jlifoee C&utcuii
Met de D.ILV. naar Zwitserland
ALS DE TARWE RIJPT....
NIEUWE BONNEN
No. 1799 Vrijdag 26 Augustus 1949 39e Jaargang
Advertentieprijs:
8 cent per mm.
Bij contract lagere tarieve
op aanvraag
Bewijsnummer gratis
voor De Rijp, GraH, Noordeinde, Oost- en West-Graftdijk, Zuid-Schermer
en Noord-Schermer, Schermerhorn, Beemster en omstreken
Abonnementsprijs:
75 cent per 3 maanden
bij vooruitbetaling
franco per post f 3.40
per jaar
plus incasso-kosten
Losse nummers 6 cent
Verschijnt des Vrijdags
Prachtige 5-landen tocht met
alterlei belevenissen
In de vacantie naar Zwitserland.
Dit sprookje is voor de DUV-ers
werkelijkheid geworden. Na maanden
lang sparen en voorbereidingen tref
fen was het Maandag, 8 Augustus,
zover. "8 Morgens vijf uur present bij
oafé Jonker, zo stond op de aan
kondiging, die alle reisgenoten enige
dagen tevoren van de Reisorganisa
tie Kruit hadden ontvangen. Om on
geveer half vijf waren de eersten
er al, gebukt onder de plunjezakken.
Langzamerhand kwamen de reisgeno
ten van alle kanten binnen, sommi
gen per auto, zoals de Rijpers, de
Schermerhorners op de fiets en de
Buurters met de benenwagen. Even
over vijf arriveerden de Naco-bus-
sen en er werd direct begonnen met
het stouwen van de deklast, bestaan
de uit de plunjezakken, die de bus
sen het aanzien gaven van een
dromedaris. De presentielijst werd
voorgelezen en er ging een golf van
teleurstelling door de DUV-ers, toen
bekend werd, da^ mijnheer Kleyburg
en echtgenote niet mee zouden gaan.
Daarop was het instappen, de lera
ren van de ULO, burgemeester Pes-
man, dominé Oldeman, met resp.
echtgenoten en de jongere DUV-ers
in de A-bus en de rest onder leiding
van het DUV-bestuur in de B-bus.
Nagewuifd door familie en v kennissen
vertrokken we om ongeveer half zes.
In Purmerend en Ilpendam pikten we
nog enige reisgenoten op. De heer
Waayboer, medewerker van de heer
Kruit, kwam de bussen rond om de
ping-ping op te halen voor de devie
zen (10 Zwitserse francs), die ons
in Zwitserland zouden worden uitbe
taald. In Bilthoven nam de heer
Waayboer afscheid.
De grote rivieren en 's-Hertogen-
bosch werden gepasseerd. In Eind
hoven kregen we een minder pret
tig intermezzo. Door een onhandig
heid van een zich zeer belangrijk
voelende politieagent maakte de bum
per van de B-bus een klein schram
metje op de gladde groene huid van
een andere bus. Dit bleek voor de
eerder genoemde agent aanleiding te
zijn om ons het verder rijden te be
letten en het bureau op te bellen,
alwaar de dienstdoende inspecteur,
vreselijk geschrokken door het ern
stige ongeluk, haastig een politie
auto naar de plaats des onheils zond.
Na geruime tijd redeneren konden
we weer verder gaan.
Ondertussen was het beginnen te
regenen, maar daar werd minder op
gelet. In Valkenswaard werd ge
tankt, zowel door de bussen als door
oi.s, alleen gaven wij de voorkeur
aan koffie of chocomel en de bussen
aan ruwe olie.
Aan de grens
Het volgende haltepunt was de
doorlaatpost Bergeykse Barrière. Bij
het tevoorschijn halen van de pas
sen bleek, dat een der deelneemsters
dit nuttige apparaat thuis had la
ten liggen. Grote consternatie, doch
het liep met een sisser af. De pas-
Pastoor Coppens gaat heen
DE RIJP. De zeereerw. h. H. Cop
pens, pastoor alhier, is door Z. H.
Exc. de bisschop van Haarlem be
noemd tot pastoor te Voorburg, een
en ander met ingang van Vrijdag 2
September a.s.
Tot zijn opvolger is benoemd de
weleerw. heer C. Holtkamp, die
leraar was aan het Klein-Seminarie
„Hageveld" te Heemstede.
Al gunnen de parochianen van de
Rijp hun pastoor deze mooie promo
tie gaarne, toch zien zij hem slechts
noode vertrekken. In de weinige ja
ren, dat Zijneerw. hier werkzaam
was, had hij zich door zijn arbeid
en brede belangstelling zee# vele
vrienden gemaakt en zijn toegewijde
zielzorg zal nog lang in gewaardeer
de herinnering blijven.
OOK HANDENARBEID OP HET
LESROOSTER
DE RIJP. Enige tijd geleden is
de heer B. Posthuma, onderwijzer
aan de O. L. School geslaagd voor de
lagere acte Handenarbeid. Met dit
succes kunnen we, behalve de heer
Posthuma zelf, ook de leerlingen fe
liciteren. Het vak handenarbeid zal
nu n.1. eveneens op het lesrooster
verschijnen. Bij de verbouwing van
de school zal een lokaal voor dit
Jweirk worden ingericht»
sen contróle had weinig om het lijf.
Er werd even in een paar tassen ge
keken en enige heren van het gezel
schap werden gefouilleerd, doch al
les zonder resultaat natuurlijk! Na
een oponthoud van een klein uur
werd koers gezet naar de Belgische
douanepost. Die maakten al heel wei
nig omslag en we konden bijna direct
weer vertrekken.
Door de Belgische Kempen ging
het op Hasselt en Tongeren aan.
Hier bereikten we de uitlopers van
de Ardennen en begonnen we te
klimmen. Plotseling lag de stad Luik
voor ons. Prachtig gelegen in het
Maasdal ontlokte dit mooie panora
ma aan de meesten van ons bewon
derende uitroepen. Maar de bussen
konden niet wachten en verder ging
het weer tot ergens langs de weg
werd gestopt en de chauffeurs voor
een kopje koffie gingen zorgen. De
stadjes Houffalize en Bastogne droe
gen nog duidelijk de sporen van de
geweldige strijd die er was gevoerd,
toen Von Rundstedt's Ardennenoffen
sief hier was blijven steken.
Het passeren van de Belgisch-Lu
xemburgse grens leverde geen moei
lijkheden op. Luxemburg bleek een
prachtig land te zijn.
Luxemburg
Kleine dorpjes lagen tussen de
heuvels verscholen, hier en daar
staken de torens van een oud kasteel
tussen de dennebomen omhoog. Kor
te tijd reden we door een vrij dikke
mist. Na een vlotte reis werd het
stadje Mersch bereikt. Het eten in
hotel Schambourg was nog niet gaar
en wij maakten van de 'tijd gebruik
om het stadje wat nader te bekij
ken. Om zes uur konden we op de
soep aanvallen en het smaakte ons
best. Velen waren in de veronder
stelling, dat er nog meerdere gan
gen zouden volgen, maar het bleef
bij soep, maar die mocht er dan ook
zijn. De laatste étappe leidde ons
die dag naar Hollenfels een schil
derachtig dorpje, waar de jeugdher
berg was gelegen. De jeugdherberg
bleek een oud kasteel te zijn en
was keurig ingericht met zindelijke
slaapzalen en goede bedden. Een
ieder lag al vroeg onder de wol
om kracht te verzamelen voor de
volgende dag.
Frankrijk
's Morgens vijf uur vertrokken we
weer, heerlijk uitgerust. Via de stad
Luxemburg bereikten we de Luxem
burgs-Franse grens, waar wé weinig
moeilijkheden ondervonden. De eer
ste Franse stad van betekenis was
Thionville, een industrie stad, grauw
en lelijk. Metz was zo mogelijk nog
lelijker. Ook het landschap was niet
bekoorlijk. Flauw golvend mot hier
en daar forten van de Maginotlinie.
Overal waren de sporen van de oor
log nog duidelijk zichtbaar en, in
tegenstelling met België en Luxem
burg, was er nog weinig opgebouwd.
Chateau Salins, Lunéville en Bac
carat werden gepasseerd. Daarop be
gon het klimmen we .-r, want hier
begonnen de uitlopers van de Voge
zen. Het landschap werd veel aan
trekkelijker. Ronkend kropen de bus
sen door de haarspeldbochten naar
boven. Bewondering wekten 'n paar
Franse jongens, die rustig achter de
bussen aan fietsten en ons later
zelfs passeerden. Na het passeren
vau de Col de Bonhomme (ong. 900
meter) ging het weer omlaag. Bij
een beekje werd gestopt en koffie
gezet. Velen maakten van de gele
genheid gebruik om alvast wat te
gaan klimmen. De afdaling ging voor
een bestuurslid van DUV wat al te
snel. Hij struikelde over zijn eigen
benen en maakte een dubbele salto,
gelukkig in het gras. Als echte Hol
landers trok het water sterk onze
aandacht en er werd druk met wa
ter gegooid. Ook dominé Oldeman
kreeg zijn deel en zo 'kon het gebeu
ren, dat men later het overhemd van
dominé in de zon k-»n zien liggen
drogen. Maar we moesten weer ver
der en opgefrist rede n we via Col-
mar het Rijndal binnen. Hier werd
het landschap weer eentonig. Heel in
de verte was nog even het Zwarte
Woud zichtbaar. Via St. Dié en St.
Louis bereikten we. bij Bazel de
Frans-Zwitserse grens. De Franse
douane maakte het fons niet lastig
en de Zwitserse al, evenmin. Een
Zwitserse beambte, die de bus in
kwam, informeerde alleen of we nog
jenever bij ons hadden.
Bazel
Bazel maakte direct een prettige
indruk op ons. Ver-zorgde parken,
schone straten en mooie huizen.
Langs prachtige wegen tourden we
verder Zwitserland f-»- Het werd stil
in de bussen, behalve dan de uit
roepen van bewondering, die steeds
klonken als er weer wat moois te
zien was en dat was er eigenlijk al
tijd. Na de stad Olten te zijn gepas
seerd, kregen we het eerste meer
te zien, de Sempacher See. Daar
viel ons voor het eerst de wonder
lijk mooie groene kleur van het wa
ter op. Spoedig werd Luzern be
reikt en daar lag het Vierwoudste-
denmeer voor ons. Geruime tijd reden
we langs de oever van het meer
soms onder de overhangende rotsen
door. De Pilatus, de berg die daar de
■omgeving beheerst, zat met zijn eer
biedwaardige hoofd in de wolken,
maar was niettemin erg mooi. Steeds
meer begonnen de wegen te stijgen
en na het passeren van de Sarner
en Lungern See, twee wondermooie
meren, mooier dan het Vierwoudste-
denmeer, stegen we tot 1011 m.: de
Brünig pas. Prachtig was hier het
uitzicht. Op verschillende plaatsen
was de eeuwige sneeuw zichtbaar en
diep onder ons lag het stadje Mei-
ringen in een prachtig dal. We na
derden nu het eindpunt.
Te Innertkirchen
Van Meiringen naar Innertkirchen,
het hoofdkwartier van Kruit's reis
organisatie, was het nog maar 6 km.
In dit traject bevonden zich een
paar haarspeldbochten, die onze
bussen niet in één zwaai konden ne
men.
In Innertkirchen werden we bij
Hotel Hof en Post verwelkomd door
de heer Kruit, de organisator van de
tocht en zijn moeder en door de leer
lingen van de RHBS uit Purmerend.
Het bleek dat wij nog door moesten
naar Gadmen, 12 km. verder en 600
meter hoger aan de Sustenstraatweg,
daar in Innertkirchen alles vol was.
De heer Kruit ging ons in zijn blau
we Fiat voorop, maar was niet bij te
houden! Gadmen bleek een klein
dorpje te zijn, prachtig gelegen tus
sen de bergen. Eerst werden de
slaapplaatsen geïnspecteerd. De jon
gens betrokken een ruimte boven in
Hotel Baren, een deel van de meisjes
belandde in een gebouwtje aan de
overzijde van de weg, dat meteen
het „Hennenhok" werd gedoopt en
de rest logeerde in het sousterrain
van de school. Het in Hotel Baren
opgediende eten smaakte niet alleen
uitstekend, maar was ook met de
meeste zorg toebereid. Mijnheer
Hemmer gaf na het eten nog enige
aanwijzingen voor de volgende da
gen en stak de chauffeurs een wel
verdiende pluim op hun hoed voor
het prachtige rijden. Na korte tijd
vertrokken allen naar hun slaap
plaatsen en spoedig was een ieder in
slaap geluid door het getingel van de
koebellen en verzamelde krachten
om de volgende dagen zoveel moge
lijk van de natuur te genieten.
Zwitserse belevenissen
's Morgens werden ons na het
eten eerst de 10 Zwitserse franken,
ons zakgeld, door mevr. Kruit Jr.,
die in Gadmen de scepter zwaaide,
uitbetaald. Voor de verdere avon
turen zullen we ons beperken tot de
belevenissen van de B-ploeg. Deze
vertrok 's morgens te voet naar In
nertkirchen, om daar de eerste drie
dagen door te brengen. Dit werd een
prachtige wandeling van ongeveer 2
uur langs de nieuwe Sustenstraat
weg. Deze weg is tussen 1938 en 1945
gebouwd en vormt de verbinding
tussen de kantons (provincies) Ber-
ner Oberland en Uri. De Susten
straatweg is een van de mooiste we
gen van Zwitserland en stijgt van
Innertkirchen (600 m.) tot de Susten.
pas (2225 m.) 'om dan weer in het
Meiental af te dalen naar de plaat
sen Wassen en Göschenen. Geduren
de de wandeling hoorden we steeds
het geruis van het Gadmerwasser, 'n
beek die zijn oorsprong heeft in de
omgeving van de Sustenpas. Op en
kele plaatsen ging de stroom onder
de weg door en dan keek je van zo'n
50 meter hoogte boven op het schui
mende water, dat zich een weg
baande tussen de rotsblokken. Af en
toe drong de melodieuze klank van
de koebellen tot ons door. Het bleek
een hele toer te zijn om de dieren op
de Alpenweiden te onderscheiden.
Ze staken met hun bruine kleur
slechts heel weinig af tegen de over
al uit het gras stekende rotspunten.
Omstreeks het middaguur werd In
nertkirchen bereikt. De heer Kruit
had met zijn wonderauto de plunje
zakken al uit Gadmen gebracht.
Eerst werden de slaapplaatsen ge
ïnspecteerd en dat viel best mee. De
jongens kwamen boven een garage
bij het Hotel en de meisjes kwamen
nog een verdieping hoger. Uit het
Herinneringen uit zwarte
dagen
BEEMSTER. Het gaat niet gemak
kelijk. Regen en wind hebben van
de tarweakkers een troosteloze ge
schiedenis gemaakt. Vlak en ver
ward liggen de velden er bij. Nee,
gemakkelijk gaat het niet. Vele ma
len moet de korenmaaier of de com
bine stoppen. Zigtien komen weer
aan bod, want het werk moet door
gaan. De tarwe is rijp!
De tarwe is rijp. Straks worden de
hopen naar het erf gereden en op
getast tot grote schelven, of gebor
gen in de grote landbouwsohuren.
De dorskasten trékken van erf tot
erf en in een onafgebroken stroom
vloeien de tarwekorrels in de mud-
zakken.
Nog rijden de wagens af en aan.
Straks, over enige uren, zullen de
laatste hopen worden opgeladen en
weggereden. Dan ligt de akker ver
laten. Gele plekken verraden de
plaats waar de tarwehopen hebben
gestaan. Links en rechts liggen de
aren verspreid. We lopen er langs
en overheen»
Weet gij nog, het is reeds lang ge
leden, of is het kort? dat op die
zelfde akker, en op duizend ande
ren, iedere tarweaar rijkdom, voed
sel en leven betekende? Dat de waar
de van een dag werd bepaald, niet
door geld, maar door hoeveel aren
je had verzameld? Hoe wij met tien,
twintig, vijftig, honderd mensen als
moderne goudzoekers over de ak
kers gingen, spiedend naar iedere
aar. En o de gelukkige, die de eerste
was op een akker waarvan de laat
ste vracht pas was weggereden. De
dag was gezegend. Met volle zakken
keerde hij of zij huiswaarts.
Vrienden, in deze tijd is het moei
lijk om zich de tijd te herinneren,
dat de allesoverheersende vraag was:
„Weet je nog een goeie akker waar
nog niet gezocht is?" „Ja", werd er
dan gezegd, „bij die of die bouwer
krijgen ze het vanavond thuis",
's Morgens, bij donker, ging je er op
aan. Zouden er al zoekers zijn. Nee,
wij zijn de eersten. Zoeken!! Zo vlug
mogelijk, straks komt de grote hoop.
Zo ging dat door, iedere dag. Over
al kwamen de mensen vandaan, Am
sterdam. Zaandam, honderden, dui
zenden op goud jacht.
Weet g\j nog als er gezegd werdt
„Morgen kan je bij' die bouwer vijf
pond tarwe krijgen". Dan werd
's morgens het erf belegerd. Ieder op
z'n beurt ontving de vijf pond, tot
het afgezonderde kwantum op was.
En er stonden er nog zovelen. „Af
gelopen mensen, er is niet meer".
Wij vergeten spoedig. Hier en
daar langs de wegen zien wij een
snee brood ligigen. Brood met boter
en kaas, achteloos weggeworpen
door de één of ander. Kort geleden,
ach nee, heel lang geleden hebben
we het brood droog gegeten, of met
één of ander smeerseltje er op. Een
snee brood was iets kostbaars. Onze
ogen hadden het zien groeien. Onze
handen hadden de aren geraapt. We
hadden zelf gedorst en gemalen en
Moeder had Wet gebakken. En met
verheerlijkte blikken hadden wij
naar het gebakken brood gekeken.
Brood! Symbool van het Leven.
Nog eenmaal gaat onize blik over
de verlaten velden. Voor 'n moment
verschijnt op het netvlies van onze
ogen het beeld van die zoekende
mensen, van de goudzoekers uit de
dagen van honger
Voorbij? Ja!! Maar laten wij het
niet vergeten. In de geweldige tijd
die wij beleven keren de dingen
soms teru&
Voor het tijdvak van 28 Augustus tot
en met 10 September 1949 zijn aange
wezen de volgende bonnen, die elk
recht geven op het kopen van:
Voedingsmiddelenkaarten 909:
281 vlees (a, b, d) 100 gram vlees.
282 vlees (a, b)300 gram vlees.
283 vlees (d)100 gram vlees.
284 algemeen (a, b, d)250 gram rijst.
286 algemeen (a, b)200 gram kaas of
250 gram korstloze kaas.
294 algemeen (d)100 gram kaas of
125 gram korstloze kaas.
(De letters achter de bonnummers
geven de kaarten aan, waarop de be
treffende bonnen voorkomen).
Bonkaarten ZA, ZB, ZC, ZD, ZE,
MD, MF, MH 910 (Bijz. arbeid, a.s.
Moeders en Zieken).
Geldig zijn de bonnen gemerkt met
de letter X.
Bovenstaande bonnen kumien reeds
op Vrijdag 26 Augustus worden ge
bruikt.
De niet-aangewezen bonnen 264,
265, 268, 269, 270, 271, 273, 275, 276,
277, 278, 279 Algemeen kunnen worden
vernietigd.
raam hadden we het uitzicht op ver
schillende sneeuwtoppen aan de
overzijde van het dal.
Het weer werd er ondertussen niet
beter op. We waren met mooi weer
uit Gadmen vertrokken, maar de
lucht betrok en 's middags regende
het flink. Ondanks dat gingen we
toch onder leiding van mevr. Kruit
Sr. op stap naar de Urbachwater-
val. Deze val ligt niet ver van In-
rertkirchen verwijderd en was om
te beginnen een mooi tochtje. Reeds
van verre hoorden we het water met
donderend geraas omlaagstorten. We
konden de val van opzij tot op enige
meters naderen. Je werd er doof van
het lawaai, maar het prachtige
schouwspel maakte op ons allen een
diepe indruk. Jammer was het dat
het weer zich niet tot fotograferen
leende.
Lang zal deze waterval niet meer
bestaan. Men is er reeds bezig om 'n
krachtstation te bouwen, om de
kracht van het vallende water te
benutten voor het opwekken van
electriciteit. Dit is 'n probleem waar
Zwitserland érnstig mee heeft te
kampen. Het electriciteitsverbruik
stijgt en hierdoor zijn nieuwe cen
trales nodig. Elke centrale betekent
echter het doodvonnis voor een
nieuwe waterval. En juist de water
vallen trekken ieder jaar duizenden
touristen. Kolen moet Zwitserland
echter allemaal invoeren en daarom
zijn de Zwitsers voor hun electrici
teit geheel op de kracht van het
neervallende water aangewezen.
Goede eters
Nat maar welgemoed kwamen we
weer in Hotel Hof en Post terug. Het
eten smaakte ons weer best en het
werd ons duidelijk, dat we niet bang
hoefden te zijn voor honger, want
als eT een schotel leeg was, kwam
Alfredo, de kleine kellner, alweer
met een volle aandraven.
De avond werd doorgebracht met
het schrijven van ansichtkaarten
(niet de duurste, want dat lieten de
financiën niet toe!).
Voor de volgende dag stond een
tocht naar Interlaken op het pro
gramma, maar daarover de volgende
week meer.
VREEMDE WERELD!
Peren langs de wegen, in de boom
gaarden, en aan de bomen waarde
loos. Zelfs het medenemen niet
waard. In verwondering zien wij het
aan.
Oosthuizerweg, Nekkerweg waar de
fruitbomen aaneen geweid langs de
openbare weg staan, ligt de grond
bezaaid met peren. Plukken! 't Zou
geld toegeven zijn.
VEsemde wereld. Heerlijke oogst ligt
voor het grijpen en wij gaan het
achteloos voorbij. De spreeuwen hou
den feestmaaltijden in de bomen. Die
begrijpen er ook geen steek van.
Andere jaren hadden ze geen rust.
Met allerlei herrie-dingen werden ze
dan verjaagd en nu kunnen ze onge
stoord een boom leeg plunderen.
Vreemde wezens, de mensen.
q
130 RIMBOEKISTEN NAAR
INDONESIË
Met het ms. „Zuiderkruis" d'at 17
Augustus uit Rotterdam naar In-:
donesië is vertrokken, verzond de
NIWIN 130 Rimboekisten voor de
militairen benevens de twaalf spe
ciaal ontworpen apparaten voor het
opnemen van zg. gesproken brieven
ten behoeve van in Nederland ver
blijvende familieleden.