ZWART
Belofte
uur gerust voor de middagboter-
ham. Via West-Graftdljk, de laat
ste contrSlepost ging het door de
Markervaart en Stierop naar Wor-
merveer.
Definish, .Huis te Zaenen" werd
om vier uur bereikt.
Alle Rijpenaren die gestart wa
ren hebben deze 35 km. lange
tocht volbracht, hetgeen zeker
geen slecht resultaat is, vooral
daar zij na afloop van de tocht
nog naar de Rijp moesten pedde
len, zodat zij die dag een kleine
50 km. per kano aflegden.
Vanaf deze plaats brengen wij
nog een woord van dank aan den
heer P. Bruin, die geheel belan
geloos zijn boerderij beschikbaar
stelde. A.S.
BURGERLIJKE STAND
Nadruk verboden
DE RIJP
Ondertrouwd: Bartholomeus Johannes
Limburg 29 en Maria Margaretha
Poel 25 j. Dirk Tol 30 j. en Maria
Elisabeth Jacoba Velthuijzen 30 j.
Overleden: Bernardus Johannes Anto-
nius Stubenitsky 79 j. wedn. van H.
Ruijterman. Guurlje Smit 83 j. wed.
van P. Dil.
BEEMSTER
Geboren i Gerda Marianne d v J. S.
Vergaij en B. Vaal. Everarda Maria d
v P. Pelder en H. M. Konijn. Maarten
z v M. Stolp en A. Beeker. Maria
Wilhelmina Johanna d vW. Appelman
en J. J. Velzeboer.
Ondertrouwd :Gerardus AntoniusKroon
22 j. en Hedwig Magdalena Zegera 23 j.
Getrouwd: Andreas Luclas Cadenau
LICHT OP
voor AUTO'a en RIJWIELEN
Zaterdag
9.09 uur
Zondag
9.07
Maandag
9.06
Dinsdag
9.05
Woensdag
9.03
Donderdag 9.02
Vrijdag
9.00
Zaterdag
8.58
1 MEI-30 AUGUSTUS '46
Ten bate van oorlogsslachtoffers
en ter voorziening in oorlogs-
noden
EEN DAAD 11
Frankeer als regel
met een Nationale Hulpzegel.
Waarden:
l1/» 5 ets.
2l/i 71/» ets.
5 15 ets.
7l/i 22V» ets.
121/» 50 ets.
t 4.90
J. Visser-Roosendaal
Boekhandel G. J. Hoogcarspel
29 j. en Geertje Visser 22 j. Hendrik
Havik 26 J. en Pietertje Trijntje Pronk
21 j.
SCHERMERHORN
Geboren: Jacobus Cornelis z v Jaco-
bus Keijzer en Guurtje Visser. Grietje
d v Hendricus Johannes Riesebos en
Cornelia Roos.
OverledenCornelisJoman.vanNieuwe-
Niedorp, 69 j.
SPORTNIEUWS
Reo-nieaws
De nieuwe elftalcommissie
van Reo, beslaande uit de heren:
T. Hoek, J. Eggers en C. Mole
naar hadden Zondag jl. niet min
der dan zeven elftallen opgeroe
pen om oefenwedstrijden te spe
len. Ze hadden dan ook wel suc
ces daar er maar enkele spelers
wegens gegronde redenen verstek
lieten gaan. Eerst kwamen de
aspiranten tegen elkaar. B speelde
tegen C en C wist met 5—1 te
winnen.
Hierna kwamen de A aspiran
ten tegen de Senior-leden name
lijk tegen Reo 3 in het veld. De
grotere broers moesten het onder
spit delven en verloren met 2—1.
Vooral de keeper heeft zijn club
voor een nederlaag behoed.
Vervolgens kregen we twee
Senior-elftallen tegen elkaar NI.
A tegen B.
in de B-ploeg zaten 2 spelers
van Reo 1, doch ze speelden een
pracht partij voetbal en vooral
hun voorhoede was zeer actief.
Tenslotte moest A in B zijn ster
kere erkennen. B won nl. met
5—4. De keeper van B die an
ders nog al eens wat onzeker
doet, ,keepte"vandaag heel goed.
's Avonds kregen we de vete
ranen-wedstrijd REO—AVV.
Wederom wisten de gasten de
overwinning te behalen nl. met
2—1. Het was een gezellige strijd,
FEUILLETON
Nadruk verboden
detective-verhaal door
6 Nico van Nigtevecht.
Mevrouw Jan Hiemstra geboren Van
der Velde was er echter de vrouw niet
naar om lang verwonderd te zijn. Nau
welijks had ze Barend gezien of ze stelde
haar echtgenoot reeds uit de verte voor
een kruisvuur van vragen, zonder dat
ze echter het antwoord er op afwachtte.
„Zeg ereens, wat beteekent dat allemaal?
....Kan jij geen antwoord geven, als ik
je roep7 Ik sta hier m'n keel schor te
schreeuwen en meneer doet net als een
dokter, die gek is! Waar zit je al dien
tijd?"
„Mond houden en doorloopen, com
mandeerde Artje streng. Hier. op straat,
al was die straat dan zoo goed als uit
gestorven, kon hij geen explicaties en
nadere verklaringen hebben. Hij wist hoe
het met zoo iets ging: in een minimum
van tijd had je een straat vol menschen,
tuk op een relletje en dan beliep hij de
kans, dat z'n getuigen op een gegeven
moment waren verdwenen.
Maar mevrouw Hiemstra, geboren
Van der Velde, nam er geen genoegen
mee, dat haar echtgenoot taal noch tee-
ken gaf. Artje had het niet noodig ge
vonden, z'n lantaarn uit te doen, nu de
dame-van-den-overkant de expeditie dank
zij den hond toch al had ontdekt en op
een holletje kwam Jans achter de ver
lichte beenen aan, terwijl ze riep, dat
Barend moest stoppen om onmiddellijk
daarna te informeeren, waarom hij in
vredesnaam met dat magere vrouw-
mensch uit wandelen moest gaan.
Juist bij de portiek van den huize
Hiemstra had Jans den zonderlingen op
tocht ingehaald en reeds haalde ze diep
adem om haar Barend met nieuwen moed
de kast uit te vegen, toen Artje zich plot
seling omdraaide en de verontwaardigde
vrouw in het volle licht van z'n zak
lantaarn zette. Nog vóór de verlichte
vrouw kon vragen, wat ze nu weer aan
haar kar had, hoorde ze zich op barschen
toon toevoegen, dat ze den sleutel maar
moest geven en dat ze de heele buurt
niet bij elkaar moest schreèuwen.
„Nee, nou zal-ie heelemaal goed wor
den!" bracht Jans verontwaardigd uit.
„Wie denk jij, dat je voor je hebt? Als
die kerel van me zich door jou laat koe-
jeneeren, moet hij weten, maar dan heb
die door een flink aantal enthou
siaste bezoekers bijgewoond werd.
Onder de vele bezoekers merkten
we ook onzen burgemeester op.
Wat door het bestuur zeer ge
waardeerd werd.
Het is het bestuur gelukt, be
slag te leggen op een goede trai
ner nl. Jan Bont van Volendam.
Alle Seniorleden, die de volgende
competitie wat presteren willen,
worden verzocht deze training te
volgen op Vrijdagavond half acht.
De sportverslaggever.
De kano
Betrouwbaarheidstocht
Er heerste Zaterdag jl. een
gezellige drukte rondom de boer
derij van den heer P. Bruin te
Noordeinde, waar een zestigtal
kano-vaarders hun tenten hadden
opgeslagen. Uit Amsterdam, Haar
lem en Zaanstreek waren ze geko
men om deel te nemen aan de
eerste Betrouwbaarheidstocht,
georganiseerd door „de Argonau-
ten" in samenwerking met „Zwet-
plassers" te Wormer en „Storm
vogels" te Zaandijk.
Vooral rond het kampvuur zat
de stemming erin.
De volgende morgen startten
ruim tachtig kano-vaarders, waar
onder 13 Rijpenaren voor de
tocht. In flink tempo voer men
naar Schermerhorn, de eerste
stempelplaats, waar even werd
gepauseerd om op de laatkomers
te wachten. Tegen één uur was
Driehuizen, de tweede stempel
plaats bereikt, en hier werd een
je nou toch de verkeerde voor. Of dacht
je soms, dat ik voor die proppenschieter
bang was?.... Niks hoor je zal me
eerst eens vertellen, wat dat allemaal te
beteekenen heeft."
„Mensch, zanik nietkom op met
dien sleutel,'' liet nu makelaar Meeuwsen
zich hooren. „Als de baas toch zegt, dat
we bij hem boven kunnen komen!"
„Als de baas het zegt?" De vrouw van
meneer Hiemstra legde voor diens baas
zijn zooveel minachting aan den dag, dat
ieder ander dan meneer Hiemstra zelf
zou hebben gewenscht, door den grond
te zakken.
Toch "was het meneer Hiemstra, die
den juisten toon vond om zijn vrouw er
toe te brengen, de niet-welkome visite
toe te laten.
„Er is iets ernstigs gebeurd, moeder."
zei hij zoetsappig. „Daar zal je van staan
te kijken. Die dame hier is de juffrouw,
die vanmiddag de woning aan den over
kant is gaan bezichtigen. Deze meneer
is van de politie nou weet jij het wel.
Die zal een nader onderzoek instellen,
maar dat kan niet in het leege huis en
daarom had ik gedacht, dat die meneer
van de politie wel bij ons boven zou kun
nen komen met de anderen, die er
mee te maken hebben."
Nog voor meneer Hiemstra geheel was
uitgesproken, had zijn vrouw zich in
de stoep geheschen om de deur, met den
sleutel, dien ze al in haar hand hield,
open te maken. „Ik hou anders niet van
dat revolver-gedoe," meende ze nog tot
Artje te moeten zeggen, die z'n wagen
juist opborg. Nu was er geen denken
meer aan, dat degenen, die bij het dra
ma waren betrokken, zouden kunnen
verdwijnen. „Wie me lief heeft, volgt me
maar," beweerde Jans, die dadelijk nadat
ze de deur open had, het licht opdraai
de en naar boven ging. Ze vond het in
haar hart prettig, dat vreemden haar on
verwacht kwamen bezoeken: Ze zouden
kunnen zien, dat bij haar de bullen in
orde waren„Voeten vegen, hoor!"
riep ze naar beneden en alleen om wat
te zeggen.
Vlugger dan men van Jans zou ver
wachten, was ze boven, waar ze over
de leuning kijkend vaststelde, dat je zou
zweren, dat de kerk aanging.
„Nou moet die kleine van de politie het
maar zeggen de politie is nu eenmaal
de baas," ging ze gemoedelijk verder.
„Waar wil je ons hebben, vader? In
den salon of is de huiskamer goed ge
noeg?"
Bedrijvig deed Jans twee deuren open.
„De huiskamer zullen we maar nemen,"
vond Artje. „Ik zie wel, dat overal de
bullen hier in orde zijn, moeder. Je mag
hier komen dat zie ik wel en het is
prettig, dat je ons niet vraagt, niet naar
den rommel te kijken. Dat zeggen de
meeste Hollandsche huisvrouwen, als je
onverwacht op visite komt maar dat
is hier niet noodig. Misschien mag ik me
eerst even voorstellen, mevrouw?
M'n naam is Palstra Artje Palstra
inspecteur bij de Centrale Recherche.'
De bijna spottende, beleefde manier
waarop Artje de vrouw des huizes be
handelde, sloeg geweldig in. Dat was nog
eens iemand, die wist hoe het hoorde
dat was een man van de wereld dat
zag je zoo! Hij mocht dan eerst wel een
beetje bazig optreden hij wist toch
drommels goed hoe het moest heel
wat anders dan die Barend van haar,
die daar maar weer zoo sloom bij stond
of-ie geen tien kon tellen. Het hoffelijk
optreden van den inspecteur had Jans
dadelijk doen vergeten, dat diezelfde man
haar kort tevoren met 'n revolver had
bedreigd. „Daar hebben we zoo waar
den huisbaas ook," zei ze.. „Prettig, me
neer Meeuwsen, dat u nu ook eens wat
verder komt dan onder aan de trap om
de huur te vragen. Nu kunt u zelf eens
zien, dat de plafonds noodig eens een
witje moeten hebben
„Dat moeten we later maar behande
len," vond Artje, die zich ondanks z'n
hoffelijk optreden de leiding niet liet ont
nemen. „We hebben eerst wel wat an
ders te bepraten. Gaat u daar maar zit
ten, meneer Hiemstra neemt u dien
gemakkefijken stoel maar, juffrouw, dan
kan meneer Meeuwsen hier plaats ne
men."
„Zeg, vaderik kan er toch óók
wel bij blijven?" vroeg Mevrouw Hiem
stra geboren Van der Velde, toen zij
merkte, dat de inspecteur haar geen plaats
aanwees. „Je bent toch zeker niet van
plan, me m'n eigen kamer uit te sturen?"
Artje dacht even na. Hij wilde niet
zeggen, dat hij dat werkelijk van plan
was geweest. „Indien mevrouw kan zwij
gen over hetgeen hier zal worden behan
deld, dan heb ik er geen bezwaar tegen,
dat ze blijft," verzekerde Artje daarna
plechtig.
„Dat dacht ik ook," zei mevrouw, ter
wijl zij zich breed-uit in een gemakkelij-
ken stoel liet vallen en gezicht trok van
kom-nu-maar-op.
Kort en zakelijk stelde Artje nu zijn
vragen, die, evenals de antwoorden, vrij
wel overeenkwamen met die, welke hij
in het leege, donkere huis reeds had ge
steld. Zoo nu en dan maakte de inspec
teur van de antwoorden een aanteeke-
ning. De vrouw van meneer Hiemstra,
die aanvankelijk zwijgend had zitten
luisteren, viel van de eene verbazing in
de andere.
haar dan ook weinig moeite, den gang
van zaken te reconstrueeren. Zij voelde
nu medelijden met het arme juffie, dat
zoo maar een lijk over zich heen had ge
kregen en dit bracht haar op de gedach
te, haar een kop koffie aan te bieden,
ofschoon ze eigenlijk na dat gruwelver
haal niet goed de kamer uit durfde.
„Kan ik uwes misschien dienen met een
kop koffie?Dat mansvolk heeft ge
noeg aan z'n rookerijwij, vrouw-
menschen hebben er graag een bakje leut
bij. Ik vind ook, dat dat verhoor braaf
vervelend begint te wordenje krijgt
een droge keel alleen van het aanhooren
van al dat gesmoes."
Artje wist al, wat hij weten wilde en
daarom liet hij goedmoedig toe, dat de
gastvrouw even het woord nam. Dat
„even" duurde echter langer dan hij had
kunnen verwachten. Bij het aanbod van
de koffie had mevrouw Hiemstra het
juffie eens wat scherper opgenomen. Dat
menschdat menschhet kwam
haar reuze bekend voor. Als al die an
deren er niet geweest waren, dan had ze
zeker bij haar Barend eens nader haar
licht opgestokenofschoondat
was zoo'n sloome duikelaar die ken
de nou letterlijk niemand en die be
moeide zich ook met niemandMe
vrouw Van Baarle had ze dien politie-
inspecteur opgegevenVan Baarle...
Van Baarle... wel een deftige naam...
zoo heette er ook een straat, als ze zich
niet vergistemaar daar kende ze dat
mensch toch niet vanals ze zoo van
op zij keek.Zeg, neem me niet
kwalijk, maar ben jij Truusje niet?
TruusjeTruusje Dekker?"
Artje, die schijnbaar zonder belang
stelling luisterde, merkte op, dat het juf
fie in den gemakkelijken stoel het niet
prettig scheen te vinden, dat mevrouw
Hiemstra haar plotseling die vraag stel
de en de inspecteur maakte er zich zelf1
een verwijt van, dat hij met het ant
woord: mevrouw Van Baarle zonder
meer genoegen had genomen. Elke me
vrouw had toch een meisjesnaam
Zoo iets zou zijn securen collega Snoek
nooit overkomen en hij, hij had óók niet
naar den meisjesnaam van de vrouw des
huizes geïnformeerd hij nam zonder
meer maar aan, dat ze met dien me
neer Hiemstra was getrouwd. Nee, Artje
besefte wel, dat z'n collega „Snoekkie"
die zaak administratief heel wat beter
zou hebben aangepakt. Nog een geluk,
dat die vrouw de ander van vroeger
scheen te kennen.
Want Jans was er nu van overtuigd,
dat ze met Truusje Dekker te maken
had en ze ratelde nu aan één stuk door.
„Gunst nog aan toe BarendHad jij
(Wordt vervolgd)