JUfoe» CöUCCUnt
„DE MASCOTTA"
Uó^dadikel
Zangvereniging „Voorwaarts"
Landbouwkroniek
No. 1670 Zaterdag 14 December 1946 37e Jaargang
voor de Rijp, Graft, Noordeinde, Oost- en West-Graftdijk, Zuid- en Noord-Schermer,
Schermerhorn, Beemster en omstreken
Uitgever
Drukkerij G. J. Hoogcarspel
De Rijp, Telefoon 1
Abonnementsprijs
50 cents per 8 maanden bij vooruitbetaling
franco per post f 2,40 per jaar
plus incasso-kosten m
Losse nummers 5 cent
Verschijnt wekelijks
Advertentieprijs
10 cents per gal|ard regel, minimum f 1.—
Inzenden tot uiterlijk Donderdagavond 6 uur
HET ZWAKKE FRANKRIJK.
Frankrijk zit in moeilijkheden, nu het
zijn verkiezingen achter den rug heeft.
Vele burgers hebben het na de laatste
verkiezingen laten afweten en bleven
thuis. Niet alleen omdat ze van alle
propaganda beu waren, maar ook omdat
ze voelden er „toch niet tegen op te kun
nen". Een houding, die altijd is*af te
keuren. Want ook al wist men van te
voren, dat de M.R.P. en de communisten
de meeste stemmen zouden halen, het
thuisblijven der kiezers was een bewijs
van zwakheid.
Trouwens o'ok de menschen, die wèl
ter stembus togen, hebben o.i. niet een
bewijs gegeven van groote sterkte. In
dien uitslag komt te veel de slagzin van
den eersten wereldoorlog naar voren:
„Le boche payera", de Mof zal betalen.
Ook de slagzin van het volk tijdens de
bezetting: „Na den oorlog zullen we
weer het goede leven* van vroeger heb
ben", deed opgeld.
Dat de mof heeft betaald na den vo-
rigen oorlog weet elke Franschman beter
dat hij na dezen oorlog de ontzaglijke
schade aan Europa zal betalen, kan
alleen in het brein opkomen van iemand,
die op z'n minst even monomaan is als
nu wijlen Hitier.
Het goede leven.
Dat het goede leven van voor den oor
log in Frankrijk zal terugkomen, geloo-
vén wij evenmin, wanneer net er zicnzeït
niet met zijn geheele potentieel voor in
zet. En die bedoeling zat niet voor bij
hen,die om den terugkeer van „het
goede leven" riepen. De arbeidsproduc
tiviteit van het Fransche volk staat ach
ter bij die van de meeste landen in Eu
ropa zijn landbouw dreef voor een
gedeelte op vreemde boeren en talrijk
waren de vreemdelingen in de industrie.
Toch was het goed leven in Frankrijk,
wanneer wij onder goed leven de stree
lingen van het verhemelte verstaan en
het zich niet al te veel aantrekken van
de nooden waarin West-Europa zich be
vond. Geestelijken diepgang had het in
de breede lagen van het volk in verge
lijking met de nabuurlanden niet te veel.
De omstandigheden, waarin de arbeider
leefde, hebben we in ons land reeds
zoo'n dertig jaar overwonnen. Frankrijk
is sociaal een achterlijk land, geestelijk
van de kleinburgerlijke geborneerdheid,
waarboven een betrekkelijk dunne laag
van intellectueelen schittert, die het aan
zien van de Fransche „esprit" levendig
houden.
Frankrijk is zwak en moet zijn rol me
despelen als lid van de Groote Vier
dat schaadt het land. Zijn aandeel aan
den positieven
opbouw der nieuwe wereld
verhandelingen
levert het niet; het wordt beheerscht door
angst voor een herlevend Duitschland,
maar in plaats van de sterke houding
van den overwinnaar staart het angstig
naar zijn helpers en moet zelfs met nauw
verholen boosheid toezien hoe de Engel-
schen den Duitschen leider der democra
tie uitnoodigen ter bespreking van Duit-
sche kwesties.
Wij kunnen deze mogendheid dan ook
niet anders zien dan den afdalenden weg
verder afgaande, dien zij voor den oorlog
reeds was ingeslagen. Want daarmee
komt Frankrijk in de buurt van de an
dere Latijnsche landen in Zuid-Europa,
die hun besten tijd voor goed achter zich
hebben en zich ten hoogste kunnen laten
leiden bij den opbouw van een .Euro-
peesche statenfamilie, maar daar uit
eigen kracht niet capabel voor zijn.
De symptomen van zwakte zijn in
Frankrijk evident. Hoor het roepen om
den sterken man, De Gaulle, door de
zwakken, die niet naar de stembus gin
gen, omdat ze er „niet tegen op konden".
REGENLIEDJE
Zij schuif'len langs de ramen
En vloeien trillend samen
In glinsterende val,
En vormen nieuwe banen.
Zij druppelen als tranen,
Die niemand drogen zal.
Zij fluisteren en snikken
Zij ritselen en tikken
En murmelen door de nacht,
Als woordjes zoet gesproken.
Een telkens onderbroken
En windvervaagde klacht.
Zij druipen door de bomen
Zij lekken door mijn dromen
En zingen in mijn ziel.
Hun eigen melodietje
Een simpel regenliedje
Dat uit den hemel viel.
J. Kostelijk-Bom.
(Nadruk verboden).
DE RIJP
Zondag 15, Donderdag1 19
en Zondag 22 December a.s.
in Hotel „De Eendracht" te de Rijp
opvoering van de beroemde operette
Regie A. N. Leguit Dirigent Joh. Gerritsen
Operette in drie bedrijven van Alfred Duru en
Henri Chivot Muziek van Edmond Audran
Prachtige costuums
Schitterende montage
Medewerking groot koor en ballet
AANVANG 7,30 UUR Zaal open 7 uur
ENTRÉE F 2.plus belasting
Voorverkoop kaarten bij mevr. van Braam, Rechtestraat
Plaatsbespreking op de dagen der uitvoering van
11—12 uur aan de zaal
De vaagheid van de communistische
plannen ten opzichte van de toekomstige
wetgeving, een vaagheid waarin het
grootste gedeelte van h,et volk zijn toe
vlucht zocht, herinnert ons aan die an
dere vaagheid van beloften, die eens den
heilstaat in Duitschland beloofden en
waarmede een onzeker en verscheurd
volk zonder ruggegraat zijn economisch
en staatkundig bestaan dacht op te trek
ken.
Is Duitschland een zieke plek in Euro
pa, Frankrijk is een zwakke plek. Chur-
chill meende eens, dat West-Europa
onder Frankrijks leiding moest komen te
staan. Maar wat heeft een werelddeel
aan een leiding, toevertrouwd aan een
lamme en aan een blinde?
DOMME DINGEN.
Boeren en tuinders hebben in het al
gemeen meer op met doode dan met le
vende musschen. Maar ze zullen waar
schijnlijk heel weinig tevreden zijn over
de doode musch, waarmee ze zijn blij
gemaakt bij de afsluiting van het handels
verdrag met Tsjecho-Slowakije.
In dat verdrag is n.1. de bepaling op
genomen, dat Nederland naar dat land
in 1947 vóór 1 Mei voor ƒ650.000 aan
bloemkool mag exporteeren en voor
1 Juni voor 100.000 aan tomaten. Jam
mer alleen, dat wij tegen dien tijd nog
Aanvullende bonnenlijst
van 8 t/m 21 December 1946
Bonkaaiten KA, KB, KC 612
(Strook no. 4)
Algemeen
51-4
51-5
51-6
51-7
51—8
51—9
100 gr. bloem of kinder
meel (niet uit rijst bereid)
200 gr. gedr. zuidvruchten
250 gr. waspoeder
500 gr jam
125 gr. koffie
100 gr. thee
Reserve
51—IA, 51— 5B, 51—4C
1 kg. appelen of peren
Algemeen
52-5
52-6
52-7
52-8
Reserve
52- 3D
T 62
Bonkaarten KD, KE 612
(Strook no. 4)
200 gr. gedr. zuidvruchten
250 gr. waspoeder
500 gr jam
1 kg appelen of peren
100 gr. bloem of kinder
meel (niet uit rijst bereid)
Tabakskaarten enz.
2 rants. tabaksartikelen
Op de bonnen T 62 zal bij aankoop
van twee rantsoenen sigaretten ten
minste een rantsoen sigaretten, ver
vaardigd uit Zuid-Amerikaanse tabak
worden geleverd.
De boenen voc/ fruit bïijvea geldig
t.m. 18 Januari a.s.
geen bloemkool of tomaten hebben fe
exporteeren. Deze heele bepaling is dus
waardeloos en van de bevordering van
den uitvoer van tuinbouwproducten, .die
wij zoo hard noodig hebben, komt niets
terecht.
Dit is nu weer een sprekend voorbeeld
van de waardeloosheid van dergelijke
goederen-ruiltransacties, wanneer er geen
deskundigen voor ieder van de betrok
ken producten kunnen worden geraad
pleegd. Daarmee is meteen de vinger ge
legd op de wonde plek van dit gedeelte
van de geleide economie, dat wil zeggen
van het door de regeering regelen van
den internationalen handel. Het is im
mers ondoenlijk een handelsdelegatie uit
te breiden met -personen, die over ieder
onderdeel
een deskundig oordeel
kunnen uitbrengen; zoo'n missie zou dan
wel uit 100 of meer leden mogen be
staan en dat is uit den aard der zaak
onmogelijk. Ook zou men de voorstellen
over en weer bij de betrokkenen in ieder
land ter bestudeering kunnen geven, doch
de ervaring heeft geleerd, dat daarmee
veel te veel tijd verloren gaat.. De kracht
van den particulieren handel is, dat iede
re handelaar zijn eigen terrein door en
door kent. Hij bemoeit zich uitsluitend
mét de producten, waarop hij zich heeft
gespecialiseerd en hij kent alle kneepjes
van het vak terdege. Wil men echter een
algemeen handelsverdrag afsluiten en dan
voor ieder product afzonderlijke bepa
lingen maken, dan komen er onvermijde
lijk dergelijke blunders als in het boven
genoemde verdrag.
Wij vragen ons af of hier tekort is
geschoten door den Landbouwattaché te
Praag. Deze ambtenaar immers is degeen
wiens taak het is bij soortgelijke onder
handelingen als deskundige op te treden.
De land- en tuinbouw echter vormen een
zeer uitgebreid gebied, waarvan niemand
alle bijzonderheden kan kennen. In een
dergelijk geval zou de landbouwattaché
de meening moeten inwinnen van de des
kundige autoriteiten in ons eigen land,
in dit geval dus van het bestuur van het
Bedrijfsschap voor groenten en fruit.
Klaarblijkelijk is dit niet gebeurd, anders
zou een dergelijke waardelooze concessie
van de Tsjechen niet aanvaard zijn.