v°°r Korst- en Nieuwjaarskaarten ZWART SPORTNIEUWS Nieuws van de A.V.V. „de Rijp" De Rijp 1Wervershoof 13 een uitslag die bij lange na de verhouding niet weergeeft. Als wij hier de woorden weer geven van den secretaris van V.V.W., na afloop in onze kleed kamer, dan zijn deze duidelijk genoeg. „Als wij met 4—3 had den verloren, was het juist ge weest". Als ooit de pechduivel ons eerste elftal achtervolgde dan was het wel j.l. Zondag. In de eerste helft, toen er sprake was van een gelijk opgaande strijd, kreeg V.V.W. een geflat teerde 2—0 voorsprong. De spe lers van de Rijp, die tot de con clusie waren gekomen, dat zij in geen enkel opzicht de mindere waren der kampioenen in spè, pakten na de thee de zaken direct energiek aan. en met succes. Middelveld wist met een verre schuiver de stand op 2—1 te brengen. A.V.V. kwam geweldig opzetten en speelde een prima partij. Het succes kwam echter aan de andere zijde, een onverwachte doorbraak en was het 3—1. AVV nietontmoedigd, zette alles op alles, er ontstonden talrijke critieke momenten voor de WW veste, maar steeds ontsnapte hun doe! op de meest wonderbaarlijke wijze aan een doorboring. Bunschoten werkte als een leeuw enzettegeassisteerd door zijnkant- halfs steeds de voorhoede aan het werk, maar het was of er naast en boven het doel der gasten magneten waren opgesteld die de bal aantrokken. Deze wedstrijd, waarin de sterkste partij verliezer was, ein digde met 4 achtereenvolgende corners op het WW-heiligdom, maar de stand bleef 3—1 in hun voordeel. En al zijn wij over de eind stand ontevreden, toch is er winst behaald, en wel in die vorm, dat ons eerste elftal heeft bewezen, gelijkwaardig te kunnen zijn aan de sterkste van de afdeling. De 2de helft der competitie, neemt a.s. Zondag een aanvang, en deze is met 7 uit- en 3 thuis wedstrijden zwaarder dan de eerste helft, maar als het elftal zoo blijft spelen, dan behoeven wij voor geen enkele tegenstan der bevreesd te zijn en kunnen er nog meerdere winstpunten be haald te worden. A.V.V.ers, a.s. Zondag tegen de West-Friezen in Zwaag hetzelfde spel, en succes kan niet uitblijven. Wederom dus de tanden op elkaar. Laat nu eens 'n groot aantal supporters onze jon gens vergezellen naar Zwaag, geeft zo spoedig mogelijk op. Vertrek 12.30 uur van de Klaterbuurt af. Ook het 2e elftal leed een nederlaag, nl. 83 tegen Volen- dam 4. Van Petten was hier top scorer met 4 ballen in eigen doel. Het enigste was hier dus, dat deze aan de andere kant hadden moeten zitten, dan was hel rustig geweest 11 A.s. Zondag om 2 uur ontvangt ons 2e elftalt haar naaste buren, nl. Groot-Schermer 1. A.V.V.ers, werkt hard om een zo goed mogelijk resultaat te behalen.^ Ook de Junioren komen weer binnen dc lijnen, en wel om 12 uur tegen Purmersteyn B! In de uitwedstrijd werd een gelijk spel (2—2) behaald. Als de lange rust jullie geen parten heeft ge speeld, rekenen wij nu op een overwinning hoor jongens 1 Jédé. Grootschermer-nieuws In een van O-zijde zeer slecht gespeelde wedstrijd, moest zij in IVV, dat op bezoek was, met 2—1 hun meerdere erkennen, nadat de rust 1—0 voor G aan wees. Onze voorhoede en gedeelte- lijkdehalflliniewaren hopeloos uit vorm. Daarentegen waren de links half en de achterhoede volkomen voor hun taak berekend, vandaar de met oneven goal geleden nederlaag. Hoe zit dat heren, je dag niet Mijns inziens lag het spel van 1 jullie niet, mooi samenspel, goed plaatsen, de bal stoppen en te gelijk weer afgeven, versterkt met steeds oplaaiend enthousiasme gaf hier de doorslag. Waarschijnlijk was dit een LICHT OP roor AUTO'S en RIJWIELEN Zaterdag 4.58 uur Zondag 4.58 Maandag 4.59 Dinsdag 4.59 Woensdag 4.59 Donderdag 4.59 VrQdag 5.00 Zaterdag 5.00 goede les, om a.s. Zondag dit voorbeeld te volgen, of was het een St. Nicolaas surprise, zoals Zondag j.l. overal in den lande heeft plaats gevonden? Het was een wedstrijd om spoedig te vergeten. Programma voor Zondag a.s., De Rijp—Groot-Schermer. Wij zullen ons van een voorspelling onthouden, maar speelt voor wat je waard bent, misschien ligt er dan een overwinning in 't ver schiet. Allen maken zeker wel gebruik van de training iedere Vrijdag 8 uur in het schoollokaal? Zo niet, maak er gebruik van tot eer van GSV. P.P.C. BOEKHANDEL H00GCARSPEL FEUILLETON Nadruk verboden 21 detective-verhaal door Nico van Nigtevecht. „Toch geen familie, meneer?" vroeg Verkaik ernstig. „Waarschijnlijk niet, tenminste geen naaste familie." „Ja. je wilt er wel eens een grapje mee maken, maar het zijn eigenlijk dingen, waar je niet mee moet spotten," vervolg de Verkaik ernstig. „Je grieft er iemand zoo gauw mee." „Nee, dat was niet het geval," stelde Artje den visscher gerust. „Maar ik wil wel gauw worden opgebeld.... hier heeft u m'n telefoonnummer.... en dit is al vast voor de moeite." Met groote oogen keek Verkaik naar de sigaar, die Artje hem voorhield. „Voor mij?.... Dat is waratje nog een oude Ritmeester. Nou meneer, dank u wel. ik zal u dadelijk bellen." „Dat is een methode, die ik niet kan toepassen," verzekerde Weber, terwijl ze terugliepen. „Maar die deksels goed werkt," zei Artje met een lach. „U kunt er van op- aan, collega, dat die oude mij eerder zal waarschuwen dan u.... kijk maar eens, hoe hij die sigaar bekijkt." Ze keken om: Verkaik stond nog met de sigaar in de hand en bekeek ze eer biedig van alle kanten. Daarna haalde hij z'n pet van het hoofd om het kost bare geschenk er voorzichtig in te leggen. Weber lachte. „Ja, met zwarte handel- methoden breng je het een heel eind." „Heelemaal geen zwarte handel-metho- de," sprak Artje tegen. „Een eigen sigaar uit ^'n eigen voorraad. Maar het is een wonder, wat je tegenwoordig met een sigaar of sigaret kan bereiken. Het spijt me. dat ik nog een afspraak in de stad heb, die ik niet mag verzuimen. Ik vond het prettig, kennis met u te maken en ik hoop. dat onze samenwerking ertoe mag leiden, dat we deze geheimzinnige ge schiedenis tot een goed einde brengen." Het was aan Weber te zien, dat deze toespraak van den bekenden detective hem goed deed. Hij schudde Artje krach tige hand en verzekerde hem, dat hij te allen tijde op hem kon rekenen. „Ik heb uw telefoonnummer en ik zal u vast en zeker bellen, als ik wat bijzonders heb." „Ook zonder oude sigaar?" vroeg Artje lachend. Voor Weber antwoord gaf, sloeg Artje z'n motor aan. Hij had haast ge kregen om naar de stad te komen en toen de Indian dadelijk daarna dreunend w*eg.- reed terug naar het dorp. keek Ver kaik hem na. „Een leventje tegenwoor dig, die politiemenschcn.... dat rijdt en dat rost maar.. Goeie sigaren rooken ze ook." Verkaik nam z'n pet nog even van het hoofd om de sigaar nog eens te bekijkeii. „Voor vanavond.. na het eten." Met volle kracht raasde Artje de Wat- teaustraat in. Die clandestiene slachtings geschiedenis had meer tijd gekost, dan hij had gedacht en hij hield er niet van, te laat te komen vooral niet, als de afspraak een dame betrof. Reeds had Artje z'n motör tegen den zelfden lantaarnpaal gezet als den vori- gen avond, toen hem het spreekwoord te binnen schoot van den ezel, die zich niet tweemaal aan denzelfden steen stoot. Ik kan hem even goed in het leege huis zet ten, overwoog hij. Hoe was het ook weer?.... met een dubbelte kreeg je het slot open?.... Met den mo'tor aan de hand liep Artje langs de ramen. O, het was niet eens noodig, de deur open te doen. Recher cheur Bakker was in het huis bezig. Hij zag z'n chef langs komen en hij haastte zich, de deur voor hem open te maken. „Inspecteur Hendriks heeft mij op dracht gegeven, den boel hier nog eens op te nemen," zei hij, toen ze samen den motor de ging in hadden gesleept. „Zoo, en nog wat bijzonders ontdekt? Is èr nog iemand geweest?" „Alleen de makelaar - meneer Meeuw- sen. Hij kwam eens naar het slot van de deur kijken hij had gehoord, dat dat ding met een dubbeltje open ging." „Van wie had hij dat gehoord?" vroeg Artje snel. „Ik geloof, dat hij zei, v^n z'n dienst bode." „Zoo.... hum. En verder? Die ko gels nog teruggevonden?.... Enfin, dat is van later order." „De kogel in de kamer hadden we toch gisteravond al, chef?" vroeg Bakker, ver baasd, dat Artje dit zou zijn ontgaan. „Ja, dat is waar en die andere die van dat schietpartijtje in den tuin.... dat is eigenlijk geen zoeken misschien dat je eens hiftr en daar ëen kijkje kan nemen je weet wel zoo wat, waar ze hebben gepaft.... Ik moet nu even naar den overkant ik wórd er op de koffie verwacht. bij een dame dat gaat voor. Als ik je was, Bakker, zou ik die kogel-zoekerij toch maar voor later be waren. De zaak is, dat er op het oogen- blik iemand anders bij die dame op de koffie is. Nu moest je eens opletten, waar die andere naar toe gaat.... Sta niet zoo stom, te grinniken het is geen parti culiere aangelegenheid, maar zij staat ten nauwste in verband met de zaak, die we op het oogenblik in behandeling hebben." Bakker trok dadelijk weer een strak gezicht. „Waar was ik nu?" vervolgde Artje ontevreden.. „O, ja.. Ik ga naar den overkant komt er iemand eerder uit de deur waar ik binnen ga, dan volg je dien persoon en je tracht zooveel moge lijk van hem te weten te komen. Trek die dubbeltjesdeur goed dicht als je weg gaat.... wacht, ik zal voor de zekerheid m'n motor op slot zetten." Rechercheur Bakker had er slag van, iemand zoo te volgen, dat de geschaduw de daar geen erg in had. Hij wist echter, dat je- ook in dat schijnbaar zoo eenvou dige werk met overleg te werk moest gaan en nauwelijks had Artje dan ook bij mevrouw Hiemstra aangebeld, of Bakker stelde zich in de portiek van het leege huis verdekt op en hij zorgde ervoor, dat hij de voordeur waar de chef was bin nengegaan geen oogenblik uit het oog verloor. Hij had geluk: nauwelijks was zijn chef verdwenen, of de deur ging wederom open en een groote forsche man kwam naar buiten. Reeds maakte Bakker zich gereed den man achterna te gaan, toen hij merkte, dat deze er niet aan scheen te denken de straat te verlaten. „Dat ysas maar net op tijd," bromde de rechercheur, die zich in zijn portiek terug trok, toen hij zag, dat de ander terug kwam. „Meneer heeft zeker wat vergeten, óf hij wacht op een tweeden bezoeker van die dame. Als-ie op m'n chef staat te wachten, dan hoef ik niet te wandelen.... dan heb ik er een makkie aan," ver volgde Bakker z'n alleenspraak, terwijl hij voorzichtig om een hoekje-keek. „Die kerel mag er anders wel zijn als je het met hem aan de stok krijgt, dan maak je er niet veel van zonder een paar trucjes toe te passen.... Een onguur gezicht heeft hij ook".... De man kwam langs de por tiek waarin Bakker zich verdekt had op gesteld. De rechercheur zag hem naderen en keerde zich onmiddellijk om precies alsof hij kort tevoren had aangebeld. Langzaam wandelde de man voorbij en Bakker, die hem van terzijde kon_ opne men, merkte op, dat hij steeds aandacht schonk aan de deur, waarachter Artje was verdwenen en waar hij zelf ook was uitgekomen. „Nu is het maar te hopen, dat het niet te lang duurt," mompelde de rechercheur. „Ik zie geen kans, een half uur hier voor die deur te hengelen, zon der dat die vrijer argwaan krijgt. Als er nu maar ergens een winkel was, dan kon ik daar tenminste voor gaan staan." De man, die bewaakt en gevolgd moest wor den, kwam voor den tweeden keer langs de portiek van Bakker en nu zag dej rechercheur, dat hij 'n vluchtigen blik op hem wierp. „Dat is het begin van arg waan.... we zullen je vóór zijnV vader," dacht Bakker half-hardop. Nauwelijks was de ander voorbij, of hij deed de deur van het benedenhuis open, stapte zelfs de gang in en gooide met een slag de deur dicht. „Nou kan je denken, dat ik bij de buren wordt binnengelaten." De man dacht dit werkelijk, maar scheen het toch noodig te vinden, dit nader te onderzoeken. Het kon ook zijn, dat hij de kust vrij vond. In elk geval keerde hij dadelijk op zijn schreden terug om daarna doodbedaard de plaats van Bakker op de stoep in te nemen. „Dat is een mooie bak," bromde de rechercheur, die zich aan den binnenkant van de deur op de hurken had laten zakken en aldus juist door het deurraampje naar buiten kon gluren. „Nu ontneemt meneer me nog het vrije uitzicht op den overkant.... je moet maar boffen! Enfin het kan toch de moeite waard zijn als meneer wachten kan, ik kan het ook. Toch geen gek idee van den chef om zijn voorgan ger te volgen.... alleen maar jammer, dat er nog niets te volgen was.... Ik zit hier verduiveld ongemakkelijk.... ze kunnen een mensch wat op den hals schuiven.... nog een §eluk, dat de vent niet op de gedachte komt, naar binnen te loeren.... Ik zou men dan nóg verder moeten laten zakken en als-ie de deur zou opendoen.... wacht, dan kan ik er die knip opschui ven.... even voelen of die gemakkelijk gaat".... Bakker, die steeds op z'n hurken moest zitten, kreeg een stekende pijn in de knieën en enkel en alleen om zichzelf wat afleiding te bezorgen, duwde hij de knip op de deur. Het was geruischloos gegaan en om zich ervan te overtuigen, dat de uitkijker niets had gemerkt, kwam Bak ker langzaam uit z'n heele kniebuiging omhoog. „Nu staan we in een rij.... een deur tusschen ons in.... komt niet vaak voor".... Plotseling zette Bakker groote oogen op. De man voor hem deed een greep naar z'n portemonnaie, methet gevolg, dat de rechercheur dadelijk weer door z'v. knieën ging. „Als hij nu aan de deur gaat morrelen".... (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Rijper Courant | 1946 | | pagina 4