Plant en dier „Hoe het groeide.. in verband met het Kerstgebeuren De Hercules-jeugd laat zien wat zij kan „DE COMBINATIE" De vervulling van Wouter ABONNEMENTEN: 75 cent per kwartaal bij vooruitbetaling, franco per post 3.40 per jaar plus incassokosten. Losse nrs. 6 cent. Cêwemt ADVERTENTIES: 8 cent per millimeter. Bij contract lagere tarieven. Bewijsnummers gratis. -Bureau: Boekhandel Hoogcarspel, De Rijp. voor De Rijp, Graft, Noordeinde, Oost- en West-Graftdijk, Zuid-Schermer en Noord-Schermer,"Schermerhorn, Beemster en omstreken 39e JAARGANG No. 51 VRIJDAG 23 DECEMBER 1949 VERSCHIJNT VRIJDAGS „Weer is de stille nacht gekomen, j De heil'ge nacht van 't oude lied: Wat met de vroegste kinderdromen In 't diepst der ziel werd opgenomen, Gaat in geen tijd'lijkheid te niet." Overal roept het Kindeke van Bethle- hem, als het goed is, vreugde en blijheid op en doet Het minstens voor één dag zor gen en leed vergeten. Onze gedachten verwijlen in de tijd, nu vóór negentien eeuwen, in de nachtelijke velden van Efrata, waar een wonderbaar lijke glans de bij het flakkerende wacht vuur peinzende herders, plots overstraal de. Hun werd het groots geheim „ont sluierd" van de menswording van Gods Zoon. Sinds is dit mysterie door de kerk jaar op jaar, op eenvoudige wijze her dacht. „Volksuitingen". De folklore maakt elke „volksuiting" tot object van studie, dus ook de volksver halen, al zijn er slechts weinige, die in hun oorspronkelijke vorm zijn bewaard gebleven. Daar deze verhalen van mond tot mond werden overgedragen zijn ze verminkt, aangedikt enz. al naar de fan tasie van de spreker. In deze verhalen beslaan, met name de huisdieren, een belangrijke plaats. Vele dierenverhalen staan in verband met de Kerstnacht. Het dier in de Kerstnacht. Het volksgeloof ziet het dier als zich bewust van het gebeurde in Bethlehems stal. Vandaar, dat het vee, te middernacht, Kerstnacht, oprijst en spreken kan. Som mige dieren bezitten genezende of magi sche krachten. Zo leraart het volksgeloof, dat een meegedragen vleermuisoog iemand onzichtbaar kan maken. Wie geluk wil hebben in het spel, drage een vleermuizenhart aan een rood draadje om de linker arm. Doch.... soms is als ■voorwaarde gesteld, dat hét diertje ge dood moet zijn in de Kerstnacht, precies om 12 uur. Dan verstopt men het hartje in een le deren zakje, dat men in zijn portemonnaie bergt. Ook de witte muis Ook dit knaagdiertje vervulde eens op Kerstavond een belangrijke functie. Het was in de tijd, toen de machtige keizer Napoleon gereed stond Duitsland binnen te rukken. Uit de aard der zaak wist na tuurlijk niemand welke richting de legers zouden kiezen. Doch de oude schaapher der Martin te Eger ontdekte het spoedig. Als op Kerstavond allen ter kerke zijn, blijft hij alleen thuis. Daar bestrooit hij de vloer met wit zand, onder het preve len van toverspreuken en elke zand figuur, die de herder vormt, noemt hij met een Duitse stedenaam. Als de stilte van mid dernacht is aangebroken, ziet Martin een leger van witte muizen over de vloer para deren. Volgens de voetsporen der diertjes zou de veldtocht plaats hebben. Zo ge beurde! En de haas. De oude Germanen geloofden, dat in de vaak stormachtige z.g. „Twaalf nachten" tussen Kerstmis en Driekoningen, de Wil de Jager met zijn honden, die luid blaften, door het luchtruim joeg, voor zich uit drijvend een wild everzwijn ofeen haas! Een belangrijke plaats voor de koe. Beduidend is de plaats, die de koe in de folklore inneemt. Trokken niet runderen de heilige, geheimzinnige wagen van Nerthus en brachten niet ossen de lijken der Koningen uit het Merovingische Huis grafwaarts? Dreven onze heidense voor vaderen niet hun runderen door hoog- oplaaiende vuren, ontstoken ter ere van Freyer, de god van regen en zonneschijn? Wanneer in Bohemen een koe voor de eerste maal moest kalven, kreeg ze van de boerin een stuk brood te eten, waarin een vleermuis gebakken was. Vervolgens stond op het menu, als tweede, een koek van havermeel, waarin zich een notedop bevond, die in zout was bewaard, gewijd op Kerstavond. Met een halve appel, die de koe daarna te eten kreeg, zou de noot de vruchtbaarheid van het dier bevorde ren, dat alzo een flink kalf ter wereld zou brengen en dikke, vette melk zou leveren. Daar, volgens het volksgeloof, na de kortste dag, de zon haar vroegere loop weer herneemt en de goden dan, tegelij kertijd met de gezaligde zielen zich onder de wereldbewoners begeven, durfde men sommige dieren in deze tijd niet bij hun naam noemen. Uit deze opvatting moet ook ontstaan zijn het geloof aan het spre ken der dieren om 12 uur in de Kerst nacht. Hoe men het paard gezond hield De Tweede Kerstdag is gewijd aan St. Stefanus. De boeren in Zweden gaven op deze dag hun knechts verlof een rit te maken met de beste paarden van de stal. Deze Stefanusritten komen nog wel in het oosten van ons land voor. Wilde men zijn paarden gezond hoiMen, dan zette men in Westfalen in de nacht van St. Stefanusdag karren met haksel- stro buiten, om dat voeder te laten be dauwen. Elders spijkerde men op deze dag hoef ijzers op de dorpels der boerderij. De Zweedse boer bracht op Tweede Kerstdag zijn paarden naar een vreemde drinkplaats om ze daarna naar huis te jagen. Eigenaardig is, dat men soms het paard kool te eten gaf, gestolen in de Nieuw jaarsnacht. Staat dit soms in verband met St. Stefanus, van wie de overlevering ver haalt, dat hij zich in een koolveld ver stopte, om zo de marteldood te ontgaan? Was een paard weigerachtig om zich te laten beslaan, dan riep men smekend om hulp tot de drie Wijzen uit het Oosten: Caspar, Balthasar en Melchior. Rond „den heerd". Oudtijds zorgde men er voor, dat er in de Kerstnacht „drij of vier" stukken hout brandden in „den heerd". De stukken wa ren van behoorlijke omvang, zodat het vuur de hele nacht aanbleef. Het volksgeloof beweerde, dat dit vuur de doeken van het Kind Jezus zou drogen. Gloeide het vuur des morgens in de haard nog, dan geloofde men, dat dit als bewijs kon gelden, dat de Moedermaagd het linnen niet had gedroogd. Was het uit gegaan, dan nam men aan, dat de kleertjes van het Kind van Bethlehem ook werke lijk droog waren geworden. In dit geval wisten velen heel wat voorspellingen te lanceren. Zevenenzeventig jaar geleden, in het jaar 1872, richtte Wouter Sluis tezamen met zijn buurman Jan Stuyt, twee Beem ster landbouwers, aan de Volgerweg een klein kaasfabriekje op. Het was de eerste in de Beemster. En de man die het initia tief nam tot de oprichting was Wouter Sluis. Wie was Wouter Sluis? Een gek, een dromer en een fantast. Een man die op alles iets had aan te merken en het ook altijd beter wist. Stel je voor: iemand die in tal van ver gaderingen en bijeenkomsten de stelling verkondigde: „Kaasmaken is niet afhan kelijk van geluk en toeval, niet van meer of minder toebedeelde zegen, niet van de bodem of van de woning, althans niet in die zin, dat de kaasmaker in gebreken heeft te berusten. Kaasmaken is een we tenschap, die beoefend dient te worden." Nu, zo'n mens is niet normaal, die kun nen wij niet ernstig nemen, redeneerden de boeren van 1872, en ze handelden daar naar. Wouter Sluis ging het zoals het zovele baanbrekers is gegaan, en nog zal gaan: Arm, verlaten en vergeten is hij gestorven. Waarom schrijven wij dit? Hierom! De dromen van Wouter Sluis zijn in vervul ling gegaan. Hij was geenszins de fantast waarvoor zijn tijdgenoten hem hielden. Zijn dromen hadden een zeer realistische grondslag. Zeker, het door hem opgerichte fabriek je aan de Volgerweg is reeds lang ter zie le. Heel spoedig reeds. Natuurlijk, 't was gekkenwerk, zeiden ze allemaal. Maar aan de Rijperweg staat een machtig bouw werk. De zuivelfabriek „De Tijd", opge richt door de nazaten van Wouter Sluis en zijn tijdgenoten. En over „De Tijd" en haar zusterfabrie ken „Concordia" te Oudendijk en „Ons Be lang" te Miadelie, tezamen vormend „De Combinatie", willen wij iets vertellen. En dat doen wij aan de hand van het pas verschenen jaarverslag. Levende cijfers! Cijfers, zult u zeggen; dorre stof. Nee, lezers. Groei is nimmer dor. Want in deze cijferreeksen is verdisconteerd: energie, werkkracht, dadendrang en samenwer king. „Eendracht maakt Macht" lezen wij op de omslag van het Jaarverslag. Dat is te begrijpen, als wij een blik slaan op de kaart van Midden Noordholland, en we beschouwen het werkgebied van „De Combinatie". Dat strekt zich uit langs het IJselmeer vanaf in het zuiden Monniken- Plant: nlegenden en het Kerstgebeuren. Ook de flora leefdemet het Kerstge beuren mede. In Frankrijk liep de legende voort, dat tussen het gras en de planten rond de kribbe ook de hanekamklaver lag. Op het moment der geboorte opende deze, anders weinig in aanzien zijnde, plant plots haar bloemen orr zo een krans te vormen rond het hoofd van het Kindeke. De geboorteplaats var de Heiland werd aangewezen door de St?r van Bethlehem. Wonderlijk schoon w ;ren de bloemen, welke opschoten rond net water, waarin Maria gewoon was de 'leertjes van haar Goddelijke Zoon te wi ssen en aromati sche geuren dreven ror d deze bron. Witte hagerozen slingerden zich graci- euslijk rond de takken van de heester, waarop de windseldoeken - van het Heilig Kind werden gedroogd. Het drogen deed Mar:a altijd op Vrijdag en daarom schijnt op c.eze dag steeds de zon, ook al is het maar voor enkele ogen blikken. De witte hagedoorn staat in het volksgeloof dan ook in hoge achting. De Kerstboom. Aanvankelijk werd de Kerstboom alleen in Duitsland geplant. In 1840 plantte de hertogin van Orleans er een in de Tuile- rieën van Parijs en weldra volgden de Fransen haar na in dit gebruik. Spoedig beliep de verkoop dezer bomen in de Franse hoofdstad tot in de duizen den. Gewoonlijk zetter, de Fransen de Kerstboom in een tobbe, teneinde hem frisser te kunnen bewaren tot Nieuwjaar, op welke dag hij a.' h. w. geplunderd wordt. Van de Engelse koningin Victoria wordt verhaald, dat zij eens een Kerstboom in haar paleis liet planten en deze zo kost baar versierde en behing, dat de prijs er van niet minder dan 108.000 gulden be droeg. De Kerstboom van de Hertog van Norfolk kostte 10.000 (cadeaux inbe grepen natuurlijk!). Ook in Amerika werd de boom al spoe dig bekend en in 1909 werden er vier mil- lioen verhandeld. Doch niet de Kerstboom, maar het Licht, Sluis' dromen dam, naar het noorden tot en met Schar- woude, verder doorlopend langs Berkhout, Avenhorn, Schermerhorn, Noordeinde, Graft en De Rijp, langs West-Graftdijk en Starnmeer naar Knollendam, hier van daan langs Spijkerboor en Kanaaldijk naar Purmerend door de Purmer naar Monnikendam, waarmee de cirkel weer is gesloten. De melk van een 1000 leden en leveran ciers die in dit gebied wonen, wordt in bovengenoemde fabrieken verwerkt. Wan neer wij een blik slaan op het Overzicht melkaanvoer 19391949, dan zien we dat het woord „groei" dat wij daarstraks be zigden, wel juist op zijn plaats is. De toename van melkaanvoer in deze reeks van jaren is zeer groot. Respectie velijk zijn de hoeveelheden in 1949 als volgt: „Ons Belang" 10.712.003 kg. melk; „Concordia" 12.119.885 kg. melk; „De Tijd" 12.597.878 kg. melk. Het vetgehalte was, in volgorde als boven: 3.61 5%, 3.63 4°/o en 3.62 5°/o. Het spreekt vanzelf, dat om deze zond vloed van melk op te vangen, de techni sche uitrusting der fabrieken daarmede gelijke tred moet houden. Moderne technische installatie. Er is dan ook aan de gebouwen en in ventaris de nodige zorg besteed. Oude machines en gereedschappen werden door nieuwe en betere vervangen. „De Tijd" schakelde van steenkolen op oliestookin richting over. Voor olie-opslag werd een tank met een inhoud van 50.000 liter op het terrein geplaatst. Een zelfde installatie met voorraadtank is inmiddels door „Concordia" in gebruik genomen. De installaties zijn echter zo danig, dat, indien nodig,, binnen een paar dagen weer met kolen kan worden ge stookt. Nieuwe auto's voor het vervoer van grondstoffen en producten werden aange schaft. Deze groei bracht tevens rnee, dat men meer personeel moest aannemen om stag natie in de normale bedrijfsvoering te voorkomen. Per April 1949 waren in dienst 147 personen. Hierbij zijn begrepen 14 personen werkzaam in de Melkinrichting te Purmer, een onderafdeling van „De Combinatie". Nu moet men niet denken, dat „De Com binatie" enkel mélk ontvangt en weer ver werkt tot boter, kaas en andere melkpro ducten. Nee, haar werkzaamheden be strijken een veel groter terrein. Dat brengt het belang van haar zelf en haar leden mee. Want indien er geen sprake was van Zo zijn de derde en de vierde uitvoe ring van „Hercules" weer achter de rug. Deze avonden werden verzorgd door de „Hercules"-jongeren. De allerjongsten ko men half Januari aan bod. Zaterdag en Zondag stonden zij op het podium van het „Heerenhuis", waar een week tevoren hun oudere sportmakkers triomphen vier den. Het was een imposant gezicht op deze avonden, toen zij in dichte rijen' op gesteld. hun entrée voor de zaal maakten. Maarten opende op vlotte wijze en gaf de leiding over aan directeur Oly, die, met assistentie van Mary Zijp en Fie Oly, in een twintigtal demonstratienummers zou laten zien wat hij met dit jeugdig mensen materiaal in het verlopen jaar had be reikt. Zo'n adspirantenuitvoering van „Hercu les" is altijd rijk aan bijzonderheden. Ten eerste hoort en ziet men de eerste schuch tere pogingen van zeer jonge artisten op kleinkunstgebied. Ten tweede de verras singen, die de directeur bereidt aan zijn leerlingen door er een of twee voor het front te halen, en te vertellen aan het publiek: Dat hij of zij nu de leerling is, die door trouwe opkomst of voorbeeldige ijver heeft uitgemunt in het afgelopen gym jaar. En dan krijgt zo'n gelukkig mensje een cadeautje van hem en een ap plausje van het publiek. Het publiek weet natuurlijk dat het de bekende programmanummers zijn die ge bracht zullen worden. Brug, paard, rek en ringen. Vrije oefeningen en standen. Daar voor is het een gymnastiekuitvoering. Maar de wijze, hoe de nummers gebracht worden, daar gaat het om. En dat viel geweldig mee, want het zijn geen kleine afdelingen die op de planken komen. Er is en er wordt hard gewerkt door het jon- dat uit de kribbe en de povere stal van Bethlehem de zonden der wereld verge vend omstraalt, is het centrale der Kerst feestviering. H. P. VAN IEPEREN, Andel (N.-B.). vetgehalte-controle, bascule-controle, con trole op retourproducten, t.b.c.1 en mond en klauwzeerbestrijding, samenwerking met rundveefokverenigingen, met de gro te zuivelbonden, samenwerking tussen di rectie en kernen uit werknemers en leden, het organiseren van vergaderingen en con tactbijeenkomsten, dan, lezers, zouden wij van groei niet kunnen spreken. Over bovengenoemde dingen zou nog veel zijn te zeggen het jaarver slag bevat daar ook veel wetenswaardig heden over maar wij willen de ruimte die ons nog rest gebruiken om iets over de leiding en bestuur te vertellen. Zij, die de leiding hebben. Het bestuur van „De Combinatie" wordt gevormd uit bestuursleden van de aan gesloten bedrijven, namelijk van elk be drijf drie. Voorzitter is de heer K. Hoge- toorn Dz. Geen onbekende naam in de agrarische wereld. In verschillende land bouworganisaties bekleedt hij een voor aanstaande plaats. Een man, die een open oog heeft voor het algemeen welzijn, maar die zich dan ook kan concentreren op een bepaalde taak. En als voorzitter van „De Combinatie" en als voorzitter van „De Tijd" heeft hij met energie en overtuiging zijn capaciteiten in dienst van het grote geheel gesteld. Naast hem als tweede belangrijke be stuurder, de heer P. Vink Jzn., vice-voor- zitter van „De Combinatie", voorzitter van „Ons Belang". Evenals zijn oudere collega steeds op de bres waar het geldt de belangen der organisatie te verdedigen, of te strijden voor een hechtere samen hang. Voorts de heer W. Zee, secretaris van „De Combinatie". Reeds jaren lang secre taris van „Concordia" en actief bestuurs lid in diverse boerenorganisaties. Directie en administratie. Vijf namen: H. Prikken, R. de Boer, L. Broekens, direc teuren. H. Lambers, technisch beheerder en J. Bekhof, administrateur. Als Beem- steling zijn ons de namen van H. Prikken en J. Bekhof het best bekend. Dat wij speciaal deze beide namen noemen, vindt zijn oorzaak in de omstandigheid, dat het werk van beiden ten nauwste samenhangt met de ontwikkeling van de zuivelfabriek „De Tijd". Bijna 15 jaar staat de heer Prikken nu aan het hoofd van „De Tijd". Er was bij de geboorte van de fabriek en daarna veel tegenslag, te weinig samenwerking, geen goede technische leiding. Ook in die jaren was er, evenals in de tijd van Wouter Sluis, een deel van de boerenstand, dat niet toegankelijk was voor de nieuwe tijd. Het woord Coöpera tie" werd altijd nog met de nodige reser ve aanvaard. Alles tezamen was het toen een moeilijke periode voor „De Tijd". Ongunstige tijden eisen sterke, wils krachtige mensen en toen in 1935 de heer Prikken zijn intrede deed als directeur van „De Tijd" was hij de rechte man op de rechte plaats. Dit kunnen wij met een blik op het jaarverslag, dat vooj: ons ligt, ge volkje. De Noord-Beemsterlingen ko men sterk naar voren. Die zijn bezig de achterstand van jaren in versneld tempo in te lopen. 4 Het allerbeste nummer van de avond was het optreden van de „super" jeugd afdeling, die ook op de avonden van' de groten zo'n succes behaalde, nummer 22 van het programma: „Grondgymnastiek", Jongens en Meisjes B. Keurig werk, meis jes en jongens! Een nieuw en goed nummer was ook „Zwevend Rek", Jongens B. Een toestel dat de jongens ligt. Vrije oefeningen Meis jes A, de tweede groep van deze afdeling, bereikte met de goed uitgevoerde oefe ningen een mooi resultaat. In tegenstelling „Knodsen Meisjes B", was hier de eerste groep beter dan de tweede. „Hoge Bank" was ook nieuw. Een goed uitgevoerd en voor het publiek aantrekkelijk nummer. Dit zijn slechts enkele grepen uit het programma. Er was nog veel meer goeds te zien. Potpourri Meisjes C, Standen Meisjes C, Groepen Jongens C, Ongelijk Brug Meisjes B. Alles tezamen was het een goede en welverzorgde gymnastiek- demonstratie en directeur Oly kan een fe licitatie in ontvangst nemen voor de goe de resultaten, die hij met zijn talrijke „Hercules"-adspiranten heeft behaald. Buiten de gymnastiek werden nog enige andere nummers naar voren gebracht. Nelly Joosten en Hennie Leeuw zongen liedjes. Renske de Jong en Nettie Doets vergastten de aanwezigen op accordeon- soli. Ali Scheringa liet horen dat zij op de piano aardig thuis is. De jeugdige ar tisten werden hartelijk toegejuicht. Twee jonge onbekende clowns gaven nog een nummer pantomime weg, tot vrolijkheid van allen. De verloting die na het slot woord van de voorzitter volgde, bracht voor velen teleurstelling en voor anderen blijdschap. Voor de penningmeesteresse tevredenheid. Na afloop zorgden de heren Brugge en Beers voor dansmuziek, want ook het bal is een der aantrekkelijkheden van de „Hercules'-uitvoeringen. nu vol vertrouwen zeggen. Maai' met evenveel zekerheid kunnen wij dit zeggen van de heer Bekhof. Zou men zich „De Tijd" kunnen voorstellen zonder hem? Vele draden in de bedrijfs voering van de gehele „Combinatie" ko men uiteindelijk bij hem tezamen. En aan het eind van een boekjaar worden de re sultaten, uitkomsten, successen, kortom alles wat verband houdt met het grote werk, door hem samengevat in een jaar verslag. Zo'n jaarverslag is in tweeërlei opzicht een belangrijk ding. Ten eerste: het is een beknopte en toch overzichtelijke samen vatting van het constructieve en admi nistratieve werk dat is verricht in het af gelopen boekjaar. Figuurlijk gesproken, heeft de administrateur met zijn mede werksters en medewerkers uit het grote aantal draden, dat in zijn kantoor tezamen kwam, een voor ieder duidelijk patroon geweven: het jaarverslag. Ten tweede is het jaarverslag belang rijk hierom: De veehouder die 's morgens en 's avonds zijn melk aan de poort zet, later een deel als retourmelk terug ont vangt en om zoveel tijd zijn melkgeld int, krijgt door het lezen van het jaarverslag een beeld van wat er met zijn melk en die van zijn buurman gebeurt. In die samen vatting ligt een deel van zijn arbeid be sloten. Buiten wat wij reeds noemden, behan delt het jaarverslag diverse zaken die in nauw verband staan met de zuivelindus trie in het algemeen en haar leden in het bijzonder. Wij vestigen hier de aandacht op on derwerpen als het Boerenverzekerings- fonds, kwaliteit van de producten, over heidsmaatregelen, lidmaatschappen, een uitvoerige uiteenzetting van het bestuurs apparaat van „De Combinatie" en van de drie fabrieken afzonderlijk. Een „In Memoriam" en een uitvoerige beschouwing over de verhouding winter- melk-zomermelk. Vervolgens veel nuttige wenken voor de leden tot het verkrijgen van eerste klas melk. Na het jaarverslag volgen bijlagen, waarbij een productieoverzicht, de balans per 23 April 1949 en de uitslagen van de vetgehalte-hercontróle. De laatste bladzijde is gereserveerd voor een overzicht van de door ieder lid afzonderlijk geleverde melk, uitgedrukt in kilogrammen, met vermel ding van het gemiddelde vetgehalte, uit betaald bedrag en aandeel in het leden kapitaal. Voorzitter Hogetoorn schreef het be sluit, zijnde een resumé van al het goede wat door samenwerking tussen bestuur, directie, leden en personeel in het afgelo pen boekjaar is bereikt. Vol vertrouwen ziet hij daarom de toekomst tegemoet. Met dank voor ondervonden steun en met een beroep op aller medewerking voor de ko mende tijden, eindigt hij zijn slotwoord. „Eendracht maakt macht". Inderdaad. Na lezing van dit keurig uitgevoerde jaar verslag komen we tot de overtuiging, dat dit zeer zeker ook geldt voor de coöpera tief georganiseerde boer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Rijper Courant | 1949 | | pagina 1