eigenaar van het Graftermeer, om de mo mensenetend.'' De man haalde z'n schouders op en klom achter het stuur. „Een moord, dat is een schone zaak," murmelde Brammetje. „Ik krijg er anders al schoon genoeg van," voegde hij er luidop aan toe. „Maak je niet druk hoor," zei Laar man. „Morgen maak ik m'n eerste arres tatie." „Waarmee de politie z'n eerste blun der in deze zaak begaat," voegde Bram metje er misnoegd aan toe. „Wie ga je overigens arresteren?" „De moordenaar van Waterveld," ver klaarde Laarman rustig. „Die Chinees krijg je toch niet te pakken. Die is 'm al gepiept." „Wie zegt jou,'dat dat de moordenaar is?" vroeg Laarman gemelijk. Brammetje wees iets aan op z'n voor hoofd. „En zo jong nog," voegde hij er mee warig aan toe. Toen ze getweeëlijk de stoep van het bureau opwandelden, kwam juist Willy, de broer van Brammetje, naar buiten ge kuierd. „Ha, ha," de eerste arrestatie, inspec teur?" lachte hij vergenoegd. „Glimlacht LI even?" En voor ze goed en wel in de gaten hadden, wat er gebeurde, had Willy z'n zakcamera voor de dag ge- 'goochëld en hen gefotografeerd. „Wie is dat zwarte monster?" vroeg hij toen, z'n camera weer opbergend en nieuwsgierig Brammetje beschouwend. lens op Eilandspolder uitmalende, waartoe vroeger vergunning ver leend, dadelijk te doen ophouden. In te trekken de mondelinge ver gunning van 13 Juni 1849 tot het uitmalen op Eilandsboezem en de commissie te bemachtigen, om in dezen geest voort te gaan. Ter wijl men tot de diliberatiën zou overgaan, berichtte de heer Geel, dat hij kennis kreeg van den heer Tideman, om tot de vergadering toeggelaten te worden tot het ver dedigen van zijn belangen. Toen hierop het Rijper banbestuur de heeren Boomacker en M. de Witt verklaarden dan de vergadering te verlaten, is de heer Tideman niet toegelaten. De heer Geel heeft bij de rondvraag het woord ge nomen en verklaarde zich in naam der banne Graft tegen het voeren eener procedure en dan dit ban bestuur tot de eventueele proces kosten niet wilde bijdragen, aan gezien de onderhevige zaak niet tot de Gemeenschap van dijken en molens ressorteerde. Ook rele veerde de heer Geel, dat de droogmaking, waaraan gepasseer- den herfst en winter onbelemmerd is voortgewerkt, de voltooiing na bij schijnt en de rechtelijke be lemmering storend zal werken. Ondanks het betoog van den Grafter Dijkgraaf, gaande de ove rige banbesturen door en het pro ces voortgezet. Den len Mei 1851 is vanwege Ged. Staten een bemiddelings voorstel aan de hand gedaan, om door jaarlijksche betaling van polderlasten, en op nader te rege len voorwaarden het Grafter- meerswater op Eilandsboezem te loozen. Door den onwil der ver gaderden van het Heemraadschap is het bemiddelingsvoorstel ver worpen. Ondanks dezen tegen valler desespereert of wanhoopt de heer Tideman niet en dient drie adressen in bij het Heemraad schap: le. Om het gebouw, waar voorheen het stoomtuig (bij het N.-H. Kanaal) stond, te mogen verhuren als huismanswoning en stalling, met de belofte om den waterloop te bestendigen ingeval door rechtelijke uitspraak bewe zen mocht worden om op het Noord-Holl. Kanaal uit te malen. 2e. Nogmaals verzoek om op Ei landspolder te exonereeren en bij te dragen in de bemalingskosten evenals Noorder- en Zapmeer. duikers in den Meersdijk, waar- „Shirley Temple," zei het zwarte monster. „Ik hoor een bekende stem," zei Wil ly grijnslachend. „Als je d'r wat van in de krant zet, maak ik zoute drop van je," zei de be kende stem dreigend, waarop hij majes teitelijk naar binnen schreed, gevolgd door een grinnekenden Laarman. VI. Brammetje kleurt en staat later verbaasd. De moord wordt opgelost, maar toch vermoedt Laarman een staartje. De volgende morgen zaten Brammetje en Laarman op het bureau en bespraken de toestand. Dat dit gesprek voor Bram metje weinig nieuws bracht, hoeft ons niet te verbazen. Toch hing er iets in de lucht, meende Brammetje en misschien had hij wel gelijk, want Laarman zat de hele tijd met een autoritair-geheiinzinnig glimlachje naar de telefoon te kijken. „Waar wacht je nou op?" vroeg Bram metje en hij voelde zich een beetje ach- teruitgesteld. „Op den moordenaar," zei Laarman en knikte genoegelijk" tegen de dof-glimmen de telefoon. „Hoe vang je 'm, met roggebrood of met wurmen?" vroeg Brammetje sarcas tisch. „Met kauwgum," zei Laarman en grijns de tevreden. „Goed. wil jij niks zeggen, zal ik niks zeggen." zei Brammetje en keek ver ongelijkt naar de spreeuwen op het bin 3e. Kennisgeving dat een der twee door de betwiste uitmaling ge schiedt, verlegd is voor zijn nieu wen molen, zoodat er geen nieu we opening of duiker in den dijk is gemaakt, maar alleen ver plaatst. wordt vervolgd Sinaasappelen Ditmaal wordenook weeraande volwassenen sinaasappelen ver strekt. Een heugelijk feit: nu te gen het voorjaar er nog weinig verse en vitamine C houdende groenten te krijgen zijn en het vitamine C gehalte van de aard appelen achteruit loopt, kunnen wij een voedingsmiddel, dat er rijk aan is, uitstekend gebruiken. En de sinaasappel is rijk aan vi tamine C. Bij voorkeur gebruiken wij de sinaasappel als zoodanig en niet het uitgeperste sap. Het vitame C wordt n.1. door aanra king met de zuurstof uit de lucht spoedig onwerkzaam, hetgeen niet het geval zal zijn als het sap in de partjes besloten blijft. Zooals U misschien reeds weet, hebben wij verschillende recep ten voor het verwerken van sinaas appelschillen. Zij zijn te verkrij gen: Koninginnegracht 42 te 's Gravenhage. Eén recept daar van is het volgende: Griesmeelpudding 1 liter melk, 100 gram gries- meel, 60 gram suiker, een snufje zout, enige sinaasappelschillen. De melk aan de kook brengen met de sinaasappelschil en eni ge tijd laten trekken. Het gries- meel met de suiker vermengen, in de kokende melk strooien en de pudding koken tot zij gaar en dik genoeg is, ongveer 5 minuten. De schilletjes uit de pudding verwij deren en de massa in een met koud water omgespoelden pud- dingvorm overdoen. CORRESPONDENTIE Men verzocht mij opname van een artikel inzake het door de C.C.D. in beslag genomen vlees te Graft. Het stuk was niet ondertekend. We nemen niets meer op. Niét in dit geval, om dat het Grafter ingezetenen zijn en ik in de Rijp woon, en oök niet omdat ik het goéd vind. dat het vlees niét te Graft is verkocht en wél in de Rijp; doch ik wens het Rijpertje niet te laten gebruiken om daarin vermoedens, al of niet gegrond, tot uiting te brengen, want die waren in dat artikel opge nomen, toen ik het in handen kreeg. En toen ik zei: „plaats het als adver tentie dan bent U vrij", liep men weg. en zou men het een andere krant aan bieden!De uitgever. nenplaatsje. „Ik heb net zo goed m'n geheimen, hoor." „O ja?" grinnekte Laarman, „Heeft Lies je het ja-woord gegeven? Gefeli citeerd man, gefeliciteerd." En hij scha terde, toen Brammetje kleurde en iets in zich zelf mompelde. „Je ziet, die geheimen van jou zijn ook maar weer pet," zei hij dan. „Verdraaid, hoe wist je 't?" vroeg Brammetje, die weer iets bijbleekte. „Wel joh, ze vertelde het me zelf gisteravond. Ze was zo vrolijk en opge wekt, dus toen vroeg ik haar: Heeft m'n viend Abraham iets uitgehaald? Jawel, zei ze, hij heeft de stoute schoenen ein delijk aangetrokken, maar het had waar achtig riet veel gescheeld of ik had hem moeten vragen." Brammetje kleurde opnieuw, 't Was inderdaad een feit, dat hij in z'n werk kring uiterst vaardig van de tongriem zijnde, links en verlegen was tegen de aangebedene zijns harten. Liesje was een vrolijke kameraad, die veel vriendschap voor den goedharfigen rechercheur met zijn trouwe hondenogen voelde. En dat gevoel was geleidelijk aan bij beide par tijen tot iets diepers gegroeid, zonder dat ze zich hierover uitten. Nu scheen Brammetje dan tj-'h eindelijk moed ge vonden te hebben. Geen wonder, dat Laarman graag een beetje de spot met hem dreef over dit punt. omdat hij Bram metje graag mocht en Liesje een uitste kende kameraad voor hem oordeelde. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Rijper Courant | 1946 | | pagina 4