Plant en dier
„Hoe het groeide..
in verband met het Kerstgebeuren
De Hercules-jeugd laat zien wat zij kan
„DE COMBINATIE"
De vervulling van Wouter
ABONNEMENTEN:
75 cent per kwartaal
bij vooruitbetaling,
franco per post 3.40 per jaar
plus incassokosten.
Losse nrs. 6 cent.
Cêwemt
ADVERTENTIES:
8 cent per millimeter.
Bij contract lagere tarieven.
Bewijsnummers gratis.
-Bureau: Boekhandel Hoogcarspel,
De Rijp.
voor De Rijp, Graft, Noordeinde, Oost- en West-Graftdijk, Zuid-Schermer en Noord-Schermer,"Schermerhorn, Beemster en omstreken
39e JAARGANG No. 51
VRIJDAG 23 DECEMBER 1949
VERSCHIJNT VRIJDAGS
„Weer is de stille nacht gekomen, j
De heil'ge nacht van 't oude lied:
Wat met de vroegste kinderdromen
In 't diepst der ziel werd opgenomen,
Gaat in geen tijd'lijkheid te niet."
Overal roept het Kindeke van Bethle-
hem, als het goed is, vreugde en blijheid
op en doet Het minstens voor één dag zor
gen en leed vergeten.
Onze gedachten verwijlen in de tijd, nu
vóór negentien eeuwen, in de nachtelijke
velden van Efrata, waar een wonderbaar
lijke glans de bij het flakkerende wacht
vuur peinzende herders, plots overstraal
de. Hun werd het groots geheim „ont
sluierd" van de menswording van Gods
Zoon. Sinds is dit mysterie door de kerk
jaar op jaar, op eenvoudige wijze her
dacht.
„Volksuitingen".
De folklore maakt elke „volksuiting" tot
object van studie, dus ook de volksver
halen, al zijn er slechts weinige, die in
hun oorspronkelijke vorm zijn bewaard
gebleven. Daar deze verhalen van mond
tot mond werden overgedragen zijn ze
verminkt, aangedikt enz. al naar de fan
tasie van de spreker.
In deze verhalen beslaan, met name de
huisdieren, een belangrijke plaats.
Vele dierenverhalen staan in verband
met de Kerstnacht.
Het dier in de Kerstnacht.
Het volksgeloof ziet het dier als zich
bewust van het gebeurde in Bethlehems
stal. Vandaar, dat het vee, te middernacht,
Kerstnacht, oprijst en spreken kan. Som
mige dieren bezitten genezende of magi
sche krachten. Zo leraart het volksgeloof,
dat een meegedragen vleermuisoog iemand
onzichtbaar kan maken.
Wie geluk wil hebben in het spel, drage
een vleermuizenhart aan een rood draadje
om de linker arm. Doch.... soms is als
■voorwaarde gesteld, dat hét diertje ge
dood moet zijn in de Kerstnacht, precies
om 12 uur.
Dan verstopt men het hartje in een le
deren zakje, dat men in zijn portemonnaie
bergt.
Ook de witte muis
Ook dit knaagdiertje vervulde eens op
Kerstavond een belangrijke functie. Het
was in de tijd, toen de machtige keizer
Napoleon gereed stond Duitsland binnen
te rukken. Uit de aard der zaak wist na
tuurlijk niemand welke richting de legers
zouden kiezen. Doch de oude schaapher
der Martin te Eger ontdekte het spoedig.
Als op Kerstavond allen ter kerke zijn,
blijft hij alleen thuis. Daar bestrooit hij
de vloer met wit zand, onder het preve
len van toverspreuken en elke zand figuur,
die de herder vormt, noemt hij met een
Duitse stedenaam. Als de stilte van mid
dernacht is aangebroken, ziet Martin een
leger van witte muizen over de vloer para
deren. Volgens de voetsporen der diertjes
zou de veldtocht plaats hebben. Zo ge
beurde!
En de haas.
De oude Germanen geloofden, dat in de
vaak stormachtige z.g. „Twaalf nachten"
tussen Kerstmis en Driekoningen, de Wil
de Jager met zijn honden, die luid blaften,
door het luchtruim joeg, voor zich uit
drijvend een wild everzwijn ofeen
haas!
Een belangrijke plaats voor
de koe.
Beduidend is de plaats, die de koe in de
folklore inneemt. Trokken niet runderen
de heilige, geheimzinnige wagen van
Nerthus en brachten niet ossen de lijken
der Koningen uit het Merovingische Huis
grafwaarts? Dreven onze heidense voor
vaderen niet hun runderen door hoog-
oplaaiende vuren, ontstoken ter ere van
Freyer, de god van regen en zonneschijn?
Wanneer in Bohemen een koe voor de
eerste maal moest kalven, kreeg ze van
de boerin een stuk brood te eten, waarin
een vleermuis gebakken was. Vervolgens
stond op het menu, als tweede, een koek
van havermeel, waarin zich een notedop
bevond, die in zout was bewaard, gewijd
op Kerstavond. Met een halve appel, die
de koe daarna te eten kreeg, zou de noot
de vruchtbaarheid van het dier bevorde
ren, dat alzo een flink kalf ter wereld zou
brengen en dikke, vette melk zou leveren.
Daar, volgens het volksgeloof, na de
kortste dag, de zon haar vroegere loop
weer herneemt en de goden dan, tegelij
kertijd met de gezaligde zielen zich onder
de wereldbewoners begeven, durfde men
sommige dieren in deze tijd niet bij hun
naam noemen. Uit deze opvatting moet
ook ontstaan zijn het geloof aan het spre
ken der dieren om 12 uur in de Kerst
nacht.
Hoe men het paard gezond
hield
De Tweede Kerstdag is gewijd aan St.
Stefanus. De boeren in Zweden gaven op
deze dag hun knechts verlof een rit te
maken met de beste paarden van de stal.
Deze Stefanusritten komen nog wel in het
oosten van ons land voor.
Wilde men zijn paarden gezond hoiMen,
dan zette men in Westfalen in de nacht
van St. Stefanusdag karren met haksel-
stro buiten, om dat voeder te laten be
dauwen.
Elders spijkerde men op deze dag hoef
ijzers op de dorpels der boerderij.
De Zweedse boer bracht op Tweede
Kerstdag zijn paarden naar een vreemde
drinkplaats om ze daarna naar huis te
jagen.
Eigenaardig is, dat men soms het paard
kool te eten gaf, gestolen in de Nieuw
jaarsnacht. Staat dit soms in verband met
St. Stefanus, van wie de overlevering ver
haalt, dat hij zich in een koolveld ver
stopte, om zo de marteldood te ontgaan?
Was een paard weigerachtig om zich te
laten beslaan, dan riep men smekend om
hulp tot de drie Wijzen uit het Oosten:
Caspar, Balthasar en Melchior.
Rond „den heerd".
Oudtijds zorgde men er voor, dat er in
de Kerstnacht „drij of vier" stukken hout
brandden in „den heerd". De stukken wa
ren van behoorlijke omvang, zodat het
vuur de hele nacht aanbleef.
Het volksgeloof beweerde, dat dit vuur
de doeken van het Kind Jezus zou drogen.
Gloeide het vuur des morgens in de
haard nog, dan geloofde men, dat dit als
bewijs kon gelden, dat de Moedermaagd
het linnen niet had gedroogd. Was het uit
gegaan, dan nam men aan, dat de kleertjes
van het Kind van Bethlehem ook werke
lijk droog waren geworden. In dit geval
wisten velen heel wat voorspellingen te
lanceren.
Zevenenzeventig jaar geleden, in het
jaar 1872, richtte Wouter Sluis tezamen
met zijn buurman Jan Stuyt, twee Beem
ster landbouwers, aan de Volgerweg een
klein kaasfabriekje op. Het was de eerste
in de Beemster. En de man die het initia
tief nam tot de oprichting was Wouter
Sluis.
Wie was Wouter Sluis? Een gek, een
dromer en een fantast. Een man die op
alles iets had aan te merken en het ook
altijd beter wist.
Stel je voor: iemand die in tal van ver
gaderingen en bijeenkomsten de stelling
verkondigde: „Kaasmaken is niet afhan
kelijk van geluk en toeval, niet van meer
of minder toebedeelde zegen, niet van de
bodem of van de woning, althans niet in
die zin, dat de kaasmaker in gebreken
heeft te berusten. Kaasmaken is een we
tenschap, die beoefend dient te worden."
Nu, zo'n mens is niet normaal, die kun
nen wij niet ernstig nemen, redeneerden
de boeren van 1872, en ze handelden daar
naar.
Wouter Sluis ging het zoals het zovele
baanbrekers is gegaan, en nog zal gaan:
Arm, verlaten en vergeten is hij gestorven.
Waarom schrijven wij dit? Hierom! De
dromen van Wouter Sluis zijn in vervul
ling gegaan. Hij was geenszins de fantast
waarvoor zijn tijdgenoten hem hielden.
Zijn dromen hadden een zeer realistische
grondslag.
Zeker, het door hem opgerichte fabriek
je aan de Volgerweg is reeds lang ter zie
le. Heel spoedig reeds. Natuurlijk, 't was
gekkenwerk, zeiden ze allemaal. Maar aan
de Rijperweg staat een machtig bouw
werk. De zuivelfabriek „De Tijd", opge
richt door de nazaten van Wouter Sluis
en zijn tijdgenoten.
En over „De Tijd" en haar zusterfabrie
ken „Concordia" te Oudendijk en „Ons Be
lang" te Miadelie, tezamen vormend „De
Combinatie", willen wij iets vertellen. En
dat doen wij aan de hand van het pas
verschenen jaarverslag.
Levende cijfers!
Cijfers, zult u zeggen; dorre stof. Nee,
lezers. Groei is nimmer dor. Want in deze
cijferreeksen is verdisconteerd: energie,
werkkracht, dadendrang en samenwer
king. „Eendracht maakt Macht" lezen wij
op de omslag van het Jaarverslag. Dat is
te begrijpen, als wij een blik slaan op de
kaart van Midden Noordholland, en we
beschouwen het werkgebied van „De
Combinatie". Dat strekt zich uit langs het
IJselmeer vanaf in het zuiden Monniken-
Plant: nlegenden en het
Kerstgebeuren.
Ook de flora leefdemet het Kerstge
beuren mede. In Frankrijk liep de legende
voort, dat tussen het gras en de planten
rond de kribbe ook de hanekamklaver lag.
Op het moment der geboorte opende deze,
anders weinig in aanzien zijnde, plant
plots haar bloemen orr zo een krans te
vormen rond het hoofd van het Kindeke.
De geboorteplaats var de Heiland werd
aangewezen door de St?r van Bethlehem.
Wonderlijk schoon w ;ren de bloemen,
welke opschoten rond net water, waarin
Maria gewoon was de 'leertjes van haar
Goddelijke Zoon te wi ssen en aromati
sche geuren dreven ror d deze bron.
Witte hagerozen slingerden zich graci-
euslijk rond de takken van de heester,
waarop de windseldoeken - van het Heilig
Kind werden gedroogd.
Het drogen deed Mar:a altijd op Vrijdag
en daarom schijnt op c.eze dag steeds de
zon, ook al is het maar voor enkele ogen
blikken. De witte hagedoorn staat in het
volksgeloof dan ook in hoge achting.
De Kerstboom.
Aanvankelijk werd de Kerstboom alleen
in Duitsland geplant. In 1840 plantte de
hertogin van Orleans er een in de Tuile-
rieën van Parijs en weldra volgden de
Fransen haar na in dit gebruik.
Spoedig beliep de verkoop dezer bomen
in de Franse hoofdstad tot in de duizen
den. Gewoonlijk zetter, de Fransen de
Kerstboom in een tobbe, teneinde hem
frisser te kunnen bewaren tot Nieuwjaar,
op welke dag hij a.' h. w. geplunderd
wordt.
Van de Engelse koningin Victoria wordt
verhaald, dat zij eens een Kerstboom in
haar paleis liet planten en deze zo kost
baar versierde en behing, dat de prijs er
van niet minder dan 108.000 gulden be
droeg. De Kerstboom van de Hertog van
Norfolk kostte 10.000 (cadeaux inbe
grepen natuurlijk!).
Ook in Amerika werd de boom al spoe
dig bekend en in 1909 werden er vier mil-
lioen verhandeld.
Doch niet de Kerstboom, maar het Licht,
Sluis' dromen
dam, naar het noorden tot en met Schar-
woude, verder doorlopend langs Berkhout,
Avenhorn, Schermerhorn, Noordeinde,
Graft en De Rijp, langs West-Graftdijk
en Starnmeer naar Knollendam, hier van
daan langs Spijkerboor en Kanaaldijk
naar Purmerend door de Purmer naar
Monnikendam, waarmee de cirkel weer is
gesloten.
De melk van een 1000 leden en leveran
ciers die in dit gebied wonen, wordt in
bovengenoemde fabrieken verwerkt. Wan
neer wij een blik slaan op het Overzicht
melkaanvoer 19391949, dan zien we dat
het woord „groei" dat wij daarstraks be
zigden, wel juist op zijn plaats is.
De toename van melkaanvoer in deze
reeks van jaren is zeer groot. Respectie
velijk zijn de hoeveelheden in 1949 als
volgt: „Ons Belang" 10.712.003 kg. melk;
„Concordia" 12.119.885 kg. melk; „De Tijd"
12.597.878 kg. melk. Het vetgehalte was,
in volgorde als boven: 3.61 5%, 3.63 4°/o en
3.62 5°/o.
Het spreekt vanzelf, dat om deze zond
vloed van melk op te vangen, de techni
sche uitrusting der fabrieken daarmede
gelijke tred moet houden.
Moderne technische installatie.
Er is dan ook aan de gebouwen en in
ventaris de nodige zorg besteed. Oude
machines en gereedschappen werden door
nieuwe en betere vervangen. „De Tijd"
schakelde van steenkolen op oliestookin
richting over. Voor olie-opslag werd een
tank met een inhoud van 50.000 liter op
het terrein geplaatst.
Een zelfde installatie met voorraadtank
is inmiddels door „Concordia" in gebruik
genomen. De installaties zijn echter zo
danig, dat, indien nodig,, binnen een paar
dagen weer met kolen kan worden ge
stookt.
Nieuwe auto's voor het vervoer van
grondstoffen en producten werden aange
schaft.
Deze groei bracht tevens rnee, dat men
meer personeel moest aannemen om stag
natie in de normale bedrijfsvoering te
voorkomen. Per April 1949 waren in dienst
147 personen. Hierbij zijn begrepen 14
personen werkzaam in de Melkinrichting
te Purmer, een onderafdeling van „De
Combinatie".
Nu moet men niet denken, dat „De Com
binatie" enkel mélk ontvangt en weer ver
werkt tot boter, kaas en andere melkpro
ducten. Nee, haar werkzaamheden be
strijken een veel groter terrein. Dat brengt
het belang van haar zelf en haar leden
mee. Want indien er geen sprake was van
Zo zijn de derde en de vierde uitvoe
ring van „Hercules" weer achter de rug.
Deze avonden werden verzorgd door de
„Hercules"-jongeren. De allerjongsten ko
men half Januari aan bod. Zaterdag en
Zondag stonden zij op het podium van het
„Heerenhuis", waar een week tevoren
hun oudere sportmakkers triomphen vier
den. Het was een imposant gezicht op
deze avonden, toen zij in dichte rijen' op
gesteld. hun entrée voor de zaal maakten.
Maarten opende op vlotte wijze en gaf
de leiding over aan directeur Oly, die, met
assistentie van Mary Zijp en Fie Oly, in
een twintigtal demonstratienummers zou
laten zien wat hij met dit jeugdig mensen
materiaal in het verlopen jaar had be
reikt.
Zo'n adspirantenuitvoering van „Hercu
les" is altijd rijk aan bijzonderheden. Ten
eerste hoort en ziet men de eerste schuch
tere pogingen van zeer jonge artisten op
kleinkunstgebied. Ten tweede de verras
singen, die de directeur bereidt aan zijn
leerlingen door er een of twee voor het
front te halen, en te vertellen aan het
publiek: Dat hij of zij nu de leerling is,
die door trouwe opkomst of voorbeeldige
ijver heeft uitgemunt in het afgelopen
gym jaar. En dan krijgt zo'n gelukkig
mensje een cadeautje van hem en een ap
plausje van het publiek.
Het publiek weet natuurlijk dat het de
bekende programmanummers zijn die ge
bracht zullen worden. Brug, paard, rek en
ringen. Vrije oefeningen en standen. Daar
voor is het een gymnastiekuitvoering.
Maar de wijze, hoe de nummers gebracht
worden, daar gaat het om. En dat viel
geweldig mee, want het zijn geen kleine
afdelingen die op de planken komen. Er
is en er wordt hard gewerkt door het jon-
dat uit de kribbe en de povere stal van
Bethlehem de zonden der wereld verge
vend omstraalt, is het centrale der Kerst
feestviering.
H. P. VAN IEPEREN,
Andel (N.-B.).
vetgehalte-controle, bascule-controle, con
trole op retourproducten, t.b.c.1 en mond
en klauwzeerbestrijding, samenwerking
met rundveefokverenigingen, met de gro
te zuivelbonden, samenwerking tussen di
rectie en kernen uit werknemers en leden,
het organiseren van vergaderingen en con
tactbijeenkomsten, dan, lezers, zouden wij
van groei niet kunnen spreken.
Over bovengenoemde dingen zou nog
veel zijn te zeggen het jaarver
slag bevat daar ook veel wetenswaardig
heden over maar wij willen de ruimte
die ons nog rest gebruiken om iets over
de leiding en bestuur te vertellen.
Zij, die de leiding hebben.
Het bestuur van „De Combinatie" wordt
gevormd uit bestuursleden van de aan
gesloten bedrijven, namelijk van elk be
drijf drie. Voorzitter is de heer K. Hoge-
toorn Dz. Geen onbekende naam in de
agrarische wereld. In verschillende land
bouworganisaties bekleedt hij een voor
aanstaande plaats. Een man, die een open
oog heeft voor het algemeen welzijn, maar
die zich dan ook kan concentreren op een
bepaalde taak. En als voorzitter van „De
Combinatie" en als voorzitter van „De
Tijd" heeft hij met energie en overtuiging
zijn capaciteiten in dienst van het grote
geheel gesteld.
Naast hem als tweede belangrijke be
stuurder, de heer P. Vink Jzn., vice-voor-
zitter van „De Combinatie", voorzitter
van „Ons Belang". Evenals zijn oudere
collega steeds op de bres waar het geldt
de belangen der organisatie te verdedigen,
of te strijden voor een hechtere samen
hang.
Voorts de heer W. Zee, secretaris van
„De Combinatie". Reeds jaren lang secre
taris van „Concordia" en actief bestuurs
lid in diverse boerenorganisaties.
Directie en administratie. Vijf namen:
H. Prikken, R. de Boer, L. Broekens, direc
teuren. H. Lambers, technisch beheerder
en J. Bekhof, administrateur. Als Beem-
steling zijn ons de namen van H. Prikken
en J. Bekhof het best bekend. Dat wij
speciaal deze beide namen noemen, vindt
zijn oorzaak in de omstandigheid, dat het
werk van beiden ten nauwste samenhangt
met de ontwikkeling van de zuivelfabriek
„De Tijd".
Bijna 15 jaar staat de heer Prikken nu
aan het hoofd van „De Tijd". Er was bij
de geboorte van de fabriek en daarna
veel tegenslag, te weinig samenwerking,
geen goede technische leiding.
Ook in die jaren was er, evenals in de
tijd van Wouter Sluis, een deel van de
boerenstand, dat niet toegankelijk was
voor de nieuwe tijd. Het woord Coöpera
tie" werd altijd nog met de nodige reser
ve aanvaard. Alles tezamen was het toen
een moeilijke periode voor „De Tijd".
Ongunstige tijden eisen sterke, wils
krachtige mensen en toen in 1935 de heer
Prikken zijn intrede deed als directeur van
„De Tijd" was hij de rechte man op de
rechte plaats. Dit kunnen wij met een
blik op het jaarverslag, dat vooj: ons ligt,
ge volkje. De Noord-Beemsterlingen ko
men sterk naar voren. Die zijn bezig de
achterstand van jaren in versneld tempo
in te lopen. 4
Het allerbeste nummer van de avond
was het optreden van de „super" jeugd
afdeling, die ook op de avonden van' de
groten zo'n succes behaalde, nummer 22
van het programma: „Grondgymnastiek",
Jongens en Meisjes B. Keurig werk, meis
jes en jongens!
Een nieuw en goed nummer was ook
„Zwevend Rek", Jongens B. Een toestel
dat de jongens ligt. Vrije oefeningen Meis
jes A, de tweede groep van deze afdeling,
bereikte met de goed uitgevoerde oefe
ningen een mooi resultaat. In tegenstelling
„Knodsen Meisjes B", was hier de eerste
groep beter dan de tweede. „Hoge Bank"
was ook nieuw. Een goed uitgevoerd en
voor het publiek aantrekkelijk nummer.
Dit zijn slechts enkele grepen uit het
programma. Er was nog veel meer goeds
te zien. Potpourri Meisjes C, Standen
Meisjes C, Groepen Jongens C, Ongelijk
Brug Meisjes B. Alles tezamen was het
een goede en welverzorgde gymnastiek-
demonstratie en directeur Oly kan een fe
licitatie in ontvangst nemen voor de goe
de resultaten, die hij met zijn talrijke
„Hercules"-adspiranten heeft behaald.
Buiten de gymnastiek werden nog enige
andere nummers naar voren gebracht.
Nelly Joosten en Hennie Leeuw zongen
liedjes. Renske de Jong en Nettie Doets
vergastten de aanwezigen op accordeon-
soli. Ali Scheringa liet horen dat zij op
de piano aardig thuis is. De jeugdige ar
tisten werden hartelijk toegejuicht. Twee
jonge onbekende clowns gaven nog een
nummer pantomime weg, tot vrolijkheid
van allen. De verloting die na het slot
woord van de voorzitter volgde, bracht
voor velen teleurstelling en voor anderen
blijdschap. Voor de penningmeesteresse
tevredenheid. Na afloop zorgden de heren
Brugge en Beers voor dansmuziek, want
ook het bal is een der aantrekkelijkheden
van de „Hercules'-uitvoeringen.
nu vol vertrouwen zeggen.
Maai' met evenveel zekerheid kunnen
wij dit zeggen van de heer Bekhof. Zou
men zich „De Tijd" kunnen voorstellen
zonder hem? Vele draden in de bedrijfs
voering van de gehele „Combinatie" ko
men uiteindelijk bij hem tezamen. En aan
het eind van een boekjaar worden de re
sultaten, uitkomsten, successen, kortom
alles wat verband houdt met het grote
werk, door hem samengevat in een jaar
verslag.
Zo'n jaarverslag is in tweeërlei opzicht
een belangrijk ding. Ten eerste: het is een
beknopte en toch overzichtelijke samen
vatting van het constructieve en admi
nistratieve werk dat is verricht in het af
gelopen boekjaar. Figuurlijk gesproken,
heeft de administrateur met zijn mede
werksters en medewerkers uit het grote
aantal draden, dat in zijn kantoor tezamen
kwam, een voor ieder duidelijk patroon
geweven: het jaarverslag.
Ten tweede is het jaarverslag belang
rijk hierom: De veehouder die 's morgens
en 's avonds zijn melk aan de poort zet,
later een deel als retourmelk terug ont
vangt en om zoveel tijd zijn melkgeld int,
krijgt door het lezen van het jaarverslag
een beeld van wat er met zijn melk en die
van zijn buurman gebeurt. In die samen
vatting ligt een deel van zijn arbeid be
sloten.
Buiten wat wij reeds noemden, behan
delt het jaarverslag diverse zaken die in
nauw verband staan met de zuivelindus
trie in het algemeen en haar leden in het
bijzonder.
Wij vestigen hier de aandacht op on
derwerpen als het Boerenverzekerings-
fonds, kwaliteit van de producten, over
heidsmaatregelen, lidmaatschappen, een
uitvoerige uiteenzetting van het bestuurs
apparaat van „De Combinatie" en van de
drie fabrieken afzonderlijk.
Een „In Memoriam" en een uitvoerige
beschouwing over de verhouding winter-
melk-zomermelk. Vervolgens veel nuttige
wenken voor de leden tot het verkrijgen
van eerste klas melk.
Na het jaarverslag volgen bijlagen,
waarbij een productieoverzicht, de balans
per 23 April 1949 en de uitslagen van de
vetgehalte-hercontróle. De laatste bladzijde
is gereserveerd voor een overzicht van de
door ieder lid afzonderlijk geleverde melk,
uitgedrukt in kilogrammen, met vermel
ding van het gemiddelde vetgehalte, uit
betaald bedrag en aandeel in het leden
kapitaal.
Voorzitter Hogetoorn schreef het be
sluit, zijnde een resumé van al het goede
wat door samenwerking tussen bestuur,
directie, leden en personeel in het afgelo
pen boekjaar is bereikt. Vol vertrouwen
ziet hij daarom de toekomst tegemoet. Met
dank voor ondervonden steun en met een
beroep op aller medewerking voor de ko
mende tijden, eindigt hij zijn slotwoord.
„Eendracht maakt macht". Inderdaad.
Na lezing van dit keurig uitgevoerde jaar
verslag komen we tot de overtuiging, dat
dit zeer zeker ook geldt voor de coöpera
tief georganiseerde boer.