^KARPETTEN
GcBRs. ZURLOHE - DE RIJP
Vastgesteld wordt het verslag
1926 over de schoolvoeding. Aan
melkvoorziening voor kinderen
werd f 46.08 besteed.
Komt aan de orde de benoe
ming van ambtenaar van den
burgerl. stand. Wordt be
noemd de heer P. Koning, amb
tenaar ter secretarie, welke deze
benoeming aanneemt.
Met algemeene stemmen wordt
aan B. en W. machtiging ver
leend om onderhands te verkoo-
pen, wegens opheffing der brand
weerpost te Driehuizen, den op.
stal van het brandspuithuisje, de
handbrandspuit en eventueel ove
rig materiaal.
Het blijvende materiaal zal
worden geborgen in de kerktoren.
B. en W. stellen voor om den
Veldwachter, zoolang deze de
beschikking zal hebben overeen
ambtswoning f 100 per jaar bij
wijze van huur op zijn jaarwedde
te korten.
Mevr. Slooten-Smit stelt voor
f 75 te korten.
Na eenige besprekingen in
stemming gebracht het voorstel
van B. en W.aangenomen met
5 tegen 2 stemmen van de heer
en mevr. Slooten-Smit.
Een amendement van den
heer Heinis om de waterleiding
niet op den huurder te verhalen,
wordt aangenomen met 6 tegen
1 stem van den heer Smit.
Ingekomen adres van de leden
Slooten, Slooten-Smit, voorstel
lende om 100 opcenten op de
vermogensbelasting te heffen.
De heer Posch is hier beslist
tegen. De belasting is hier sterk
progressief. Het is niet de eerste
maal dat dit voorstel aan de orde
komt. De arbeidersstand betaald
naar verhouding lage belasting.
De heer de Boer is ook van
meening, dat men door te zware
belasting van hooge inkomens
te heffen, men in de hand werkt
dat dergelijk kapitaal-krachtigen
de gemeente verlaten.
Mevr. Slooten-Smit bepleit de
aanneming van het voorstel, wij
zende op de hooge kosten, die
ook de minder gesitueerden heb
ben voor electr. licht enz.
De heer Posch vindt dit geen
gezond motief.
Na nog eenige besprekingen
wordt het voorstel in stemming
gebracht en verworpen met 3
tegen 4 stemmen. Tegen stemden
de heeren Posch, de Boer, Kuyn
en Smit. Vóór de heer Heinis en
de voorstellers.
Komt aan de orde van B. en W.
Qroep van voorstellen, te zamen
vormende één plan tot opvoe
ring der Gemeentelijke inkomsten
en beperking der uitgaven.
a. Vermindering tot de helft van
de jaarwedden der Wethouders
en van het presentiegeld der
Raadsleden.
b. Afschaffing van het Vervolg
onderwijs.
c. Intrekken van de subsidiën aan
Leeszaal en Volksuniversiteit.
d. Opheffen van het Correspon
dentschap der Arbeidsbemid
deling.
e. Vermindering van de jaarwed
de van den Lljnwerker met
Fl. 150
f. Verhaal van 5% pensioensbij
dragen van de ambtenaren.
g. Den aftrek voor noodzakelijk
levensonderhoud bij de heffing
van de plaatselijke inkomsten
belasting terug te brengen van
Fl. 800 - op Fl. 700.-.
De voorz. geeft gelegenheid
tot het houden van alg. beschou
wingen, terwijl het in de bedoeling
ligt over alle onderdeelen afzon
derlijk te stemmen.
Mevr. Slooten uit haar verwon
dering dat men om deze tijd met
dergelijke voorstellen komt. Geen
half jaar geleden is de begrooting
gepasseerd en er is niets over
gesproken. Men kan wel zien dat
WAT 1937 BRE1\GT, ZIJE DAARVOOR
onze speciale etalage.
er groote gebeurtenissen in de
lucht hangen.
Wat betreft punt a Wanneer
men werkelijk actief deze functie
behartigt is die belooning niet te
veel, ja, men legt er geld bij.
Nu binnen korten tijd een nieuwe
raad wordt samengesteld, vindt
spreekster dit punt nu niet op
zijn plaats.
Punt B. Is ook nu niet opzijn
plaats; de nieuwe raad zal be
slissen. De cursus is nog aan
den gang.
Punt c. Deze subsidiën zijn zoo
gering, de inrichtingen zoo nuttig
dat h. i. dit geen weggegooid
geld Is.
Punt D. Al wordt er niet veel
aan dit instituut gedaan, toch
wilde spreekster het voor die
uilgaaf in stand houden.
Punt e. Dit voorstel vindt
mevr. Slooten-Smit heel onrecht
vaardig. Hier is een uitstekende
lijnwerker en het gaat niet aan
op diens salaris f 150 te korten.
Ook aan Punt F zal zij nooit haar
stem geven.
Wat betreft punt G is spreek
ster van meening dat dit niet de
manier is om te bezuinigen.
Kleine inkomens worden het
zwaarst gedrukt hierdoor. Hoe
veel beter zouden de 100 op
centen der vermogensbelasting
zijn.
Zij stelt ten slotte voor deze
bezuinigingskwestie in haar ge
heel van de baan te zetten.
De voorz. deelt mede dat op
punt a. tot en met f. ongeveer
f 1500 wordt bezuinigd.
De heer Posch weerlegt de
aanmerkingen van Mevr. Slooten.
Hij wijst op de algmeene zware
belastingen der burgers en meent
dat dit de manier is om tot be
perking der Gem. uitgaven over
te gaan.
Wat betreft de pensioenbij
dragen.
In vele gemeenten wordt zelfs
8Va °/o verhaald op de ambte
naren zoodat 5 toch zeker niet
onbillijk is.
Zeker onderschrijft de heer
Posch dat we een eminente lijn
werker hebben maar diens sala
ris is verhoogd met f 350-. Er
is echter aan het nieuwe net
tot dusver niet veel onderhoud
en 't meeste werk is 'tincassee-
ren der gelden. Spreker is er
zeker voor dat deze jaarwedde
van f 750 tot f 600 kan verlaagd
worden.
De heer Heinis meent dat de
nieuwe raad een beslissing in
deze moet nemen.
Mevr. Slooten-Smit wil
inzage van het kohier der
Rijksinkomstenbelasting, wat de
voorz. meent niet te mogen toe
staan. Hij wil dit echter wel ver
zoeken aan den Inspecteur der
Belastingen.
De heer Smit betreurt het, dat
in deze bezuinigingsvoorstellen
een propaganda wordt gezien
voor de verkiezing, 't Is gerust
geen eerebaantje om tegenwoor
dig raadslid te wezen.
Voorts merkt spr. op, dat het
niet in de bedoeling lag reeds
nu te beslissen over het vervolg
onderwijs, wel is er in dezen zin
over gesproken, daar er hier zoo
weinig animo voor bestaat en dit
onderwijs een kosten met zich
draagt van f 400.
De heer Kuijn is het ten deele
wel eens met de besprekingen
er moet wat gebeuren om de zware
belastingdruk te verminderen.
Maar spr. vindt dat deze voor
stellen bij de begrooting thuis
hooien en niet in dezen tijd voor
de verkiezing, die men met zoo'n
propagandamanier tegemoet wil
gaan. Hij betreurt het dat deze
ingrijpende voorstellen zoo on
verwachls ter tafel komen.
De heer Posch hoort er bui
tengewoon van op, dat er een
politieke propaganda blijkt te be
staan omtrent deze voorstellen.
Na nog eenige besprekingen
wordt tot stemming overgegaan
en worden de punten A, C, E,
F en G verworpen met 4 tegen
3 stemmen.
Tegen stemden de leden Sloo
ten, Slooten-Smit, Heinis en Kuijn.
Voor de leden Posch, de Boer,
Smit.
Punt B werd met algemeene
stemmen uitgesteld tot later da
tum.
Punt D werd aangenomen met
4 tegen 3 stemmen. Voor de hee
ren Posch, de Boer, Kuijn en
Smit. Tegen de andere leden.
De voorz. stelt voor een raads
commissie te benoemen van 2
leden ter bestudeering der elec-
tricit. tarieven, met een der wet
houders als voorzitter.
Reeds jaren heeft de voorz.
zich bezig gehouden om goede
tarieven te maken, maar dit is
nooit een ieder naar den zin ge
weest. Laat nu een commissie
uit den raad deze zaak eens ern
stig bestudeeren.
De heer de Boer stelt voor dit
aan den voorz over te laten.
De voorz. zegt zich niet te zuilen
onttrekken, maar toch in deze com
missie geen zitting wenscht te nemen.
Na eenige discusie wordt na stem
ming de commissie samengesteld als
volgt
Wethouder Posch, voorzitter, de
heeren de Boer en Slooten, leden, se
cretaris P. Koning.
ttet voorstel van den heer Kuijn om
een vaste commissie te benoemen,
wordt aangehouden tot na het rapport
van de nu samengestelde commissie.
Rondvraag.
Besproken worden de werkzaam
heden van den gemeente-werkman,
de straat te Driehuizen, malariabestrij
ding. Voorloopig wordt afgezien van
het plaatsen van een verkeersspiegel
te Driehuizen.
Niets meer aan de orde sluit de
voorz. de vergadering.
Wat Jan Adriaansz. Leegwater
vertelde
van de opkomst, ligging en vergrooting
vin het dorp De Rijp.
VII
In den ouden tijd hechtte men
bijzonder veel waarde aan voor-
teekeningen of voorspellingen
zeker is het, dat tal van groote
gebeurtenissen door „helderzien
den" vooraf werden aangekon
digd, aan welke men later door
de juistheid waarin ze in vervul
ling kwamen deze gaven niet ge
heel ontzeggen kon. - Ook Leeg
water geeft in zijn kroniek een
paar gevallen weer, die hem door
die personen zelf verhaald zijn
en welke wij, als behoorende tot
het gebeurde in onze vorige
nummers beschreven, hieronder
laten volgen
1. Ongeveer drie weken van te
voren zagen eenige Visschers van
Wormer in den nacht een ver
schijnsel boven de Rijp alsof de
heele plaats in brand stond ze
waren hierover ten zeerste ver
wonderd en ontsteld doch kon
den er geen verklaring voor
vinden.
2. Tien dagen voor den brand,
des Zondag's na Kerstdag ging
een zeker jongman naar het
Noord-einde van Graft om daar
de predicatie bij te wonen. Op
weg zijnde hoorde hij achter zich
uit de richting van de Rijp een
groot rumoer van menschen, die
door angst en benauwdheid ge
dreven zich zochten te redden.
Omziende naar de Rijp was alles
stildit herhaalde als hij zijn
weg vervolgde, zich tot drie maal
toe, en ging vol verwondering
zijn weg, overtuigd, dat dit iets
groots te beteekenen had.
3. Een derde persoon woonachtig
bewesten den Dam in de Rijp
werd op den avond van 6 Januari
ongeveer 6 uur, toen niemand nog
aan eenig gevaar dacht, op het
Oosteinde een groot licht gewaar
evenals of de heele straat daar
in brand stond.
Hij deelde dit mede aan een
hem voorbijgaande vrouw, welke
hem antwoordde: „Ziet gij dit
nu eerst? ik heb dat al lang ge
zien".
4. Ongeveer 's avonds 8 uur van
diezelfde dag, hoorde een gezel
schap dat bij elkaar te gast ge
weest waren, een groot gerucht
en gejammer, precies het geluid
dat ruim twee uur later in wer
kelijkheid door het dorp klonk,.
Op weg naar huis was er echter
niets bijzonders te bemerken, ter
wijl men thuis komende, ieder
persoon in zijn eigen woning
opnieuw hetzelfde geluid waar
nam.
Tenslotte werd waargenomen,
dat een zwerm witte vogels bij
het uitbreken van den brand
precies de koers afteekenden in
hun vlugt, die later het vuur op
z'n verwoestende tocht heeft ge
nomen.
In Leegwaters kroniek vonden
we na het verhaal over den groo-
ten brand en de enkele bijzon
derheden uit het tijdperk vóór
die gebeurtenis niet veel, dat ons
inlicht over de wijze waarop zich
nadien de Rijp weer wistte ont
wikkelen tot een welvarende
plaats.
Zooals men weet was alleen
het Raadhuis, gebouwd in 1630
als monument gespaard gebleven,
en was de pas nieuw gebouwde
kerk voor een groot deel ver
woest.
Deze kerk was - zooals men
zich zal herinneren nog niet oud
in 1467 werd op verlof van den
Bisschop van Utrecht eerst een
kapel gebouwd, later voorzien van
een steenen choor en in 1529
vervangen door een kerk van
steen met toren Daar al spoedig
dit gebouw te klein bleek werd
deze, in de jaren 1635—'38 ver
bouwd tot kruiskerk met toren
en speelwerk op het kruis wat
alles in den grooten brand van
1654 vernield werd.
Wordt vervolgd.
Onze drukkerij werkt met elec-
trische kracht al uw orders per
omgaande at.