ZWART
SPORTNIEUWS
Nieuws van
de A.V.V. „de Kijp"
Het twede elftal is er in ge
slaagd een zwaarbevochten l—O
overwinning te behalen op Gr.-
Schermer. Het grootste gedeelte
van de wedstrijd is Or.-Schermer
in de meerderheid geweest, maar
de achterhoede was niet te pas
seren in deze sensationele wed
strijd.
Driemaal moest de heer Schreu-
der, die op zeer verdienstelijke
wijze, de door afwezigheid schit
terende scheidsrechter verving,
naar de beruchte witte stip wijzen,
deze kansen werden echter niet
benut. Zelfs Piet Bakker, vroeger
altijd de man in AVV 1 voor de
penalty's, had niet het gewenste
succes. Uit een onverwachtse
doorbraak maakte Jan van Veen
het enigste doelpunt van de wed
strijd. In de laatste seconde
dreigde deze voorsprong verloren
te gaan, strafschop voor Or.-Scher
mer.
Het keiharde schot van Jan
Kreb werd echter op meesterlijke
wijze door Henk Veenman ge
stopt, waarmede deze de over
winning voor zijn ploeg uit het
vuur sleepte.
Ook het eerste elftal slaagde
er in, om met een 4—1 over
winning op Ed'am, beide punten
te behalen.
Ondanks het feit dat het spel
FEUILLETON
Nadruk verboden
detective-verhaal door
63 Nico van Nigtevecht.
Ze wist het niet zeker, maar ze ver
moedde, dat de valsche biljetten bij de
huurpenningen waren geweest. Eens in de
maand trekt er een bediende van Meeuw-
sen op uit om de huur op te halen. Die
bediende was er óók niet," vertelde Be
ker,
„En die bediende laat je nu óók ko
men?"
„Nog niet ik wou eerst die Meeuw-
sen eens aan den tand voelen."
„ZoohumArtje wachtte
even en vroeg toen: „Zeg, Beker, zou je
het vervelend vinden, als ik me ook heel
even met die bankbiljettengeschiedenis
van jou inliet?"
„Wel nee, kerel," antwoordde zijn col
lega hartelijk. „Ik moet je eerlijk beken
nen, dat ik er niet veel heil in zie. Ik
loop ermee vast. Dit is nu al den twee
den keer, dat ik jpet m'n onderzoek strand
bij te goeder naam en faam bekend
staande personen bij menschen, die het
waarlijk niet noodig hebben, valsche bil
jetten uit te geven."
„We leven anders in een duren tijd."
viel Artje in. „En bovendien hebben we
wel eens meer menschen de kast in zien
draaien, waarvan we zélf zeiden: dat
had ik nooit gedacht."
„Waar wil je eigenlijk heen?" vroeg
Beker. „Denk je, dat Meeuwsen toch?"...
„Och. onschuld moet óók wel eens
bewezen worden," antwoordde Artje. „Je
kan wel eens een idee hebbena pro
pos... van dien zonderlingen meneer...
die Dykema met Grieksche ijheb
ben jullie daar later nog wel eens iets
van gehoord?"
„Je weet, dat ik daar ben geweest?
Hendriks heeft toen nog een nader on
derzoek ingesteld. Hij bleek inderdaad
een nette kerel te zijn een rentenier,
die er een beetje zonderlinge opvattingen
op na hield"
„Dat merkten we toen al," zei Artje
lachend. „Vind je het goed. dat ik
Meeuwsen nu even bel?"
„Och ja," antwoordde Beker weinig
enthousiast. „Noodig lijkt het me niet.
De man zal straks wel hier komen
mogelijk is hij al op weg. Ik ben nooit
zoo oerg op telefoneerenik heb de
klanten liever bij me."
„Heb ik óók dat ben ik volkomen
minder goed was, dan tegen
WW., was het toch een verdiende
overwinning. De rust ging in met
een kleine 2—1 voorsprong. Dank
zij de medewerking van het hout
werk, was deze achterstand voor
EVC niet groter. Nog 2 maal wist
de Rijp te doelpunten en alle
EVC aanvallen stuitten af op de
AVV achterhoede, waarin Spaar-
man weer een geweldige partij
speelde. Het herstel van ons eerste
elftal is zeer zeker schitterend te
noemen, 5 punten uit drie wed
strijden.
Jédè.
Graftdijk-nieuws
Blauw Wit 1—Graftdijk I 4—0
Groot-Schermer adsp. a—
Graftdijk adsp. a 0—7
Graftdijk I wist het weer niet
tot een overwinning te brengen.
Met 4—0 werd van Blauw Wit
verloren.
Met de rust was de stand 10.
De verandering in de voorhoede
blijkt dus niet in 't voordeel te
zijn geweest. De adsp. deden het
beter en wonnen met 70 (rust
1—0. Lakeman wist 5 maal te
scoren en Stigter 2 maal. Bij
Grobt-Schermerviel de rechtsback
zeer op, maar het Graftdljk-back-
stel was ook goed op dreef.
A.s. Zondag gaat Graftdijk I
naar DREO uit. Een zware op
gaaf, maar doe je best mannen
het „degradatie-monster" zit jullie
op de hielen.
Graftdijk II krijgt de bovenste
van de ranglijst, n.1. Monniken
dam II op bezoek. Doe je best
mei je eens," zei Artje, terwijl hij in het
telefoonboek bladerde. „Als je mee wilt
luisteren?"
Hij schoof Beker het meeluisterhoorn
tje toe, dat deze een beetje traag op
nam.
„Meneer is er zélf niet?O, mooi
zoo. Ik zou den huurophaler wel even
willen hebben. Spréék ik daarmee?
Dat treft. Moet u eens hooren. Herinnert
u zich, dat u verleden week vijf nieuwe
bankbiljetten van tien gulden heeft ont
vangen?"
Het was even stil aan den kant van
den huurophaler.
„Met wie spreek ik eigenlijk?" klonk
het toen verwonderd.
Beker had verwacht, dat Artje zou zeg
gen, dat dit er niet toe deed en hij ver
baasde zich er over, dat z'n collega ge
moedelijk mededeelde, dat de man met
de recherche sprak. „Als u mij nu op
geeft, bij wie u die vijf aan elkaar ge
plakte lapjes van tien ontving, zijn we
een heel eind verder. Dan besparen we u
den last naar het bureau te komen."
Weer was het even stil. De huurop
haler scheen het voor en tegen van zijn
mededeelingen te overwegen. „Als u lie
ver hierheen komt?Ik wil u ook wel
laten halen," verzekerde Artje vriende
lijk. „Het is een bewijs van vertrou
wen in uw geheugen, dat ik u even op
bel. maarwe kunnen het óók anders
regelen. We hebben hier heel wat ple
zierige middeltjes om iemands geheugen
op te frisschen."
Beker keek Artje met groote oogen aan.
Hoe kon hij zóó telefoneeren!
Het succes was evenwel voor Beker's
collega, want na deze vrij duidelijke be
dreiging antwoordde de hurophaler:
„Ik ontving het geld bij Hiemstra. Vijf
nieuwe biljetten van tien één oud van
vijf en twintig."
„Mooi zoo dan wordt u bedankt,"
zei Artje laconiek. Hij wilde reeds op
hangen, toen de ander hem daar met een
haastig „hallo!" van terughield. „Ik wou
u vragen, meneer, niet te zeggen, dat ik
u dit mededeelde. Ik weet niet, of mijn
patroon dit wel goedkeurt en u be
grijpt"
„Waarom zou meneer Meeuwsen dat
niet goedkeuren?" vroeg Artje op ver
baasden toon. „Heeft u het hem al ge
zegd?"
„Janeeoch, dat is maar zoo'n
idee van me, ziet uIk wil er maar
liefst geen last mee hebben en meneer
Meeuwsen heeft soms van die eigenaardi
ge opvattingen."
Wederom was Beker er over verbaasd,
dat Artje nu het gesprek niet voort
zette, maar met de plechtige verzekering,
dat Meeuwsen er niet over hooren zou,
jongens om ze één of twee pun
ten afhandig te maken.
De Sportverslaggever.
D.R.E.O.-nieuws
Zo is dan de zoveel besproken
wedstrijd WestzaanDREO weer
achter de rug. De uitslag 3—2
zou doen vermoeden dat West
zaan meer voor kampioensploeg
in aanmerking komt dan DREO,
maar afgaande op het spel, dat
we deze middag te zien hebben
gekregen is dit geenszins het
geval. Wat is dan de oorzaak dat
DREO deze wedstrijd verloren
heeft? Niet anders dan dat één
speler zijn zenuwen niet de baas
kon met tot noodlottig gevolg een
penalty en grote verslagenheid
in het gehele elftal. En dit op
een moment dat er nog 10 minu
ten te spelen is en DREO een
alleszins verdiende 2—1 voor
sprong had behaald.
Het was niet goed te praten,
wat deze speler deed, maar als
je speelt onder een scheidsrech
ter, die alles laat gaan van je
tegenpartij bijv. meermalen
werd een speler van DREO finaal
vastgehouden en meer van der
gelijke ongeoorloofde handelingen
dan is het wel begrijpelijk,
dat je bloed begint te koken.
Maar het Is nu eenmaal zo, dat
je ondanks alles je eigen rechter
nooit mag wezen en zo is DREO
zelf de dupe geworden van deze
handeling. Ik heb het nog zelden
gezien, dat een scheidsrechter
juichte, wanneer een van beide
partijen een succes behaalde en
dit was deze middag het geval.
Dit zette kwaad bloed bij onze
spelers, maar de anderen wisten
het onder zich te houden.
Een groot aantal supporters
had DREO vergezeld naar West
zaan en toen na 10 min. spelen
Ben DREO de leiding gaf, was
het goed te horen dat er vele
Rijpers langs het lijntje stonden.
Als er 40 min. gespeeld is ge
lukt het Westzaan de gelijkmaker
te scoren.
In de rust waren de spelers
vol goede moed en DREO was
dan ook geenszins in de minder
heid geweest voor de rust. En
als er pas 8 minuten gespeeld is,
is het wederom onze l.buiten die
aan DREO de leiding hergeeft.
En de vele supporters denken
niet anders dan dat de overwin
ning reeds binnen is, doch dan
komt 10 min. voor het eind het
bovengenoemd incident en de
21 voorsprong wordt in een
3—2 nederlaag omgezet. Grote
verslagenheid bij spelers en sup
porters. Maar vol goede moed
zullen we de nog 6 resterende
wedstrijden spelen, 3 uit en 3
thuis. Westzaan heeft nog 5 uit
en 2 thuis.
Zondag a.s. komt Graftdijk op
op het DREO-veld.
Spelers van DREO, ik maak
me sterk dat wanneer jullie nu
alles winnen (Westzaan zal
ook nog wel struikelen) het
kampioenschap nog lang niet ver
keken is.
De sportverslaggever.
afbrak. Maar nog veel verbaasder was
Beker, toen Artje dadelijk daarop weer
het telefoonboek greep er even in bla
derde en nog vóór de telefonist de ver
binding met de stad had verbroken, een
nieuw nummer draaide.
„Jamet wie?"
Beker, die nog meeluisterde, hoorde
de telefoniste zeggen: „met IMEX",
waarop Artje met grafstem antwoordde,
dat hij verkeerd was verbonden.
En wéér was Beker verbaasd, toen
Artje opstond, zonder nogmaals een po
ging te doen, z'n fout te verbeteren door
het juiste nummer te draaien.
„Zoo, dat weten we al weer," zei hij
vroolijk en terwijl hij Beker op den schou
der klopte, verzekerde hij plechtig, dat
het begon te dagen.
„Zie je een gat in de bankbiljetten-
historie?" vroeg Beker hoopvol, of heb
je het over de zaak, waar je zélf mee
bezig bent?"
„Over beide, beste jongen," antwoord
de Artje, die in een buitengewoon goed
humeur was gekomen. „Den eersten keer
kwamen die biljetten van je toch uit
Rotterdam, niet waar? Misschien moet
ik daar dezer dagen nog heen. Vind je
het goed, dat ik meteen eens naar die
valsche biljetten van jou uitkijk?"
„Wat bedoel je eigenlijk?"
Die Artje kon zoo dwaas doen. Het
eene oogenblik vroeg hij als een kind
overal toestemming voorje zou den
ken. dat-ie geen vinger in de asch durfde
steken, omdat hij bang was de een of
ander te passeeren en als je dan later
merkte, wat hij allemaal had uitgevoerd,
dan bleek, dat hij over alles wat ge
woonte was, platweg had heengeloopen.
Dit alles schoot Beker door de gedach
ten, vóór hij gemelijk antwoordde, dat hij,
Artje, toch deed, waar hij zelf lust in
had en dat hij hij hém, Beker, geen toe
stemming voor z'n fratsen hoefde te
vragen.
Maar Artje was gewoon niet kwaad te
krijgen. „Zoo....... heb je dat óók al
eens gemerkt?" vroeg hij. „Je bent zélf
al eens in Rotterdam voor die zaak ge
weest, niet?"
„En ik heb er niemendal bereikt?" ant
woordde Beker somber. „Ze wisten er
van niks en ze waren al blij, dat er
geen nieuwe aangiften waren bijgekomen.
Voor het overige lieten ze de zaak blauw
blauw."
„Goed, dat ik het weet, beste Beker,"
zei Artje. „Ik kan dus op de geschiede
nis terugkomen ik kan namens jou
zeggen, dat wij hier, daar geen genoegen
mee nemen dat we die zaak willen
zien uitgezochtenfin, je kent de
tirades wel."
„Hoe maar weer op... het is je toe
vertrouwd," zei Beker lachend. „Maar
leg het er niet al te dik bovenop, als
je wat namens mij gaat vragen."
„Maak je niet bezorgd ook dat sal
reg kom," antwoordde Artje plotseling
ernstig. „Weet je, Bekerik heb
zoo'n idee dat we nu op den goeden
weg zijn. Verdraaiddaar zou ik mijn
eigen zaak haast vergeten, om die van
jou te behartigen," onderbrak hij zich
zelf plotseling.
Artje ging weer terug naar de telefoon
en bood Beker weer goedgunstig het klei
ne hoorntje aan om mee te luisteren.
„Nee, laat maar," zei deze. „Ik ben
alleen graag volledig op de hoogte, als het
mijn eigen werk betreft."
„Natuurlijk daar heb je gelijk aan,"
zei Artje, die de kleine hatelijkheid van
zijn collega niet scheen te voelen.
Beker wou nog wat zeggen, maar Artje
telefoneerde al.
„Zeg, Weber, met ArtjeIk wou
even naar den gezondheidstoestand van
onzen vriend Bunker informeeren
O, is die nog goedPrachtig, prach
tig. En dan nog even wat. Ik moet nu
plotseling naar Rotterdam. Als ik terug
kom, zal ik je dadelijk opbellendan
weet ik wel meer. Zorg er in elk geval
voor, dat je voor dien vriend Piet
plaats houdtStuur alle dronken ke
rels en ander gespuis, dat je mocht aan
treffen, maar naar huis, maar laat Pie
terbaas niet losNee dat zou
ik niet doen. Morgen ben ik weer terug
en tot zoo lang kan je onze Piet toch
wel vasthouden zonder er den Officier
in te kennen. Zal je eens zien wat een
interessant onderhoud we dan met dien
knaap kunnen hebbenWatblief?
die andeer twee? O ja, die zijn er óók
nogdie Schele en die 'Dingstee. Als
je schoon schip moet maken met die twee,
zou ik hun persoonsbewijzen nog in be
waring houden en ze met een briefje de
•laan uitsturen. Maar als het even kan,
zou ik je willen vragen, die ook nog
niet los te laten. Tot morgen dan
Goeie!"
„Zoonu nog even met Bakker
praten," zei Artje meer in zichzelf, dan
tot Beker, die nog steeds in de kamer
stond.
„Heb je er Weber, dien chef-veld
wachter ingehaald?" vroeg Beker.
„Ook al," antwoordde Artje. „Daar
sta je van te kijken, collega, welk een
uitnemend politieman die dikke vriend is.
Zeg, Beker, heb je óók zin, morgen de
finale mee te maken?"
„De finale van wat?"
„Zeg, waar ben ik nu mee bezig?"
vroeg Artje kwasi verontwaardigd.
Wordt vervolgd)