Uwbota Boekhandel Hoopspel Romans Officiële bonnenlijst voor het tijdvak van 24 Juli t.m. 9 Augustus 1947. Tabakskaarten enz. QA, QB, QC 707 H—31 Tabak 1 rants. sigaretten of kerftabak „—32 Tabak 1 rants sigaretten of kerftabak —35 Tabak 2 rants. sigaretten of kerftabak Reserve H—07 1 ei „-14 1 ei uit de Salamanderreeks KOSTEN MAAR F 1.90 BOEKHANDEL HOOGCARSPEL Aangezien zilvermeeuwen nog al aan de broedplaatsen zijn ge- hechj en meestal niet naar het Zuiden trekken, zoals de visdief- jes ziet men sraks weer heel veel meeuwen, witte en gevlkte, in de havens. In grote troepen staan ze ook aan het strand. Men kan er weldra op rekenen, dat de troepen in de havensteden steeds groter zullen worden en dan zal men er ook steeds meer jonge vogels aantreffen. Sommige jongen zijn zeer donker gevlekt. „De wilde" eenden van de parken zien er tegenwoordig in de rui ook haast gelijk uit. De woerden kent men echter nog aan de geelachtige snavel9, de wijfjes hebben een donkere sna vel. De zomer geeft nog steeds veel te genieten. Nu het gras na de hooitijd er weer fris—groen uitziet, fleurt alles helemaal op Men doet goed, nu ook eens wat extra aandacht te wijden aan de kleipolders. Op natte dagen: is er niet veel aan, maar als het zonnig is, zijn die polders toch erg mooi. Zo is de natuur-: er is altijd weer wat anders, maar je let er te weinig op. Verder is het wel aardig om de karwei- en mosterdzaden ook eens wat beter te bekgken. De spreeuwen zoeken in de avond de rietvelden al weer op. Wat gaat alles toch snell VOOR ALLE DE CHRISTHOLMSCHAT. (Slot) „Amigo Olandése, dat is het ergste ogenblik van mijn leven geweest. Er kwam hier op een slechte dag een Duitser. Hij zocht naar verloren schatten. Hij kwam bij mij en hoorde mij uit. Hij was bij het kamp geweest van de Christholmkaravaan. Die ka ravaan was hier in de buurt jaren geleden door Apachen overvallen en geen bracht er het leven af. De dragonders van ko lonel Williams achtervolgden de Indianen en doodden hen. De ka ravaan had een' kist met twintig duizend dollars bij zich. Niemand was overgebleven om te vertellen, war dat geld was gebleven. Er werd gezochtmaar het werd niet meer gevonden. Meestal be groeven die pioniers hun schatten onder het kampvuur, als ze wer den overvallen. Die Duitser was ook aan het zoeken geweest, maar hij had niets gevonden. Hij tracteerde op een zondvloed van borrels en vroeg mij, waar dat geld kon zijn gebleven. Ik zei met mijn dron ken kop, dat het begrijpelijk was, dat die pioniera&de schat onder een van de wagens hadden begra ven. Deze waren verbrand. De schat lag dus veilig. De volgen de morgen was de Duitser ver dwenen. Drie dagen later kwam hij op een avond geheimzinnig te rug, drukte mij een bankbiljet van honderd dollars in mijn hand en fluisterde: ik heb het geld gevon den, hoor. Dank je wel. Toen verdween hij. Die vent had de schat gevonden. Hoe kan je dat nu weten? Dat zó iets onwaar schijnlijks, als wat ik in mijn dron kenschap had verteld, werkelijk heid zou zijn!" Hoofdschuddend sjokte Don Michiele weg, terwijl ik om zijn tragisch verhaal lachte._ Toen hij de deur uit was, vroeg ik de bar keeper: „Is dat werkelijk zo ge béurd?" Hij lachte. „No, sir. Don Mi chiele weet het niet, maar die Duitser had hier in de buurt een bank beroofd en nu wilde hij het laten voorkomen, of hij een schat had gevonden. In New York kre gen ze hem in de gaten. Het stond in de krant. Maar Michiele ka nniet lezen. We* laten hem maar in de waan. Het is zijn grootste trots en tevens zijn diep ste ellende, dat hij denkt, iemand werkelijk een schat te hebben aan gewezen. Waarom zou je een oude man zijn illusie ontnemen?" SPORTNIEUWS Grootschermer- nieuws Vrijdag 18 Juli ontmoeten de G.S.V.-adspiranten de S.V.Vers van Stompetoren. Direct ontwik kelde zich een vlug spel met S.V.V. in de meerderheid, wat was toe te schrijven aan de veel zwaardere jongens. Q.S.V. heeft twee zeer active vleugelspelers en een goede spil, maar de rest en vooral debinnen- spelers brachten elke goede aan val om zeep. Zo wees met de rust de stand 0—2 aan voor S.V.V. Na de thee hetzelfde spel enjmet een goede aanval bracht S.V.V. de stand op 03. G.S.V. niet ontmoedigd hield flink stand, bij een goede aanval wist de rechtsbuiten dooï een voorzet van Rood tegen te scoren 1—3. De latste minuten waren voor S.V.V., waardoor zij nog eenmaal scoorden, de stand brengend op 1—4 voor S.V.V. Dinsdag j.1. speelde een ge combineerd elftal van G S.V. tegen de club van Schermerhorn, een pas opgerichteverenigingbestaan- de 'uit spelers welke bij andere clubs hun sporen op voetbalge- bied reeds verdiend hadden. S. zette direct een flink offen sief in, maar voor doel strandde zij steeds op Maarten, welke er wel weg mee wist. Bovendien speelde onze jongens een fraaie wedstrijd, ook de 2de elftallers. Hoe S. ook zwoegde, de G- achterhoede bleef voorlopig mees ter van het terrein. Bij een goede aanval wist G. te scoren, waarmede de rust aan brak, stand 10. Na de rust voerde G de stand op tot 3—0. Hoewel de warmte zich danig deed gelden, verflauwde het spel* niet en wist S tegen te scoren 3—1. Tegen het einde nam G het spel in handen, wist nog eenmaal te doelpunten, de stand brengen de op 4—1 voor G. Gerrit moet er aan denken op het veln te spelen, toilet maken behoort bij moeder thuis, niet waar? Scheidsrechter Krul leidde de wedstrijd naar behoren. P.P.C. In de natuur Zilvermeeuwen zijn veel groter dan kokmeeuwen. Het zijn vogels van de zee, al komen ze ook wel In de Noordoostpolder. Maar in hoofdzaak leven ze aan de zee kant Texel, Vlieland en andere Waddeneilanden. Ook wel in de duinen van Holland. De vogels zijn thans nog inmeerderheid op de broed-kolonies, maar er trek ken steeds meer naar de steden. Het zijn grote, blanke vogels met grijsblauwe vleugels, voorts met een gele haaksnavel. Nu zijn er ook andere, die niet blank of grijs-blauw zijn, maar donker- gevlekt. De meeste hebben niets van het wit aan ziah, ze hebben ook geen gele snavel. Toch zijn even groot van stuk. Vele men sen denken, dat het vogels van een aparte soort zijn, maar dat is niet zo. Het zijn jon ge zilvermeeuwen, die pas na en kele jaren wit worden. ten dienste van: h. b.s. Gymnasium Lyceum M. T. S. Ambachtschool enz. enz. naar DE RIJP DE DOLLE BUI. Lekker lang uitgestrekt op de divan deed meneer Duintjer zijn gewone vooravond-dutje. Pa was in een niet al te best humeur en de familie was hoogst tevreden, dat hij zijn humeurige bui nu op de divan lag uit te brommen. „Stil een beetje, Pa slaapt!"... Al een paar maal was de grote zoon, die al studeerde en die de gewoonte had de deuren een beetje harder dicht te doen dan gewone mensen, tot rust en kalmte gemaand. Met een wakker ge schrokken pa was helemaal geen land te bezeilen! Toen gebeurde het. Maar voor wij er toe kunnen overgaan die grote gebeurtenis te vertellen, moeten wij er eerst even bij stilstaan, dat er kort geleden ten huize van meneer Duintjes een insluiper aan het werk was geweest. Die snoodaard had de oude fiets met nieuwe banden banden, die met heel veel moeite waren verkregen zo maar uit de gang gehaald, nadat hij nota bene met een haakje door de brievenbus de deur had open ge kregen. En nuAlle stille voor zorgsmaatregelen ten spijt rende de zoon des huizes de kamer in, waar vader de slaap der brom potten sliep. „Pa! pa! ze zijn er weer!" bracht de jongeling half-luid en hijgend van agitatie uit. „Ze zijn er weer!" Pa Duintjes vloog overeind. Het was of hij voelde, dat er iets heel bijzonders aan de hand was, want anders was pa nooit zo gauw wakker. Een beetje bleek zag mevrouw Duintjes het geval aan: meneer, die op z'n kousevoeten nu naast de divan stond en, slaapdronken, toch nog niet goed wist waaróm en waardóór hij uit z'n rustige sluimering zo onverwacht was op geschrikt. Maar reeds ging de zoon verder. „Dieven, paZe morrelen wéér aan de deurnu staat üw fiets in de gang." Mevrouw Duintjés verwachtte een woede-uitbarsting van me neer: moesten ze hem daarvoor wakker maken? Kon Henri, de oudste zoon dat varken zelf niet even wassen?Moest-ie daar z'n oude vader bijhalen? Maar nu bleek, dat mevrouw Duintjes zelfs na een kwart eeuw huwelijkstrouw haar echtgenoot nog niet ten volle kende. Pa was plotseling klaar wakker hij ont stak inderdaad in woede... doch die woede richtte zich op de sme rige insluipers, die thans een "po ging deden, zijn fiets te stelen. Zonder zich te bedenken ren- dè meneer Duintjes op kousevoe ten naar z'n voordeur wierp die met brede zwaai open en toen Henri, aarzelend gevolgd, even eens buiten kwam, zag hij, dat z'n vader reeds in een hevig tweege vecht was gewikkeld. Als een ruiter te paard zat z'n „ouwe heer" op een manspersoon, die hij links en rechts geducht met de vuisten bewerkte. „Ik zal je lerenik zal je Dat was het enige wat meneer Duintjes bij elke klap zei. Meneer was door het dolle heen: de slechte bui van deze avond brak nu eerst goed door. Meneer dacht weer aan de ge stolen fiets, waardoor zijn dochter zo lelijk werd gedupeerd hij dacht aan de aanslag op z'n eigen nieuwe kar en de gevoelens van ergernis en wraak gaven hem de kracht van een reus. Die kerel... die lafhartige dief... hij zou hem... hij zou hem! Trots op z'n vader, een beetje beschaamd, dat hij zélf niet zo stevig tegen insluipers durfde op treden, keek de jonge man toe.* „O, Henrihèlp dan toch!" hoorde hij zich plotseling toevoe gen. Vreemd, dat was Greetje z'n oudere zus. Wat kwam die hier -uit de lucht vallen? Verwezen keek Henri haar aan. Maar Greetje schudde hem bij de arm: „Ezel! Help dan toch... pa is dol geworden! Wij stonden bij de deur afscheid te nemen... Het is heus een nette jongen!" Toen deed Henri een stapje naar voren om de nette jongen te bevrijden en om pa in te lichten...

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Rijper Courant | 1947 | | pagina 4